Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van het besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (8432/1/2001 - C5-0294/2001
- 2000/0195(COD)
)
(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
- gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (8432/1/2001 - C5-0294/2001
),
- gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(1)
inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2000) 459(2)
),
- gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2001) 124(3)
),
- gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,
- gelet op artikel 80 van zijn Reglement,
- gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0319/2001
),
1. wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad
Amendementen van het Parlement
Amendement 1
Artikel 3, lid 1, letter g)
g)
een actief en transparant informatiebeleid voeren.
g)
een actief en transparant informatiebeleid voeren, waarbij rekening wordt gehouden met de behoefte van de Europese burger aan transparantie.
Amendement 2
Artikel 4, lid 1, letter b)
b)
ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten voor een consistente en gecoördineerde evaluatie van hun nationale actieplannen inzake werkgelegenheid, onder andere van de wijze waarop de sociale partners en de bevoegde regionale en lokale instanties bij de uitvoering ervan betrokken zijn; wanneer de eerste periode van toepassing van de jaarlijkse richtsnoeren voor de werkgelegenheid zoals overeengekomen in het kader van het proces van Luxemburg, afloopt, zal een speciale evaluatie worden gemaakt;
b)
ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten voor een consistente en gecoördineerde evaluatie van hun nationale actieplannen inzake werkgelegenheid, onder andere van de wijze waarop de sociale partners en de bevoegde regionale en lokale instanties bij de uitvoering ervan betrokken zijn en hierbij kunnen worden ingeschakeld
; wanneer de eerste periode van toepassing van de jaarlijkse richtsnoeren voor de werkgelegenheid zoals overeengekomen in het kader van het proces van Luxemburg, afloopt, zal een speciale evaluatie worden gemaakt;
Amendement 3
Artikel 4, lid 1, letter c)
c)
een kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van de effecten van de Europese werkgelegenheidsstrategie in het algemeen en een analyse van de samenhang van de Europese werkgelegenheidsstrategie met zowel het algemene economische beleid als met andere beleidsterreinen;
c)
een kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van de effecten van de Europese werkgelegenheidsstrategie in het algemeen en een analyse van de samenhang van de Europese werkgelegenheidsstrategie met zowel het algemene economische beleid als met andere beleidsterreinen en een evaluatie van de Europese werkgelegenheidsstrategie als methode;
Amendement 4
Artikel 4, lid 2
2.
In het kader van de in lid 1 genoemde activiteiten zal worden gestreefd naar integratie van het beginsel van gendergelijkheid, met name ten aanzien van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in het arbeidsproces en op de arbeidsmarkt en van het combineren van werk en gezin.
2.
In het kader van de in lid 1 genoemde activiteiten zal worden gestreefd naar integratie van het beginsel van gendergelijkheid, met name ten aanzien van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in het arbeidsproces en op de arbeidsmarkt en van het combineren van werk en gezin, en zal onderzoek worden gedaan naar het aanbod aan kinderopvangplaatsen en oppas- en verzorgingsdienstverlening aan huis. Speciale aandacht wordt geschonken aan het probleem van de doelgroepen die bij hun toegang tot de arbeidsmarkt het slachtoffer zijn van meervoudige discriminatie. Deze activiteiten moeten worden ondersteund, zowel voor de evaluatie van de nationale actieplannen inzake werkgelegenheid als voor een strategischer benadering van het werkgelegenheidsbeleid in de Unie, teneinde de werkgelegenheidstrends te inventariseren, evalueren en analyseren aan de hand van bepaalde indicatoren.
