Wijziging van de financiële voorschriften van toepassing op het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling ten gevolge van het nieuwe Financieel Reglement *
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2309/93 voor wat betreft de budgettaire en financiële voorschriften van toepassing op het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling en de toegang tot de documenten van dit Bureau (COM(2002) 406 - C5-0430/2002 - 2002/0170(CNS))
(5 bis) In het oprichtingsbesluit van het Bureau dient een bepaling te worden geïntroduceerd die de lidstaat waar dit Bureau gevestigd is de mogelijkheid biedt een directe of indirecte financiële bijdrage te leveren.
Amendement 22 ARTIKEL 1, PUNT 2, ALINEA BIS (nieuw) Artikel 56, lid 5 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 2309/93)
Er wordt een lid 5 bis toegevoegd: "5 bis. Het Bureau doet de kwijtingverlenende autoriteit jaarlijks alle relevante informatie over de resultaten van de evaluatieprocedures toekomen. Tevens vermeldt het informatie over lopende of geplande maatregelen ter voorkoming van risico's op fraude en onregelmatigheden."
Amendement 23 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 57, lid 1 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 2309/93)
1 bis. De ontvangsten omvatten de eventuele financiële bijdragen van de lidstaat waar het Bureau gevestigd is.
Amendement 24 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 57, lid 5 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 2309/93)
5 bis. Alvorens enig besluit met financiële gevolgen te nemen dat van invloed kan zijn op de hoogte van de communautaire subsidie van het lopende jaar of de daarop volgende jaren, stelt de raad van beheer de Commissie en de begrotingsautoriteit ervan in kennis. Indien binnen een termijn van zes weken door geen van de twee takken van de begrotingsautoriteit bezwaar is gemaakt, keurt de raad van beheer het besluit definitief goed.
Amendement 25 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 57, lid 6 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 2309/93)
6 bis. De definitieve begroting wordt vastgesteld door de raad van beheer na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie, waarin de hoogte van de subsidie en de personeelsformatie worden vastgelegd.
Amendement 26 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 57, lid 7 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 2309/93)
7 bis. De directeur kan zijn bevoegdheden tot uitvoering van de begroting delegeren aan personeelsleden van het Bureau die onder het Statuut vallen, onder voorwaarden die zijn bepaald in de door de raad van beheer goedgekeurde financiële regeling, in de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement. De delegatieverkrijgers kunnen slechts handelen binnen de grenzen van de hun uitdrukkelijk verleende bevoegdheden.
Amendement 27 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 57, lid 9 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 2309/93)
9 bis. De staat van uitgaven kan worden ingericht volgens een nomenclatuur met een indeling naar aard en/of bestemming, op voorwaarde dat een onderscheid wordt aangebracht tussen huishoudelijke kredieten en beleidskredieten. Deze nomenclatuur wordt bepaald door het Bureau.
Amendement 28 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 57, lid 15 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 2309/93)
15 bis. De directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek, overeenkomstig het bepaalde in artikel 146, lid 3 van het Financieel Reglement, alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure van het betrokken begrotingsjaar.
Amendement 29 ARTIKEL 1, PUNT 3, ALINEA BIS (nieuw) Artikel 57 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 2309/93)
Er wordt een artikel 57 bis toegevoegd: "Artikel 57 bis In geval van herziening van de financiële kaderregeling van de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen raadpleegt de Commissie het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer."
Amendement 30 ARTIKEL 1, PUNT 3 BIS (nieuw) Artikel 59, alinea 1 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 2309/93)
3 bis. Aan artikel 59 wordt een alinea bis toegevoegd: "Voor zover dit onvermijdelijk blijkt, kunnen administratieve, voorbereidende of bijkomende opdrachten die geen overheidstaak of de uitoefening van een discretionaire beoordelingsbevoegdheid inhouden, langs contractuele weg worden toevertrouwd aan externe privaatrechtelijke eenheden of organen. De voor deze opdrachten bedoelde kredieten worden aangemerkt als huishoudelijke kredieten."
Na aanneming van de amendementen werd de zaak overeenkomstig artikel 69 van het Reglement geacht voor een nieuwe behandeling naar de bevoegde commissie te zijn terugverwezen (A5-0336/2002).