Terug naar het Europarl-portaal

Choisissez la langue de votre document :

 Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2000/2596(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B5-0748/2000

Debatten :

Stemmingen :

Aangenomen teksten :

P5_TA(2000)0373

Aangenomen teksten
Donderdag 7 september 2000 - Straatsburg
Dertiende internationale AIDS-conferentie
P5_TA(2000)0373RC-B5-0748/2000

Resolutie van het Europees Parlement over de internationale AIDS-conferentie in Durban (Zuid-Afrika)

Het Europees Parlement,

-  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over het HIV-AIDS-probleem,

-  gezien de Global Compact-overeenkomst die in het kader van de Verenigde Naties op 26 juli 2000 in New York is ondertekend door het bedrijfsleven, vakbonden en mensenrechten- en milieugroeperingen,

-  gezien de conclusies van de G8-bijeenkomst op 22-23 juli 2000 in het Japanse Okinawa,

-  gezien de conclusies van de EU-VS-top op 31 mei 2000 in het Portugese Queluz,

-  onder verwijzing naar de dertiende internationale conferentie over AIDS en seksueel overdraagbare ziekten in Afrika die van 9 tot 14 juli 2000 in Durban heeft plaatsgevonden,

A.  overwegende dat de Veiligheidsraad van de VN op 17 juli 2000 in New York voor het eerst een resolutie over een gezondheidsvraagstuk heeft goedgekeurd (1308/2000), waarin het ging om de HIV-AIDS-crisis en het effect hiervan op internationale vredesoperaties,

B.  overwegende dat VN-organen zich blijven inzetten voor samenwerking met de regeringen van ontwikkelingslanden en donorlanden, alsmede met andere internationale organisaties, waaronder de Europese Unie, om een internationaal partnerschap tegen AIDS in Afrika te bevorderen,

C.  overwegende dat HIV-AIDS in de regio's die het zwaarst getroffen zijn, pandemische afmetingen heeft aangenomen (in Afrika sterven elke minuut vijf mensen aan de ziekte) en van meer dan 13,2 miljoen kinderen wezen heeft gemaakt en overwegende dat 50% van de besmette personen vrouwen zijn die het HIV-virus waarschijnlijk op hun baby's zullen overdragen,

D.  overwegende dat HIV-AIDS in Afrika ten zuiden van de Sahara de belangrijkste doodsoorzaak is; dat mondiaal 18,8 miljoen mensen - waaronder 3,8 miljoen kinderen - aan AIDS zijn gestorven, waardoor na jaren van afnemende sterftecijfers een kentering is opgetreden en de levensverwachting in Afrika tegen 2015 waarschijnlijk tot onder de 45 jaar zal zijn gedaald,

E.  overwegende dat de voortgaande snelle verspreiding van HIV-AIDS een rechtstreekse bedreiging vormt voor alle ontwikkelingsinspanningen, doordat de politieke, sociale en economische structuren in de ontwikkelingslanden worden ondergraven, omdat HIV-AIDS het meest actieve deel van de bevolking treft,

F.  overwegende dat de AIDS-crisis door de meeste Afrikaanse regeringen te lang is onderschat, waarbij sommige culturele en godsdienstige tradities een doeltreffende uitvoering van anti-AIDS-maatregelen in de weg staan,

G.  overwegende dat het gecoördineerde nationale optreden in de vorm van grootscheepse advertentiecampagnes en het gratis verspreiden van condooms de epidemie in Senegal en Oeganda tot staan heeft gebracht en dat deze acties hebben aangetoond dat de appèls en de medewerking van politieke en religieuze leiders hard nodig zijn,

H.  overwegende dat er in de meeste ontwikkelingslanden geen voorzieningen zijn voor kwaliteitszorg ten behoeve van terminale patiënten,

I.  overwegende dat in sommige landen de onkosten in verband met HIV-AIDS spoedig meer dan de helft van de gezondheidsbegroting zullen uitmaken, aangezien in 1999 weer 4 miljoen Afrikanen ten zuiden van de Sahara met het HIV-virus zijn besmet,

