Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van niet-gouvernementele organisaties die voornamelijk werkzaam zijn op het gebied van milieubescherming (COM(2001) 337
- C5-0281/2001
- 2001/0139(COD)
)
(10 bis) De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit in het kader van de begrotingsprocedure vastgesteld.
Amendement 29
Artikel 1, lid 2
2.
De algemene doelstelling van dit programma is NGO's te ondersteunen die voornamelijk op het gebied van milieubescherming op Europees niveau werkzaam zijn en die bijdragen of kunnen bijdragen tot de totstandbrenging en uitvoering van communautair milieubeleid en communautaire milieuwetgeving in alle regio's van Europa. Het programma zal tevens het systematisch betrekken van NGO's bij alle stadia van de communautaire beleidsvorming op milieugebied bevorderen door te zorgen voor passende vertegenwoordiging bij overleg met belanghebbenden en openbare hoorzittingen.
2.
De algemene doelstelling van dit programma is NGO's te ondersteunen die voornamelijk op het gebied van milieubescherming en -verbetering, of op het gebied van de dierenbescherming
op Europees niveau werkzaam zijn voorzover dergelijke activiteiten bijdragen tot het verwezenlijken van milieudoelstellingen
en die bijdragen of kunnen bijdragen tot de totstandbrenging en uitvoering van communautair milieubeleid en communautaire milieuwetgeving in alle regio's van Europa. Het programma zal tevens het systematisch betrekken van NGO's bij alle stadia van de communautaire beleidsvorming op milieugebied bevorderen door te zorgen voor passende vertegenwoordiging bij overleg met belanghebbenden en openbare hoorzittingen.
Amendement 30
Artikel 2, letter a)
a)
Het moet een onafhankelijke rechtspersoon zijn zonder winstoogmerk die voornamelijk actief is op het gebied van milieubescherming in het belang van de samenleving.
a)
Het moet een onafhankelijke rechtspersoon zijn zonder winstoogmerk die voornamelijk actief is op het gebied van milieubescherming en -verbetering, of op het gebied van de dierenbescherming voorzover dergelijke activiteiten bijdragen tot het verwezenlijken van milieudoelstellingen
in het belang van de samenleving.
Amendement 31
Artikel 2, letter b)
b)
De NGO moet actief zijn op Europees niveau; de structuur (lidmaatschap) en activiteiten moeten ten minste drie Europese landen omvatten.
b)
De NGO moet autonoom of in coördinatie met andere organisaties
actief zijn op Europees niveau; de structuur (lidmaatschap) en activiteiten moeten ten minste drie Europese landen omvatten, behalve indien de organisatie in twee van de toetredingslanden werkzaam is, in welk geval deze voorwaarde als wenselijk maar niet essentieel als een specifieke uitzondering wordt beschouwd
;
Amendement 5
Artikel 2, letter b bis) (nieuw)
b bis)
De NGO moet netwerken ontwikkelen tussen de organisaties in de lidstaten en die in de toetredingslanden.
Amendement 6
Artikel 2, letter c bis) (nieuw)
c bis)
De NGO moet partnerschappen met organisaties in de openbare en particuliere sector stimuleren.
Amendement 7
Artikel 2, letter d bis) (nieuw)
d bis)
De NGO moet medefinanciering van externe bronnen kunnen aantrekken.
Amendement 8
Artikel 3 bis (nieuw)
Artikel 3 bis Gezien het belang voor de duurzame ontwikkeling en voor de gezondheid en de kwaliteit van het bestaan van de Europese burgers worden in het programma met name de prioriteiten van het zesde milieuactieprogramma neergelegd, die in vier titels zijn verdeeld:
-
beperking van de klimaatsverandering;
-
natuur en biodiversiteit - bescherming van een unieke hulpbron;
-
gezondheid en milieu;
-
zorg dragen voor een duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen en de afvalstoffen.
Het zesde milieuactieprogramma wordt in het vierde loopjaar herzien en zo nodig gewijzigd en bijgewerkt om rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen en informatie.
Naast de bovenvermelde gebieden zijn ook milieubewustmaking en de uitvoering en handhaving van de communautaire milieuwetgeving prioritair.
Amendement 9
Artikel 4, lid 2
2.
In de oproep tot indiening van voorstelling
worden de criteria voor de toelating, de selectie en de toekenning en de procedure voor de aanvraag, de beoordeling en de goedkeuring vermeld.
2.
In de oproep tot indiening van voorstellenwordt een informatiepakket opgenomen en
worden de criteria voor de toelating, de selectie en de toekenning (met uitvoerige gegevens over het beoogde wegingsysteem)
en de procedure voor de aanvraag, de beoordeling en de goedkeuring vermeld.
Amendement 10
Artikel 4, lid 3
3.
