Terug naar het Europarl-portaal

Choisissez la langue de votre document :

 Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2003/2526(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B5-0170/2003

Debatten :

Stemmingen :

Aangenomen teksten :

P5_TA(2003)0103

Aangenomen teksten
PDF 117kWORD 33k
Donderdag 13 maart 2003 - Straatsburg
Cambodja
P5_TA(2003)0103RC-B5-0170/2003

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Cambodja aan de vooravond van de algemene verkiezingen van 27 juli 2003

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Cambodja,

–   onder verwijzing naar de Samenwerkingsovereenkomst tussen de EG en Cambodja(1) die op 1 november 1999 in werking is getreden,

–   onder verwijzing naar de mededeling van de Commissie over verkiezingsondersteuning en verkiezingswaarneming door de EU (COM(2000) 191),

–   onder verwijzing naar het strategisch document EG-Cambodja 2000-2003,

–   onder verwijzing naar de verklaring van 1 maart 2002 die het Voorzitterschap namens de Europese Unie over de algemene verkiezingen in Cambodja heeft afgelegd,

–   gezien de opmerkingen van de delegatie van leden van het Europees Parlement na hun bezoek aan Cambodja van 11 tot 14 september 2002,

–   gezien het verslag van de speciaal vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor mensenrechten in Cambodja,

A.   overwegende dat op 27 juli 2003 algemene verkiezingen zullen worden gehouden, hetgeen opnieuw een belangrijke stap is in het democratiseringsproces van het land,

B.   bezorgd door het geweld tegen politieke activisten, met name van de oppositie,

C.   overwegende dat de belangrijkste oppositiepartij zich heeft beklaagd over de ondoorzichtige kiezersregistratie en heeft verklaard bang te zijn voor intimidatie,

D.   vaststellend dat de cijfers van het nationale kiescomité, waaruit blijkt dat meer dan 90% van de Cambodjaanse kiezers zich voor de algemene verkiezingen hebben laten registreren, door de oppositie worden aangevochten omdat ze zwaar overdreven zouden zijn,

E.   bezorgd over het besluit van de regering van januari 2003 om christelijke groeperingen te verbieden religieuze propaganda in het openbaar uit te dragen en vaststellend dat boeddhistische monniken problemen hebben om zich te laten registreren,

F.   overwegende dat de Cambodjaanse regering heeft besloten de grenzen met Thailand te sluiten,

G.   overwegende dat de verwoesting van de ambassade van Thailand en van Thaise bedrijven in Phnom Penh op 29 januari 2003 de aandacht hebben gevestigd op de onzekere veiligheidssituatie en op een klimaat van doelgerichte vreemdelingenhaat,

H.   overwegende dat de regering heeft geprobeerd deze gebeurtenissen te gebruiken tegen de oppositieleider Sam Rainsy,

I.   bezorgd door het gebrek aan politieke wil van de regering om een eind te maken aan kinderprostitutie in het land, aan de mensenhandel naar, in, en uit Cambodja, met het doel hen dwangarbeid te laten verrichten, zoals prostitutie en bedelen en aan adoptie, hetgeen nog altijd een groot probleem is,

J.   ernstig bezorgd wegens het feit dat personen, voornamelijk uit Europa, die kinderen seksueel misbruiken, ongestraft zijn gebleven,

K.   overwegende dat Cambodjaanse autoriteiten nog altijd een elementaire bescherming onthouden aan vele leden van de Montagnard-minderheid in de centrale hooglanden van Vietnam, die hun toevlucht hebben gezocht in Cambodja en dat zij samenspannen met de Vietnamezen om hen te laten terugkeren waarna zij waarschijnlijk vervolgd zullen worden,

L.   overwegende dat Cambodja het Verdrag inzake het Internationaal Strafhof heeft geratificeerd,

M.   overwegende dat voorvechters van de mensenrechten, journalisten van de oppositie en onafhankelijke media steeds vaker het slachtoffer zijn geworden van intimidatie, arrestaties en moord, en dat de verantwoordelijken nooit voor de rechter zijn gedaagd,

N.   overwegende dat de elektronische media nog steeds worden gecontroleerd door personen en ondernemingen die banden onderhouden met de Cambodjaanse volkspartij van eerste minister Hun Sen,

O.   erop wijzend dat Cambodja de grootste ontvanger van ontwikkelingshulp per hoofd van de bevolking is,

1.   veroordeelt de geweldpleging en de intimidatie tijdens de periode voor de verkiezingen en doet een beroep op de regering van Cambodja onmiddellijk maatregelen te nemen tegen de wijdverbreide straffeloosheid, onder andere door ervoor te zorgen dat een onderzoek wordt gestart naar geloofwaardige gevallen van politiek geweld;

2.   dringt er bij de regering van Cambodja op aan vrije en eerlijke verkiezingen zonder intimidatie en pesterij te waarborgen;

3.   verlangt dat alle partijen ruim voor het begin van de verkiezingen de echtheid van de kieslijsten kunnen controleren;

4.   verlangt van de Cambodjaanse regering dat zij zorgt dat de verkiezingscampagne en de verkiezingen vreedzaam verlopen;

5.   verzoekt de Commissie, via haar twee vertegenwoordigers in de regio, duidelijk te maken dat de levens van de oppositieleiders moeten worden gewaarborgd, zodat de verkiezingen kunnen worden beschouwd als vrij, eerlijk en democratisch en dat anders de samenwerkingsovereenkomst met de EU ongeldig zal worden verklaard;

6.   verzoekt de Commissie en de Raad een waarnemersmissie van de EU uit te zenden om toe te zien op de algemene verkiezingen en verlangt dat deze groot genoeg is, en zich vroeg genoeg ter plaatse kan vervoegen, om erop toe te zien dat de verkiezingen volgens de regels verlopen;

7.   verzoekt de regering van Cambodja de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst te eerbiedigen en haar besluit terug te draaien om christelijke groepen te verbieden in het openbaar zendingswerk te verrichten;

8.   verlangt dat alle politieke geledingen die kandidaten leveren volledige vrijheid van politieke meningsuiting genieten en een gelijke toegang hebben tot de media, met name de staatsmedia;

9.   veroordeelt het eenzijdige en onverwachte besluit van de regering van Phnom Penh om alle grensovergangen met Thailand te sluiten en betreurt het feit dat de grenssluiting invloed zal hebben op de leefomstandigheden van tienduizenden arme Cambodjaanse burgers;

10.   verzoekt alle verantwoordelijke leiders met klem aan te dringen op terugdraaiing van dit besluit en serieuze onderhandelingen aan te gaan met de regering om de betrekkingen tussen de beide landen zo spoedig mogelijk te normaliseren;

11.   verzoekt de Cambodjaanse autoriteiten alles in het werk te stellen om een eind te maken aan het misbruik van kinderen en aan kinderprostitutie, en de verantwoordelijkheden voor de rechter te dagen;

12.   verzoekt de regering van Cambodja volledig met de Hoge Commissaris voor Vluchtelingenzaken van de VN samen te werken bij de bescherming van de Montagnard-minderheid;

13.   verzoekt om een actieve betrokkenheid van de vertegenwoordigers van de EU in Phnom Penh om de mensen- en burgerrechten in Cambodja te verbeteren en EU-bijstand daarvan afhankelijk te stellen;

14.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de ASEAN-lidstaten en de regering en het parlement van Cambodja.

(1) PB L 269, 19.10.1999, blz. 18.

Juridische mededeling - Privacybeleid