Amendement 5
Artikel 4, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. Een deel van de in dit besluit voorgestelde middelen is bestemd voor projecten ter bevordering van de samenwerking, verbetering van de kennis, ontwikkeling van de uitwisseling van informatie, bevordering van optimale praktijken en innoverende benaderingswijzen, alsmede evaluatie van ervaringen bij de omzetting van nationale actieplannen inzake werkgelegenheid op plaatselijk en regionaal niveau in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie. De activiteiten zijn erop gericht plaatselijke en regionale territoriale publiekrechtelijke lichamen alsmede andere relevante plaatselijke partners, waaronder vertegenwoordigers van de sociale economie, bewust te maken van de mogelijkheden voor maatregelen die de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren alsook de onderlinge verbinding daarvan op plaatselijk en regionaal niveau kunnen bevorderen. Daarbij gaat het met name om:
a)
bevordering van maatregelen ten behoeve van openheid inzake de Europese werkgelegenheidsstrategie en de tenuitvoerlegging ervan op plaatselijk en regionaal niveau;
b)
onderzoek naar de wijze waarop instellingen van de sociale economie op plaatselijk en regionaal niveau ondersteund kunnen worden;
c)
onderzoek naar de vraag hoe bij de tenuitvoerlegging van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven de transnationale samenwerking en de verbreiding van optimale praktijken verbeterd kunnen worden;
d)
onderzoek naar de vraag welke maatregelen genomen kunnen worden voor het creëren van stimulerings-maatregelen voor plaatselijke en regionale partners om bij te dragen aan de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie.
Specifieke aandacht wordt geschonken aan de genderaspecten van het milieubeleid.
Amendement 6
Artikel 5, punt 1 bis (nieuw)
1 bis. specifieke voorlichtingsmaatregelen om het publiek beter bewust te maken van het bestaan van de Europese werkgelegenheidsstrategie en de kwesties in verband met kansengelijkheid voor de geslachten bij toegang tot de arbeidsmarkt;
Amendement 7
Artikel 5, alinea 1 bis (nieuw)
De Commissie zorgt ervoor dat de resultaten een zodanige aard en reikwijdte hebben dat wordt voldaan aan de behoefte aan openheid en transparantie. Zij zorgt er met name voor dat de evaluatie van de nationale actieplannen inzake werkgelegenheid en de jaarverslagen over de werkgelegenheid voor het publiek toegankelijk zijn en de burger in staat stellen de prestaties van de lidstaten te beoordelen.
Amendement 8
Artikel 6
De Commissie ziet toe op de samenhang en complementariteit van de in het kader van het onderhavige besluit toegepaste maatregelen en de andere communautaire programma's en initiatieven ter zake (zoals het programma
voor sociale integratie en het kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie). De resultaten van andere communautaire initiatieven zouden als input kunnen dienen voor de onder dit besluit vallende acties en de resultaten van de in dit besluit genoemde activiteiten zouden als input kunnen dienen voor andere communautaire initiatieven.
De Commissie ziet toe op de samenhang en complementariteit van de in het kader van het onderhavige besluit toegepaste maatregelen en de andere communautaire programma's en initiatieven ter zake (met name de programma's
voor sociale integratie en ter bestrijding van discriminatie, het kaderprogramma voor gelijke kansen,
het kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, de interventies van het Europees Sociaal Fonds, de communautaire programma's op het gebied van de beroepsopleiding en voortgezette beroepsopleiding, alsmede de werkzaamheden van de bevoegde gedecentraliseerde agentschappen
). De resultaten van andere communautaire initiatieven zouden als input kunnen dienen voor de onder dit besluit vallende acties en de resultaten van de in dit besluit genoemde activiteiten zouden als input kunnen dienen voor andere communautaire initiatieven.
Hiertoe brengt de Commissie intern de contacten tot stand met de desbetreffende communautaire programma's en initiatieven alsmede met de gedecentraliseerde agentschappen.
Amendement 9
Artikel 8
1.
De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen met betrekking tot onderstaande onderwerpen worden vastgesteld volgens de beheersprocedure van artikel 9, lid 2:
1.
De Commissie voert de activiteiten uit overeenkomstig dit besluit.
1 bis. De Commissie wordt bijgestaan door een raadgevend comité bestaande uit de vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie (hierna het "comité”).
1 ter. Wanneer naar dit lid verwezen wordt is de raadplegingsprocedure als bedoeld in artikel 3 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de artikelen 7, lid 3 en 8 daarvan.
