Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen (COM(2002) 213 – C5&nbhy;0262/2002 – 2002/0100(CNS))
(1 bis) De wijzigingen van het huidige statuut behelzen een overgangsperiode gedurende welke het nodig is in een snel en transparant mechanisme voor de overgang naar de nieuwe regeling te voorzien, bij behoud van de bestaande rechten van de ambtenaren.
(1 ter) Aangezien de nieuwe loopbaanstructuur een herinschaling van ambtenaren inhoudt, is een algemene herziening van de functieomschrijvingen alsmede van de functies en betrekkingen binnen de communautaire instellingen noodzakelijk.
Amendement 2 Overweging 2 bis (nieuw)
(2 bis) Het huidige systeem, waarbij op de pensioenen een aanpassingscoëfficiënt wordt toegepast afhankelijk van de woonplaats van de gepensioneerde:
a) druist in tegen het gelijkheidsbeginsel, aangezien alle ambtenaren dezelfde bijdrage betalen, en dus recht hebben op hetzelfde pensioen;
b) druist in tegen het beginsel van vrije vestiging, dat zou worden ondermijnd indien de pensioenen zouden verschillen naargelang van de woonplaats;
c) zou het systeem nog duurder maken, omdat het zou leiden tot meer bureaucratie voor de berekening van de pensioenen en het controleren van de echtheid van de verklaringen betreffende de woonplaats, teneinde fraude tegen te gaan.
Amendement 3 Overweging 2 ter (nieuw)
(2 ter) De aanpassingscoëfficiënt voor de pensioenen, afhankelijk van de woonplaats van de gepensioneerde, dient bijgevolg helemaal te worden afgeschaft, in plaats van een nieuwe aanpassingcoëfficiënt in te voeren die uitsluitend voor de gepensioneerden zou gelden, en die zou leiden tot een aanzienlijke daling van de pensioenen.
Amendement 4 Overweging 2 quater (nieuw)
(2 quater) De opneming van de "methode" van aanpassing van de bezoldigingen, het systeem van programmering van de bevorderingen waarin is voorzien in artikel 6, lid 2, en het pensioenstelsel vormen een billijke en redelijke compensatie voor de beperking van de salaristrapverhogingen en de rationalisering van de toelagen en vergoedingen, en dienen dan ook te worden beschouwd als een integrerend deel van het hervormingspakket.
Amendement 5 Overweging 2 quinquies (nieuw)
(2 quinquies) Een in termen van bezoldigingen en pensioenen billijk globaal pakket is onontbeerlijk om te garanderen dat de beste krachten dingen naar een functie bij een onafhankelijk en permanent Europees openbaar ambt.
Amendement 6 Overweging 2 sexies
(2 sexies) Ambtenaren dienen zich onpartijdig en conform het beginsel van gelijke behandeling te gedragen, met name wanneer zij beslissingen moeten nemen waarbij een zekere beoordelingsmarge bestaat.
Amendement 7 BIJLAGE I, PUNT 3 Artikel 1 ter (Statuut van de ambtenaren)
Tenzij in dit statuut anders is aangegeven, zijn
Tenzij in dit statuut anders is aangegeven, zijn
- het Economisch en Sociaal Comité, - het Comité van de regio's, - de Europese ombudsman, - de Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming en - de organen van de Gemeenschap waarop dit statuut van toepassing is krachtens de besluiten waarbij zij zijn opgericht (hierna te noemen "de organen") voor de toepassing van dit statuut gelijkgesteld met de instellingen van de Gemeenschap."
- het Europees Economisch en Sociaal Comité, - het Comité van de regio's, - de Europese ombudsman, - de Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming en - de organen van de Gemeenschap waarop dit statuut van toepassing is krachtens de besluiten waarbij zij zijn opgericht (hierna te noemen "de organen") voor de toepassing van dit statuut gelijkgesteld met de instellingen van de Gemeenschap.
Het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen wordt bij hun selectieprocedures betrokken om te waarborgen dat daarvoor eenvormige voorschriften gelden, met name in het geval van de organen.
Amendement 8 BIJLAGE I, PUNT 3 Artikel 1 ter, alinea 2 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
Het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen kan op verzoek van de instellingen de nodige technische assistentie verlenen bij de organisatie van interne onderzoeken.
Amendement 9 BIJLAGE I, PUNT 3 Artikel 1 ter, alinea 2 ter (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
Het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen kan betrokken worden bij selectieprocedures ter aanwerving van tijdelijke functionarissen, aangesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, onder c) van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, ter assistentie van een politieke fractie van het Europees Parlement, ten einde te waarborgen dat dezelfde normen worden toegepast als bij de selectie van statutair personeel.
Amendement 10 BIJLAGE I, PUNT 5, LETTER A) Artikel 1 quinquies, lid 1, alinea 1 (Statuut van de ambtenaren)
1. Voor de toepassing van het statuut, is iedere vorm van discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, huidskleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, politieke, filosofische of godsdienstige overtuiging, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, verboden.
1. Voor de toepassing van het statuut, is elke discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuigingen, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, verboden.
Amendement 11 BIJLAGE I, PUNT 7, LETTER c) Artikel 2, lid 2 (Statuut van de ambtenaren)
2. Een of meer instellingen kunnen de uitoefening van de aan het tot aanstelling bevoegde gezag verleende bevoegdheden echter geheel of gedeeltelijk aan een van hen of aan een interinstitutioneel orgaan toekennen.