J.  overwegende dat de EU-landen de afschrijving van schulden moeten versnellen voor ontwikkelingslanden die hun investeringen in de volksgezondheid en het onderwijs verhogen,

K.  overwegende dat de farmaceutische ondernemingen de mogelijkheden tot prijsverlaging moeten onderzoeken, aangezien de ontwikkelingslanden zich de antivirusgeneesmiddelen die in de geïndustrialiseerde wereld verkrijgbaar zijn, niet kunnen permitteren en dat derhalve de rechten op het gebied van de intellectuele eigendom dringend moeten worden herzien,

L.  overwegende dat de situatie alleen maar kan verslechteren tenzij de internationale gemeenschap veel meer investeert in preventieve maatregelen en in programma's waarmee de sociaal-economische gevolgen van de HIV-AIDS-pandemie worden aangepakt,

M.  overwegende dat in het toekomstige beleid tegen HIV-AIDS, malaria en tuberculose de beschikbare middelen moeten worden verhoogd en beter moeten worden benut door het maatschappelijk middenveld en niet-gouvernementele en particuliere organisaties hierbij volledig te betrekken,

N.  gealarmeerd door het feit dat één derde van de wereldbevolking geen toegang heeft tot de bestaande behandeling tegen HIV-AIDS, terwijl andere ziekten waarvan werd gedacht dat ze onder controle waren, zoals malaria en tuberculose, opnieuw toenemen,

O.  overwegende dat de Commissie en de EU-landen nauw dienen samen te werken met andere industrielanden en internationale organisaties als de VN, om een geïntegreerd programma en een financieel en technisch kader op te zetten voor de bestrijding van de mondiale bedreiging die uitgaat van de scherpe toename van het aantal HIV-AIDS-, malaria- en tuberculosegevallen,

1.  verzoekt de lidstaten en de Commissie zowel op politiek als op financieel gebied topprioriteit te verlenen aan de bestrijding van de groeiende HIV-AIDS-pandemie;

2.  is van mening dat een globale aanpak van HIV-AIDS in Afrika ten zuiden van de Sahara dringend noodzakelijk is als men de verspreiding van AIDS tegen 2015 tot staan wil brengen en wil terugdringen;

3.  spreekt zijn erkenning en steun uit voor het werk van het Gemeenschappelijk Programma van de VN inzake HIV-AIDS en doet een beroep op de Commissie en de EU-landen om nauw samen te werken met UNAIDS;

4.  verzoekt de verschillende internationale donoren die actief zijn in de AIDS-bestrijding, zoals de Wereldbank, UNICEF, UNDP, UNFPA, UNDCP, UNESCO, de WHO en de EU, hun beleidsmaatregelen te coördineren om verspilling van middelen te voorkomen en te waarborgen dat met de HIV-AIDS-pandemie rekening wordt gehouden in programma's voor structurele aanpassing;

5.  verzoekt de millenniumtop in New York op 8 september 2000 een hernieuwd initiatief voor de bestrijding van HIV-AIDS te overwegen;

6.  verzoekt het World Economic Forum in Melbourne dat van 11 tot 13 september 2000 plaatsvindt, voort te bouwen op de Global Compact-overeenkomst van de Verenigde Naties en overeenstemming te bereiken over financiële middelen voor de bestrijding van HIV-AIDS;

7.  meent dat het AIDS-beleid van de EU integraal deel moet uitmaken van het gezondheids- en ontwikkelingsbeleid en moet stroken met andere beleidsmaatregelen, op terreinen als gezinsplanning, onderwijs en gezondheid, vrouwenemancipatie, werkgelegenheid, verlichting van armoede en de mensenrechten;

8.  dringt er bij de Commissie en de EU-landen op aan de ontwikkelingslanden te helpen bij de financiering van de bestrijding van HIV-AIDS - evenals malaria en tuberculose - door de schuldenlast van de ontwikkelingslanden te verminderen, want alleen al Afrika betaalt jaarlijks 15 miljard US-dollar aan aflossingen aan de rijkste landen ter wereld, terwijl de totale nationale en internationale uitgaven voor AIDS slechts 300 miljoen US-dollar bedragen;

