Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad over het Europees Visserijfonds (COM(2004)0497 – C6-0212/2004 – 2004/0169(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004)0497)(1),
– gelet op artikel 37 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0212/2004),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie visserij en de adviezen van de Commissie regionale ontwikkeling, de Commissie begrotingscontrole en de Begrotingscommissie (A6-0217/2005),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. wijst erop dat de in het voorstel voor een verordening genoemde kredieten van louter informatieve aard zijn totdat een akkoord is bereikt over de financiële vooruitzichten voor de periode 2007 en de daarop volgende jaren;
4. verzoekt de Commissie, zodra een akkoord is bereikt over de nieuwe financiële vooruitzichten, de in het voorstel voor een verordening genoemde bedragen te bevestigen of, in voorkomend geval, aangepaste bedragen aan het Europees Parlement en de Raad ter goedkeuring voor te leggen en zodoende het bewijs te leveren dat zij onder de vastgestelde maxima blijven;
5. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
6. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
7. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendementen van het Parlement
Amendement 1 Overweging 4
(4) Op grond van artikel 33, lid 2, van het Verdrag moet rekening worden gehouden met de bijzondere aard van de activiteiten die voortvloeit uit de maatschappelijke structuur van de sector en uit de structurele en natuurlijke ongelijkheid tussen de verschillende regio's waar visserij wordt bedreven.
(4) Op grond van artikel 33, lid 2, van het Verdrag moet rekening worden gehouden met de bijzondere aard van de activiteiten die voortvloeit uit de maatschappelijke structuur van de sector en uit de structurele, natuurlijke en geografische ongelijkheid tussen de verschillende regio's waar visserij wordt bedreven.
Amendement 3 Overweging 9
(9) Het optreden van het Fonds en de concrete acties waaraan het Fonds financieel bijdraagt, moeten verenigbaar zijn met de overige communautaire beleidslijnen en voldoen aan alle Gemeenschapswetgeving.
(9) Het optreden van het Fonds en de concrete acties waaraan het Fonds financieel bijdraagt, moeten verenigbaar zijn met de overige communautaire beleidslijnen en voldoen aan alle Gemeenschapswetgeving, zoals het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften daarvan.
Amendement 4 Overweging 10
(10) Acties van de Gemeenschap moeten complementair zijn met of een bijdrage leveren aan de acties van de lidstaten, en om een significante toegevoegde waarde te waarborgen moet het partnerschap worden versterkt. Dit partnerschap omvat de regionale en lokale autoriteiten, de overige bevoegde autoriteiten met inbegrip van die welke verantwoordelijk zijn voor het milieu en voor het bevorderen van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de economische en sociale partners, en andere betrokken instanties. De relevante partners moeten worden betrokken bij de voorbereiding van, het toezicht op en de evaluatie van de bijstand.
(10) Acties van de Gemeenschap moeten complementair zijn met of een bijdrage leveren aan de acties van de lidstaten, en om een significante toegevoegde waarde te waarborgen moet het partnerschap worden versterkt. Dit partnerschap omvat de regionale en lokale autoriteiten, de overige bevoegde autoriteiten met inbegrip van die welke verantwoordelijk zijn voor het milieu en voor het bevorderen van non-discriminatie, inclusief de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de economische en sociale partners, en andere betrokken instanties. De relevante partners moeten worden betrokken bij de voorbereiding van, het toezicht op en de evaluatie van de bijstand.
Amendement 5 Overweging 13
(13) Volgens artikel 274 van het Verdrag moeten de lidstaten met de Commissie samenwerken om naleving van het beginsel van goed financieel beheer te waarborgen. Hiertoe zijn in de verordening de voorwaarden opgenomen op grond waarvan de Commissie kan voldoen aan haar verplichtingen voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.
(13) Volgens artikel 274 van het Verdrag moeten de lidstaten met de Commissie samenwerken om naleving van het beginsel van goed financieel beheer te waarborgen. Hiertoe zijn in de verordening de voorwaarden opgenomen op grond waarvan de Commissie, onder de controle van het Europees Parlement als begrotingsautoriteit, kan voldoen aan haar verplichtingen voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.
Amendement 6 Overweging 24
(24) Om de sociaal-economische gevolgen van het GVB te beperken, moeten begeleidende maatregelen worden vastgesteld in de vorm van een ontwikkelingsbeleid voor kustgebieden ten uitvoer te leggen.
(24) Om de sociaal-economische gevolgen van het GVB te beperken, moeten begeleidende maatregelen worden vastgesteld in de vorm van een ontwikkelingsbeleid voor kustgebieden, teneinde de economische bedrijvigheid te diversifiëren en duurzame werkgelegenheid te creëren.
Amendement 7 Overweging 29
(29) De communautaire vloot moet worden verkleind zodat hij is aangepast aan de beschikbare en toegankelijke visbestanden.
(29) Er dienen voortdurende inspanningen te worden geleverd om de communautaire vloot aan de beschikbare en toegankelijke visbestanden aan te passen, indien zulks noodzakelijk is met het oog op de stabiliteit van de bestanden en om het voortbestaan van de vloot veilig te stellen.
Amendement 8 Overweging 29 bis (nieuw)
(29 bis) Daarom moet er per vlootsegment en per lidstaat in alle lidstaten een officieel, geharmoniseerd communautair register voor visserijvaartuigen worden ingesteld waarin de capaciteit en het motorvermogen worden aangegeven. Dit register moet accuraat, transparant en betrouwbaar zijn en derhalve moeten de lidstaten dezelfde criteria hanteren voor het vaststellen, onder toezicht van de Commissie, van de vangstcapaciteit en het motorvermogen van hun vaartuigen.
Amendement 9 Overweging 29 ter (nieuw)
(29 ter) De overdracht van communautaire visserijvaartuigen naar derde landen zorgt niet alleen voor verkleining van de vangstcapaciteit in communautaire wateren, maar moet ook de duurzame visserij buiten de communautaire wateren ten goede komen.
Amendement 10 Overweging 30
(30) Voor de uitvoering van de herstructurering van de vissersvloten zijn begeleidende sociaal-economische maatregelen noodzakelijk.
(30) Voor de aanpassing van de vissersvloten aan de bestanden in de door de betrokken vloten beviste zones zijn begeleidende sociaal-economische maatregelen noodzakelijk.
Amendement 11 Overweging 33
(33) Er moeten voorwaarden worden vastgesteld voor de toekenning van steun aan de aquacultuur en aan de verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten, zonder afbreuk te doen aan de economische levensvatbaarheid van deze sectoren; hiertoe dient een beperkt aantal prioritaire doelstellingen voor bijstandverlening te worden gekozen en moet de structurele steun worden toegespitst op kleine en micro-ondernemingen.
(33) Er moeten voorwaarden worden vastgesteld voor de toekenning van steun aan de aquacultuur en aan de verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten, zonder afbreuk te doen aan de economische levensvatbaarheid van deze sectoren.
Amendement 12 Overweging 35
(35) Door middel van technische bijstand moet het Fonds steun verlenen voor evaluaties, studies, proefprojecten en uitwisselingen van ervaringen ter bevordering van innovatieve benaderingen en methoden met een eenvoudige en doorzichtige uitvoering.
(35) Door middel van technische bijstand moet het Fonds steun verlenen voor evaluaties, studies, proefprojecten, experimentele visserijcampagnes en uitwisselingen van ervaringen ter bevordering van innovatieve benaderingen en methoden met een eenvoudige en doorzichtige uitvoering.
Amendement 13 Overweging 37
(37) De doeltreffendheid en het effect van de concrete acties van de Structuurfondsen hangen ook af van een betere en grondiger evaluatie. In dit verband moeten de verantwoordelijkheden van de lidstaten en de Commissie worden vastgelegd, evenals regelingen om de betrouwbaarheid van de evaluaties te garanderen.
(37) De doeltreffendheid en het effect van de concrete acties van de Structuurfondsen hangen ook af van een betere en grondiger evaluatie en transparantie. In dit verband moeten de verantwoordelijkheden van de lidstaten en de Commissie worden vastgelegd, evenals regelingen om de betrouwbaarheid en de openbare toegankelijkheid van de evaluaties te garanderen.
Amendement 14 Overweging 53
(53) Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 en Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector en andere bepalingen moeten worden ingetrokken. Met het oog op een goede uitvoering van bijstand, concrete acties en projecten die tot en met 31 december 2006 worden goedgekeurd, blijven de ingetrokken bepalingen daarop echter wel van toepassing,
(53) Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 en Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector en andere bepalingen moeten worden ingetrokken. Met het oog op een goede uitvoering van bijstand, concrete acties en projecten waarvoor tot en met 31 december 2006 vastleggingskredieten lopen en tot en met 31 december 2008 betalingskredieten, blijven de ingetrokken bepalingen daarop echter wel van toepassing,
Amendement 15 Artikel 1
Bij deze verordening wordt een Europees Visserijfonds (hierna "het Fonds" genoemd) ingesteld en wordt het kader vastgesteld voor communautaire steun ten behoeve van de duurzame ontwikkeling van de visserijsector en van kustgebieden met visserij.
