1. Op voorstel van de Conferentie van voorzitters kan het Parlement te allen tijde bijzondere commissies instellen, waarvan de bevoegdheden, het aantal leden en de ambtstermijn tegelijk met het besluit tot instelling worden vastgesteld.
2. De ambtstermijn van bijzondere commissies is maximaal twaalf maanden, tenzij het Parlement deze periode voor het verstrijken ervan verlengt. Tenzij in het besluit van het Parlement tot instelling van een bijzondere commissie anders is beslist, gaat de ambtstermijn van de bijzondere commissie in op de datum van haar constituerende vergadering.
3. Bijzondere commissies zijn niet gerechtigd adviezen uit te brengen aan andere commissies.