Resolutie van het Europees Parlement over de sociaal-economische crisis in de witvissector
Het Europees Parlement,
A. overwegende dat de goedkeuring van maatregelen voor het beheer van visbestanden rekening moet houden met vroegere studies over de sociaal-economische gevolgen voor de visindustrie,
B. overwegende dat het in zijn resolutie van 5 december 2002 over de kabeljauwcrisis(1) heeft aangenomen, waarin werd gewaarschuwd dat strenge beschermingsmaatregelen voor de kabeljauw ingrijpende sociaal-economische gevolgen zouden hebben,
C. overwegende dat deskundigen van de ICES van mening zijn dat een aantal kabeljauwbestanden in de wateren van de EU op een gevaarlijk laag peil is beland,
D. overwegende dat de bovengenoemde resolutie erop wijst dat in de huidige begrotingsprogrammering voor het financieringsinstituut voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) onvoldoende middelen zijn opgenomen om leefgemeenschappen schadeloos te stellen die zouden worden vernietigd door dergelijke maatregelen,
E. overwegende dat de Landbouwraad op zijn vergadering van december 2002 niettemin heeft besloten voorstellen aan te nemen voor maatregelen op de korte termijn die een drastische invloed zullen hebben op de werkgelegenheid in de witvissector in de EU,
1. verzoekt de begrotingsautoriteit van de EU en de Commissie samen met de betrokken lidstaten een plan op te stellen om kustgemeenschappen schadeloos te stellen die ten gevolge van beschermingsmaatregelen voor de kabeljauw verliezen hebben geleden, en hiervoor maximaal 150 miljoen euro bijkomende EU-middelen uit te trekken, waarbij rekening wordt gehouden met de inspanningen van de lidstaten om de crisis aan te pakken;
2. is van mening dat de extra middelen waarom verzocht wordt, verenigbaar zijn met het plafond van rubriek 2 van de financiële vooruitzichten, maar een nieuwe programmering van het huidige beleid vergen, waarvoor toestemming van de Begrotingsautoriteit vereist is ofwel een beroep moet worden gedaan op de bepalingen van het Interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999(2);
3. dringt er bij de Commissie op aan hiertoe uiterlijk op 30 juni 2003 een voorstel met geëigende rechtsgrondslag in te dienen;
4. verzoekt de Commissie en de Raad ervoor te zorgen dat elke wijziging van de huidige beschermingsmaatregelen voor de kabeljauw streeft naar maximale kansen op herstel van de kabeljauwbestanden en niet tot gevolg heeft dat de bestanden nog verder afnemen;
5. verzoekt de Commissie en de Raad complexere beschermingsmaatregelen voor de lange termijn te treffen, die vooruitzichten bieden voor het herstel van de kabeljauwbestanden en tegelijkertijd zoveel mogelijk banen in de witvissector in de EU veilig stellen;
6. verzoekt de Commissie dringend regionale beheerscomités op te richten waardoor de diverse partijen nauwer bij het beleid zijn betrokken zonder de Europese verdragen in gevaar te brengen;
7. verzoekt de Commissie en de Raad op regelmatige tijdstippen wetenschapslui en vissers bijeen te brengen en de wetenschappelijke beoordeling en analyse van de EU-visserij te verbreden en te verdiepen;
8. verzoekt de Raad en de Commissie de uitbreiding van de medebeslissingsbevoegdheden op het gebied van de visserij te steunen;
9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.