Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0035/2005

Debatten :

PV 13/01/2005 - 10.3

Stemmingen :

PV 13/01/2005 - 12.3
PV 23/02/2005 - 9.5

Aangenomen teksten :

P6_TA(2005)0046

Aangenomen teksten
PDF 122kWORD 36k
Woensdag 23 februari 2005 - Straatsburg
Betrekkingen van de Europese Unie met het Middellandse-Zeegebied
P6_TA(2005)0046RC-B6-0035/2005

Resolutie van het Europees Parlement over het Euromediterraan partnerschap

Het Europees Parlement,

–   gezien zijn vroegere resoluties over het Euromediterraan partnerschap,

–   gezien de Verklaring van Barcelona van november 1995 en het desbetreffende werkprogramma,

–   gezien de conclusies van de tien voorgaande Euromediterrane ministerconferenties,

–   gezien de oprichting van de Euromediterrane Parlementaire Vergadering (APEM),

–   gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement met als titel: "Een nieuwe impuls voor EU-maatregelen inzake mensenrechten en democratisering met mediterrane partners - Strategische richtsnoeren" (COM(2003)0294),

–   gezien de conclusies van de Burgerfora die parallel aan de voornoemde ministerconferenties plaatsvonden,

–   gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat het proces van Barcelona de afgelopen 10 jaar het kader heeft geleverd voor een partnerschap tussen de landen en volkeren van de twee kusten van de Middellandse Zee,

B.   overwegende dat de Middellandse Zee voor de Europese Unie strategisch belangrijk is, zodat ten aanzien hiervan een solidair beleid moet worden gevoerd, om de talrijke gemeenschappelijke uitdagingen, namelijk vrede en stabiliteit, het terrorisme en veiligheid, wederzijds begrip en de strijd tegen de mensenhandel (inclusief clandestiene en illegale immigratie) aan te gaan, en naar een gebied van gemeenschappelijke welvaart moet worden gestreefd,

C.   overwegende dat de Verklaring van Barcelona de deelnemende landen ertoe verplicht onderling een regelmatige dialoog over de politieke, economische en sociale aspecten en de mensenrechten te voeren,

D.   overwegende dat de Europese Unie een nieuw nabuurschapsbeleid heeft vastgesteld, dat erop is gericht dit samenwerkingsverband te bevorderen, extra mogelijkheden te scheppen om de banden aan te halen, de politieke dialoog te intensiveren, de partnerlanden bij het EU-beleid te betrekken om vrede, stabiliteit en democratie in de buurlanden te bevorderen,

E.   overwegende dat de eerste, door de Raad goedgekeurde actieplannen met Marokko, Tunesië, Jordanië, Israël en de Palestijnse Nationale Autoriteit de Unie en de partnerlanden ertoe verbinden een nauwe, niet exclusieve dialoog te voeren, en moeten streven naar een coherente en gemeenschappelijke regionale aanpak,

F.   benadrukkend dat de hervatting van de dialoog tussen de partijen in het Israëlisch-Palestijnse conflict een kans biedt op een algemene en duurzame oplossing, die het hele Euromediterrane proces zal stimuleren,

G.   overwegende dat de Commissie en Syrië op 19 oktober 2004 officieel het einde van de onderhandelingen voor een Associatieovereenkomst tussen de EG en Syrië aankondigden, waarmee een einde kwam aan de fase van bilaterale overeenkomsten in het kader van het Euromediterrane partnerschap,

H.   overwegende dat het gemeenschappelijk standpunt 2004/698/GBVB van de Raad van 14 oktober 2004(1) de restrictieve maatregelen en het wapenembargo tegen Libië intrekt en zo de weg vrijmaakt voor de volledige betrokkenheid van dit land bij het proces van Barcelona,

