TITEL I : LEDEN, ORGANEN VAN HET PARLEMENT EN FRACTIES
HOOFDSTUK 2 : AMBTSDRAGERS IN HET PARLEMENT
Artikel 15 : Voordracht van kandidaten en algemene bepalingen
(1)
1. De Voorzitter, en vervolgens de ondervoorzitters en de quaestoren, worden overeenkomstig artikel 191 bij geheime stemming gekozen.
Voordrachten geschieden met instemming van de betrokkenen, en wel door een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken. Voor elke stemming kunnen nieuwe voordrachten worden ingediend.
Wanneer het aantal voorgedragen kandidaten niet groter is dan het aantal te vervullen zetels, worden zij bij acclamatie gekozen, tenzij leden of een fractie of fracties die ten minste de hoge drempel bereiken om een geheime stemming verzoeken.
Indien bij een stemming meer dan één ambtsdrager moet worden gekozen, is het stembriefje slechts geldig wanneer meer dan de helft van de beschikbare stemmen is uitgebracht.
2. Bij de verkiezing van de Voorzitter, de ondervoorzitters en de quaestoren dient over het geheel genomen rekening te worden gehouden met de noodzaak van een billijke vertegenwoordiging van politieke stromingen alsook van een genderevenwicht en een geografisch evenwicht.