Terug naar het Europarl-portaal

Choisissez la langue de votre document :

 Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 1992/0449(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A5-0320/2001

Ingediende teksten :

A5-0320/2001

Debatten :

Stemmingen :

Aangenomen teksten :

P5_TA(2001)0544

Aangenomen teksten
Dinsdag 23 oktober 2001 - Straatsburg
Blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (trillingen) ***II
P5_TA(2001)0544A5-0320/2001

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (trillingen) (zestiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1 van Richtlijn 89/391/EEG ) (7914/1/2001 REV 1 - C5-0293/2001 - 1992/0449(COD) )

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

-  gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (7914/1/2001 REV 1 - C5-0293/2001 ),

-  gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(1992) 560 )(2) ,

-  gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(1994) 284 )(3) ,

-  gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

-  gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

-  gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0320/2001 ),

1.  wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad   Amendementen van het Parlement
Amendement 1
Overweging 3
   (3) Als eerste stap wordt het wenselijk geacht maatregelen in te voeren ter bescherming van werknemers tegen de met trillingen verband houdende risico's vanwege de gevolgen daarvan voor de gezondheid en de veiligheid van werknemers, zoals met name aandoeningen van spieren en beendergestel, neurologische aandoeningen en vaataandoeningen. Met deze maatregelen wordt niet alleen beoogd de veiligheid en de gezondheid van elke werknemer afzonderlijk te waarborgen, maar ook om voor alle werknemers van de Gemeenschap een als minimum te beschouwen basisbescherming te bieden, waarmee eventuele concurrentievervalsing wordt vermeden.
   (3) Als eerste stap wordt het noodzakelijk geacht maatregelen in te voeren ter bescherming van werknemers tegen de met trillingen verband houdende risico's vanwege de gevolgen daarvan voor de gezondheid en de veiligheid van werknemers, zoals met name aandoeningen van spieren en beendergestel, neurologische aandoeningen en vaataandoeningen. Met deze maatregelen wordt niet alleen beoogd de veiligheid en de gezondheid van elke werknemer afzonderlijk te waarborgen, maar ook om voor alle werknemers van de Gemeenschap een als minimum te beschouwen basisbescherming te bieden, waarmee eventuele concurrentievervalsing wordt vermeden. Het is noodzakelijk zo spoedig mogelijk richtlijnen vast te stellen betreffende de andere fysische agentia (lawaai, optische straling en elektromagnetische velden en golven) die niet onder deze richtlijn vallen.
Amendement 2
Artikel 3, lid 2, alinea 1, letters a) en b)
   a) wordt de grenswaarde voor dagelijkse blootstelling, herleid tot een standaardreferentieperiode van 8 uur, vastgesteld op 1,15 m/s2 , of, naar keuze van de lidstaat, tot een trillingsdosiswaarde (VDV) van 21 m/s1,75 ;
   b) wordt de actiewaarde voor dagelijkse blootstelling, herleid tot een standaardreferentieperiode van 8 uur, vastgesteld op 0,6 m/s2 , of, naar keuze van de lidstaat, tot een trillingsdosiswaarde (VDV) van 11 m/s1,75 .
   a) wordt de grenswaarde voor dagelijkse blootstelling, herleid tot een standaardreferentieperiode van 8 uur, vastgesteld op 0,8 m/s2 , of, naar keuze van de lidstaat, tot een trillingsdosiswaarde (VDV) van 14,6 m/s1,75 ;
   b) wordt de actiewaarde voor dagelijkse blootstelling, herleid tot een standaardreferentieperiode van 8 uur, vastgesteld op 0,5 m/s2 , of, naar keuze van de lidstaat, tot een trillingsdosiswaarde (VDV) van 8,5 m/s1,75 .
Amendement 3
Artikel 5, lid 2, letter c)
   c) de verstrekking van hulpmiddelen om het risico van gezondheidsschade ten gevolge van trillingen te voorkomen, bijvoorbeeld stoelen die lichaamstrillingen doeltreffend afzwakken;
   c) de verstrekking van hulpmiddelen om het risico van gezondheidsschade ten gevolge van trillingen te voorkomen, bijvoorbeeld stoelen die lichaamstrillingen doeltreffend afzwakken en arbeidsmiddelen die zijn voorzien van trillingdempende handvatten ;
Amendement 4
Artikel 8, lid 3, letter a) bis (nieuw)
   a bis) wordt de werkgever op de hoogte gesteld van door het gezondheidstoezicht vastgestelde feiten van betekenis,
Amendement 5
Artikel 9