Bij deze verordening wordt een Europees Fonds voor de visserij en de aquacultuur (hierna "het Fonds" genoemd) ingesteld en wordt het kader vastgesteld voor communautaire steun ten behoeve van de duurzame economische, sociale en ecologische ontwikkeling van de visserijsector, de aquacultuur en van kustgebieden met visserij.
Amendement 16 Artikel 3, letter (e)
(e) "aquacultuur": de kweek of teelt van aquatische organismen, waarbij technieken worden gebruikt om de aangroei van de betrokken organismen te verhogen tot boven de natuurlijke capaciteiten van het milieu; deze organismen blijven in de gehele fase van de kweek of de teelt, tot en met de oogst, eigendom van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;
(e) "aquacultuur, met inbegrip van de aalkweek in lagunes en de schelpdiercultuur": de kweek of teelt van aquatische organismen, waarbij technieken worden gebruikt om de aangroei van de betrokken organismen te verhogen tot boven de natuurlijke capaciteiten van het milieu; deze activiteit dient slechts te worden ondersteund voorzover zij niet schadelijk is voor het milieu; de organismen blijven in de gehele fase van de kweek of de teelt, tot en met de oogst, eigendom van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;
Amendement 17 Artikel 3, letter (f)
(f) "kleine en micro-ondernemingen": iedere kleine en micro-onderneming als gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen;
schrappen
Amendement 18 Artikel 4, letter b)
(b) bevordering van een duurzaam evenwicht tussen de visbestanden en de capaciteit van de communautaire vloot:
(b) bevordering van de renovatie en modernisering van de visserijvloot, voorzover een duurzaam evenwicht tussen de visbestanden en de visserijinspanning en economische levensvatbaarheid van de communautaire vloot wordt gegarandeerd, ter waarborging van een optimale communautaire marktvoorziening:
Amendement 19 Artikel 4, letter (b) bis (nieuw)
(b bis) bevordering van een duurzame ontwikkeling van de aquacultuurproductie;
Amendement 20 Artikel 4, letter (d)
(d) bevordering van de bescherming van het milieu en de natuurlijke rijkdommen;
(d) bevordering van de bescherming en verbetering van de levende natuurlijke hulpbronnen en het milieu, voorzover deze verband houden met de visserij en de aquacultuur;
Amendement 21 Artikel 4, letter (f) bis (nieuw)
(f bis) bevordering van een gunstiger behandeling voor de ultraperifere regio's, gelet op artikel 299 van het Verdrag;
Amendement 22 Artikel 5
Steun voor de visserijsector wordt verleend door middel van een Europees Visserijfonds (hierna "het Fonds" of "EVF" genoemd). De uit hoofde van deze verordening uitgevoerde maatregelen moeten bijdragen tot de algemene doelstellingen van artikel 33 van het Verdrag en de doelstellingen die zijn vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Indien nodig zullen deze maatregelen worden gecombineerd met of een aanvulling vormen op andere communautaire instrumenten en beleidslijnen.
Steun voor de visserij- en aquacultuursector wordt verleend door middel van een Europees Fonds voor de visserij en de aquacultuur (hierna "het Fonds" of "EFVA" genoemd). De uit hoofde van deze verordening uitgevoerde maatregelen moeten bijdragen tot de algemene doelstellingen van artikel 33 van het Verdrag en de doelstellingen die zijn vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Indien nodig zullen deze maatregelen worden gecombineerd met of een aanvulling vormen op andere communautaire instrumenten en beleidslijnen.
Amendement 23 Artikel 6, lid 4
4. Door het Fonds gefinancierde concrete acties mogen niet rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot een verhoging van de visserij-inspanning.
4. Door het Fonds gefinancierde concrete acties mogen in regio's waar het gevaar van overbevissing bestaat niet rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot een verhoging van de visserij-inspanning. De kredieten van het Fonds mogen ook niet worden gebruikt ter bevordering van een verhoging van de visserij-inspanning met betrekking tot soorten waarvoor quota gelden of andere regelingen zijn getroffen of waarvan het bestand zich niet binnen biologisch veilige grenzen bevindt. Wel is financiering toegestaan voor maatregelen voor visserij op duidelijk onderbeviste soorten.
Amendement 24 Artikel 11, alinea 2
De lidstaten zorgen ervoor dat concrete acties die de rol van vrouwen in de visserijsector vergroten, worden bevorderd.
De lidstaten zorgen ervoor dat concrete acties, met inbegrip van transnationale inspanningen, die de rol van vrouwen in de visserijsector vergroten, worden bevorderd.
Amendement 25 Artikel 13
De Commissie stelt indicatieve verdelingen vast van de vastleggingskredieten over de lidstaten voor de programmaperiode 2007 tot en met 2013, waarbij het aandeel van de bijdrage aan de convergentiedoelstelling buiten beschouwing wordt gelaten en gebruik wordt gemaakt van de volgende criteria: omvang van de visserijsector in de lidstaat, de mate waarin de visserij-inspanning moet worden aangepast, het aantal arbeidsplaatsen in de visserijsector, en de continuïteit van lopende maatregelen.
De Commissie stelt indicatieve verdelingen vast van de vastleggingskredieten over de lidstaten voor de programmaperiode 2007 tot en met 2013, waarbij het aandeel van de bijdrage aan de convergentiedoelstelling buiten beschouwing wordt gelaten en gebruik wordt gemaakt van de volgende criteria: omvang van de visserijsector in de lidstaat, de mate waarin de visserij-inspanning moet worden aangepast, het aantal arbeidsplaatsen in de visserijsector, de continuïteit van lopende maatregelen en de sociaal-economische betekenis van de visserijeconomie..
Amendement 26 Artikel 15, lid 1
1. Uiterlijk drie maanden na de goedkeuring van de strategische richtsnoeren en vóór de indiening van het operationeel programma stelt iedere lidstaat een nationaal strategisch plan voor de visserijsector vast.
1. Uiterlijk zes maanden na de goedkeuring van de strategische richtsnoeren en vóór de indiening van het operationeel programma stelt iedere lidstaat een nationaal strategisch plan voor de visserij- en aquacultuursector vast.
Amendement 27 Artikel 15, lid 4, letter (a)
(a) de vermindering van de visserij-inspanning en vangstcapaciteit en de middelen en termijnen voor het bereiken van de doelstelling voor de betrokken visserijtak en vloot;
(a) de aanpassing van de visserij-inspanning en vangstcapaciteit en de middelen en termijnen voor het bereiken van de doelstelling voor de betrokken visserijtak en vloot;
Amendement 28 Artikel 15, lid 4, letter (b)
(b) de ontwikkeling van de aquacultuur en van de verwerking en afzet van producten daarvan;
(b) de duurzame ontwikkeling van de aquacultuur en van de verwerking en afzet van producten daarvan;
Amendement 29 Artikel 15, lid 4, letter (d)
(d) de strategie voor de levering van visserijproducten en de ontwikkeling van visserij-activiteiten buiten de communautaire wateren;
(d) de strategie voor de levering van visserijproducten alsmede visserij-activiteiten buiten de communautaire wateren, waarbij aandacht wordt geschonken aan de visstand;
Amendement 30 Artikel 15, lid 4, letter e bis (nieuw)
(e bis) de bescherming van het milieu en de levende aquatische hulpbronnen
Amendement 31 Artikel 15, lid 4 bis (nieuw)
4 bis. De nationale strategische plannen worden na goedkeuring door de Commissie openbaar gemaakt.
Amendement 32 Artikel 18, lid 2, alinea 2, letter (d bis) (nieuw)
(d bis) een actieplan ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden.
Amendement 33 Artikel 20, lid 4
4. Uiterlijk vijf maanden nadat de lidstaat het operationeel programma formeel heeft ingediend, keurt de Commissie het operationeel programma goed mits het is opgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 18.
4. Uiterlijk vijf maanden nadat de lidstaat het operationeel programma formeel heeft ingediend, keurt de Commissie het operationeel programma goed mits het is opgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 18. Het programma wordt openbaar gemaakt.
Amendement 34 Artikel 23, letter (a), streepje 5
- nationale plannen voor onttrekking aan de vloot voor de duur van maximaal twee jaar in het kader van de verplichtingen op grond van de artikelen 11 tot en met 16 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 over de aanpassing van de capaciteit van de communautaire vissersvloot;
- nationale plannen voor onttrekking aan de vloot voor de duur van maximaal de programmeerperiode in het kader van de verplichtingen op grond van de artikelen 11 tot en met 16 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 over de aanpassing van de capaciteit van de communautaire vissersvloot;
Amendement 35 Artikel 23, letter (a), streepje 5 bis (nieuw)
- instelling van beschermingszones, met inbegrip van tijdelijke of ruimtelijke sluitingen, beperkte activiteit in bepaalde zones, of zones waar een vangststop geldt;
Amendement 36 Artikel 24, lid 1
1. Iedere lidstaat stelt in zijn nationaal strategisch plan zijn beleid voor het aanpassen van de visserij-inspanning vast. Daarbij moet prioriteit worden verleend aan de financiering van de in artikel 23, onder a), eerste streepje, genoemde concrete acties.