Na beoordeling van de voorstellen, beslist de Commissie, behoudens vertraging bij de goedkeuring van de communautaire begroting, uiterlijk op 31 december van ieder jaar, welke organisaties in het volgende jaar een subsidie zullen ontvangen. Dit besluit geeft aanleiding tot een overeenkomst tussen de Commissie en de begunstigde waarin het maximum bedrag van de subsidie, de wijze van betaling, de maatregelen voor controle en toezicht en de met de subsidie beoogde doelstellingen worden vastgesteld.
3.
Na beoordeling van de voorstellen, beslist de Commissie, behoudens vertraging bij de goedkeuring van de communautaire begroting, uiterlijk op 31 december van ieder jaar, welke organisaties in het volgende jaar een subsidie zullen ontvangen. Dit besluit geeft aanleiding tot een overeenkomst tussen de Commissie en de begunstigde waarin het maximum bedrag van de subsidie, de wijze van betaling, de maatregelen voor controle en toezicht en de met de subsidie beoogde doelstellingen worden vastgesteld. De uitbetaling vindt onmiddellijk plaats.
Amendement 11
Artikel 4, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. Uiterlijk op 30 september 2002 publiceert de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen een mededeling waarin uiteen wordt gezet hoe de Commissie in het vervolg de subsidiabiliteit van NGO's die aanvragen hebben ingediend, zal beoordelen vanuit het oogpunt van steun onder het publiek of bijzondere deskundigheid, en waarin de details worden bekend gemaakt van het wegingsysteem dat bij de beoordeling van de aanvragen gebruikt wordt.
Amendement 12
Artikel 4, lid 3 ter (nieuw)
3 ter. De selectie en de procedure worden op doorzichtige en begrijpelijke wijze uitgevoerd. De Commissie nodigt twee vertegenwoordigers van het Europees Parlement uit om als waarnemers deel te nemen aan de aan de selectie- en toekenningsprocedure gewijde vergaderingen.
Amendement 13
Artikel 6, lid 1, alinea 2
Het bedrag wordt jaarlijks bepaald volgens een vast wegingsysteem, waarbij rekening wordt gehouden met de punten die zijn behaald bij de in artikel 5 beschreven evaluatie en de relatieve omvang van de NGO's
als vermeld in deel 3 van de Bijlage.
Het bedrag wordt jaarlijks bepaald volgens een vast wegingsysteem, waarbij rekening wordt gehouden met de punten die zijn behaald bij de in artikel 5 beschreven evaluatie en de beginselen
als vermeld in deel 3 van de Bijlage.
Amendement 14
Artikel 6, lid 2
2.
Een begunstigde van dit programma is vrij om de subsidie naar eigen goeddunken te gebruiken om de in aanmerking komende uitgaven van de organisatie
over het subsidiejaar te dekken. Alle uitgaven van de begunstigde in het subsidiejaar worden geacht in aanmerking te komen, behalve de uitgaven vermeld in punt
4 van de Bijlage.
2.
Een begunstigde van dit programma is vrij om de subsidie naar eigen goeddunken te gebruiken om de in aanmerking komende uitgaven van de NGO
over het subsidiejaar te dekken. Alle uitgaven van de begunstigde in het subsidiejaar worden geacht in aanmerking te komen, behalve de uitgaven vermeld in deel
4 van de Bijlage. Begunstigden mogen ook financiële middelen toewijzen aan partners of aangesloten organisaties, overeenkomstig de bepalingen van het goedgekeurde werkprogramma.
Amendement 15
Artikel 6, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. Bijdragen in natura en gratis ter beschikking gestelde arbeidsprestaties kunnen ten volle als geldelijke uitgaven geboekt worden.
Amendement 16
Artikel 6, lid 5 bis (nieuw)
5 bis. De Commissie deelt afgewezen NGO's mede om welke redenen zij niet voldaan hebben aan de gestelde eisen en verstrekt hun voldoende uitleg zodat deze NGO's de nodige hervormingen kunnen uitvoeren alvorens nieuwe aanvragen in te dienen.
Amendement 17
Artikel 7, lid 3
3.
De jaarlijkse toewijzingen worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.
3.
De jaarlijkse toewijzingen worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten. Hierbij wordt rekening gehouden met de in artikel 11 bepaalde voorwaarden.
Amendement 18
Artikel 8
1.
Om de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen te beschermen tegen fraude en andere onregelmatigheden kan de Commissie in het kader van dit programma, overeenkomstig Verordening (EURATOM, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 controles ter plaats en inspecties uitvoeren. Bovendien geldt voor
onderzoek door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en van de Raad.
1.
Om de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen te beschermen tegen fraude en andere onregelmatigheden kan de Commissie in het kader van dit programma, overeenkomstig Verordening (EURATOM, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 controles ter plaats en inspecties uitvoeren. Zo nodig wordt
onderzoek uitgevoerd
door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF). Voor dit onderzoek geldt
Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en van de Raad van 25 mei 1999
.
2.
De begunstigde van een subsidie houdt
alle bewijsstukken inclusief het gecontroleerde financiële memorandum, betreffende de uitgaven gedurende een periode van vijf jaar na de laatste betaling ter beschikking van de Commissie.
2.