2. Een of meer instellingen kunnen de uitoefening van de aan het tot aanstelling bevoegde gezag verleende bevoegdheden echter geheel of gedeeltelijk aan een van hen of aan een interinstitutioneel orgaan toekennen. Het nemen van besluiten betreffende de benoeming, bevordering, indeling en overgang van ambtenaren of andere personeelsleden van een instelling, of inzake sancties, kan evenwel niet aan een andere instelling of een interinstitutioneel orgaan worden overgelaten.
Amendement 12 BIJLAGE I, PUNT 8 Artikel 5, lid 2 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
2 bis. In afwijking van de leden 1 en 2 mogen afzonderlijke instellingen met specifieke behoeften na raadpleging van het Comité voor het Statuut een functiegroep ADL creëren, die tien rangen omvat, overeenkomend met functies op taalkundig gebied (vertaling en vertolking).
Amendement 13 BIJLAGE I, PUNT 8 Artikel 5, lid 2 ter (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
2 ter. In afwijking van de leden 1 en 2 worden, na raadpleging van het Comité voor het Statuut, in de loopbaan AST 1 tot AST 3 basisfuncties geschapen voor specifieke, door elke instelling omschreven taken.
Amendement 14 BIJLAGE I, PUNT 8 Artikel 5, lid 3 (Statuut van de ambtenaren)
3. Voor aanstelling in een ambt moet ten minste aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
a) voor de functiegroep AST - een diploma bezitten van hoger onderwijs, - een diploma bezitten van hoger middelbaar onderwijs en een bruikbare beroepservaring van ten minste drie jaar hebben opgedaan, of - een gelijkwaardige beroepservaring hebben opgedaan.
3. Voor aanstelling in een ambt moet ten minste aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
a) voor de functiegroep AST - een diploma bezitten van hoger onderwijs, - een diploma bezitten van hoger middelbaar onderwijs en een bruikbare beroepservaring van ten minste drie jaar hebben opgedaan.
b) voor de functiegroep AD, - een volledige universitaire opleiding van ten minste drie jaar hebben gevolgd en hetzij een bruikbare beroepservaring van ten minste een jaar hebben opgedaan, hetzij een aanvullende universitaire opleiding van een jaar hebben gevolgd, of - een gelijkwaardige beroepservaring hebben opgedaan.
b) voor de functiegroepen AD en ADL, - een volledige universitaire opleiding van ten minste drie jaar hebben gevolgd en hetzij een bruikbare beroepservaring van ten minste een jaar hebben opgedaan, hetzij een aanvullende universitaire opleiding van een jaar hebben gevolgd.
Amendement 15 BIJLAGE I, PUNT 8 Artikel 5, lid 3, letter b bis) (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
b bis) voor de in lid 2 ter omschreven taken - een diploma van middelbaar onderwijs bezitten, of - een gelijkwaardige beroepservaring hebben opgedaan.
Amendement 16 BIJLAGE I, PUNT 10, letter -a) (nieuw) Artikel 9, lid 1, letter -a) (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
-a)In lid 1 wordt een letter -a) toegevoegd:
"-a) voor elk tot aanstelling bevoegd gezag: - een personeelscomité, zo nodig verdeeld in afdelingen voor elke standplaats van het personeel;"
Amendement 63 BIJLAGE I, PUNT 15 Artikel 12 bis (Statuut van de ambtenaren)
1. De ambtenaar onthoudt zich van iedere vorm van psychisch geweld of seksuele intimidatie.
1. De ambtenaar onthoudt zich van iedere vorm van intimidatie als hieronder beschreven:
2. Onder "psychisch geweld" wordt iedere vorm van opzettelijk onbehoorlijk gedrag verstaan dat zich gedurende lange tijd herhaaldelijk of systematisch voordoet in de vorm van gedragingen, woorden, handelingen, gebaren of geschriften die de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of de psychische integriteit van de betrokkene kunnen aantasten.
2. "Psychisch geweld": iedere vorm van opzettelijk onbehoorlijk gedrag dat zich gedurende lange tijd herhaaldelijk of systematisch voordoet in de vorm van gedragingen, woorden, handelingen, gebaren of geschriften die de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of de psychische integriteit van de betrokkene kunnen aantasten.
3. Onder "seksuele intimidatie" wordt de situatie verstaan waarin zich enige vorm van ongewenst gedrag van seksuele aard voordoet, met als doel of resultaat een persoon in zijn waardigheid aan te tasten of een intimiderende, vijandige, agressieve of verstorende sfeer te creëren. Seksuele intimidatie wordt beschouwd als discriminatie op grond van geslacht in de zin van artikel 1 quinquies, lid 1.
3. "Intimidatie": wanneer er sprake is van ongewenst gedrag dat verband houdt met het geslacht van de persoon en tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.
3 bis. "Seksuele intimidatie": wanneer zich enige vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie voordoet met als doel of gevolg dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd.
3 ter. Intimidatie en seksuele intimidatie worden beschouwd als discriminatie op grond van geslacht in de zin van artikel 1 quinquies, lid 1, en zijn derhalve verboden.
Het feit dat een persoon zulk gedrag afwijst of lijdzaam ondergaat, mag niet ten grondslag liggen aan de beslissing die die persoon treft. Een opdracht tot het discrimineren van personen op basis van geslacht wordt beschouwd als discriminatie.
Amendement 18 BIJLAGE I, PUNT 18 Artikel 15, lid 2 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
2 bis. Een ambtenaar aan wie daartoe verlof om redenen van persoonlijke aard wordt toegekend behoudt tijdens deze verlofperiode zijn rechten op overgang naar een hogere salaristrap."
