HOOFDSTUK 2 : REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET PARLEMENT
Artikel 163 : Urgentieprocedure
1. De Voorzitter, een commissie, een fractie, leden die ten minste de lage drempel bereiken, de Commissie of de Raad kunnen bij het Parlement een verzoek indienen om een debat over een overeenkomstig artikel 48, lid 1, aan het Parlement voorgelegd voorstel urgent te behandelen. Dergelijke verzoeken worden schriftelijk ingediend en met redenen omkleed.
2. Zodra een verzoek om een urgent debat bij de Voorzitter is ingediend, wordt dit meegedeeld in het Parlement. Over het verzoek wordt gestemd aan het begin van de vergadering die volgt op die waarin het verzoek is bekendgemaakt, mits het voorstel waarop het verzoek betrekking heeft in de officiële talen aan de leden is rondgedeeld. Indien er verschillende verzoeken om een urgent debat over hetzelfde onderwerp zijn ingediend, geldt de toewijzing of afwijzing van het verzoek om een urgent debat voor alle verzoeken die op dat onderwerp betrekking hebben.
3. Vóór de stemming mogen uitsluitend de indiener van het verzoek en een tegenstander worden gehoord, alsmede de voorzitter en/of de rapporteur van de bevoegde commissie. Geen van die sprekers mag het woord voeren voor langer dan drie minuten.
4. Volgens de urgentieprocedure te behandelen kwesties worden met voorrang op de agenda ingeschreven. De Voorzitter bepaalt het tijdstip van het debat en de stemming.
5. Een urgentieprocedure kan zonder verslag of, bij uitzondering, op basis van een mondeling verslag van de bevoegde commissie worden gevolgd.
Wanneer een urgentieprocedure wordt gevolgd en er interinstitutionele onderhandelingen plaatsvinden, zijn de artikelen 70 en 71 niet van toepassing. Artikel 74 is van overeenkomstige toepassing.