Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1360/90 voor wat betreft de budgettaire en financiële voorschriften van toepassing op de Europese Stichting voor Opleiding en de toegang tot de documenten van deze Stichting (COM(2002) 406 - C5-0431/2002 - 2002/0171(CNS))
(4 bis) In het oprichtingsbesluit van de Stichting dient een bepaling te worden geïntroduceerd die de lidstaat waar deze Stichting gevestigd is de mogelijkheid biedt een directe of indirecte financiële bijdrage te leveren.
Amendement 32 ARTIKEL 1, PUNT 2, ALINEA BIS (nieuw) Artikel 5, lid 9 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 1360/90)
Er wordt een lid 9 bis toegevoegd: "9 bis. De Stichting doet de kwijtingverlenende autoriteit jaarlijks alle relevante informatie over de resultaten van de evaluatieprocedures toekomen. Tevens vermeldt zij informatie over lopende of geplande maatregelen ter voorkoming van risico's op fraude en onregelmatigheden."
Amendement 33 ARTIKEL 1, PUNT 3 BIS (nieuw) Artikel 9, lid 3 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 1360/90)
3 bis. aan artikel 9 wordt een lid 3 bis toegevoegd: "3 bis. De ontvangsten omvatten de eventuele financiële bijdragen van de lidstaat waar de Stichting gevestigd is.
Amendement 34 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 10, lid 1 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 1360/90)
1 bis. De staat van uitgaven kan worden ingericht volgens een nomenclatuur met een indeling naar aard en/of bestemming, op voorwaarde dat een onderscheid wordt aangebracht tussen huishoudelijke kredieten en beleidskredieten. Deze nomenclatuur wordt bepaald door de Stichting.
Amendement 35 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 10, lid 2 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 1360/90)
2 bis. De definitieve begroting wordt vastgesteld door de raad van bestuur na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie, waarin de hoogte van de subsidie en de personeelsformatie worden vastgelegd.
Amendement 36 ARTIKEL 1, PUNT 4, ALINEA 1 BIS (nieuw) Artikel 10, lid 4 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 1360/90)
Aan artikel 10 wordt een lid 4 bis toegevoegd: 4 bis. Alvorens enig besluit met financiële gevolgen te nemen dat van invloed kan zijn op de hoogte van de communautaire subsidie van het lopende jaar of de daarop volgende jaren, stelt de raad van bestuur de Commissie en de begrotingsautoriteit ervan in kennis. Indien binnen een termijn van zes weken door geen van de twee takken van de begrotingsautoriteit bezwaar is gemaakt, keurt de raad van bestuur het besluit definitief goed.
Amendement 37 ARTIKEL 1, PUNT 5 Artikel 11, lid 1 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 1360/90)
1 bis. De directeur kan zijn bevoegdheden tot uitvoering van de begroting delegeren aan personeelsleden van de Stichting die onder het Statuut vallen, onder voorwaarden die zijn bepaald in de door de raad van bestuur goedgekeurde financiële regeling, in de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement. De delegatieverkrijgers kunnen slechts handelen binnen de grenzen van de hun uitdrukkelijk verleende bevoegdheden.
Amendement 38 ARTIKEL 1, PUNT 5 Artikel 11, lid 9 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 1360/90)
9 bis. De directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek, overeenkomstig het bepaalde in artikel 146, lid 3 van het Financieel Reglement, alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure van het betrokken begrotingsjaar.
Amendement 39 ARTIKEL 1, PUNT 6, ALINEA BIS (nieuw) Artikel 12 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 1360/90)
Er wordt een artikel 12 bis toegevoegd: "Artikel 12 bis In geval van herziening van de financiële kaderregeling van de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen raadpleegt de Commissie het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer."
Amendement 40 ARTIKEL 1, PUNT 6 BIS (nieuw) Artikel 15, lid 1 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 1360/90)
6 bis. Aan artikel 15 wordt een lid 1 bis toegevoegd: "1 bis. Voor zover dit onvermijdelijk blijkt, kunnen administratieve, voorbereidende of bijkomende opdrachten die geen overheidstaak of de uitoefening van een discretionaire beoordelingsbevoegdheid inhouden, langs contractuele weg worden toevertrouwd aan externe privaatrechtelijke eenheden of organen. De voor deze opdrachten bedoelde kredieten worden aangemerkt als huishoudelijke kredieten."
Na aanneming van de amendementen werd de zaak overeenkomstig artikel 69 van het Reglement geacht voor een nieuwe behandeling naar de bevoegde commissie te zijn terugverwezen (A5-0336/2002).