Resolutie van het Europees Parlement over het Sociaal Wereldforum en het Economisch Wereldforum
Het Europees Parlement,
– verwijzend naar zijn resolutie van 12 februari 2003(1) over het Economisch Wereldforum en het Sociaal Wereldforum (Davos en Porto Alegre),
– gezien het Sociaal Wereldforum in Porto Alegre en het Economisch Wereldforum in Davos van 2005,
– gezien de bijeenkomst van de G7-2005 in Londen,
– gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,
A. overwegende dat in het Economisch Wereldforum van 2005 zaken van mondiaal belang zijn behandeld, zoals China, de klimaatverandering, de wereldeconomie, de Islam, de armoede, de massavernietigingswapens, het Midden-Oosten, de wereldhandel, het leiderschap van de Verenigde Staten, Europa, global governance en eerlijke globalisering,
B. overwegende dat in het Economisch Wereldforum van 2005 ook aandacht is besteed aan mondiale kwesties als vrede, bestrijding van armoede, gezondheidszorg, onderwijs, handel, landbouw en mensenrechten,
C. overwegende dat het Economisch Wereldforum en het Sociaal Wereldforum zich bezighouden met het globaliseringsproces, dat een gevolg is van de heterogene en niet altijd geplande vooruitgang op verschillende gebieden zoals marktontwikkeling, communicatietechnologieën, vermindering van transportkosten, uitbreiding van de vrijemarkteconomieën en internationale overeenkomsten zoals die van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), het IMF, en andere,
D. overwegende dat de globalisering werkelijk gelegenheid biedt voor groei en een hogere levensstandaard overal ter wereld, maar de wereld daardoor niet homogener maakt, en dat derhalve culturele en taalkundige verscheidenheid essentiële factoren blijven voor een volwaardig menselijk bestaan,
E. overwegende dat in het Economisch Wereldforum van 2005 voor 2005 prioritaire acties zijn vastgesteld, waaronder de toepassing van technologieën om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, de oprichting van een fonds om de financiële hulp aan de armste landen te versnellen en de opheffing van handelsbarrières die de ontwikkelingslanden de voordelen van de wereldwijde economische groei ontnemen;
F. overwegende dat de ontwikkelingsronde van Doha in het kader van de WTO-onderhandelingen in een cruciale fase komt; overwegende dat een vrijere en eerlijker handel de wereldwijde groei zou verhogen en meer en betere banen zou creëren,
1. gelooft dat globalisering gepaard moet gaan met grotere inspanningen ter bestrijding van armoede; verwelkomt het compromis van de G7 om een schuldverlichtingsprogramma voor arme landen op stapel te zetten; erkent dat schuldkwijtschelding een maatregel is om armoede in landen die op weg zijn naar democratie, respect voor mensenrechten en de rechtstaat en een duurzame economie, te bestrijden; verwerpt echter een onvoorwaardelijke kwijtschelding van schulden voor landen die van deze kwesties geen prioriteit maken;
2. is ingenomen met de prioritaire acties die het Economisch Wereldforum van 2005 heeft vastgesteld en vraagt de Commissie, de Raad en de lidstaten om initiatieven te ontplooien en te steunen die aan de realisering van deze prioriteiten bijdragen; merkt op dat de achterwege gebleven invulling van prioritaire acties onder de aandacht werd gebracht in het jaarlijkse verslag van het "Global Governance Initiative", van het Economisch Wereldforum;
3. meent dat het Sociaal Wereldforum ook prioritaire acties zou moeten formuleren die realiseerbaar zijn, in plaats van enkel 352 door de diverse panels aanvaarde voorstellen uit te brengen, zoals dit jaar het geval was;
4. merkt op dat er in steeds grotere getale ook topbestuurders uit het Chinese en Indische bedrijfsleven bij het Economisch Wereldforum aanwezig zijn, hetgeen een herinnering te meer is aan de noodzaak de concurrentiekracht van Europa te versterken, door uitvoering te geven aan de agenda van Lissabon, en de relaties met de handelspartners van de EU in Azië en Zuid-Amerika te versterken alsook die met de Verenigde Staten, met het oog op voltooiing van de Trans-Atlantische markt tegen 2015, en op de vervanging van de nieuwe Trans-Atlantische agenda door een Trans-Atlantische partnerschapsovereenkomst waaraan vanaf 2007 uitvoering moet worden gegeven;
5. is ingenomen met de toezegging die verschillende Europese leiders in Davos hebben gedaan betreffende een opleving van de Europese economie; verwelkomt in dit verband het verslag van de Commissie over een tussentijdse herziening van de Lissabonstrategie en dringt er bij de individuele lidstaten op aan hun verantwoordelijkheid te nemen en de herziene agenda van Lissabon tot een succes te maken;
6. is van mening dat de Verenigde Staten ter ondersteuning van een duurzame globale groei op lange termijn, zullen moeten kiezen voor fiscale consolidatie, terwijl Europa en Japan het proces van structurele hervormingen moeten bespoedigen;
7. is verheugd over het "Partnering Against Corruption Initiative" ( PACI ) van het Economisch Wereldforum en over het feit dat 62 bedrijven door plaatsing van hun handtekening steun hebben betuigd aan de "Partnering Against Corruption Principles for Countering Bribery (PACI Principles)", waarmee zij onderstrepen hoeveel belang de bedrijfssector hecht aan bestrijding van corruptie en omkoperij;
8. verwelkomt de uitverkiezing van 29 ondernemingen tot "Technology Pioneers 2005" door het Economisch Wereldforum als onderdeel van zijn "Technology Pioneers"-programma, waardoor ondernemingen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van mogelijk levensveranderende technologische innovatie volledig in de activiteiten van het het Forum kunnen worden geïntegreerd;
9. bevestigt opnieuw zijn verbondenheid met de Millenniumverklaring en met de Millennium ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties; is ingenomen met de nadruk die beide fora hebben gelegd op een eerlijker en vrijere handel; dringt er bij de onderhandelaars van de WTO op aan dit advies ter harte te nemen; wijst ook op het positieve gevolg van de opheffing van handelsbelemmeringen voor de wederopbouw van regio's die door de tsunami zijn getroffen; onderstreept de positieve gevolgen van een liberalisering van de handel in landbouwproducten voor ontwikkelingslanden;
10. beschouwt de globalisering als een sleutelfactor voor het stimuleren van concurrentiekracht en groei, zowel in de EU als in de ontwikkelingslanden; onderstreept het belang van de multilaterale benadering van de handelspolitiek, speciaal voor de ontwikkelings- en minst ontwikkelde landen, wier belangen het best in een multilateraal kader worden gediend, en van een multilaterale aansturing die nodig is voor een wereldwijd vrij en eerlijk handelsstelsel; ondersteunt daarom de WTO als het belangrijkste forum dat de globalisering in goede banen kan leiden, door marktopening en versterking van de multilaterale regels, en andere maatregelen met het oog op duurzame ontwikkeling;
11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.