1. Iedere lidstaat stelt in zijn nationaal strategisch plan zijn beleid voor het aanpassen van de visserij-inspanning vast. Daarbij moet prioriteit worden verleend aan de financiering van de in artikel 23, genoemde concrete acties.
Amendement 37 Artikel 24, lid 2
2. Nationale plannen voor het aanpassen van de visserij-inspanning als bedoeld in artikel 23, onder a), eerste streepje, moeten maatregelen omvatten voor de definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 25.
2. Nationale plannen voor het aanpassen van de visserij-inspanning als bedoeld in artikel 23, onder a), eerste streepje, kunnen maatregelen omvatten voor de definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 25.
Amendement 38 Artikel 24, lid 6, alinea 1
6. De duur van nationale plannen voor de aanpassing van visserij-inspanning als bedoeld in artikel 23, onder a), mag niet meer dan twee jaar bedragen.
6. De lidstaten kunnen gedurende de gehele looptijd van het EFVA, dat niet langer dan een programmeerperiode van vijf jaar mag lopen, nationale plannen indienen voor de aanpassing van visserij-inspanning als bedoeld in artikel 23, onder a), mogen geen langere looptijd hebben dan de programmeerperiode.
Amendement 39 Artikel 24, lid 6, alinea 2
In de gevallen bedoeld in artikel 23, onder a), eerste, tweede en vierde streepje, moeten de nationale plannen uiterlijk twee maanden na de datum van het besluit van de Commissie of de Raad door de lidstaten worden vastgesteld.
In de gevallen bedoeld in artikel 23, onder a), eerste, tweede en vierde streepje, moeten de nationale plannen uiterlijk zes maanden na de datum van het besluit van de Commissie of de Raad door de lidstaten worden vastgesteld.
Amendement 40 Artikel 24, lid 6, alinea 3
In de gevallen bedoeld in artikel 23, onder a), derde streepje, stellen de lidstaten uiterlijk twee maanden na de kennisgeving door de Commissie herstructureringsplannen vast voor de betrokken vaartuigen en vissers.
In de gevallen bedoeld in artikel 23, onder a), derde streepje, stellen de lidstaten uiterlijk zes maanden na de kennisgeving door de Commissie herstructureringsplannen vast voor de betrokken vaartuigen en vissers.
Amendement 41 Artikel 25, lid 1, alinea 1
Het Fonds verleent bijstand voor de medefinanciering van de definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten van vaartuigen mits deze beëindiging deel uitmaakt van een plan voor de aanpassing van visserij-inspanning als bedoeld in artikel 23, onder a). De visserijactiviteiten van een vaartuig kunnen uitsluitend definitief worden beëindigd door het vaartuig te slopen of het een nieuwe, niet-commerciële functie te geven.
Het Fonds verleent bijstand voor de medefinanciering van de definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten van vaartuigen mits deze beëindiging deel uitmaakt van een plan voor de aanpassing van visserij-inspanning als bedoeld in artikel 23, onder a) of voortvloeit uit een vrijwillig besluit tot het stopzetten van visserij en het aldus verlagen van de vangstcapaciteit. De visserijactiviteiten van een vaartuig kunnen uitsluitend definitief worden beëindigd door het vaartuig te slopen, het een nieuwe functie te geven buiten de visserij, het opzetten van joint ventures, of export van het vaartuig voor andere dan visserijdoeleinden. In het laatste geval wordt de bijdrage uit de fondsen, als bedoeld in groep 1 van de tabel van Bijlage II, met 50% verlaagd.
Amendement 42 Artikel 25, lid 2, alinea 2
De lidstaten stellen, met inachtneming van de gunstigste kosten-batenverhouding het niveau van de staatssteun vast op basis van een of meer van de volgende objectieve criteria: (a) de prijs van het vissersvaartuig op de nationale markt of de verzekerde waarde ervan; (b) de omzet van het vaartuig;
De lidstaten stellen, met inachtneming van de gunstigste kosten-batenverhouding het niveau van de staatssteun vast op basis van het volgende objectieve criterium:
(c) de leeftijd van het vaartuig en zijn tonnage of motorvermogen uitgedrukt in respectievelijk GT of kW.
(c) de leeftijd van het vaartuig en zijn tonnage of motorvermogen uitgedrukt in respectievelijk GT of kW.
Amendement 43 Artikel 26, lid 1, alinea 1
1. In het kader van de in artikel 23, onder a), eerste, tweede en vierde streepje, bedoelde plannen voor het aanpassen van de visserij-inspanning kan het Fonds bijdragen aan de financiering van steunmaatregelen voor de tijdelijke stillegging van visserijactiviteiten van vissers en reders gedurende maximaal een jaar, welke periode met één jaar kan worden verlengd.
1. In het kader van de in artikel 23, onder a), eerste, tweede, derde en vierde streepje, bedoelde plannen voor het aanpassen van de visserij-inspanning kan het Fonds bijdragen aan de financiering van steunmaatregelen voor de tijdelijke stillegging van visserijactiviteiten van vissers en reders gedurende minimaal drie maanden en maximaal twee jaar, gedurende de gehele programmeringsperiode.
Amendement 44 Artikel 26, lid 1, alinea 2
Maatregelen voor de tijdelijke stillegging van visserijactiviteiten moeten aansluiten bij een plan voor het aanpassen van de visserij-inspanning dat een permanente vermindering van de capaciteit waarborgt die ten minste gelijk is aan de vermindering van de visserij-inspanning die voortvloeit uit de tijdelijke stillegging.
schrappen
Amendement 45 Artikel 26, lid 4 bis (nieuw)
4 bis. De lidstaten kunnen een eenmalige schadeloosstelling introduceren voor scheepseigenaren en vissers in de context van beschermingsplannen voor mariene hulpbronnen, zoals Natura 2000, als dat leidt tot verkleining van de visserijcapaciteit.
Amendementen 46 en 47 Artikel 27, lid 1, letter (a)
(a) als bedoeld in artikel 11, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;
(a) die gericht zijn op aanpassingen die de vaartuigen veiliger maken en, in het algemeen, de arbeids- en leefomstandigheden aan boord verbeteren, met inbegrip van vervanging van de motor. Vervanging van de motor komt alleen voor subsidie in aanmerking als deze in het teken staat van veiligheid, energiebesparing of milieuvriendelijkheid, en mits zij niet leidt tot capaciteitsverhoging;
Amendementen 48, 55 en 57 Artikel 27, lid 1, letter (a) ter (nieuw)
(a bis) waarbij gebruik wordt gemaakt van selectievere en milieuvriendelijker technieken, die ongewenste bijvangsten voorkomen en de productkwaliteit en de veiligheid van aan boord opgeslagen producten, alsmede de arbeidsomstandigheden en de veiligheid aan boord verbeteren;
Amendement 49 Artikel 27, lid 1, letter (b)
(b) om vangsten aan boord te houden die niet meer mogen worden teruggegooid;
(b) om vangsten die niet meer mogen worden teruggegooid alsmede subproducten verkregen door verwerking van de vangst aan boord, aan boord te houden;
Amendement 50 Artikel 27, lid 1, letter (b bis) (nieuw)
(b bis) voor vaartuigen waarvan de motor moet worden vervangen om redenen van veiligheid of milieuvriendelijkheid;
Amendement 52 Artikel 27, lid 1, letter (c) bis (nieuw)
(c bis) voor vlootrenovatie met het oog op de vervanging van vaartuigen met een totale lengte van minder dan 12 meter. Ook vaartuigen van meer dan 20 jaar oud, waarvan de veiligheid niet kan worden gewaarborgd, komen in aanmerking voor vervanging.
Amendement 54 Artikel 27, lid 1, letter (d) bis (nieuw)
(d bis) om energie te besparen;
Amendement 56 Artikel 27, lid 1, letter (d) ter (nieuw)
(d ter) waarbij beter rekening wordt gehouden met het milieueffect van een visserijactiviteit, met name door een beperking van de vervuilende emissies van het vaartuig in kwestie.
Amendement 58 Artikel 27, lid 2
2. Het Fonds kan bijdragen aan de financiering van investeringen om de selectiviteit van vistuig te vergroten, mits het betrokken vaartuig onder een herstelplan als bedoeld in artikel 23, onder a), eerste streepje, valt, overschakelt op een andere visserijmethode, en de betrokken visserijtak verlaat om te gaan vissen in een andere visserijtak waar vissen gelet op de toestand van de visbestanden wel mogelijk is, en mits de investering uitsluitend betrekking heeft op de eerste aanschaf van het vervangende vistuig.