9.  verzoekt de G-8 met aandrang een schulden-voor-AIDS-programma te overwegen om de ontwikkelingslanden bij te staan in hun inspanningen om AIDS te bestrijden;

10.  neemt kennis van de aankondiging dat de Wereldbank een fonds met 500 miljoen US-dollar opzet om Afrikaanse regeringen te helpen bij de financiering van grotere AIDS-programma's, maar is van mening dat er miljarden nodig zijn en doet een beroep op de Europese Investeringsbank en de Commissie om aan dit nieuwe initiatief hun medewerking te verlenen;

11.  verzoekt de Commissie de proeven op mensen die in Groot-Brittannië met een nieuw AIDS-vaccin worden uitgevoerd, nauwlettend te volgen en het onderzoek in de EU naar andere mogelijke vaccins tegen AIDS te stimuleren;

12.  verzoekt de farmaceutische industrie de prijzen drastisch te verlagen en bepaalde hoeveelheden geneesmiddelen gratis ter beschikking te stellen;

13.  onderstreept de noodzaak van voortgezet onderzoek, vooral met het oog op de ontwikkeling van vaccins, als aanvulling op operationele activiteiten in de AIDS-bestrijding;

14.  benadrukt dat het nodig is wereldwijde mechanismen en stimuli te creëren, die het onderzoek en de ontwikkeling in de richting sturen van ziekten zoals HIV-AIDS en tuberculose, die de ontwikkelingslanden onevenredig treffen;

15.  verzoekt de Commissie, de WTO en de WHO om het internationale AIDS-vaccin-initiatief te ondersteunen en te onderzoeken hoe anti-AIDS-geneesmiddelen tegen lagere prijzen in de ontwikkelingslanden beschikbaar kunnen worden gesteld, en gebruik te maken van de ervaring van de Raad van Europa met de afgifte van vergunningen voor geneesmiddelen;

16.  beklemtoont dat de hoge prijs van gepatenteerde geneesmiddelen terecht een aanleiding vormt voor bezorgdheid over de mogelijke impact van de WHO-overeenkomst betreffende de met de handel verbonden aspecten van intellectuele eigendomsrechten (TRIPS), die de bescherming van patenten wereldwijd wil uitbreiden;

17.  verzoekt de religieuze, culturele en politieke autoriteiten volledige medewerking te verlenen aan de uitvoering van de preventieprogramma's en constructief deel te nemen aan de acties op het gebied van AIDS-preventie, met inbegrip van onderwijs- en informatieprogramma's;

18.  stelt vast dat HIV-AIDS dramatische demografische verschuivingen teweegbrengt en bijdraagt tot een grotere migratie, aangezien de economie van ontwikkelingslanden instort omdat er minder landbouwgewassen en voedselproducten worden verbouwd; wenst dat de Europese Unie de regionale samenwerking aanmoedigt, zodat migrerende bevolkingsgroepen toegang krijgen tot fundamentele gezondheids- en onderwijsfaciliteiten;

19.  dringt er bij de Commissie en de EU-landen op aan ervoor te zorgen dat de regeringen van de ontwikkelingslanden de komende vijf jaar een alomvattend nationaal AIDS-programma opzetten en de wetgeving aanscherpen die beschermt tegen discriminatie op grond van HIV;

20.  is van mening dat er EU-gelden moeten worden besteed aan de verbetering van de primaire gezondheidszorg en het openbaar onderwijs, om niet alleen HIV-AIDS te bestrijden, maar ook andere ziekten als malaria en tuberculose;

21.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de secretaris-generaal van de VN, de lidstaten van de Overeenkomst van Lomé, de Wereldgezondheidsorganisatie, de Wereldhandelsorganisatie, UNDP, UNICEF, UNFPA, UNDCP, UNESCO, de Wereldbank, de OESO, de Raad van Europa, de Europese Investeringsbank en het World Economic Forum.

Juridische mededeling - Privacybeleid