I.   overwegende dat door de omvorming van het Euromediterraan Parlementair Forum tot de Euromediterrane Parlementaire Vergadering (APEM) met haar drie commissies de parlementaire dimensie van het Euromediterrane proces wordt versterkt, zodat de democratische aansprakelijkheid vergroot; overwegende dat door de oprichting van dit nieuwe orgaan de algemene dialoog tussen de beide regio's zal worden geïntensiveerd,

J.   diep verontwaardigd over de moord op Rafiq Hariri en bezorgd over de situatie die deze misdaad in Libanon heeft veroorzaakt,

K.   verontrust over de opheffing van de parlementaire immuniteit en de hechtenis van Ayman Nour, voorzitter van de partij "al-Ghad" in Egypte,

1.   is tevreden met het besluit van de ministers waarbij 2005 wordt uitgeroepen tot het jaar van de Middellandse Zee en verzoekt de Raad en de Commissie hun inspanningen op te voeren om de democratie in de Middellandse-Zeelanden te bevorderen, tot de nodige politieke, economische en sociale hervormingen bij te dragen en deze hervormingen te ondersteunen;

2.   is van mening dat de bedoelde politieke dialoog nog niet overal in de regio tot tastbare resultaten heeft geleid; is van mening dat het mensenrechtenaspect van het Barcelonaproces jammer genoeg nog steeds onvoldoende ontwikkeld is, terwijl de toestand in tal van landen geen teken van verbetering vertoont; betreurt dat de mensenrechtenclausule van de Euromediterrane akkoorden niet in acht wordt genomen; doet nogmaals een beroep op de Commissie om als grondslag voor de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband een openbaar jaarlijks verslag op te stellen over de mensenrechten in de Middellandse-Zeelanden;

3.   verzoekt alle landen van de regio nauw samen te werken om met gedeelde verantwoordelijkheid het hoofd te bieden aan de al maar toenemende uitdagingen van de immigratie;

4.   verzoekt de Commissie op een transparante manier en in overleg met de partnerlanden en in samenwerking met het Europees Parlement en de APEM een nieuw financieel "nabuurschapsinstrument" uit te werken dat effectief de nodige impuls kan geven aan ontwikkeling en investeringen kan aanmoedigen;

5.   spreekt zijn waardering uit voor de oprichting van het niet-gouvernementeel euromediterraan platform voor het Burgerforum, dat in april 2005 in Luxemburg zijn constituerende vergadering zal houden; wijst in dit verband op het belang van het opzetten van nauwe samenwerking met dit platform door de leden ervan uit te nodigen regelmatig hun mening te kennen te geven in de APEM;

6.   verzoekt de Commissie in verband hiermee het Parlement te betrekken bij de evaluatie van de tenuitvoerlegging van de actieprogramma's;

7.   is van mening dat het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten een cruciale rol moet spelen bij de bevordering van de centrale waarden van de Europese Unie in het kader van het Barcelonaproces; verzoekt de Commissie met aandrang haar verantwoordelijkheid op te nemen, door te zorgen voor de eerbiediging van de mensenrechtenclausule die in de akkoorden is opgenomen;

8.   verzoekt de Commissie en de lidstaten om, in de geest van het rapport van het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, bij de uitvoering van de financiële en technische bijstand aan de partnerlanden aan te dringen op eerbiediging van de rechten van de vrouw;

9.   neemt nota van de komende ondertekening van de Associatieovereenkomst EG-Syrië, die Damascus verplicht tot grondige en substantiële hervormingen, met het oog op de opstarting van een echt proces van democratisering van de Syrische structuren; verzoekt Syrië geen enkele vorm van terrorisme te dulden, hetgeen ook inhoudt dat het land geen steun verleent aan de militaire vleugel van de Hezbollah, en zich niet te mengen in Libanese interne aangelegenheden; verlangt dat het onmiddellijk zijn troepen uit Libanon terugtrekt, overeenkomstig de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, en zal deze voorwaarde als cruciaal beschouwen voor zijn evaluatie met het oog op de ondertekening van de associatieovereenkomst;

10.   verzoekt de Raad de mogelijkheid te onderzoeken om een delegatie van EU-waarnemers naar de verkiezingen in Libanon te sturen;