2. Het Fonds kan bijdragen aan de financiering van investeringen om de selectiviteit van vistuig te vergroten, mits het betrokken vaartuig overschakelt op een andere visserijmethode, en de betrokken visserijtak verlaat om te gaan vissen in een andere visserijtak waar vissen gelet op de toestand van de visbestanden wel mogelijk is, en mits de investering uitsluitend betrekking heeft op de eerste aanschaf van het vervangende vistuig.
Amendement 59 Artikel 27, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. Het Fonds voorziet in de mogelijkheid vissersvaartuigen van alle categorieën te moderniseren, inclusief hun motor, om veiligheidsredenen en op voorwaarde dat het vermogen van de nieuwe motor niet groter is dan dat van de oude motor.
Amendement 60 Artikel 27 bis
1. In dit artikel wordt onder "kleinschalige kustvisserij" verstaan de kleinschalige visserij door vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter die geen gebruik maken van gesleept vistuig als genoemd in tabel 2 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot.
1. In dit artikel wordt onder "kleinschalige kustvisserij" verstaan de kleinschalige visserij door vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter die geen gebruik maken van gesleept vistuig als genoemd in tabel 3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot.
2. Wanneer het Fonds uit hoofde van artikel 27 financiële steun verleent aan de kleinschalige kustvisserij wordt het percentage voor de particuliere bijdrage in groep 2 van de tabel in bijlage II verlaagd met 20%.
2. Wanneer het Fonds uit hoofde van artikel 26 financiële steun verleent aan de kleinschalige kustvisserij wordt het percentage voor de particuliere bijdrage in groep 2 van de tabel in bijlage II verlaagd met 20%.
3. Wanneer het Fonds bijdraagt aan de financiering van maatregelen uit hoofde van artikel 28 zijn de in bijlage II voor groep 3 vermelde percentages van toepassing.
3. Wanneer het Fonds bijdraagt aan de financiering van de maatregelen uit hoofde van artikel 27 zijn de in bijlage II voor groep 3 vermelde percentages van toepassing.
4. Het Fonds kan bijdragen aan premies voor vissers en reders in de kleinschalige kustvisserij om:
4. Het Fonds kan bijdragen aan premies voor vissers en reders in de kleinschalige kustvisserij om:
– het beheer van en de controle op de toegangsvoorwaarden tot bepaalde visserijzones te verbeteren;
– het beheer van en de controle op de toegangsvoorwaarden tot bepaalde visserijzones te verbeteren;
– de organisatie van de productie, verwerking en afzet van visserijproducten te bevorderen;
– de organisatie van de productie, verwerking en afzet van visserijproducten te bevorderen;
– vrijwillige stappen ter vermindering van de visserij-inspanning met het oog op de instandhouding van visbestanden te bevorderen;
– vrijwillige stappen ter vermindering van de visserij-inspanning met het oog op de instandhouding van visbestanden aan te moedigen;
– technologische vernieuwingen te gebruiken (selectievere vangsttechnieken die verder gaan dan de relevante wettelijke vereisten) zonder de visserij-inspanning te vergroten.
– het gebruik van technologische vernieuwingen (selectievere vangsttechnieken die verder gaan dan de geldende wettelijke vereisten) zonder de visserij-inspanning te vergroten, aan te moedigen; - overheidssteun te verlenen voor de vernieuwing van de vloot, onder andere met het oog op het gebruik van selectievere technieken en systemen van plaatsbepaling van vaartuigen, of om de veiligheid, de arbeidsomstandigheden en de hygiëne aan boord te verbeteren, voorzover zulks niet leidt tot een vergroting van de visserij-inspanning; - in bepaalde beschermde zeezones vistuig te gebruiken dat biologisch afbreekbaar is, met het oog op het eventueel verlenen van telegeneeskundige bijstand; - te zorgen voor vernieuwing van de vloot voor de kleinschalige kustvisserij, waarbij moet worden aangetoond dat de toevoegingen/onttrekkingen zodanig worden beheerd dat de capaciteit de in Verordening (EG) nr. 2371/2002 vastgestelde doelstellingen niet overschrijdt.
De in bijlage II voor groep 3 vermelde percentages zijn van toepassing.
De in bijlage II voor groep 3 vermelde percentages zijn van toepassing.
Amendement 61 Artikel 27 bis, lid 4, streepje 4 bis (nieuw)
- het vaartuig en de motor te vervangen om veiligheidsredenen, om het milieu te beschermen of om brandstof te sparen, op voorwaarde dat het vermogen daarbij niet wordt vergroot.
Amendement 62 Artikel 27 ter (nieuw)
Artikel 27 ter Overheidssteun voor de vernieuwing en modernisering van de vloot in de ultraperifere regio's In de ultraperifere regio's kan overheidssteun worden verleend voor de vernieuwing en modernisering van de vloot. De lidstaat legt een permanente regeling inzake controle op en modernisering van zijn vloot ter goedkeuring voor aan de Commissie, waarbij moet worden aangetoond dat de toevoegingen/onttrekkingen zodanig worden beheerd dat de capaciteit de in Verordening (EG) nr. 639/2004 vastgestelde doelstellingen niet overschrijdt. De in bijlage II voor groep 3 vermelde percentages zijn van toepassing.
Amendement 63 Artikel 28, lid 1, inleidende formulering
1. Het Fonds kan bijdragen aan de financiering van door de lidstaten voorgestelde sociaal-economische maatregelen ten behoeve van door veranderingen in de visserij getroffen vissers, bestaande uit:
1. Het Fonds draagt bij aan de financiering van door de lidstaten voorgestelde sociaal-economische maatregelen ten behoeve van door veranderingen in de visserij getroffen vissers, bestaande uit:
Amendement 64 Artikel 28, lid 1, letter (a)
(a) diversificatie om te bevorderen dat in de visserijsector werkzame personen verschillende beroepsactiviteiten combineren;
(a) diversificatie om te bevorderen dat in de visserijsector werkzame personen verschillende beroepsactiviteiten combineren, inclusief visserij- en ichtyologietoerisme;
Amendement 65 Artikel 28, lid 1, letter (b) bis (nieuw)
(b bis) opleidingscursussen over veiligheid op zee, opleiding op de werkplek en uitwisselingen van cursussen en studies voor al degenen die in de visserij-industrie in de lidstaten werken,
Amendement 66 Artikel 28, lid 1, letter (c) bis (nieuw)
(c bis) mildering van de gevolgen van een tijdelijk vangstverbod,
Amendement 67 Artikel 28, lid 1, letter (c) ter (nieuw)
(c ter) verlies aan arbeidsplaatsen op een door maatregelen voor definitieve stillegging getroffen vaartuig.
Amendement 68 Artikel 28, lid 2
2. Het Fonds kan ook bijdragen aan de financiering van opleidingsmaatregelen en opleidingsstimulansen voor jonge vissers die voor het eerst een vaartuig willen aanschaffen.
2. Het Fonds kan ook bijdragen aan de financiering van: a) individuele premies voor vissers die jonger zijn dan 35 jaar en die kunnen aantonen dat zij al minstens vijf jaar het beroep van visser uitoefenen of een gelijkwaardige beroepsopleiding hebben gevolgd, en die voor het eerst eigenaar of mede-eigenaar worden van een tweedehands vaartuig; b) opleidingsmaatregelen en opleidingsstimulansen voor jonge vissers die voor het eerst een vaartuig willen aanschaffen.
Amendement 69 Artikel 28, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. Het Fonds kan bijdragen aan de financiering van globale premies voor de bemanning van vaartuigen die getroffen worden door maatregelen voor definitieve stillegging van de activiteit.
Amendement 70 Artikel 28 bis (nieuw)
Artikel 28 bis Steunverlening voor de vernieuwing en modernisering van de vissersvloot zonder capaciteitsvergroting Om steun te kunnen ontvangen voor de vernieuwing en modernisering van de vloot dienen de lidstaten te voldoen aan alle vereisten en doelstellingen van de nationale en de communautaire referentieniveaus voor de vloten, en dienen zij zich te onderwerpen aan een regeling voor permanente controle door de Commissie. De lidstaten dienen aan te tonen dat de toevoegingen en onttrekkingen aan de vloot zodanig worden beheerd dat de capaciteit de jaarlijks vastgestelde nationale en communautaire doelstellingen niet overschrijdt, en te zorgen voor het nodige evenwicht tussen de toevoegingen en onttrekkingen, teneinde in geen geval te komen tot capaciteitsvergroting. Er wordt een geharmoniseerd communautair vaartuigenregister opgesteld voor alle lidstaten, met vermelding van capaciteit en vermogen, waarbij identieke metingscriteria dienen te worden toegepast. Dit register moet gemakkelijk toegankelijk zijn om controle door de Commissie mogelijk te maken.
Amendement 71 Artikel 28 ter (nieuw)
Artikel 28 ter Ondersteuning van experimentele activiteiten Het Fonds kan bijdragen aan de financiering van door de lidstaten voorgestelde maatregelen ter bevordering van experimentele activiteiten op zee met het oog op het vinden van nieuwe visgronden en nieuwe soorten.