Amendement 19 BIJLAGE I, PUNT 21 Artikel 17 bis (Statuut van de ambtenaren)
De ambtenaar die enig geschrift waarvan het onderwerp betrekking heeft op de activiteit van de Gemeenschappen, alleen of in samenwerking met anderen wenst te publiceren of te laten publiceren moet, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 17, het tot aanstelling bevoegde gezag daarvan van tevoren schriftelijk in kennis stellen. Alleen wanneer de betrokken publicatie van die aard is dat de belangen van de Gemeenschappen daardoor ernstig kunnen worden geschaad, kan het tot aanstelling bevoegde gezag weigeren machtiging te verlenen. Het tot aanstelling bevoegde gezag geeft de ambtenaar binnen dertig werkdagen kennis van zijn besluit ter zake. Als deze kennisgeving niet binnen dertig werkdagen heeft plaatsgevonden, wordt de machtiging geacht te zijn toegekend."
De ambtenaar die enig geschrift waarvan het onderwerp betrekking heeft op de activiteit van de Gemeenschappen, alleen of in samenwerking met anderen wenst te publiceren of te laten publiceren moet, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 17, het tot aanstelling bevoegde gezag daarvan van tevoren schriftelijk in kennis stellen."
Amendement 20 BIJLAGE I, PUNT 26 Artikel 22 quater (Statuut van de ambtenaren)
De in artikel 22 ter bedoelde bescherming doet niet af aan de persoonlijke aansprakelijkheid die eventueel krachtens de ter zake geldende nationale bepalingen rust op de ambtenaar die de informatie heeft bekendgemaakt.
De in de artikelen 22 bis en 22 ter bedoelde bescherming doet niet af aan de persoonlijke aansprakelijkheid die eventueel krachtens het toepasselijke nationale strafrecht of de wettelijke bepalingen inzake niet-contractuele aansprakelijkheid rust op de ambtenaar die de informatie heeft bekendgemaakt. Waar van toepassing, kunnen de instellingen besluiten tot betaling van een vergoeding voor het geldelijke en/of niet-geldelijke verlies dat is geleden door een ambtenaar die het slachtoffer is geworden van opzettelijk valse beschuldigingen.
In elk geval wordt een tuchtprocedure ingeleid, wanneer informatie als bedoeld in de artikelen 22 bis en 22 ter om kwaadwillige redenen is doorgegeven of openbaar gemaakt.
Amendement 21 BIJLAGE I, PUNT 28 Artikel 24 bis (Statuut van de ambtenaren)
28) De laatste twee alinea's van artikel 24 worden een nieuw artikel 24 bis.
28) De laatste twee alinea's van artikel 24 worden een nieuw artikel 24 bis, dat als volgt komt te luiden:
"De Gemeenschappen zorgen voor de bij- en nascholing van de ambtenaar, voorzover dit verenigbaar is met de eisen van een goede werking der diensten en in overeenstemming met haar eigen belangen.
Voor de verdere loopbaan kan met deze bij- en nascholing rekening worden gehouden."
Amendement 22 BIJLAGE I, PUNT 30 Artikel 25, alinea 3 (Statuut van de ambtenaren)
In de derde alinea van artikel 25 worden de woorden "worden onmiddellijk bekendgemaakt op de aankondigingsborden in de gebouwen van de instelling waartoe hij behoort, en in het Maandblad voor het personeel der Gemeenschappen." Vervangen door de woorden "worden ter kennis gebracht van het personeel van de instelling waartoe hij behoort".
In de derde alinea van artikel 25 worden de woorden "worden onmiddellijk bekendgemaakt op de aankondigingsborden in de gebouwen van de instelling waartoe hij behoort, en in het Maandblad voor het personeel der Gemeenschappen." vervangen door de woorden "worden ter kennis gebracht van het personeel van de instelling waartoe hij behoort en gepubliceerd in het Maandblad voor het personeel der Gemeenschappen".
Amendement 23 BIJLAGE I, PUNT 31, LETTER b) Artikel 26, alinea 4 (Statuut van de ambtenaren)
b) In de vierde alinea wordt na de woorden "opvattingen van de ambtenaar" de volgende zinsnede ingevoegd:
b) In de vierde alinea wordt na de woorden "opvattingen van de ambtenaar" de volgende zinsnede ingevoegd:
", van zijn ras of etnische afstamming of van zijn seksuele geaardheid, tenzij de betrokken gegevens door de ambtenaar zelf zijn verstrekt en met diens goedkeuring in het persoonsdossier zijn opgenomen."
", van zijn ras of etnische afstamming of van zijn seksuele geaardheid."
Amendement 24 BIJLAGE I, PUNT 31, LETTER c) Artikel 26, alinea 6 (Statuut van de ambtenaren)
c) Aan de zesde alinea worden de volgende woorden toegevoegd: "en daarvan eventueel een kopie te maken".
c) Aan de zesde alinea worden de volgende woorden toegevoegd: "en daarvan een kopie te maken".
Amendement 25 BIJLAGE I, PUNT 34, LETTER a) BIS (nieuw) Artikel 29, lid 1 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
a bis) Er wordt een nieuw lid 1 bis opgenomen: "1 bis. In afwijking van het bepaalde in lid 1 onder a) (i) onderzoekt het tot aanstelling bevoegde gezag de mogelijkheid, respectievelijk in afwijking van het bepaalde in lid 1, onder b) kan het tot aanstelling bevoegde gezag de mogelijkheid onderzoeken tot bezetting van een vacature door tijdelijke functionarissen, aangesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, onder c) van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen ter assistentie van een politieke fractie in het Europees Parlement of in het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's, tot ambtenaar te benoemen, indien zij met succes een selectieprocedure doorlopen hebben overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 ter, lid 2, alinea 2 ter van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, en zij als tijdelijk functionaris gedurende meer dan zeven jaar in dienst zijn."
