Resolutie van het Europees Parlement over het activiteitenverslag over 2002 van de Europese Investeringsbank (2004/2012(INI))
Het Europees Parlement,
– gelet op de artikelen 266 en 267 van het EG-Verdrag, tot instelling van de Europese Investeringsbank ("EIB"), en het aan het Verdrag gehechte Protocol betreffende de Statuten van de Bank,
– gelet op het besluit van zijn Conferentie van Voorzitters van 15 mei 1996 om jaarlijks in de Economische en Monetaire Commissie een bespreking over de prioriteiten van de leningen, het jaarverslag en de toekomstige oriëntering van de EIB te houden,
– gezien het jaarverslag van de EIB-groep, het financieel verslag, het activiteitenverslag, het projectverslag en het statistisch verslag 2002, het jaarverslag van het Europees Investeringsfonds, het activiteitenplan 2003-2005, het jaarverslag van het Controlecomité 2002 en de reactie daarop van de directie, alsmede het debat dat op 16 juni 2003 in de Economische en Monetaire Commissie is gehouden met de president van de EIB,
– gezien de opmerkingen in het Jaarverslag 2002 van de Rekenkamer, de samenwerkingsovereenkomst Commissie/EIB van januari 2000, en het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 10 juli 2003 in zaak C-15/00 betreffende de toegang van OLAF tot gegevens,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 en van de Europese Raad van Göteborg van 15 en 16 juni 2001,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 21 november 2002 over het Jaarverslag van de Europese Investeringsbank over 2001(1),
– gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0258/2004),
A. overwegende dat de EIB-groep een op basis van beleid bestuurde openbare bank is, die bij het EG-Verdrag is ingesteld als de belangrijkste financiële instelling van de Europese Unie voor de verwezenlijking van haar doelstellingen (artikel 267 van het Verdrag),
B. overwegende dat de EIB zich daarom moet verantwoorden tegenover de burgers, aangezien zij heeft toegezegd de codes betreffende transparantie en good corporate governance te zullen naleven,
C. overwegende dat de EIB het beheer voert over haar eigen middelen en de middelen die haar specifiek door de EU in beheer zijn gegeven,
D. overwegende dat de EIB haar rol vervult op basis van drie pijlers, namelijk a) individuele en globale leningen en structurele operaties, b) garanties en c) risicokapitaal en het Europees Investeringsfonds (EIF),
E. overwegende dat de activiteiten van de EIB onderworpen zijn aan de democratische controle van het Europees Parlement wat de algemene richtsnoeren van haar activiteiten betreft, maar dat de Raad van gouverneurs, overeenkomstig het Protocol betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank, "de algemene richtlijnen vast[stelt] met betrekking tot de kredietpolitiek van de bank" (artikel 9, lid 2); overwegende dat "alleen de Raad van bewind van de EIB (...) bevoegd (is) te besluiten tot het verlenen van kredieten en garanties" (artikel 11) en dat het Europees Parlement noch over de bevoegdheid, noch over het gezag beschikt om een financiële controle te verrichten van de jaarrekeningen van de EIB of die goed te keuren,
F. overwegende dat de EIB volledig heeft meegewerkt met het Europees Parlement bij de opstelling en de behandeling van zijn resolutie van 15 februari 2001 over de maatregelen die genomen zijn ingevolge het jaarverslag 1999 van de Europese Investeringsbank(2), zijn resolutie van 5 februari 2002 over het jaarverslag van de EIB over 2000(3) en zijn resolutie van 21 november 2002 over het jaarverslag van de Europese Investeringsbank over 2001; overwegende dat zij gevolg heeft gegeven aan de aanbevelingen betreffende transparantie en good governance,
G. overwegende dat de EIB, als alle Europese instellingen en agentschappen, een model van transparantie, integriteit en good governance behoort te zijn,
H. overwegende dat deze doelstellingen in een openbare, objectieve discussie door de partijen moeten worden besproken,
I. overwegende dat de EIB dankzij haar erkende deskundigheid met betrekking tot het identificeren van technisch, economisch, financieel en vanuit milieuoogpunt levensvatbare en duurzame projecten een katalyserende rol vervult bij het aantrekken van financiering voor investeringsprojecten,
J. overwegende dat de activiteiten van de EIB niet vergelijkbaar zijn met die van andere commerciële banken, aangezien de EIB uitsluitend leningen verstrekt voor investeringsprojecten en niet ten behoeve van de algemene kas van openbare of particuliere ondernemingen,
K. overwegende dat het ondersteunen van kapitaalinvesteringen ten behoeve van duurzame ontwikkeling en economische en sociale cohesie in de EU de belangrijkste taak van de EIB is, en dat zij zich prioritair in combinatie met het EIF inzet voor de financiering van KMO's, O&O, de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, milieubescherming, regionale ontwikkeling en investeringen in infrastructuur op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, volksgezondheid en sociale voorzieningen,
L. overwegende dat het belang van de rol van de EIB ook wordt erkend voor de tenuitvoerlegging van het Groei-initiatief in het kader van haar programma i2i ter ondersteuning van de Lissabon-agenda,
