Wijziging van de financiële voorschriften van toepassing op het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving ten gevolge van het nieuwe Financieel Reglement *
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 302/93 voor wat betreft de budgettaire en financiële voorschriften van toepassing op het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving en de toegang tot de documenten van dit Waarnemingscentrum (COM(2002) 406 – C5- 0435/2002 – 2002/0175(CNS))
(5 bis) In het oprichtingsbesluit van het Waarnemingscentrum dient een bepaling te worden geïntroduceerd die de lidstaat waar dit Waarnemingscentrum gevestigd is de mogelijkheid biedt een directe of indirecte financiële bijdrage te leveren.
Amendement 68 ARTIKEL 1, PUNT 2, ALINEA BIS Artikel 8, lid 5 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 302/93)
Aan artikel 8 wordt een lid 5 bis toegevoegd: "5 bis. Het Waarnemingscentrum doet de kwijtingverlenende autoriteit jaarlijks alle relevante informatie over de resultaten van de evaluatieprocedures toekomen. Tevens vermeldt het informatie over lopende of geplande maatregelen ter voorkoming van risico's op fraude en onregelmatigheden."
Amendement 69 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 11, lid 4 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 302/93)
4 bis. De ontvangsten omvatten de eventuele financiële bijdragen van de lidstaat waar het Waarnemingscentrum gevestigd is.
Amendement 70 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 11, lid 5 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 302/93)
5 bis. De staat van uitgaven kan worden ingericht volgens een nomenclatuur met een indeling naar aard en/of bestemming, op voorwaarde dat een onderscheid wordt aangebracht tussen huishoudelijke kredieten en beleidskredieten. Deze nomenclatuur wordt bepaald door het Waarnemingscentrum.
Amendement 71 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 11, lid 6 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 302/93)
6 bis. Alvorens enig besluit met financiële gevolgen te nemen dat van invloed kan zijn op de hoogte van de communautaire subsidie van het lopende jaar of de daarop volgende jaren, stelt de raad van bestuur de Commissie en de begrotingsautoriteit ervan in kennis. Indien binnen een termijn van zes weken door geen van de twee takken van de begrotingsautoriteit bezwaar is gemaakt, keurt de raad van bestuur het besluit definitief goed.
Amendement 72 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 11, lid 7 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 302/93)
7 bis. De definitieve begroting wordt vastgesteld door de raad van bestuur na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Unie, waarin de hoogte van de subsidie en de personeelsformatie worden vastgelegd.
Amendement 73 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 11, lid 9 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 302/93)
9 bis. De directeur kan zijn bevoegdheden tot uitvoering van de begroting delegeren aan personeelsleden van het Waarnemingscentrum die onder het Statuut vallen, onder voorwaarden die zijn bepaald in het door de raad van bestuur goedgekeurde financiële regeling, in de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement. De delegatieverkrijgers kunnen slechts handelen binnen de grenzen van de hun uitdrukkelijk verleende bevoegdheden.
Amendement 74 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 11, lid 12 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 302/93)
12 bis. Voor zover dit onvermijdelijk blijkt, kunnen administratieve, voorbereidende of bijkomende opdrachten die geen overheidstaak of de uitoefening van een discretionaire beoordelingsbevoegdheid inhouden, langs contractuele weg worden toevertrouwd aan externe privaatrechtelijke eenheden of organen. De voor deze opdrachten bedoelde kredieten worden aangemerkt als huishoudelijke kredieten.
Amendement 75 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 11, lid 17 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 302/93)
17 bis. De directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek, overeenkomstig het bepaalde in artikel 146, lid 3 van het Financieel Reglement, alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure van het betrokken begrotingsjaar.
Amendement 76 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 11, lid 19 bis (nieuw) (Verordening (EEG) nr. 302/93)
19 bis. In geval van herziening van de financiële kaderregeling van de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen raadpleegt de Commissie het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer.
Na aanneming van de amendementen werd de zaak overeenkomstig artikel 69 van het Reglement geacht voor een nieuwe behandeling naar de bevoegde commissie te zijn terugverwezen (A5-0336/2002).