Besluit van het Europees Parlement over het verzoek van Koldo Gorostiaga om verdediging van zijn parlementaire immuniteit en voorrechten (2004/2102(IMM))
Het Europees Parlement,
‐ gezien het verzoek dd. 7 juli 2004 van Koldo Gorostiaga om verdediging van zijn immuniteit in verband met een procedure voor een Franse rechtbank, bekendgemaakt in de plenaire vergadering op 22 juli 2004,
– gelet op de artikelen 8, 9 en 10 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van 8 april 1965, en artikel 6, lid 2 van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de leden in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,
– gelet op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 1964 en 10 juli 1986(1),
– gelet op de artikelen 6, lid 3, en 7 van het Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A6-0006/2005),
A. overwegende dat Koldo Gorostiaga bij de vijfde rechtstreekse verkiezingen van 13 juni 1999 tot lid van het Europees Parlement is verkozen en dat het Europees Parlement op 15 december 1999 zijn geloofsbrieven heeft onderzocht(2), en dat zijn ambtstermijn op 19 juli 2004 is verstreken,
B. overwegende dat Koldo Gorostiaga klaagt dat een deel van zijn geld door de Tribunal de Grande Instance van Parijs in beslag is genomen, welk geld hem volgens zijn zeggen door het Parlement als toelage was uitgekeerd,
C. overwegende dat Koldo Gorostiaga stelt dat de inbeslagneming van zijn beweerde eigendom een schending opleverde van het Protocol betreffende voorrechten en immuniteiten,
D. overwegende dat Koldo Gorostiaga klaagt dat hij door de tweede onderzoekskamer van de Cour d'Appel van Parijs bij arrest van 11 juni 2004 als voorwerp van strafrechtelijk onderzoek werd aangemerkt, hetgeen volgens hem in strijd is met het Protocol betreffende voorrechten en immuniteiten,
E. overwegende dat Koldo Gorostiaga , gezien het voorliggende bewijsmateriaal, niet door parlementaire immuniteit wordt beschermd ten aanzien van de onder de aandacht van de Voorzitter van het Europees Parlement gebrachte feiten,
1. Besluit de immuniteit en voorrechten van Koldo Gorostiaga niet te verdedigen.
Besluit van het Europees Parlement over het onderzoek van de geloofsbrieven na de vijfde rechtstreekse verkiezing van de leden van het Europees Parlement, van 10 tot en met 13 juni 1999 (PB C 296 van 18.10.2000, blz. 93).