Amendement 26 BIJLAGE I, PUNT 35 Artikel 31, lid 2 (Statuut van de ambtenaren)
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 29, lid 2, kunnen ambtenaren slechts worden aangeworven in de rangen AST 1 tot en met AST 4 of in de rangen AD 5 tot en met AD 8.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 29, lid 2, kunnen ambtenaren slechts worden aangeworven in de rangen AST 1 tot en met AST 4 of in de rangen AD 5 tot en met AD 8. Bij wijze van uitzondering kunnen ambtenaren in naar behoren gemotiveerde omstandigheden tot in rang AD 11 worden aangeworven, mits zij kunnen aantonen over overeenkomstige beroepservaring te beschikken. Aanwerving in deze rangen is toegestaan voor ten hoogste 5% van het aantal opengevallen of nieuwe plaatsen.
Amendement 27 BIJLAGE I, PUNT 42, LETTER b) EN b) BIS (nieuw) Artikel 31, lid 2 (Statuut van de ambtenaren)
b) In de zesde alinea worden na het woord "aanpassingscoëfficiënt" de woorden "voor de pensioenen" ingevoegd.
b) In de zesde alinea worden na het woord "aanpassingscoëfficiënt" de woorden "gelijk aan 100, of de rechthebbende zijn woonplaats kiest in een lidstaat van de Gemeenschappen, of niet " ingevoegd.
b bis) De zevende alinea schrappen.
Amendement 28 BIJLAGE I, PUNT 45 Artikel 44, alinea 1 bis (Statuut van de ambtenaren)
Wanneer een ambtenaar tot hoofd van een administratieve eenheid, tot directeur of tot directeur-generaal in dezelfde rang wordt benoemd, gaat hij op het ogenblik dat de benoeming ingaat over naar de volgende salaristrap van deze rang. Deze overgang moet leiden tot een verhoging van het maandelijkse basissalaris met een bedrag berekend op basis van het percentage dat wordt toegepast bij de overgang van de eerste naar de tweede salaristrap in de desbetreffende rang. Als het bedrag van de normale salarisverhoging lager ligt, of als de ambtenaar de laatste salaristrap van zijn rang al heeft bereikt, wordt zijn basissalaris tot zijn eerstvolgende bevordering dienovereenkomstig verhoogd.
Wanneer een ambtenaar tot hoofd van een administratieve eenheid, tot afdelingshoofd, tot ordonnateur, tot directeur of tot directeur-generaal in dezelfde rang wordt benoemd, gaat hij op het ogenblik dat de benoeming ingaat over naar de volgende salaristrap van deze rang. Deze overgang moet leiden tot een verhoging van het maandelijkse basissalaris met een bedrag berekend op basis van het percentage dat wordt toegepast bij de overgang van de eerste naar de tweede salaristrap in de desbetreffende rang. Als het bedrag van de normale salarisverhoging lager ligt, of als de ambtenaar de laatste salaristrap van zijn rang al heeft bereikt, wordt zijn basissalaris tot zijn eerstvolgende bevordering dienovereenkomstig verhoogd.
Amendement 29 BIJLAGE I, PUNT 46 Artikel 45 bis, lid 1 (Statuut van de ambtenaren)
1. Een ambtenaar van functiegroep AST die ten minste in rang 5 is ingedeeld, kan door overplaatsing in de zin van artikel 29, naar functiegroep AD overgaan, mits hij een reeks opleidingsmodules van een hoger niveau heeft gevolgd, waardoor hij een niveau heeft bereikt dat gelijkwaardig is aan het niveau dat overeenkomstig artikel 5, lid 3 vereist is. De instellingen stellen in algemene uitvoeringsbepalingen vast op welke wijze deze bepalingen, met name wat betreft opleiding en overplaatsing, en rekening houdend met de loopbaanontwikkeling, moeten worden toegepast.
1. Een ambtenaar van functiegroep AST die ten minste in rang 5 is ingedeeld, kan door overplaatsing in de zin van artikel 29, naar functiegroep AD overgaan, mits hij een reeks opleidingsmodules van een hoger niveau heeft gevolgd, waardoor hij een niveau heeft bereikt dat gelijkwaardig is aan het niveau dat overeenkomstig artikel 5, lid 3, onder b) vereist is. De instellingen stellen in algemene uitvoeringsbepalingen vast op welke wijze deze bepalingen, met name wat betreft opleiding en overplaatsing, en rekening houdend met de loopbaanontwikkeling, moeten worden toegepast.
Amendement 30 BIJLAGE I, PUNT 46 Artikel 45 bis, lid 2 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
2 bis. Het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen bepaalt de voorwaarden voor de toepassing van lid 1, met name met betrekking tot de vereiste opleiding op universitair niveau.
Amendement 33 BIJLAGE I, PUNT 61 Artikel 59, lid 1, alinea 2 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
Als bij de controle wordt vastgesteld dat de ambtenaar in staat is te werken, wordt zijn afwezigheid met ingang van de datum van de medische controle als ongeoorloofd beschouwd.
Amendement 34 BIJLAGE I, PUNT 61 Artikel 59, lid 2, alinea 1 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
Indien de onafhankelijke arts in zijn advies tot de conclusie komt dat de ambtenaar in staat is het werk te hervatten, wordt zijn afwezigheid met ingang van de datum van dat advies als ongeoorloofd beschouwd. Bij ontstentenis van een advies wordt zijn afwezigheid als ongeoorloofd beschouwd vanaf de dertiende dag van de afwezigheid wegens ziekte zonder medisch attest.