Amendement 72 Artikel 28 quater (nieuw)
Artikel 28 quater Ondersteuning van de oprichting van joint ventures met derde landen Het Fonds draagt bij aan de financiering van nationale maatregelen met het oog op de definitieve overdracht van een vaartuig naar een derde land via de oprichting van een gezamenlijke onderneming, mits de bevoegde autoriteiten van het land in kwestie daarmee instemmen en volledig aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a) het derde land waaraan het vaartuig wordt overgedragen mag geen kandidaat-lidstaat zijn; b) de overdracht moet een beperking van de visserij-inspanning impliceren ten aanzien van de bestanden die het overgedragen vaartuig voorheen exploiteerde; c) het derde land mag geen goedkope-vlagland zijn of een land dat IUU-visserij (illegaal, niet-gemeld en niet-gereglementeerd) gedoogt, en dient dus de regels van goed beheer en instandhouding van zijn bestanden in acht te nemen, en het moet reële vangstmogelijkheden bieden; In geval van definitieve overdracht naar een derde land dient het vaartuig onverwijld te worden ingeschreven in het register van dit derde land, en geldt een definitief verbod om in communautaire wateren terug te keren.
Amendement 73 Artikel 29, lid 2
2. Dergelijke investeringen kunnen zijn gericht op de bouw, uitbreiding, uitrusting en modernisering van productie-installaties, met name ter verbetering van de hygiëne, de gezondheid van mens en dier en de productkwaliteit of ter vermindering van de negatieve gevolgen voor het milieu. De overdracht van de eigendom van een onderneming komt niet voor communautaire steun in aanmerking.
2. Dergelijke investeringen kunnen zijn gericht op alle onderdelen van de productieketen, inclusief de bouw van nieuwe installaties en de uitbreiding, uitrusting en modernisering van bestaande productie-installaties en mosseldreggers, teneinde de productie van soorten met gunstige afzetvooruitzichten te verhogen en ter verbetering van de hygiëne, de gezondheid van mens en dier, de arbeidsvoorwaarden en de veiligheid van de werknemers in de aquacultuur en de productkwaliteit alsmede ter vermindering van de negatieve gevolgen voor het milieu. De overdracht van de eigendom van een onderneming komt niet voor communautaire steun in aanmerking.
Amendement 74 Artikel 29, lid 4
4. Het Fonds verleent geen bijstand aan investeringen ter verhoging van de productie van producten waarvoor geen normale afzetmogelijkheden bestaan of die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op het beleid voor de instandhouding van visbestanden.
4. Het Fonds verleent alleen bijstand aan investeringen die adequate garanties bieden wat hun technische en economische levensvatbaarheid betreft, geen overcapaciteit creëren en geen negatieve invloed hebben op het beleid inzake commercialisering van de bestanden; dit beleid geldt ook voor industrieel gevangen soorten die worden verwerkt tot visvoer.
Amendement 75 Artikel 29, lid 5
5. Er wordt geen steun verleend voor projecten als bedoeld in bijlage II bij Richtlijn 85/337/EEG waarvoor de in bijlage IV bij die richtlijn genoemde informatie niet is verstrekt.
5. Er wordt alleen steun verleend voor projecten als bedoeld in bijlage II bij Richtlijn 85/337/EEG waarvoor de in bijlage IV bij die richtlijn genoemde informatie is verstrekt.
Amendement 76 Artikel 30, lid 1, letter (a)
(a) diversificatie van de soorten en productie van soorten met goede afzetmogelijkheden;
(a) diversificatie van de soorten, nieuwe teeltmethoden en productie van soorten met goede afzetmogelijkheden die beantwoorden aan criteria van duurzame ecologische productie ten aanzien van de behoeften aan energie en visproteïnen;
Amendement 77 Artikel 30, lid 1, letter (a) bis (nieuw)
(a bis) voorzieningsgarantie en het in evenwicht brengen van de handelsbalans van de communautaire visserijmarkt;
Amendement 78 Artikel 30, lid 1, letter (b)
(b) invoering van teeltmethoden met aanzienlijk geringere gevolgen voor het milieu dan de gangbare praktijk in de visserijsector;
(b) invoering van teeltmethoden met aanzienlijk geringere gevolgen voor het milieu;
Amendement 79 Artikel 30, lid 1, letter (b) bis (nieuw)
(b bis) sluiting van overeenkomsten ter verbetering van de arbeidsomstandigheden;
Amendement 80 Artikel 30, lid 1, letter (d)
(d) maatregelen van algemeen belang in verband met de aquacultuur als bedoeld in hoofdstuk III van deze titel, en beroepsopleiding;
schrappen
Amendement 81 Artikel 30, lid 1, letter (f bis) (nieuw)
(f bis) bevorderen van en zoeken naar nieuwe commerciële afzetmogelijkheden.
Amendement 82 Artikel 30, lid 2
2.Investeringssteun kan uitsluitend worden toegekend aan kleine en micro-ondernemingen.
schrappen
Amendement 84 Artikel 31, lid 2, letter c) bis (nieuw)
c bis) herstel van het productiepotentieel van de aquacultuur wanneer deze door natuurrampen of industriële rampen is getroffen.
Amendement 85 Artikel 31, lid 3
3. Om voor steun uit hoofde van dit artikel in aanmerking te komen, moeten initiatiefnemers van projecten zich ertoe verbinden gedurende ten minste vijf jaar milieunormen in de aquacultuur toe te passen die verder gaan dan de strikte toepassing van goede aquacultuurmethoden. De voordelen van deze aanpak moeten worden aangetoond door middel van een effectbeoordeling vooraf die moet worden uitgevoerd door een door de lidstaat aangewezen instantie.
3. Om voor steun uit hoofde van dit artikel in aanmerking te komen, moeten initiatiefnemers van projecten zich ertoe verbinden gedurende ten minste vijf jaar milieunormen in de aquacultuur toe te passen die verder gaan dan de strikte toepassing van goede aquacultuurmethoden.
Amendement 86 Artikel 31, lid 3 bis (nieuw)
3 bis. Binnenlandse visserij (commerciële visserij door vaartuigen die uitsluitend vissen in de binnenwateren van een lidstaat) komt voor steun en reconstructie in aanmerking en voor vernieuwing en modernisering van de gebruikte vaartuigen. Daarnaast moet het mogelijk zijn een beroep te doen op het fonds voor steun bij de uitvoering van de herstelmaatregelen voor aal.
Amendement 87 Artikel 31, lid 4, inleidende formule
4. Het maximale bedrag aan overheidssteun dat per jaar mag worden toegekend als compensatie voor milieumaatregelen in de aquacultuur wordt ieder jaar door de lidstaat in zijn operationeel programma vastgesteld op basis van de volgende criteria:
4. De lidstaten berekenen de compensaties op basis van één of meerdere van de volgende criteria:
Amendement 88 Artikel 31, lid 4 bis (nieuw)
4 bis. Er wordt een uitzonderlijke compensatie toegekend: - overeenkomstig lid 2, letter (a) van dit artikel, op basis van een maximale hoeveelheid per hectare van de zone van de onderneming waarop de milieunormen voor de aquacultuur van toepassing zijn; - overeenkomstig lid 2, letter (c) van dit artikel, gedurende een periode van maximaal twee jaar, te rekenen vanaf de begindatum van de omschakeling op milieuvriendelijke productie door de onderneming.
Amendement 89 Artikel 32, letter (a), inleidende formule
(a) aan schadeloosstellingen voor schelpdierkwekers die de oogst van gekweekte schelpdieren tijdelijk moeten stilleggen. Een dergelijke schadeloosstelling kan in de periode 2007-2013 gedurende in totaal zes maanden worden toegekend. De schadeloosstelling mag worden toegekend indien de oogst, wegens verontreiniging van de schelpdieren door de groei van toxineproducerend plankton of door de aanwezigheid van biotoxinehoudend plankton, ter bescherming van de volksgezondheid moet worden stilgelegd:
(a) aan schadeloosstellingen voor de productieverliezen van schelpdierkwekers die de oogst van gekweekte schelpdieren tijdelijk moeten stilleggen. Een dergelijke schadeloosstelling kan in de periode 2007-2013 gedurende in totaal twaalf maanden worden toegekend. De schadeloosstelling mag worden toegekend indien de oogst, wegens verontreiniging van de schelpdieren door de groei van toxineproducerend plankton of door de aanwezigheid van biotoxinehoudend plankton, ter bescherming van de volksgezondheid moet worden stilgelegd:
Amendement 90 Artikel 32, letter (a), streepje 1
– gedurende meer dan vier opeenvolgende maanden, of
– gedurende maximaal drie opeenvolgende maanden, of
Amendement 91 Artikel 32, letter (a), streepje 2
- waarbij het verlies als gevolg van de stillegging van de oogst meer bedraagt dan 35 % van de jaarlijkse omzet van de betrokken onderneming, berekend op basis van de gemiddelde omzet van de onderneming in de voorgaande drie jaren.
