Resolutie van het Europees Parlement over de werkzaamheden van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU in 2004 (2004/2141(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien de te Cotonou op 23 juni 2000 ondertekende partnerschapsovereenkomst tussen de staten van Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds (Overeenkomst van Cotonou)(1)die op 1 april 2003 in werking is getreden,
– gezien het reglement van de Paritaire Parlementaire Vergadering (PPV), zoals onlangs gewijzigd te Den Haag op 25 november 2004(2),
– gezien de resoluties en de verklaring die de PPV tijdens de 7de bijeenkomst in Addis Abeba (Ethiopië), van 16 tot 19 februari 2004(3) heeft aangenomen over:
-
de economische partnerschapsovereenkomsten (EPO): problemen en vooruitzichten;
-
het voorkomen en regelen van conflicten en het invoeren van een duurzame vrede;
-
armoedeziekten en reproductieve gezondheid in de ACS-landen;
-
katoen en andere grondstoffen: de problemen van sommige ACS-landen;
-
de orkaanschade in de Stille en Indische Oceaan en het Caraïbisch gebied, en de noodzaak van snel ingrijpen bij natuurrampen,
– gezien de resoluties die door de PPV tijdens de 8ste bijeenkomst in Den Haag (Nederland), van 22 tot 25 november 2004(4) werden aangenomen over:
-
de politieke dialoog (artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou);
-
voedselhulp en voedselveiligheid;
-
de situatie in Darfur;
-
de orkaanschade in het Caraïbisch gebied,
– gezien Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe(5),
– gelet op artikel 45 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0044/2005),
A. overwegende dat de PPV een wereldmodel is op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en een essentiële bijdrage levert aan een open en gelijkberechtigde dialoog tussen Noord en Zuid,
B. overwegende dat de samenstelling van vaste commissies een nieuwe stap betekent in de ontwikkeling van de Paritaire Parlementaire Vergadering tot een echte parlementaire vergadering,
C. overwegende dat in 2004 vier gezamenlijke missies hebben plaatsgevonden: in Eritrea van 22 tot 25 januari, voor de waarneming van de verkiezingen in Malawi van 18 tot 20 mei, op de ACS-EU Top te Maputo (Mozambique) van 21 tot 24 juni en het 7de regionaal seminar van economische en sociale belangengroeperingen van de ACS-EU op Fiji van 18 t/m 20 oktober,
D. overwegende dat dit de allereerste keer is dat de ACS ter gelegenheid van de Europese verkiezingen van 10 tot 13 juni 2004 een waarnemingsmissie heeft gezonden naar Den Haag (Nederland) en Boedapest (Hongarije),
E. overwegende dat de PPV een belangrijke rol speelt bij de totstandbrenging van de politieke dialoog conform artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou, met name op het gebied van de versteviging van de democratie, de uitvoering van goed bestuur en de bescherming van de mensenrechten,
F. overwegende met voldoening dat de Ethiopische regering op 14 november 2004 heeft verklaard dat zij in principe akkoord gaat met de grensafbakening met Eritrea, overeenkomstig het besluit van de Internationale Grenscommissie,
G. overwegende dat de voorzitter van het Europees Parlement op 21 januari 2004 voor de PPV het standpunt van het Europees Parlement inzake de afvaardiging van Zimbabwe heeft herhaald,
H. overwegende dat de toestand van de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering in Zimbabwe nog verslechterd is,
I. overwegende dat de corapporteurs van de ACS-EU-Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel niet in staat zijn geweest om tijdig tot overeenstemming te komen over een gemeenschappelijke tekst inzake de budgettering van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF),
J. gezien de toespraken tot de PPV door respectievelijk het Centrum voor de Ontwikkeling van het Bedrijfsleven (COB) en het Technisch Centrum voor ACS-EU-samenwerking in de landbouw en plattelandsontwikkeling (TCL),
K. gezien de uitstekende bijdrage van het Nederlandse voorzitterschap en van verschillende territoriale overheden bij de organisatie en inhoud van de 8ste bijeenkomst te Den Haag,
1. doet een beroep op de PPV om haar rol als forum van de politieke dialoog, in de zin van artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou, te versterken;
2. feliciteert het Bureau van de PPV met de inspanningen die het geleverd heeft om positief bij te dragen tot de vreedzame oplossing van het grensgeschil tussen Eritrea en Ethiopië, door dialoog en met naleving van het internationaal recht;
3. onderstreept het politiek belang van de resolutie die op 25 november 2004 door de PPV werd aangenomen inzake de toestand in Darfur, die de wreedheden veroordeelt die daar momenteel worden begaan en een politieke oplossing voorstaat die gebaseerd is op resoluties 1564 en 1574 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN);
4. verzoekt de PPV om haar werkzaamheden op het gebied van de mensenrechten voort te zetten en op die manier bij te dragen aan de politieke dialoog conform artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou; vraagt om de civiele samenleving nauwer te betrekken bij de werkzaamheden van de PPV en haar vaste commissies;
5. stelt voor om, voor kwesties die voor verschillende commissies van belang zijn, een samenwerkingsprocedure in te stellen zodat de commissies advies kunnen geven bij de verslagen van de leidende commissie;
6. verheugt zich over de werkzaamheden van de leden van de ACS-landen die de compromissen van dringende resoluties in 2004 beter hebben voorbereid en aldus een aparte eindstemming hebben voorkomen;