M. overwegende dat de EIB zich net als de andere communautaire instellingen, instanties, bureaus en agentschappen moet onderwerpen aan toezicht van de zijde van OLAF, zoals is bevestigd door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (zaak C-15/00),
1. is ingenomen met het jaarverslag over de activiteiten van de EIB en met het feit dat de EIB het Parlement voor de eerste keer het verslag van zijn Controlecomité en bijbehorende documentatie heeft doen toekomen;
2. is ingenomen met de verbetering van de transparantie van de informatie die de EIB ter beschikking stelt van het publiek;
3. wenst de EIB geluk met de ratingcijfers die zijn behaald;
4. besluit in het najaar van 2004 een openbare hoorzitting te houden over de activiteiten en de beleidsrichtsnoeren van de EIB ten einde een transparante discussie over dit thema voort te zetten; stelt vast dat de president van de EIB heeft aangegeven voor een dergelijk initiatief belangstelling te hebben en beschikbaar te zijn;
5. erkent het speciale statuut van de EIB en verzoekt de EIB in dit licht voorstellen in te dienen in overeenstemming met het actieplan van de Commissie over de modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance (COM(2003) 284) en met de resoluties van het Parlement over het toezicht op financiële diensten en corporate governance;
6. dringt er bij de EIB op aan de aard en de eindbestemming van haar globale leningen ter ondersteuning van KMO's, of van kleine en middelgrote infrastructuurprojecten en andere openbare werken beter te controleren en transparant te maken, omdat uit de geanalyseerde informatie kan worden afgeleid dat 45% van de globale leningen wordt gebruikt voor de financiering van KMO's;
7. verzoekt de EIB ervoor te zorgen dat er voldoende risicokapitaal beschikbaar is voor KMO's in alle bedrijfssectoren die problemen hebben om kapitaal aan te trekken op de beurzen;
8. steunt de pogingen van de EIB haar coördinatie met de Commissie te optimaliseren en het Parlement wat dit betreft te informeren met betrekking tot de structuurfondsen en het Cohesiefonds van de EU;
9. herhaalt dat de EIB onder bedrijfseconomisch toezicht moet worden gesteld, hetzij van de Europese Centrale Bank, hetzij van een andere structuur die belast is met toezicht op het bankwezen op Europees niveau; erkent nogmaals dat dit in het Verdrag dient te worden geregeld; verzoekt daarom de Commissie en de lidstaten met een initiatief te komen en verzoekt de EIB om actief de mogelijkheden te onderzoeken en verslag uit te brengen aan het Parlement;
10. is ingenomen met het feit dat de EIB de definitie van KMO's van de Europese Commissie heeft overgenomen en steunt haar pogingen om deze in praktijk te brengen;
11. verzoekt de EIB, de Rekenkamer en de Commissie nogmaals met klem de tripartiete overeenkomst, die op 19 maart 2003 is afgelopen, aan te passen zodat de Rekenkamer, in gevallen waarin de EIB leningen verstrekt, bevoegd is zowel de garantie als de onderliggende transactie te controleren; meent dat meer aandacht moet worden besteed aan de verbetering van het toezicht op de EIB en is van mening dat het Europees Parlement hierbij betrokken dient te worden; verzoekt de partijen de tripartiete overeenkomst nader aan te passen zodat de Rekenkamer ten opzichte van de EIB ten minste dezelfde controlerechten heeft als ten opzichte van de ECB, namelijk de operationele doelmatigheid van het beheer van de EIB;
12. stelt de EIB voor regelmatig een beoordeling te publiceren van haar financiële activiteiten, met een uitsplitsing tussen de directe activiteiten en de activiteiten die worden uitgevoerd via derden (leningen, risicokapitaal, fondsen enz.) en haar activiteiten met betrekking tot derivaten;
13. verzoekt de EIB het Parlement te informeren over de naleving van de aanbevelingen in het jaarverslag van het Controlecomité en de aanbevelingen die de Afdeling Evaluatie activiteiten heeft gedaan in haar sectoriële verslagen;
14. beveelt aan dat de EIB ook gegevens publiceert over mislukte projecten, indien van toepassing, ten einde van dergelijke mislukkingen te leren;
15. neemt nota van de toezegging van de EIB om volledige toegang te verschaffen tot de gegevens die nodig zijn voor de controle door de Rekenkamer (indien nodig met inbegrip van commercieel gezien vertrouwelijke of marktgevoelige gegevens) en voor het toezicht door OLAF en het Hof van Justitie;
16. betreurt het dat de gegevens van de EIB op haar website slechts in drie Gemeenschapstalen beschikbaar zijn; spoort de EIB aan de gegevens op de website in meer Gemeenschapstalen ter beschikking te stellen;
17. dringt er bij het nieuwe Europees Parlement op aan een hoorzitting met deskundigen te houden over het jaarverslag 2003 en 2004 van de EIB en conclusies te formuleren voor het proces van Lissabon met betrekking tot het beleid van de EIB;
18. verzoekt de EIB het Europees Parlement en het publiek jaarlijks, tegelijk met de presentatie van het jaarverslag van de EIB, een schriftelijke samenvatting te verstrekken van de maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de kwesties die in het voorafgaande jaarverslag van het Parlement aan de orde zijn gesteld;
19. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de EIB.