- waarbij het verlies als gevolg van de stillegging van de oogst meer bedraagt dan 30% van de jaarlijkse omzet van de betrokken onderneming, berekend op basis van de gemiddelde omzet van de onderneming in de voorgaande drie jaren.
Amendement 92 Artikel 33, lid 1
1. Het Fonds kan in het kader van de specifieke strategieën die worden vastgelegd nationale strategische plannen, steun verlenen voor investeringen ten behoeve van de verwerking voor rechtstreekse menselijke consumptie en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten. Deze steun kan uitsluitend worden toegekend aan kleine en micro-ondernemingen.
1. Het Fonds kan in het kader van de specifieke strategieën die worden vastgelegd nationale strategische plannen, steun verlenen voor investeringen ten behoeve van de verwerking voor rechtstreekse menselijke consumptie en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten.
Amendement 93 Artikel 33, lid 2
2. Dergelijke investeringen kunnen zijn gericht op de bouw, uitbreiding, uitrusting en modernisering van bedrijven, met name ter verbetering van de hygiëne, de gezondheid van mens en dier en de productkwaliteit, of ter vermindering van de negatieve gevolgen voor het milieu. De overdracht van de eigendom van een onderneming komt niet voor communautaire steun in aanmerking.
2. Dergelijke investeringen kunnen zijn gericht op de bouw, uitbreiding, uitrusting en modernisering van bedrijven, met het oog op o.a. verbetering van de hygiëne, de gezondheid van mens en dier, voedselveiligheid, traceerbaarheid en de productkwaliteit en -innovatie, of ter vermindering van de negatieve gevolgen voor het milieu. De overdracht van de eigendom van een onderneming komt niet voor communautaire steun in aanmerking.
Amendement 94 Artikel 34, lid 1
1. Het Fonds verleent bijstand voor investeringen ten behoeve van de bouw, uitbreiding, uitrusting en modernisering van bedrijven op het gebied van verwerking en afzet.
1. Het Fonds verleent bijstand voor investeringen ten behoeve van de bouw, uitbreiding, uitrusting en modernisering van bedrijven op het gebied van verwerking en afzet. De investeringen dienen de nodige garanties te bieden wat technische en economische levensvatbaarheid betreft.
Amendement 95 Artikel 34, lid 2, inleidende formule
2. Investeringen als bedoeld in lid 1 moeten bijdragen tot de instandhouding of uitbreiding van de werkgelegenheid in de visserijsector en aan een of meer van de volgende doelstellingen:
2. Investeringen als bedoeld in lid 1 moeten bijdragen tot duurzame ontwikkeling in de visserijsector en de aquacultuur of aan een of meer van de volgende doelstellingen:
Amendement 96 Artikel 34, lid 2, letter (b) bis (nieuw)
(b bis) productie van voor uiterst gespecialiseerde markten bestemde kwaliteitsproducten;
Amendement 97 Artikel 34, lid 2, letter (d)
(d) bijdragen tot een beter gebruik van weinig gebruikte soorten, bijproducten en afval;
(d) bijdragen tot een beter gebruik van bijproducten en afval;
Amendement 98 Artikel 34, lid 2, letter (e)
(e) toepassing van nieuwe technologieën of ontwikkeling van internethandel;
(e) toepassing van nieuwe technologieën, innoverende presentatievormen voor producten of ontwikkeling van internethandel;
Amendement 99 Artikel 34, lid 2, letter (f)
(f) afzet van producten die voornamelijk afkomstig zijn uit de aanvoer van de plaatselijke vloot.
(f) afzet van innoverende producten of producten met een grote toegevoegde waarde die bij voorkeur afkomstig zijn uit de aanvoer van de plaatselijke vloot of van aquacultuur.
Amendement 100 Artikel 34, lid 2, letter (f) bis (nieuw)
(f bis) bijdragen tot de diversificatie en ontwikkeling van nieuwe verwerkte visserij- en aquacultuurproducten.
Amendement 101 Artikel 34, lid 2, letter (f) ter (nieuw)
(f ter) in de handel brengen van nieuwe producten die de diversificatie van de sector stimuleren.
Amendement 102 Artikel 36, inleidende formulering
Het Fonds verleent steun aan collectieve acties die zijn gericht op:
Het Fonds verleent steun aan collectieve acties die met name zijn gericht op:
Amendement 103 Artikel 36, letter (b)
(b) collectieve investeringen in de ontwikkeling van kwekerijen, afvalverwerking of de aanschaf van voorzieningen voor productie, verwerking of afzet,
(b) collectieve investeringen in de ontwikkeling van kwekerijen, verbetering van de productieomstandigheden, verbetering van de arbeidsomstandigheden, maatregelen die bijdragen tot de bescherming van het milieu, afvalverwerking of de aanschaf van voorzieningen voor productie, verwerking of afzet,
Amendement 104 Artikel 36, letter d) bis (nieuw)
d bis) compensatie voor de specifieke nadelen verbonden aan investeringen in Natura 2000-regio's,
Amendement 105 Artikel 36, letter (d) ter (nieuw)
(d ter) de financiering van campagnes voor onderzoek (wetenschappelijk, experimenteel en follow-up) en sociaal-economische studies naar de invloed van maatregelen voor herstructurering en wetenschappelijke ondersteuning van de sector,
Amendement 106 Artikel 36, letter (d) quater (nieuw)
(d quater) de verwijdering van verloren of achtergelaten visserijtuig op de zeebodem, om spookvisserij te beperken,
Amendement 107 Artikel 36, letter (d) quinquies (nieuw)
(d quinquies) de uitvoering van studies ter evaluatie van de sociaal-economische impact van de plannen voor herstel van de visstand,
Amendement 108 Artikel 36, letter (d) sexies (nieuw)
(d sexies) adequate ondersteuning van het inwinnen en verwerken van milieugegevens,
Amendement 109 Artikel 36, letter (d) septies (nieuw)
(d septies) uitvoering van de bepalingen inzake traceerbaarheid van producten door middel van technische maatregelen en acties voor opleiding en advies ten behoeve van de actoren van de sector in kwestie,
Amendement 110 Artikel 36, letter (d) octies (nieuw)
(d octies) bevordering van experimentele en explorerende visserij,
Amendement 111 Artikel 36, letter (d) nonies (nieuw)
(d nonies) ondersteuning van groepen vissers en beroepsorganisaties die bereid zijn de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van het GVB te delen (co-management).
Amendement 112 Artikel 37, lid 1
1. Het Fonds kan bijstand verlenen aan acties van collectief belang ter bescherming en ontwikkeling van de aquatische fauna, met uitzondering van rechtstreeks uitzetten. De acties moeten bijdragen aan de verbetering van het aquatische milieu.
1. Het Fonds kan bijstand verlenen aan acties van collectief belang ter bescherming en ontwikkeling van de aquatische hulpbronnen, met uitzondering van rechtstreeks uitzetten, behalve waar het gaat om uitzetten in binnenwateren met het doel om in hoge mate migrerende vissoorten opnieuw te introduceren of te steunen. De acties moeten bijdragen aan het herstel en de verbetering van het aquatische milieu en kunnen de maatregelen omvatten die in het kader van Natura-2000-programma's zijn genomen en die een visserijcomponent bevatten alsmede aan het herstel van gebieden die door aquacultuuractiviteiten zijn aangetast.
Amendement 113 Artikel 37, lid 2
2. De acties moeten betrekking hebben op de installatie van vaste of verplaatsbare elementen om aquatische fauna te beschermen en te ontwikkelen of op het herstel van binnenwateren, met inbegrip van paaigronden en trekroutes voor trekkende soorten.
2. De acties moeten betrekking hebben op de installatie van vaste of verplaatsbare elementen om aquatische fauna te beschermen en te ontwikkelen of op het herstel van binnenwateren, met inbegrip van paaigronden en trekroutes voor trekkende soorten alsmede het herstel van gebieden die door aquacultuuractiviteiten zijn aangetast.
Amendement 114 Artikel 38, lid 2, letter (a) bis (nieuw)
a bis. het verbeteren van de verwerking van afval en zwerfvuil.
Amendement 115 Artikel 39, lid 3, inleidende formule
3. De investeringen moeten betrekking hebben op:
3. De investeringen moeten in de eerste plaats betrekking hebben op:
Amendement 116 Artikel 39, lid 3, letter (a)
(a) nationale en grensoverschrijdende afzetbevorderingscampagnes;
(a) nationale en grensoverschrijdende afzetbevorderingscampagnes, organisatie van en deelname aan festivals, beurzen, tentoonstellingen en ontmoetingen in het kader van partnerschappen;
Amendement 117 Artikel 39, lid 3, letter (d)
(d) de bevordering van producten die zijn verkregen met methoden die geringe effecten op het milieu hebben;
(d) de certificering en bevordering van producten die zijn verkregen met methoden die geringe effecten op het milieu hebben;
Amendement 118 Artikel 39, lid 3, letter (f)
(f) kwaliteitscertificering;
(f) waarborging, controle en certificering van de kwaliteit;
Amendement 119 Artikel 39, lid 3, letter (g)
(g) etikettering, met inbegrip van de etikettering van producten die zijn gevangen met milieuvriendelijke vangstmethoden;
(g) etikettering en traceerbaarheid, met inbegrip van de etikettering van producten die zijn gevangen met milieuvriendelijke vangstmethoden;
Amendement 120 Artikel 39, lid 3, letter (i)
(i) de uitvoering van marktonderzoeken.
