Resolutie van het Europees Parlement van 22 oktober 2024 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (aanvraag van België – EGF/2024/001 BE/Match-Smatch) (COM(2024)0275 – C10-0101/2024 – 2024/0226(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2024)0275 – C10‑0101/2024),
– gezien Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/2013(1) (de “EFG-verordening”),
– gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027(2), zoals gewijzigd bij Verordening (EU, Euratom) 2024/765(3), en met name artikel 8,
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen(4), en met name punt 9,
– gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A10‑0009/2024),
A. overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te verlenen aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelsstromen of de wereldwijde financiële en economische crisis ondervinden, en om hen bij te staan bij hun re-integratie op de arbeidsmarkt; overwegende dat deze bijstand wordt verleend in de vorm van financiële steun aan de werknemers en aan de ondernemingen waarvoor zij hebben gewerkt;
B. overwegende dat België aanvraag EGF/2024/001 BE/Match-Smatch voor een financiële bijdrage uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) heeft ingediend naar aanleiding van in totaal 513 ontslagen(5) in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 47 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto’s en motorfietsen) in de provincies Henegouwen (BE32), Luik (BE33) en Namen (BE35), met 444 ontslagen binnen een referentieperiode voor de aanvraag van 11 december 2023 tot en met 11 april 2024, en 69 ontslagen vóór of na de referentieperiode;
C. overwegende dat de aanvraag betrekking heeft op 444 ontslagen werknemers binnen de referentieperiode voor de aanvraag wier werkzaamheden bij Match-Smatch zijn beëindigd;
D. overwegende dat de aanvraag betrekking heeft op 69 ontslagen werknemers wier werkzaamheden vóór of na de referentieperiode van vier maanden zijn beëindigd, waarbij een duidelijk oorzakelijk verband kan worden gelegd met de gebeurtenis die in de referentieperiode heeft geleid tot de beëindiging van de werkzaamheden van de ontslagen werknemers, overeenkomstig artikel 6, tweede alinea, van de EFG-verordening;
E. overwegende dat de aanvraag is gebaseerd op de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, punt a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat de werkzaamheden van ten minste 200 ontslagen werknemers zijn beëindigd, met inbegrip van werknemers die zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten, en/of zelfstandigen wier werkzaamheden zijn beëindigd;
F. overwegende dat de Belgische levensmiddelendetailhandel in 2023 een aanzienlijke daling van de verkochte hoeveelheden registreerde als gevolg van de energie- en inflatiecrisis en een toename van grensoverschrijdend winkelen en e-handel;
G. overwegende dat Match-Smatch meerdere jaren een moeilijke economische situatie kende en uiteindelijk in 2022 een brutobedrijfsverlies van 36,5 miljoen EUR meldde, en dat Match-Smatch in september 2023, om een verdere opeenstapeling van verliezen te voorkomen, het aanbod van de Groep Colruyt aanvaardde om 57 van de 84 winkels over te nemen, waarbij ook het personeel van de winkels (1 069 personen) werd overgenomen; overwegende dat nog eens acht winkels naar Carrefour, Delhaize, Intermarché en Delfood gingen;
H. overwegende dat als gevolg daarvan in totaal 513 werknemers aan een collectieve ontslagprocedure werden onderworpen: 339 werknemers van de 19 winkels waarvoor geen koper kon worden gevonden, en de 174 werknemers van het hoofdkwartier Match-Smatch;
I. overwegende dat er is voldaan aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen;
J. overwegende dat de economische crisis als gevolg van de COVID‑19-pandemie de vraag naar meer gekwalificeerde werknemers op de Belgische arbeidsmarkt versneld heeft, waardoor het voor de voormalige werknemers van Match-Smatch moeilijker is om weer werk te vinden;
