1. De ambtstermijn van de Voorzitter, ondervoorzitters en quaestoren bedraagt twee en een half jaar.
Een lid dat van fractie verandert, behoudt voor de resterende duur van zijn ambtstermijn van twee en een half jaar zijn zetel in het Bureau of zijn functie als quaestor.
2. Indien één van die ambten vóór het verstrijken van die ambtstermijn openvalt, vervult het hiervoor gekozen lid deze functie slechts voor de resterende duur van de ambtstermijn van zijn voorganger.