(i) de uitvoering van marktonderzoeken en enquêtes.
Amendement 121 Artikel 39, lid 3, letter i) bis (nieuw)
i bis) verbetering van het imago van de sector;
Amendement 122 Artikel 39, lid 3, letter i) ter (nieuw)
i ter) bevordering van specifieke campagnes gericht op productievoordelen door middel van een officieel kwaliteitslabel.
Amendement 123 Artikel 39, lid 3 bis (nieuw)
(3 bis) De lidstaten kunnen de oprichting van producentenorganisaties die voldoen aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 3759/92 stimuleren en het functioneren ervan vergemakkelijken.
Amendement 124 Artikel 40, lid 1
1. Het Fonds kan steun verlenen aan proefprojecten voor het verzamelen en verspreiden van nieuwe technische kennis die worden uitgevoerd door marktdeelnemers, erkende beroepsorganisaties of andere daartoe door de beheersautoriteiten aangewezen bevoegde organisaties, in samenwerking met een wetenschappelijke of technische instantie.
1. Het Fonds kan steun verlenen aan proefprojecten voor opleiding, onderzoek en het verzamelen en verspreiden van nieuwe technische kennis, alsmede aan experimentele campagnes voor wetenschappelijk onderzoek op zee voor het opsporen van nieuwe visgronden en nieuwe soorten, die worden uitgevoerd door marktdeelnemers, erkende beroepsorganisaties of andere daartoe door de beheersautoriteiten aangewezen bevoegde organisaties, in samenwerking met een wetenschappelijke of technische instantie.
Amendement 125 Artikel 40, lid 2, letter (a)
(a) onder realistische omstandigheden in de productiesector de technische en financiële levensvatbaarheid worden getest om nieuwe technische of financiële kennis over de geteste technologie te verzamelen en te verspreiden;
(a) onder realistische omstandigheden in de productiesector de technische en financiële levensvatbaarheid van innoverende technologie, met inbegrip van technologie die bedoeld is om de selectiviteit van vistuig te verbeteren of om de milieu-impact of het energieverbruik van de visserij te verminderen, worden getest om nieuwe technische of financiële kennis over de geteste technologie te verzamelen en te verspreiden;
Amendement 127 Artikel 40, lid 2, letter (b bis) (nieuw)
(b bis) programma's ter vermindering van bijvangsten en andere milieugevolgen omvatten.
Amendement 126 Artikel 40, lid 2 bis (nieuw)
2 bis. Experimentele visserijprojecten komen in aanmerking voor steun aan proefprojecten als zij verband houden met een streven naar behoud van de visstand en voorzien in gebruik van selectievere methodes.
Amendement 128 Artikel 41, alinea 1
Het Fonds kan steun verlenen om vissersvaartuigen dusdanig aan te passen dat deze uitsluitend door overheids- of semi-overheidsinstanties onder de vlag van een lidstaat voor opleidings- of onderzoeksdoeleinden in de visserijsector kunnen worden gebruikt.
Het Fonds kan steun verlenen om vissersvaartuigen dusdanig te bouwen of aan te passen dat deze uitsluitend door overheids- of semi-overheidsinstanties dan wel andere instanties, waaronder ook particuliere, zonder winstoogmerk, aangewezen door de beheersautoriteit en onder de vlag van een lidstaat voor opleidings- of onderzoeksdoeleinden in de visserijsector kunnen worden gebruikt.
Amendement 129 Artikel 41, alinea 2
Het Fonds kan steun verlenen voor acties om vissersvaartuigen definitief voor andere, niet-commerciële doeleinden dan visserij te gebruiken.
Het Fonds kan steun verlenen voor acties om vissersvaartuigen definitief voor andere doeleinden dan visserij te gebruiken.
Amendement 130 Artikel 41 bis (nieuw)
Artikel 41 bis Flankerende maatregelen op het gebied van gelijke kansen 1.Het Fonds kan flankerende maatregelen financieren om de gelijke behandeling van mannen en vrouwen alsmede gender-mainstreaming in de activiteiten van het bedrijf te bevorderen. 2.Om voor steun in aanmerking te komen moeten de projectontwikkelaars een plan voor gender-mainstreaming in de activiteiten van het bedrijf laten zien en zich ertoe verbinden dit plan voor een periode van minimaal vijf jaar in te voeren en te handhaven (deze steun wordt gefinancierd via groep 3 van bijlage II).
Amendement 131 Artikel 41 ter (nieuw)
Artikel 41 ter Financieel beheer Het Fonds kan binnen de plafonds van titel VI bijdragen tot de invoering van instrumenten voor financieel beheer ten behoeve van de aanpassing van de visserijcapaciteit in de sector in achterblijvende regio's van de Unie.
Amendement 132 Hoofdstuk IV, titel
PRIORITAIR ZWAARTEPUNT 4 DUURZAME ONTWIKKELING VAN KUSTGEBIEDEN MET VISSERIJ
PRIORITAIR ZWAARTEPUNT 4 DUURZAME ONTWIKKELING VAN GEBIEDEN MET VISSERIJ EN AQUACULTUUR
Amendement 133 Artikel 42, lid 1
1. Het Fonds verleent, naast de overige communautaire instrumenten, bijstand voor duurzame ontwikkeling en verbetering van de levenskwaliteit in kustgebieden met visserij die daarvoor in aanmerking komen in het kader van een algemene strategie ter ondersteuning van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, met name rekening houdend met de sociaal-economische gevolgen.
1. Het Fonds verleent, naast de overige communautaire instrumenten, bijstand voor duurzame ontwikkeling en verbetering van de levenskwaliteit in gebieden met visserij die daarvoor in aanmerking komen, met name in perifere kustgebieden, in het kader van een algemene strategie ter ondersteuning van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, met name rekening houdend met de sociaal-economische gevolgen.
Amendement 135 Artikel 42, lid 3, alinea 2
Een kustgebied met visserij is in de regel kleiner dan NUTS III, ligt aan de kust van een zee of meer, of omvat een riviermonding waar visserij wordt bedreven. Het gebied moet in geografisch, oceanografisch, economisch en sociaal opzicht redelijk coherent zijn.
Een gebied met visserij en aquacultuur wordt gelijkgesteld met een gebied dat aan de kust van een zee of meer ligt, of een riviermonding omvat waar visserij of aquacultuur wordt bedreven. Het gebied moet in geografisch, oceanografisch, economisch en sociaal opzicht redelijk coherent zijn.
Amendement 136 Artikel 42, lid 3, alinea 3
Het gebied moet een geringe bevolkingsdichtheid kennen, alsmede significante werkgelegenheid in de visserijsector, afnemende visserij-activiteiten en gemeenten met niet meer dan 100 000 inwoners.
schrappen
Amendement 137 Artikel 43, lid 1, inleidende formule
1. Steun voor de duurzame ontwikkeling van kustgebieden met visserij kan worden toegekend voor:
1. Steun voor de duurzame ontwikkeling van gebieden met visserij en aquacultuur kan worden toegekend voor:
Amendement 138 Artikel 43, lid 1, letter (a)
(a) het herstructureren en heroriënteren van economische activiteiten, met name door stimulering van ecotoerisme, mits deze activiteiten niet leiden tot een verhoging van de visserij-inspanning;
(a) het herstructureren en heroriënteren van economische activiteiten, met name door stimulering van visserijgerelateerd toerisme, mits deze activiteiten niet leiden tot een verhoging van de visserij-inspanning;
Amendement 139 Artikel 43, lid 1, letter (b)
(b) het diversifiëren van activiteiten door stimulering van combinaties van beroepsactiviteiten voor mensen die in de visserijsector werkzaam zijn, via het scheppen van extra of vervangende werkgelegenheid buiten de visserijsector;
(b) het diversifiëren van activiteiten door stimulering van combinaties van beroepsactiviteiten voor mensen die in de visserij- en aquacultuursector werkzaam zijn, via het scheppen van extra of vervangende werkgelegenheid buiten de visserijsector;
Amendement 141 Artikel 43, lid 1, letter (d)
(d) ondersteuning van voorzieningen voor kleinschalige visserij en bevordering van toeristische activiteiten;
(d) ondersteuning van voorzieningen voor kleinschalige visserij en bevordering van toeristische activiteiten die verband houden met de visserij;
Amendement 142 Artikel 43, lid 2
2. Het Fonds kan, secundair en voor maximaal 15% van het betrokken zwaartepunt, financiële steun verlenen voor maatregelen ter bevordering en verbetering van de beroepsvaardigheden, het aanpassingsvermogen en de toegang tot werkgelegenheid van werknemers, in het bijzonder vrouwen, mits deze maatregelen integrerend deel uitmaken van een strategie voor duurzame ontwikkeling voor kustgebieden, en zij rechtstreeks verband houden met de in lid 1 beschreven maatregelen.