Amendement 35 BIJLAGE I, PUNT 61 Artikel 59, lid 3, alinea 1 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
Onverminderd de eventuele toepassing van de tuchtvoorschriften wordt een uit hoofde van de leden 1, 2 en 3 als ongeoorloofd beschouwde afwezigheid in mindering gebracht op het jaarlijks verlof van de betrokken ambtenaar. Indien de ambtenaar geen recht op verlof meer heeft, wordt zijn bezoldiging voor de overeenkomstige periode ingehouden.
Amendement 36 BIJLAGE I, PUNT 75, LETTER a), PUNT i BIS (nieuw) Artikel 82, lid 1, alinea's 2 en 3 (Statuut van de ambtenaren)
i. De tweede alinea wordt als volgt gewijzigd:
i. De tweede alinea wordt als volgt vervangen:
- [niet van toepassing voor het Nederlands]
"De toegepaste aanpassingscoëfficiënt is gelijk aan 100, in welk land de pensioengerechtigde zijn woonplaats ook heeft."
-Tussen de woorden "aanpassingscoëfficiënt" en "toegepast" worden de woorden "voor de pensioenen" ingevoegd.
-De woorden "zijn woonplaats te hebben" worden vervangen door de woorden "zijn hoofdverblijfplaats te hebben gevestigd".
De volgende zin wordt toegevoegd: "Deze aanpassingscoëfficiënten worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in bijlage XI."
i bis. De derde alinea wordt geschrapt.
Amendement 37 BIJLAGE I, PUNT 89 Bijlage I, punt A (statuut van de ambtenaren)
Door de Commissie voorgestelde tekst
A. Standaardfuncties in elk van de in artikel 5, lid 3 bedoelde functiegroepen
Functiegroep AD
Functiegroep AST
Directeur-generaal
AD 16
Directeur/Directeur-generaal
AD 15
Administrateur/
Administrateur onderzoek/
Administrateur-linguïst/
Hoofd van een administratieve eenheid /Directeur
AD 14
Administrateur/
Administrateur onderzoek/
Administrateur-linguïst/
Hoofd van een administratieve eenheid / Directeur
AD 13
"
AD 12
"
AD 11
AST 11
Assistent/
Assistent onderzoek
"
AD 10
AST 10
"
"
AD 9
AST 9
"
Administrateur/
Administrateur onderzoek/
Administrateur linguïst
AD 8
AST 8
"
"
AD 7
AST 7
"
"
AD 6
AST 6
"
"
AD 5
AST 5
"
AST 4
"
AST 3
"
AST 2
"
AST 1
"
Amendement van het Europees Parlement
A. Standaardfuncties in elk van de in artikel 5, lid 3 bedoelde functiegroepen
Functiegroepen AD en ADL
Functiegroep AST
Directeur-generaal
AD 16
Directeur/Directeur-generaal
AD 15
Hoofdadministrateur/
Hoofdadministrateur onderzoek/
Hoofdadministrateur-linguïst/
Hoofd van een administratieve eenheid/Afdelingshoofd/
Ordonnateur/ /Directeur
AD/ADL 14
Hoofdadministrateur/
Hoofdadministrateur onderzoek/
Hoofdvertaler/Hoofdtolk/
Hoofd van een administratieve eenheid / Afdelingshoofd/Hoofd van een taalafdeling/ Ordonnateur/
AD/ADL 13
"
AD/ADL 12
"
AD/ADL 11
AST 11
Hoofdassistent/
Hoofdassistent onderzoek
Hoofd van een administratieve eenheid/ Administrateur/ Administrateur onderzoek/ Vertaler/ Tolk
AD/ADL 10
AST 10
"
"
AD/ADL 9
AST 9
"
Hulpadministrateur/
Hulpadministrateur onderzoek/
Hulpvertaler/ Hulptolk
AD/ADL 8
AST 8
Assistent/
Assistentonderzoek
"
AD/ADL 7
AST 7
"
"
AD/ADL 6
AST 6
"
"
AD/ADL 5
AST 5
"
AST 4
"
AST 3
Junior-assistent/
Junior-assistent onderzoek
AST 2
"
AST 1
"
Amendement 38 BIJLAGE I, PUNT 90 g) Bijlage II, Afdeling 6 - Paritaire raadgevende commissie voor de behandeling van gevallen van onvoldoende prestaties Artikel 12, alinea 1 (Statuut van de ambtenaren)
De paritaire raadgevende commissie voor de behandeling van gevallen van onvoldoende prestaties bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, allen ambtenaren in rang AD 14 of hoger. De helft van de leden wordt door het personeelscomité en de andere helft door het tot aanstelling bevoegde gezag aangewezen. De voorzitter wordt door het tot aanstelling bevoegde gezag gekozen uit een lijst kandidaten die in overleg met het personeelscomité is samengesteld.
De paritaire raadgevende commissie voor de behandeling van gevallen van onvoldoende prestaties bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, allen ambtenaren in rang AD 14 of hoger. Zij worden benoemd voor een periode van 3 jaar. De helft van de leden wordt door het personeelscomité en de andere helft door het tot aanstelling bevoegde gezag aangewezen. De voorzitter wordt door het tot aanstelling bevoegde gezag gekozen uit een lijst kandidaten die in overleg met het personeelscomité is samengesteld.