De begunstigde van een subsidie en eventueel zijn partners of leden houden
alle bewijsstukken inclusief het gecontroleerde financiële memorandum, betreffende de uitgaven gedurende een periode van vijf jaar na de laatste betaling ter beschikking van de Commissie.
Amendement 19
Artikel 10
Een lijst van in het kader van dit programma te financieren begunstigden, samen met het toegekende bedrag wordt jaarlijks bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Een lijst van in het kader van dit programma te financieren begunstigden, samen met het toegekende bedrag en de behaalde punten,
wordt jaarlijks bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Iedere aanvrager ontvangt in geval van afwijzing een duidelijke en gemotiveerde mededeling waarin het behaalde aantal punten wordt vermeld, alsmede het aantal punten dat nodig zou zijn geweest voor een positief besluit.
Amendement 20
Artikel 11, alinea -1 (nieuw)
Uiterlijk op 30 april van elk jaar dient de Commissie een verslag in over de toewijzing van subsidies in het lopende jaar en over de resultaten van de in het vorige jaar toegekende subsidies. Dit verslag bevat een uiteenzetting over de wijze waarop de Commissie de begunstigden van het lopende jaar heeft geselecteerd. De Commissie belegt uiterlijk op 30 juni van elk jaar een bijeenkomst waaraan wordt deelgenomen door de lidstaten, vertegenwoordigers van het Europees Parlement en andere belanghebbenden, om dit verslag te bespreken.
Amendement 21
Artikel 11
11.
Uiterlijk op 31 december 2004 legt de Commissie een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad over de mate waarin de in dit programma gestelde doelstellingen in de eerste drie jaar zijn bereikt en doet zij, desgewenst, voorstellen betreffende eventuele noodzakelijke aanpassingen met het oog op voortzetting of stopzetting van het programma. Dit verslag zal gebaseerd zijn op de verslagen over de prestaties van de begunstigden en dient met name te beoordelen in hoeverre zij op doeltreffende wijze hebben bijgedragen tot het bereiken van de in artikel 1 en in de bijlage vermelde doelstellingen.
11.
Uiterlijk op 31 december 2004 legt de Commissie een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad over de mate waarin de in dit programma gestelde doelstellingen in de eerste drie jaar zijn bereikt en doet zij, desgewenst, voorstellen betreffende eventuele noodzakelijke aanpassingen met het oog op voortzetting of stopzetting van het programma. Dit verslag zal gebaseerd zijn op de verslagen over de prestaties van de begunstigden en dient met name te beoordelen in hoeverre zij op doeltreffende wijze hebben bijgedragen tot het bereiken van de in artikel 1 en in de bijlage vermelde doelstellingen. Bij de indiening van het voorontwerp van begroting dient de Commissie bij de begrotingsautoriteit het resultaat in van de kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van de maatregel, gebaseerd op het jaarlijkse programma en op de prestatie-indicatoren.
Amendement 22
Bijlage, deel 2, streepje 1, substreepje 3 bis (nieuw)
-
Relevantie van de versterking van de Europese banden en samenwerking tussen kleine regionale of plaatselijke organisaties die zich op hun niveau bezighouden met de toepassing van het 'acquis communautaire' op het gebied van milieubeheer en duurzame ontwikkeling.
Amendement 23
Bijlage, deel 3, punt (1)
(1)
Indien alle andere parameters gelijk zijn, ontvangen grotere
NGO's (af te meten aan het
gemiddelde van hun gecontroleerde jaarlijkse uitgaven over de voorgaande twee jaar en de verwachte totale in aanmerking komende uitgaven in het subsidiejaar) grotere bedragen
dan kleinere
NGO's. Naarmate een NGO echter groter is, zal dit aan de omvang ontleende voordeel naar verhouding een kleinere rol spelen.
(1)
Indien alle andere parameters gelijk zijn, ontvangen NGO's met een grotere omvang aan relevante activiteiten
(af te meten aan de
gemiddelde waarde
van hun gecontroleerde jaarlijkse uitgaven over de voorgaande twee jaar en de verwachte totale in aanmerking komende uitgaven in het subsidiejaar) normaliter
grotere subsidiebedragen
dan NGO's met een kleinere omvang aan relevante activiteiten
. De verdeling geschiedt echter op een niet-lineaire basis en dus ontvangen begunstigden met een kleinere omvang aan relevante activiteiten in verhouding meer steun.
Amendement 24
Bijlage, deel 4, streepje 7
-
Bijdragen in natura
-
Bijdragen in natura voor organisaties met een jaarlijks budget van minstens 300 000 EUR.
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van niet-gouvernementele organisaties die voornamelijk werkzaam zijn op het gebied van milieubescherming (COM(2001) 337
- C5-0281/2001
- 2001/0139(COD)
)
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
- gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 337(1)
),
- gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 175, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0281/2001
),
- gelet op artikel 67 van zijn Reglement,
- gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0317/2001
),
1. hecht zijn goedkeuring aan het aldus gewijzigde Commissievoorstel;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.