2. Het Fonds kan, op subsidiaire wijze en voor maximaal 20% van het betrokken zwaartepunt, financiële steun verlenen voor maatregelen ter bevordering en verbetering van de beroepsvaardigheden, het aanpassingsvermogen en de toegang tot werkgelegenheid van werknemers, in het bijzonder vrouwen, mits deze maatregelen integrerend deel uitmaken van een strategie voor duurzame ontwikkeling voor gebieden met visserij en aquacultuur, en zij rechtstreeks verband houden met de in lid 1 beschreven maatregelen.
Amendement 143 Artikel 43, lid 3
3.Uit hoofde van lid 1 verleende steun mag geen betrekking hebben op de vernieuwing of modernisering van vissersvaartuigen.
schrappen
Amendement 144 Artikel 43, lid 4
4. Begunstigden van steun als bedoeld in lid 1, onder a) en b), en in lid 2, moeten in de visserijsector werkzaam zijn of een van deze sector afhankelijk beroep uitoefenen.
4. Begunstigden van steun als bedoeld in lid 1, onder a) en b), en in lid 2, moeten in de visserij- of aquacultuursector werkzaam zijn of een van deze sectoren afhankelijk beroep uitoefenen.
Amendement 145 Artikel 43, lid 5
5. Indien een maatregel als bedoeld in dit artikel ook in aanmerking komt voor steun uit hoofde van een ander communautair instrument, moet de lidstaat bij de opstelling van zijn programma duidelijk maken of de maatregel door het Fonds dan wel door een ander communautair instrument wordt gesteund.
5. Indien een maatregel als bedoeld in dit artikel ook in aanmerking komt voor steun uit hoofde van een ander communautair instrument, moet de lidstaat bij de opstelling van zijn programma duidelijk maken of de maatregel door het Fonds dan wel door een ander communautair instrument wordt gesteund, en moet hij rekening houden met de noodzaak van synergie met andere fondsen, zoals het EFRO, teneinde de doelstellingen te bereiken die worden neergelegd in het Groenboek over de maritieme strategie.
Amendement 146 Artikel 43, lid 5 bis (nieuw)
5 bis. Financiële steun moet betrekking hebben op investeringen ter verbetering van de veiligheid aan boord van het vaartuig, de arbeidsomstandigheden, de hygiëne en de productkwaliteit, alsmede op investeringen ter verbetering van de selectiviteit van het vistuig.
Amendement 147 Artikel 44, titel
Deelname aan de duurzame ontwikkeling van kustgebieden met visserij
Deelname aan de duurzame ontwikkeling van gebieden met visserij en aquacultuur
Amendement 148 Artikel 44, lid 1
1. Acties ter ondersteuning van de duurzame ontwikkeling van kustgebieden met visserij moeten worden uitgevoerd door een daartoe opgerichte groep plaatselijke overheids- of particuliere partners, hierna "kustgroep" (KG) genoemd. Iedere KG, die volgens de wetgeving van de betrokken lidstaat is opgericht, moet op doorzichtige wijze worden geselecteerd op basis van een openbare oproep tot het indienen van voorstellen.
1. Acties ter ondersteuning van de duurzame ontwikkeling van gebieden met visserij en aquacultuur moeten worden uitgevoerd door de plaatselijke overheids- of semi-overheidsorganen of een daartoe opgerichte groep plaatselijke overheids- of particuliere partners, hierna "kustgroep" (KG) genoemd. Iedere KG, die volgens de wetgeving van de betrokken lidstaat is opgericht, moet op doorzichtige wijze worden geselecteerd op basis van een openbare oproep tot het indienen van voorstellen.
Amendement 149 Artikel 44, lid 2
2.De verantwoordelijkheid voor concrete acties op initiatief van KG's dient voor ten minste twee derde van de projecten te worden gedragen door de particuliere sector.
schrappen
Amendement 150 Artikel 45, lid 1, tweede alinea, letter g) bis (nieuw)
g bis) sociaal-economische en rechtstreeks aan de tenuitvoerlegging van het programma gekoppelde studies over de drastische gevolgen van herstelmaatregelen.
Amendement 151 Artikel 54, lid 4, letter (a)
(a) BTW;
(a) op welke manier dan ook aftrekbare BTW;
Amendement 152 Artikel 56, lid 1, letter i) bis (nieuw)
i bis) doelmatige terugvorderingsprocedures.
Amendement 153 Artikel 58, lid 1, letter j) bis (nieuw)
j bis) ervoor zorgen dat alle van de Gemeenschapsbegroting afkomstige bedragen die als gevolg van geconstateerde onregelmatigheden onverschuldigd betaald blijken te zijn, worden teruggevorderd, eventueel verhoogd met rente, een boekhouding bijhouden van de terug te vorderen bedragen en de teruggevorderde bedragen aan de Commissie terugbetalen, door ze in mindering te brengen op de volgende uitgavenstaat.
Amendement 154 Artikel 59, punt 6
6. ervoor te zorgen dat alle van de Gemeenschapsbegroting afkomstige bedragen die als gevolg van geconstateerde onregelmatigheden onverschuldigd betaald blijken te zijn, worden teruggevorderd, eventueel verhoogd met rente, een boekhouding bij te houden van de terug te vorderen bedragen en de teruggevorderde bedragen aan de Commissie terug te betalen, indien mogelijk door ze in mindering te brengen op de volgende uitgavenstaat.
schrappen
Amendement 155 Artikel 65, lid 4 bis (nieuw)
4 bis. De jaarverslagen en het eindverslag worden gepubliceerd.
Amendement 156 Artikel 74
De tussentijdse betalingen en de saldobetalingen worden berekend door het cofinancieringspercentage voor elke prioriteit toe te passen op de overheidsuitgaven die in het kader van die prioriteit zijn gecertificeerd op basis van een uitgavenstaat die is gecertificeerd door de voor de certificering verantwoordelijke autoriteit.
De tussentijdse betalingen en de saldobetalingen worden berekend door het cofinancieringspercentage voor elke prioriteit toe te passen op de overheidsuitgaven die in het kader van die maatregel zijn gecertificeerd op basis van een uitgavenstaat die is gecertificeerd door de voor de certificering verantwoordelijke autoriteit, of zij worden terugbetaald op basis van de werkelijk gedane uitgaven, gecertificeerd door de certificatie-autoriteit.
Amendement 157 Artikel 95, lid 5
5. Indien uit hoofde van een intrekking als bedoeld in lid 1 bedragen moeten worden teruggevorderd, leidt de bevoegde dienst of instantie een terugvorderingsprocedure in en stelt deze de certificerings- en beheersautoriteiten daarvan in kennis. Terugvorderingen moeten worden gemeld en verantwoord.
5. Indien uit hoofde van een intrekking als bedoeld in lid 1 bedragen moeten worden teruggevorderd, leidt de beheersautoriteit onmiddellijk een terugvorderingsprocedure in en stelt deze de certificerings- en beheersautoriteiten daarvan in kennis. Terugvorderingen moeten worden gemeld en verantwoord overeenkomstig de communautaire wetgeving.
Amendement 158 Bijlage II, groep 2
Maatregelen voor de duurzame ontwikkeling van kustgebieden met visserij (artikel 43), investeringen aan boord van vissersvaartuigen (artikel 27), investeringen in aquacultuur (artikel 30), investeringen in de verwerking en afzet van visserijproducten (artikel 34), afzetbevordering en ontwikkeling van nieuwe markten (artikel 39).
Maatregelen voor de duurzame ontwikkeling van gebieden met visserij en aquacultuur (artikel 43), investeringen aan boord van vissersvaartuigen (artikel 27), investeringen in aquacultuur (artikel 30), investeringen in de verwerking en afzet van visserijproducten (artikel 34), afzetbevordering en ontwikkeling van nieuwe markten (artikel 39); collectieve acties (art. 36); bouw (art. 33); vissershavens (art. 38); aanpassing of omschakeling van vissersvaartuigen (art. 41).
Amendement 159 Bijlage II, groep 3, inleidende formule
· In het kader van de plannen voor het aanpassen van de visserij-inspanning als bedoeld in artikel 23, onder a), eerste streepje:
· In het kader van de plannen voor het aanpassen van de visserij-inspanning als bedoeld in artikel 23, onder a):
Amendement 160 Bijlage II, groep 3, streepje 3 bis (nieuw)
- gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Artikel 41 bis)
Amendement 161 Bijlage II, groep 3, laatste deel
Maatregelen voor kleinschalige kustvisserij (artikel 27 bis, leden 3 en 4).
Maatregelen voor kleinschalige kustvisserij (artikel 27 bis).