Amendement 39 BIJLAGE I, PUNT 96, LETTER a), PUNT iii) Bijlage VII, artikel 1, lid 2, letter c) (Statuut van de ambtenaren)
"c) de ambtenaar die een geregistreerd partnerschap buiten het huwelijk heeft gesloten, op voorwaarde dat - een officieel document wordt overgelegd dat door een lidstaat van de Europese Unie als zodanig is erkend en waaruit het geregistreerde partnerschap blijkt, - geen van de partners gehuwd is of een ander partnerschap buiten het huwelijk heeft gesloten, - geen van de volgende verwantschapsbetrekkingen tussen de partners bestaat: ouder en kind, grootouder en kleinkind, broer en zuster, tante of oom en neef of nicht, schoonouder en schoonzoon of schoondochter, - de partners in een lidstaat geen toegang hebben tot het burgerlijk huwelijk; in de zin van dit artikel worden partners geacht toegang tot het burgerlijk huwelijk te hebben wanneer zij aan alle voorwaarden voldoen die in de wetgeving van een lidstaat voor het aangaan van een huwelijk zijn vastgesteld".
"c) de ambtenaar die deel uitmaakt van een door de tewerkstellende instelling erkend partnerschap buiten het huwelijk. De instelling erkent een dergelijk partnerschap als het paar een formeel document of registratiebewijs van een lidstaat overlegt waaruit hun partnerschap blijkt, of bij ontstentenis van een dergelijk document of registratiebewijs tot tevredenheid van de tewerkstellende instelling aantoont dat zij sinds ten minste twee jaar een huishouden vormen".
Amendement 40 BIJLAGE I, PUNT 96, LETTER l) Bijlage VII, artikel 13, lid 1, alinea 1 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
De dagvergoeding wordt eenmaal per jaar aangepast aan de hand van de door het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen gepubliceerde HORECA-coëfficiënt.
Amendement 41 BIJLAGE I, PUNT 97, LETTER h), punten i) en ii) Bijlage VIII, artikel 11, lid 2 (Statuut van de ambtenaren)
i. In de eerste alinea wordt de tekst
i. In de eerste alinea wordt de tekst
"kan bij zijn aanstelling in vaste dienst hetzij de actuariële tegenwaarde van, hetzij de afkoopsom voor de rechten op ouderdomspensioen die hij uit hoofde van bovengenoemde activiteiten heeft verworven, aan de Gemeenschappen doen betalen."
"kan bij zijn aanstelling in vaste dienst hetzij de actuariële tegenwaarde van, hetzij de afkoopsom voor de rechten op ouderdomspensioen die hij uit hoofde van bovengenoemde activiteiten heeft verworven, aan de Gemeenschappen doen betalen."
door de volgende tekst vervangen:
door de volgende tekst vervangen:
"kan, na zijn aanstelling in vaste dienst, doch vóór het tijdstip waarop hij het recht op een ouderdomspensioen verkrijgt, het kapitaal dat overeenkomt met de pensioenrechten die hij uit hoofde van bovengenoemde activiteiten heeft verworven, geactualiseerd tot op de dag waarop de overdracht plaatsvindt, aan de Gemeenschappen doen betalen."
"kan, op het tijdstip waarop hij het recht op een ouderdomspensioen verkrijgt, het kapitaal dat overeenkomt met de pensioenrechten die hij uit hoofde van bovengenoemde activiteiten heeft verworven, geactualiseerd tot op de dag waarop de overdracht plaatsvindt, aan de Gemeenschappen doen betalen."
ii. De tweede alinea wordt als volgt gewijzigd:
ii. De tweede alinea wordt als volgt gewijzigd:
- Na het woord "bepaalt" worden de woorden "door middel van algemene uitvoeringsbepalingen" ingevoegd.
- Na het woord "bepaalt" worden de woorden "door middel van algemene uitvoeringsbepalingen" ingevoegd.
- De woorden "met inachtneming van de rang waarin deze in vaste dienst is aangesteld," worden vervangen door de woorden "met inachtneming van het basissalaris en de leeftijd op het ogenblik dat om overdracht is verzocht,"
- De woorden "met inachtneming van de rang waarin deze in vaste dienst is aangesteld," worden vervangen door de woorden "met inachtneming van de rang waarin deze als tijdelijk personeelslid of als ambtenaar is aangeworven, het basissalaris dat met die rang overeenkomt op het ogenblik dat om overdracht is verzocht, en de leeftijd op het ogenblik dat om overdracht is verzocht,"
- De woorden "volgens haar eigen regeling" worden vervangen door de woorden "volgens de communautaire pensioenregeling"
- De woorden "volgens haar eigen regeling" worden vervangen door de woorden "volgens de communautaire pensioenregeling"
- De woorden "op basis van het bedrag van de actuariële tegenwaarde of van de afkoopsom."
- De woorden "op basis van het bedrag van de actuariële tegenwaarde of van de afkoopsom."
worden vervangen door de woorden
Worden vervangen door de woorden
"op basis van het overgeschreven kapitaal, verminderd met het bedrag dat overeenkomt met de herwaardering van het kapitaal tussen de datum van het verzoek om overdracht en de datum waarop de overdracht plaatsvindt."
"op basis van het overgeschreven kapitaal, verminderd met het bedrag dat overeenkomt met de herwaardering van het kapitaal tussen de datum van het verzoek om overdracht en de datum waarop de overdracht plaatsvindt."
Amendement 42 BIJLAGE 1, PUNT 98 Bijlage IX, Tuchtprocedure, Afdeling 1 – Algemene bepalingen Artikel 2, lid 2 (Statuut van de ambtenaren)
2. Wanneer het onderzoek is afgerond brengt het tot aanstelling bevoegde gezag de betrokkene daarvan op de hoogte en doet het hem, als hij daarom vraagt, de conclusies van het onderzoeksrapport toekomen alsmede alle documenten die rechtstreeks verband houden met de jegens hem geuite aantijgingen, mits de legitieme belangen van derden worden beschermd.
