Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het gewijzigde voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (COM(2002) 356 – C5&nbhy;0356/2002 – COM(2003) 384 – C5&nbhy;0430/2003 – 2002/0137(CNS))
– gelet op artikel 37 van het EG&nbhy;Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5&nbhy;0430/2003),
– gelet op artikel 67 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie visserij (A5&nbhy;0440/2003),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG&nbhy;Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendementen van het Parlement
Amendement 1 Artikel 3, lid 4 bis (nieuw)
4 bis. Lidstaten geven geen speciaal visdocument af aan vaartuigen die voornemens zijn over te gaan tot beugvisserij in het verdragsgebied en welke niet voldoen aan de bepalingen van artikel 8, lid 3, tweede alinea van Verordening (EG) nr. .../200.. van de Raad tot vaststelling van bepaalde technische maatregelen voor de visserij in het verdragsgebied.
Amendement 2 Artikel 6, lid 1
1. De uitoefening van nieuwe visserijactiviteiten in het verdragsgebied is verboden, tenzij daarvoor toestemming is gegeven overeenkomstig het bepaalde in lid 4.
1. De uitoefening van nieuwe visserijactiviteiten in het verdragsgebied is verboden, tenzij daarvoor toestemming is gegeven overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 tot en met 5.
Amendement 3 Artikel 7, lid 1
1. Uitoefening van experimentele visserijactiviteiten in het verdragsgebied is verboden, tenzij daarvoor toestemming is gegeven overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 tot en met 6.
1. Uitoefening van experimentele visserijactiviteiten in het verdragsgebied is verboden, tenzij daarvoor toestemming is gegeven overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 tot en met 7.
Amendement 4 Artikel 24, lid 6, alinea's 1 en 2
6. Indien een vaartuig weigert te stoppen of op een andere wijze weigert het aan of van boord gaan van een waarnemer of inspecteur te vergemakkelijken, of indien de kapitein of de bemanning van een vaartuig de geoorloofde activiteiten van een waarnemer of inspecteur belemmert, stelt de betrokken waarnemer of inspecteur een gedetailleerd verslag op, met een volledige beschrijving van alle omstandigheden, en zendt dit verslag aan de staat die hem heeft aangewezen, opdat het wordt doorgezonden overeenkomstig het bepaalde in artikel 25.
6. Indien een vaartuig weigert te stoppen of op een andere wijze weigert het aan of van boord gaan van een inspecteur te vergemakkelijken, of indien de kapitein of de bemanning van een vaartuig de geoorloofde activiteiten van een inspecteur belemmert, stelt de betrokken inspecteur een gedetailleerd verslag op, met een volledige beschrijving van alle omstandigheden, en zendt dit verslag aan de staat die hem heeft aangewezen, opdat het wordt doorgezonden overeenkomstig het bepaalde in artikel 25.
Belemmering van het werk van een waarnemer of inspecteur of geen gevolg geven aan een redelijk verzoek dat door een waarnemer of inspecteur bij de uitoefening van zijn taken wordt gedaan, wordt door de vlaggenlidstaat behandeld alsof het zijn eigen waarnemer of inspecteur was.
Belemmering van het werk van een inspecteur of geen gevolg geven aan een redelijk verzoek dat door een inspecteur bij de uitoefening van zijn taken wordt gedaan, wordt door de vlaggenlidstaat behandeld alsof het zijn eigen inspecteur was.
Amendement 5 Artikel 28, lid 2
2. Voor communautaire vissersvaartuigen worden de verwijzingen naar de instandhoudingsmaatregelen van de CCAMLR in lid 1 geacht verwijzingen te zijn naar de relevante bepalingen van Verordening (EG) (XXX/2003), de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1035/2001 of de bepalingen van de verordening waarbij elk jaar de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen, van toepassing zijn, alsmede de bij de visserij in acht te nemen voorschriften worden vastgesteld.
2. Voor communautaire vissersvaartuigen worden de verwijzingen naar de instandhoudingsmaatregelen van de CCAMLR in lid 1 geacht verwijzingen te zijn naar de relevante bepalingen van deze Verordening, de bepalingen van Verordening (EG) (XXX/2003), de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1035/2001 of de bepalingen van de verordening waarbij elk jaar de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen, van toepassing zijn, alsmede de bij de visserij in acht te nemen voorschriften worden vastgesteld.
Amendement 6 Artikel 30 bis (nieuw)
Artikel 30 bis
Maatregelen betreffende IUU-visserijactiviteiten
1.Lidstaten werken mee aan en nemen alle nodige maatregelen overeenkomstig de nationale wetgeving en het Gemeenschapsrecht, ten einde
a) ervoor te zorgen dat onderdanen die onder hun jurisdictie vallen, geen IUU&nbhy;visserij uitvoeren of ondersteunen, met inbegrip van de uitvoering ervan op vaartuigen die voorkomen op de lijst van IUU-vaartuigen, zoals bedoeld in artikel 29;
b) die burgers te identificeren, die exploitant of economisch rechthebbende van vaartuigen zijn, die IUU-activiteiten uitvoeren.
2.Lidstaten zorgen ervoor dat sancties voor IUU-visserijactiviteiten die worden opgelegd aan burgers onder hun jurisdictie, streng genoeg zijn om op doeltreffende wijze IUU-visserij te voorkomen, te ontmoedigen en te elimineren, en overtreders de opbrengsten van een dergelijke illegale activiteit te ontnemen.