7. verheugt zich over de houding van de nieuwe Commissie ten opzichte van het vragenuur, waarbij vragen schriftelijk en bijkomende vragen mondeling worden beantwoordt; en vraagt de Raad om dezelfde procedure te volgen;
8. verzoekt de Commissie en de andere organen tot wie de resolutie wordt gericht om de follow-up van de voorgaande resoluties te verbeteren, meer in het bijzonder gedurende bijeenkomsten van de vaste commissies;
9. verheugt zich over de zending van een afvaardiging van ACS-parlementsleden voor de waarneming van de Europese verkiezingen van 10 tot 13 juni 2004 in Den Haag (Nederland) en in Boedapest (Hongarije) en is verheugd dat hiermee door de PPV een nieuwe stap is gezet naar een Vergadering van volstrekt gelijkwaardige partners;
10. feliciteert de ACS-groep omdat zij zich aan haar verbintenis heeft gehouden volgens welke de delegatie van Zimbabwe geen leden mag omvatten die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van de Raad, wanneer de vergaderingen worden gehouden op het grondgebied van de EU; en is vol vertrouwen dat zij zich in de toekomst aan deze verbintenis zal blijven houden;
11. verzoekt de PPV om op de plenaire vergadering van Bamako (Mali) haar verslag over de budgettering van het EOF aan te nemen; wijst er met nadruk op dat de opname van het EOF in de EU-begroting gepaard moet gaan met een versterking van de politieke functie van de Paritaire Parlementaire Vergadering in het toezicht op de fondsen waar in het ACS-EU-partnerschap gebruik van gemaakt wordt;
12. juicht de regelmatige controleactiviteiten toe die door de Commissie economische ontwikkeling, financiën en handel in samenwerking met de Commissie en vertegenwoordigers van de maatschappelijke organisaties werden verricht met betrekking tot de economische partnerschapsovereenkomsten tussen de EU en de ACS-staten;
13. juicht de versterkte samenwerking tussen de PPV en de VN en haar verscheidene organen toe, en verzoekt de PPV deze samenwerking te blijven ontwikkelen;
14. verzoekt de PPV om bij te dragen tot de versterking van de rol van de parlementsleden in de ACS-landen in hun controlefunctie van hun respectieve regeringen, en meer in het bijzonder met betrekking tot ontwikkelingshulp;
15. verzoekt de PPV om volledige democratische controle uit te oefenen op het COB en het TCL als organen van de Overeenkomst van Cotonou, zoals zij gedaan heeft te Addis-Abeba in het kader van een algemeen debat met het COB en in Den Haag met het TCL, in het kader van het onderzoek van het verslag over voedselhulp en voedselveiligheid;
16. feliciteert het Bureau van de PPV voor het herschikken van de agenda van de bijeenkomsten van de PPV om meer tijd vrij te maken voor interventies van het auditorium en het aantal interventies op de tribune te beperken evenals, in de meeste gevallen, de tijd die eraan wordt besteed;
17. verzoekt het Bureau om te vermijden dat vergaderingen tegelijkertijd met de plenaire vergadering plaatsvinden;
18. stelt met voldoening de betrokkenheid van niet-overheidsactoren bij randvergaderingen, met inbegrip van het Vrouwenforum, vast;
19. onderstreept de meerwaarde van de organisatie van de bijeenkomsten van de PPV bij toerbeurt in de EU-lidstaten en meent dat deze organisatie bij toerbeurt in de toekomst moet worden behouden, volgens het roulerend voorzitterschap van de Raad of op een andere manier, wanneer de Europese Grondwet door alle lidstaten wordt aangenomen; stelt niettemin vast dat de ACS-leden waarschijnlijk de voorkeur geven aan een tijd van het jaar die uit klimaatoogpunt uitnodigender is en dat er aan hun wensen misschien tegemoet gekomen kan worden door de zittingen Paritaire Parlementaire Vergadering om te wisselen;
20. feliciteert het Nederlandse voorzitterschap, de provincies Noord-Brabant en Zeeland, en het stadsbestuur van Den Haag en Rotterdam voor hun actieve bijdrage aan de 8ste bijeenkomst, in het bijzonder de workshops;
21. verzoekt het Britse voorzitterschap en het Bureau van het Europees Parlement om de nodige schikkingen te treffen voor de organisatie van de 10de bijeenkomst in het Verenigd Koninkrijk;
22. verzoekt de PPV om, conform artikel 17, lid 3, van de Overeenkomst van Cotonou, op regionaal en subregionaal niveau bijeenkomsten te houden, uitgaande van de parlementaire structuren die in de ACS-groep bestaan, die zich in het bijzonder moeten buigen over de regionale samenwerking in het kader van het voorkomen en regelen van conflicten en over de sluiting en uitvoering van economische partnerschapsovereenkomsten;
23. is verheugd over de snelle publicatie van PPV-documenten op het internet, dat een onmisbaar instrument is voor de goede werking van de PPV die wordt gekenmerkt door een extreme geografische spreiding van haar leden;
24. roept de PPV en haar beide cosecretariaten op om documenten stelselmatig via elektronische weg aan de leden te doen toekomen en het gebruik van het internet, waar dit toegankelijk is, actief te bevorderen;
25. verheugt zich over de openingsvergadering van het pan-Afrikaans parlement (PAP) in maart 2004 in Addis Abeba en stelt nauwe samenwerking tussen de leden van het Europees en het pan-Afrikaans parlement voor, en een uitwisselingsprogramma van ambtenaren van het Europees en het pan-Afrikaans parlement om het, in het vooruitzicht van de eerste rechtstreekse verkiezingen die in maart 2009 gepland zijn, capaciteiten te helpen opbouwen;
26. verzoekt zijn voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad ACS-EU, de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de parlementen van de ACS-landen, de gouverneurs van de provincies Noord-Brabant en Zeeland, de burgemeesters van Den Haag en Rotterdam, en aan de Commissie.