2. Wanneer het onderzoek is afgerond brengt het tot aanstelling bevoegde gezag de betrokkene daarvan op de hoogte en doet het hem de conclusies van het onderzoeksrapport toekomen alsmede, als hij daarom vraagt, alle documenten die rechtstreeks verband houden met de jegens hem geuite aantijgingen, mits de legitieme belangen van derden worden beschermd.
Amendement 43 BIJLAGE 1, PUNT 98 Bijlage IX, Tuchtprocedure, Afdeling 2 – Tuchtraad Artikel 4, lid 1 (Statuut van de ambtenaren)
1. In elke instelling wordt een tuchtraad, hierna "de raad" genoemd, ingesteld.
1. In elke instelling wordt een tuchtraad, hierna "de raad" genoemd, ingesteld. De instelling zorgt bij de samenstelling van de raad voor de aanwezigheid van een extern element, waarmee de onafhankelijkheid volledig wordt gegarandeerd.
Amendement 44 BIJLAGE 1, PUNT 98 Bijlage IX, Tuchtprocedure, Afdeling 5 – Tuchtprocedure bij de tuchtraad Artikel 14, lid 1 (Statuut van de ambtenaren)
1. De ambtenaar wordt door de raad gehoord; daarbij kan hij persoonlijk of via een tussenpersoon van zijn keuze schriftelijk of mondeling commentaar geven. Hij kan getuigen laten oproepen.
1. De ambtenaar wordt door de raad gehoord; daarbij kan hij persoonlijk of via een tussenpersoon van zijn keuze schriftelijk of mondeling commentaar geven. Hij kan getuigen laten oproepen. Wanneer in een onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding een persoonlijke betrokkenheid van de desbetreffende ambtenaar aan het licht is gekomen, kan de raad de onderzoekers van het OLAF horen.
Amendement 45 BIJLAGE I, PUNT 100 Bijlage XI, hoofdstuk I, afdeling 1, artikel 1, lid 3, letter a), streepje 2 (Statuut van de ambtenaren)
- van de pensioenen van de Europese Gemeenschappen die in de lidstaten worden uitbetaald, gemeten aan België.
Schrappen
Amendement 46 BIJLAGE I, PUNT 100 Bijlage XI, hoofdstuk I, afdeling 2, artikel 3, lid 5, alinea 1 (Statuut van de ambtenaren)
De aanpassingscoëfficiënt voor België wordt vastgesteld op 100, hetzelfde geldt voor de aanpassingscoëfficiënt voor Luxemburg.
Schrappen
Amendement 47 BIJLAGE I, PUNT 100 Bijlage XI, hoofdstuk I, afdeling 2, artikel 3, lid 5, alinea 2, streepje 2 (Statuut van de ambtenaren)
- de pensioenen van de Europese Gemeenschappen die in de andere lidstaten worden uitbetaald
Schrappen
Amendement 48 BIJLAGE I, PUNT 102 Bijlage XIII, afdeling 2, artikel 12 bis (nieuw) (Statuut van de ambtenaren)
Artikel 12 bis
Het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen kan door het tot aanstelling bevoegde gezag worden verzocht te bevestigen dat een selectieprocedure voor tijdelijke functionarissen, aangesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, onder c) van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, ter assistentie van een politieke fractie in het Europees Parlement, die voor [datum van inwerkingtreding van deze verordening] is beëindigd, heeft plaatsgevonden conform de normen als bedoeld in artikel 1 ter, lid 2, derde alinea van het statuut van de ambtenaren.
Amendement 49 BIJLAGE I, PUNT 102 Bijlage XIII, afdeling 4, artikel 20 (Statuut van de ambtenaren)
Artikel 20 Van [1.1.2004] tot en met [31.12.2007] wordt artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het statuut vervangen door:
Schrappen
"Op de pensioenen worden toegepast het gemiddelde van de voor ambtenaren geldende aanpassingscoëfficiënten van de hoofdsteden, alsmede de in artikel 3, lid 5, van bijlage XI van het statuut bedoelde aanpassingscoëfficiënt voor de pensioenen die is vastgesteld voor de lidstaat waar de pensioengerechtigde aantoont zijn hoofdverblijfplaats te hebben. Bovengenoemd gemiddelde wordt gewogen overeenkomstig de volgende tabel:
Indien ten minste een van de coëfficiënten wordt gewijzigd, wordt vanaf dezelfde datum ook het gemiddelde gewijzigd."
Amendement 58 BIJLAGE II, PUNT 4 Artikel 3 bis, lid 2 bis (nieuw) (Regeling van toepassing op de andere personeelsleden)
2 bis. In afwijking van artikel 1 is Titel IV Hoofdstukken 1-2 en 6-6 ter van toepassing op parlementaire medewerkers in dienst van leden van het Europees Parlement. Deze personeelsleden worden bezoldigd uit de middelen die voor dit doel in de afdeling van de begroting voor het Europees Parlement zijn opgevoerd. Het Europees Parlement stelt uitvoeringsbepalingen vast.
Amendement 50 BIJLAGE II, PUNT 17 Artikel 39, lid 2 bis (nieuw) (Regeling van toepassing op de andere personeelsleden)
2 bis. In afwijking van het bepaalde in artikel 77 van het statuut van de ambtenaren kan de laatste alinea van artikel 9 van bijlage VIII van het statuut van de ambtenaren worden toegepast op tijdelijke functionarissen, aangesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, onder c) van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, ter assistentie van een politieke fractie van het Europees Parlement
- indien zij ten minste vijf dienstjaren hebben volbracht;
- op voorwaarde dat het pensioen niet minder bedraagt dan [100%] van het minimum voor levensonderhoud.