K. overwegende dat financiële bijdragen uit het EFG in de eerste plaats gericht moeten zijn op actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen en op gepersonaliseerde diensten die tot doel hebben de begunstigden snel aan een fatsoenlijke en duurzame baan te helpen binnen of buiten de sector waar zij oorspronkelijk werkten, en hen voor te bereiden op een groenere en meer gedigitaliseerde Europese economie;
L. overwegende dat bij de herziening van het meerjarig financieel kader (MFK) het jaarlijkse maximumbedrag dat beschikbaar is voor het EFG, wordt verlaagd van 186 miljoen EUR tot 30 miljoen EUR (in prijzen van 2018), zoals vastgesteld in artikel 8 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EU, Euratom) 2024/765; overwegende dat de Commissie nauwlettend moet toezien op de uitvoering van het EFG en dat alle instellingen alle nodige maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat ontslagen werknemers ondanks deze bezuinigingen kunnen vertrouwen op de solidariteit van de Unie via steun uit het EFG;
1. is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 4, lid 2, punt a), van de EFG-verordening en dat België recht heeft op een financiële bijdrage van 2 661 564 EUR uit hoofde van die verordening, wat overeenkomt met 85 % van de totale kosten van 3 131 252 EUR met inbegrip van uitgaven ten bedrage van 3 009 752 EUR voor gepersonaliseerde steunmaatregelen en uitgaven ten bedrage van 121 500 EUR voor activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage;
2. neemt er nota van dat de Belgische autoriteiten de aanvraag op 3 juni 2024 hebben ingediend en dat de Commissie, nadat België aanvullende gegevens had verstrekt, haar beoordeling op 16 september 2024 heeft afgerond en het Parlement hiervan diezelfde dag nog in kennis heeft gesteld;
3. stelt vast dat de aanvraag betrekking heeft op 513 ontslagen werknemers wier werkzaamheden bij Match-Smatch zijn beëindigd; stelt voorts vast dat 365 van de ontslagen werknemers beoogde begunstigden zijn en naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen;
4. merkt op dat België uitsluitend medefinanciering uit het EFG heeft aangevraagd ter ondersteuning van voormalige werknemers van Match-Smatch die in Wallonië wonen, gezien de situatie op de regionale arbeidsmarkt (werkloosheidspercentage van 8,2 % in 2023) en omdat meer dan 70 % van de ontslagen zich in Wallonië concentreert;
5. merkt op dat de helft van de ontslagen werknemers van Match-Smatch (46 %) vijftig of ouder is, een leeftijdsgroep die meer moeite heeft om een baan te vinden en dat er in het laatste kwartaal van 2023 een verschil van 18,3 procentpunten bestond tussen de arbeidsparticipatie voor de leeftijdsgroep 20-54 jaar (76,8 %) en de arbeidsparticipatie voor de leeftijdsgroep van 55 jaar en ouder (58,5 %) op nationaal niveau(6); benadrukt dat bij- en omscholing van de werknemers in overeenstemming met de vraag op de arbeidsmarkt naar gekwalificeerde banen dus een uitdaging zullen vormen, des te meer gezien het grote aantal personen dat tegelijkertijd is ontslagen;
6. is ingenomen met het feit dat België het gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen heeft opgesteld in overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers en de sociale partners om de getroffen gebieden en de arbeidsmarkt in het algemeen in de toekomst duurzamer en veerkrachtiger te maken;
7. wijst erop dat de gepersonaliseerde steunmaatregelen ten behoeve van de werknemers en zelfstandigen bestaan uit: voorlichting en loopbaan- en outplacementbegeleiding, opleiding, omscholing en beroepsopleiding, ondersteuning bij en een bijdrage voor het opzetten van een bedrijf, alsook stimulansen en toelagen;
8. herinnert eraan dat de Belgische autoriteiten ervoor moeten zorgen dat de gelijkheid van mannen en vrouwen en de integratie van het genderperspectief integraal deel uitmaken van en worden bevorderd tijdens de gehele uitvoeringsperiode;
9. wijst erop dat de Belgische autoriteiten moeten erkennen dat de Unie aan de oorsprong van de financiering staat, daaraan zichtbaarheid moeten geven en de Uniemeerwaarde van de steunverlening moeten benadrukken door aan meerdere doelgroepen samenhangende, effectieve en gerichte informatie te verstrekken, waaronder gerichte informatie aan de beoogde begunstigden, de lokale en regionale autoriteiten, de sociale partners, de media en het grote publiek;