Voor de uitvoering van de in artikel 5, lid 3, bedoelde verplichtingen kunnen de lidstaten gebruikmaken van een overgangsperiode van ten hoogste zes jaar vanaf ... *, wanneer arbeidsmiddelen worden gebruikt die vóór .... ** ter beschikking van de werknemers zijn gesteld en waarbij de grenswaarden voor blootstelling gezien de laatste technische ontwikkelingen en/of ondanks de uitvoering van organisatorische maatregelen niet in acht genomen kunnen worden.
Voor arbeidsmiddelen die gebruikt worden in de land- en bosbouw, kunnen de lidstaten deze overgangsperiode verlengen met ten hoogste drie jaar.
   1. Voor de uitvoering van de in artikel 5, lid 3, bedoelde verplichtingen kunnen de lidstaten gebruikmaken van een overgangsperiode van ten hoogste vijf jaar vanaf ... *, wanneer arbeidsmiddelen worden gebruikt die vóór .... ** ter beschikking van de werknemers zijn gesteld en waarbij de grenswaarden voor blootstelling gezien de laatste technische ontwikkelingen en/of ondanks de uitvoering van organisatorische maatregelen niet in acht genomen kunnen worden.
Voor arbeidsmiddelen die gebruikt worden in de land- en bosbouw, kunnen de lidstaten deze overgangsperiode verlengen met ten hoogste drie jaar.
1 bis. De in lid 1 bedoelde afwijkingen worden door de lidstaten toegestaan na raadpleging, overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijk, van de betrokken sociale partners.
____________
* Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.
** Zes jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.
* Twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.
** Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.
Amendement 11
Artikel 10, lid 1
   1. Met inachtneming van de algemene beginselen van bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers, mogen de lidstaten voor de sectoren zeevaart en luchtvaart in naar behoren gerechtvaardigde omstandigheden afwijken van artikel 5, lid 3, wat lichaamstrillingen betreft, wanneer het gezien de stand van de techniek en de specifieke kenmerken van de arbeidsplaats ondanks de uitvoering van technische en/of organisatorische maatregelen niet mogelijk is de grenswaarde voor blootstelling in acht te nemen.
   1. Met inachtneming van de algemene beginselen van bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers, mogen de lidstaten voor de sectoren zeevaart en luchtvaart, landbouw en bosbouw in naar behoren gerechtvaardigde omstandigheden afwijken van artikel 5, lid 3, wat lichaamstrillingen betreft, wanneer het gezien de stand van de techniek en de specifieke kenmerken van de arbeidsplaats ondanks de uitvoering van technische en/of organisatorische maatregelen niet mogelijk is de grenswaarde voor blootstelling in acht te nemen.
1 bis. In het geval van land- en bosbouw wordt de dagelijkse grenswaarde voor blootstelling uiterlijk op ......* vastgesteld in het licht van de recentste beschikbare onderzoekresultaten en wetenschappelijke informatie.
_____________
* Vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.
Amendement 6
Artikel 13
De lidstaten brengen om de vijf jaar aan de Commissie verslag uit over de praktische toepassing van deze richtlijn, met vermelding van de standpunten van de sociale partners.
De lidstaten brengen om de vijf jaar aan de Commissie verslag uit over de praktische toepassing van deze richtlijn, met vermelding van de standpunten van de sociale partners. Dit verslag bevat onder meer een uitvoerig gemotiveerd overzicht van de overgangsvoorschriften en uitzonderingen die de lidstaten hebben vastgesteld. Het bevat eveneens een beschrijving van de optimale aanpak voor het voorkomen van trillingen die schadelijk zijn voor de gezondheid en andere methoden van arbeidsorganisatie, alsmede de maatregelen die de lidstaten hebben genomen om deze aanpak te verspreiden.
Op basis van deze verslagen stelt de Commissie het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats daarvan in kennis.
Op basis van deze verslagen voert de Commissie een algehele evaluatie uit van de tenuitvoerlegging van de richtlijn, mede gelet op onderzoek en wetenschappelijke gegevens en stelt zij het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats daarvan in kennis, alsook van voorstellen voor eventueel noodzakelijke wijzingingen .

(1) PB C 128 van 9.5.1994, blz. 146MFN.
(2) PB C 77 van 18.3.1993, blz. 12MFN2.
(3) PB C 230 van 19.8.1994, blz. 3MFN3.

Juridische mededeling - Privacybeleid