Amendement 51 BIJLAGE II, PUNT 21 Artikel 48 bis, alinea's 1 bis en 1 ter (nieuw) (Regeling van toepassing op de andere personeelsleden)
Artikel 50 van het statuut van de ambtenaren is van overeenkomstige toepassing op tijdelijke functionarissen, aangesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, onder c) van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, ter assistentie van een politieke fractie van het Europees Parlement.
Artikel 41, lid 3 is met uitzondering van de tweede alinea van overeenkomstige toepassing op tijdelijke functionarissen, aangesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, onder c) van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, ter assistentie van een politieke fractie van het Europees Parlement, voor de duur van maximaal een jaar, indien het aantal posten van de betrokken fractie wordt verminderd.
Amendement 52 BIJLAGE II, PUNT 34 Titel IV, hoofdstuk 1, artikel 79 (Regeling van toepassing op de andere personeelsleden)
De overeenkomst met een arbeidscontractant wordt gesloten voor bepaalde tijd, die ten minste een maand en ten hoogste vijf jaar bedraagt. Zij kan slechts eenmaal met ten hoogste vijf jaar worden verlengd. De aanvankelijke overeenkomst en de eerste verlenging daarvan moeten zich in totaal uitstrekken over een periode van ten minste zes maanden voor functiegroep I en ten minste negen maanden voor de overige functiegroepen. Daarna kan de overeenkomst alleen nog voor onbepaalde tijd worden verlengd.
De arbeidsovereenkomst met een arbeidscontractant kan worden gesloten voor bepaalde tijd die ten hoogste vijf jaar bedraagt. Zij kan voor ten hoogste vijf jaar worden verlengd. Daarna kan verlenging voor onbepaalde tijd in de categorie arbeidscontractanten plaatsvinden indien het aantal dienstjaren meer dan tien bedraagt.
Ambtenaren in de categorie D worden binnen de instellingen op termijn vervangen door arbeidscontractanten. Bij vertegenwoordigingen, delegaties van de Commissie, agentschappen, uitvoerende agentschappen en andere organen die bij specifieke rechtsinstrumenten zijn opgericht, kunnen arbeidscontractanten in alle rangen, met uitzondering van die met een uitvoerende functie, worden aangesteld, met dien verstande dat hun aantal ten hoogste twee derde van het personeel mag uitmaken.
Amendement 59 BIJLAGE II, PUNT 34 Titel IV, hoofdstuk 1, artikel 79 bis (nieuw) (Regeling van toepassing op de andere personeelsleden)
Artikel 79 bis
In afwijking van deze Titel wordt de regeling inzake de aanwerving en de duur van contracten voor parlementaire medewerkers bepaald door de in artikel 3 bis, lid 2 bis genoemde uitvoeringsbepalingen.
Amendement 53 BIJLAGE II, PUNT 34 Titel IV, hoofdstuk 1, artikel 80, lid 2, alinea 2 (Regeling van toepassing op de andere personeelsleden)
"De arbeidscontractanten worden in iedere functiegroep ingedeeld met inachtneming van hun bekwaamheid en beroepservaring. Bij aanwerving wordt de arbeidscontractant in de eerste salaristrap van zijn rang ingedeeld."
"De arbeidscontractanten worden in iedere functiegroep ingedeeld met inachtneming van hun bekwaamheid en beroepservaring."
Amendement 74 BIJLAGE II, PUNT 34 Titel IV, hoofdstuk 3, artikel 82, lid 3, letter a) (Regeling van toepassing op de andere personeelsleden)
a) onderdaan is van een der lidstaten van de Gemeenschappen, behoudens andersluidende beslissing van het gezag bedoeld in artikel 6, eerste alinea, en die zijn rechten als staatsburger bezit;
a) onderdaan is van een der lidstaten van de Gemeenschappen of onderdaan van een derde land is met een permanent verblijfsrecht in een der lidstaten van de Gemeenschappen, en die zijn rechten als staatsburger bezit;
Amendement 54 BIJLAGE II, PUNT 34 Titel IV, hoofdstuk 3, artikel 84, lid 1 (Regeling van toepassing op de andere personeelsleden)
1. De arbeidscontractant doorloopt een proeftijd gedurende de eerste zes maanden van zijn diensttijd als hij tot functiegroep I behoort en gedurende de eerste negen maanden als hij tot een van de overige functiegroepen behoort.
1. De arbeidscontractant met wie een overeenkomst wordt gesloten met een looptijd van meer dan een jaar, doorloopt een proeftijd gedurende de eerste zes maanden van zijn diensttijd.
Amendement 55 BIJLAGE II, PUNT 34 Titel IV, hoofdstuk 6, afdeling A, artikel 94, lid 2, alinea 2 bis (nieuw) (Regeling van toepassing op de andere personeelsleden)
Een voormalig arbeidscontractant mag op geen enkele wijze nadeel ondervinden van eventueel met elkaar in strijd zijnde voorschriften of administratieve moeilijkheden die een gevolg kunnen zijn van verschillen of afwijkingen tussen de nationale wetgeving en de onderhavige bepalingen.
Na aanneming van de amendementen werd de zaak overeenkomstig artikel 69, lid 2 van het Reglement voor een nieuwe behandeling naar de bevoegde commissie terugverwezen (A5-0069/2003).