10. is ingenomen met het feit dat, met het oog op de voorbereiding van een solide pakket van maatregelen op maat om de werknemers van Match-Smatch opnieuw aan een baan te helpen, de regionale openbare dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding van Wallonië (Forem), vakbonden (ABVV en ACV) en andere partners in 2024 meermaals bijeen zijn gekomen om meer inzicht te krijgen in de omscholingsbehoeften van werknemers, dat ook de sociale adviseurs die de werknemers na hun ontslag hebben begeleid, zijn geraadpleegd en dat deze vergaderingen hebben geresulteerd in een gecoördineerd pakket EFG-maatregelen dat in overeenstemming is met artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening;
11. juicht het toe dat er een module is opgenomen over de circulaire economie en het efficiënt gebruik van hulpbronnen, die als onderdeel van het standaardopleidingsaanbod van de regionale openbare dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding (Forem) werd ontwikkeld voor voormalige werknemers van Swissport (EGF/2020/005 BE/Swissport) en die zal worden medegefinancierd door het Europees Sociaal Fonds (ESF+); herhaalt in dit verband de belangrijke rol die de Unie moet spelen bij het verschaffen van de nodige kwalificaties voor de dubbele transformatie; is er sterk voorstander van dat het EFG in de MFK-periode 2021‑2027 gebruikt blijft worden om solidariteit te betonen aan getroffen personen, en de nadruk te blijven leggen op de gevolgen die werknemers door herstructureringen ondervinden; wenst dat in toekomstige aanvragen wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke beleidscoherentie;
12. is van mening dat het een sociale verantwoordelijkheid van de Unie is om deze ontslagen werknemers de nodige kwalificaties te verschaffen voor de digitale en groene transformatie van de industrie en economie van de Unie, hetgeen ook gevolgen zal hebben voor de arbeidsmarkt; dringt er daarom op aan bijzondere aandacht te besteden aan gekwalificeerd en relevant onderwijs, met inbegrip van beroepsopleiding;
13. stelt vast dat België met ingang van 1 januari 2024 is begonnen met het verlenen van gepersonaliseerde steunmaatregelen aan de beoogde begunstigden, en dat de periode om in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage uit het EFG zal lopen van 1 januari 2024 tot 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit;
14. stelt vast dat België op 22 september 2023 de eerste administratieve uitgaven heeft gedaan met het oog op de uitvoering van het EFG, en dat de uitgaven voor activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage derhalve van 22 september 2023 tot 31 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen;
15. benadrukt dat de Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat de in aanmerking komende maatregelen geen steun ontvangen uit andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dat bij de toegang tot de voorgestelde maatregelen en de uitvoering ervan de beginselen van gelijke behandeling en niet-discriminatie zullen worden gerespecteerd;
16. wijst er nogmaals op dat bijstand uit het EFG niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten, of van welke vergoedingen of rechten ten behoeve van de ontslagen werknemers dan ook, zodat de toewijzing geheel en al aanvullend is; herinnert eraan dat de lidstaten die financiële steun uit het EFG aanvragen, ervoor moeten zorgen dat aan de voorschriften van de nationale en Uniewetgeving inzake collectief ontslag is voldaan en dat de onderneming in kwestie dienovereenkomstig voorzieningen heeft getroffen voor haar werknemers;
17. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;
18. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
19. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Verordening (EU, Euratom) 2024/765 van de Raad van 29 februari 2024 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021 tot 2027 (PB L, 2024/765, 29.2.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/765/oj).
Statbel. Werkgelegenheid en werkloosheid (13.6.2024). Cijfers.
BIJLAGE
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van aanvraag EGF/2024/001 BE/Match-Smatch van België
(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit (EU) 2024/2854.)