1 quater. De vertegenwoordiger van de Commissie raadpleegt het comité met name over:
a)
de algemene richtsnoeren voor de uitvoering van de activiteiten;
a)
de algemene richtsnoeren voor de uitvoering van de activiteiten;
b)
de jaarlijkse begrotingen en de verdeling van de middelen over de maatregelen;
b)
de jaarlijkse begrotingen en de verdeling van de middelen over de maatregelen;
c)
het jaarlijks werkplan voor de uitvoering van de acties van de activiteiten en de voorstellen van de Commissie betreffende de selectiecriteria voor financiële steun, met inbegrip van de criteria voor de monitoring en de evaluatie van de activiteiten waarvoor dergelijke steun wordt verleend, alsmede de wijze van verspreiding en overdracht van de resultaten.
c)
het jaarlijks werkplan voor de uitvoering van de acties van de activiteiten en de voorstellen van de Commissie betreffende de selectiecriteria voor financiële steun, met inbegrip van de criteria voor de monitoring en de evaluatie van de activiteiten waarvoor dergelijke steun wordt verleend, alsmede de wijze van verspreiding en overdracht van de resultaten.
2.
De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen met betrekking tot enig ander onderwerp worden vastgesteld volgens de raadplegingsprocedure van artikel 9, lid 3.
Amendement 10
Artikel 9
Artikel 9 Comité
1.
De Commissie wordt bijgestaan door een comité.
2.
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van genoemd besluit.
De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG genoemde termijn wordt op twee maanden vastgesteld.
3.
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van genoemd besluit.
4.
Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
Schrappen
Amendement 11
Artikel 10
Om de in artikel 6 bedoelde samenhang en complementariteit van deze activiteiten met andere maatregelen te waarborgen, houdt
de Commissie het comité van artikel 9
regelmatig op de hoogte van andere relevante communautaire acties. Waar nodig zal de Commissie zorg dragen voor regelmatige en gestructureerde samenwerking tussen dit comité en de comités voor andere relevante beleidsmaatregelen, instrumenten en acties.
Om de in artikel 6 bedoelde samenhang en complementariteit van deze activiteiten met andere maatregelen te waarborgen, stelt
de Commissie in de jaarlijkse actieplannen de aard en reikwijdte vast van de samenwerking met de in artikel 6 genoemde communautaire programma's en initiatieven en met de gedecentraliseerde agentschappen, en houdt zij
het comité van artikel 8
regelmatig op de hoogte van andere relevante communautaire acties. Waar nodig zal de Commissie zorg dragen voor regelmatige en gestructureerde samenwerking tussen dit comité en de comités voor andere relevante beleidsmaatregelen, instrumenten en acties.
Amendement 12
Artikel 11, alinea 2
In het kader van de in dit besluit bedoelde activiteiten draagt de Commissie zorg voor de nodige contacten met de sociale partners en wisselt zij op gezette tijden met hen van gedachten. Daartoe brengt de Commissie relevante informatie ter kennis van de sociale partners. De Commissie brengt de standpunten van de sociale partners ter kennis van het Comité voor de werkgelegenheid en van het in artikel 9
bedoelde comité.
In het kader van de in dit besluit bedoelde activiteiten draagt de Commissie zorg voor de nodige contacten met de sociale partners en de ter zake bevoegde commissie van het Europees Parlement
en wisselt zij op gezette tijden met hen van gedachten. Daartoe brengt de Commissie relevante informatie ter kennis van de sociale partners en de ter zake bevoegde commissie van het Europees Parlement
. De Commissie brengt de standpunten van de sociale partners en de ter zake bevoegde commissie van het Europees Parlement
ter kennis van het Comité voor de werkgelegenheid en van het in artikel 8
bedoelde comité.
Amendement 13
Artikel 12, lid 1
1.
De financiële middelen voor de uitvoering van de in dit besluit bedoelde communautaire activiteiten
voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005 belopen EUR 50 miljoen
.
1.
Het bedrag van
de financiële middelen voor de uitvoering van dit programma
voor het in artikel 1 genoemde
tijdvak wordt vastgesteld op 65 miljoen EUR
.
Amendement 14
Artikel 12, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. De Commissie kan een beroep doen op technische en/of administratieve bijstand, in het wederzijds belang van de Commissie en de begunstigden, en op ondersteuningsuitgaven.