11.   veroordeelt krachtig de terroristische aanslag waarbij de oud-premier van Libanon, de heer Hariri, en zijn escorte om het leven kwamen en wijst erop dat het de bevindingen van het aan de gang zijnde internationale onderzoek zeer aandachtig zal bestuderen;

12.   dringt aan op de vrijlating van Dr. Nour; is van mening dat de opheffing van de parlementaire onschendbaarheid en de hechtenis van een lid van het Egyptische parlement indruisen tegen de geest en de letter van de Associatieovereenkomst tussen de EG en Egypte; verzoekt de Commissie, de Raad en de hoge vertegenwoordiger van de EU voor het GBVB hun invloed te doen gelden om de Egyptische autoriteiten te herinneren aan de geest van die overeenkomst;

13.   verzoekt Libië de nodige stappen en actie te ondernemen, inclusief de onmiddellijk vrijlating van buitenlandse medische hulpverleners uit de gevangenis, om volledig bij het Euromediterrane partnerschap te worden betrokken en zo tot een beter verloop van het Barcelonaproces bij te dragen;

14.   is tevreden met de recente positieve ontwikkelingen in het Midden-Oosten-conflict, die beslissende gevolgen zullen hebben voor de volledige tenuitvoerlegging van alle onderdelen van het Euromediterrane partnerschap, en verzoekt alle partnerlanden de nodige inspanningen te leveren om de hervatting van de dialoog te steunen en van de routekaart een realiteit te maken;

15.   verzoekt de Raad en de Commissie in de betrekkingen met de mediterrane partners concrete voorstellen te formuleren om voortgang te boeken op het gebied van de veiligheid; hierbij kan worden uitgegaan van de Europese veiligheidsstrategie en de instrumenten voor crisisbeheersing waarover de Commissie al beschikt;

16.   spreekt zijn tevredenheid uit over de aanzienlijke en gestage verbetering van de rendabiliteit van de MEDA-financieringen;

17.   benadrukt dat de bevordering en uitbreiding van de trans-Europese netwerken, met name op het gebied van energie en vervoer, voor de betrekkingen en de samenwerking met de mediterrane partners belangrijk is;

18.   steunt het voorstel een mediterraan systeem voor vroegtijdige waarschuwing ter voorkoming van rampen te ontwikkelen, gelet op de lessen die uit de tsunami die Zuidoost-Azië heeft getroffen, moeten worden getrokken;

19.   beschouwt de sluiting van de Overeenkomst van Agadir tussen Marokko, Tunesië, Egypte en Jordanië in februari 2004 als een positief signaal van de intensivering van de zuid-zuidsamenwerking, als aanvulling van de noord-zuidsamenwerking, en spoort alle landen aan de Middellandse Zee ertoe aan hun directe onderlinge banden aan te halen, inclusief hun handelsbetrekkingen, en zo nodig alle factoren die dit belemmeren uit te weg te ruimen;

20.   wenst dat de Raad besluit een Euromediterrane top van staatshoofden en regeringsleiders te organiseren om de tiende verjaardag van het Barcelonaproces te herdenken; onderstreept het belang, in dit verband, van de parlementaire dimensie van dit proces en verzoekt de APEM, die bijeenkomt in Caïro van 12 tot 15 maart 2005, een buitengewone vergadering te voorzien om deze tiende verjaardag te herdenken;

21.   kijkt uit naar de openingszitting van de Euromediterrane Stichting Anna Lindh voor de dialoog tussen culturen; is ervan overtuigd dat de activiteiten hiervan kunnen bijdragen tot meer wederzijds begrip en een maximale benutting van het gemeenschappelijke erfgoed;

22.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsook aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten, van de mediterrane landen die de Verklaring van Barcelona hebben ondertekend en aan de Voorzitter van de APEM.

(1) PB L 317 van 17.10.2004, blz. 40.

Juridische mededeling - Privacybeleid