Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2005/2002(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0307/2005

Ingediende teksten :

A6-0307/2005

Debatten :

PV 26/10/2005 - 2

Stemmingen :

PV 27/10/2005 - 5.3

Aangenomen teksten :

P6_TA(2005)0410

Aangenomen teksten
PDF 250kWORD 74k
Donderdag 27 oktober 2005 - Straatsburg
Ontwerp van algemene begroting 2006 (afdelingen I, II, IV, V, VI, VII, VIII)
P6_TA(2005)0410A6-0307/2005

Resolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2006, Afdeling I – Europees Parlement, Afdeling II – Raad, Afdeling IV – Hof van Justitie, Afdeling V – Rekenkamer, Afdeling VI – Europees Economisch en Sociaal Comité, Afdeling VII – Comité van de Regio's, Afdeling VIII (A) – Europese Ombudsman, Afdeling VIII (B) – Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (C6-0300/2005 – 2005/2002(BUD))

Het Europees Parlement,

–   gelet op artikel 272 van het EG-Verdrag,

–   gelet op Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen(1),

–   gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure(2),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 9 maart 2005 over de richtsnoeren voor de afdelingen II, IV, V, VI, VII, VIII (A) en VIII (B) en het voorontwerp van raming (afdeling I) de voorlopige raming van het Europees Parlement voor de begrotingsprocedure 2006(3),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 mei 2005 over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2006(4),

–   gezien het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2006, ingediend door de Commissie op 27 april 2005 (COM(2005)0300),

–   gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2006, opgesteld door de Raad op 15 juli 2005 (C6-0300/2005),

–   gelet op artikel 69 en bijlage IV van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de adviezen van de Commissie internationale handel, de Commissie begrotingscontrole, de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Commissie verzoekschriften (A6-0307/2005),

A.   overwegende dat in de huidige financiële vooruitzichten het plafond voor rubriek 5 (administratieve uitgaven) voor het begrotingsjaar 2006 is vastgesteld op 6 708 miljoen EUR tegen de huidige prijzen,

B.   overwegende dat in het voorontwerp van begroting (VOB) voor 2006 een marge van ongeveer 10,2 miljoen EUR is overgelaten onder het plafond van rubriek 5 van de financiële vooruitzichten voor het begrotingsjaar 2006,

C.   overwegende dat de Raad in zijn ontwerpbegroting (OB) een marge van ongeveer 130,1 miljoen EUR onder het plafond van rubriek 5 voor 2006 heeft overgelaten en de uitgaven derhalve met 119,9 miljoen EUR heeft verlaagd,

D.   overwegende dat de raming van het Parlement op 1 341,6 miljoen EUR was vastgesteld, hetgeen overeenstemt met het plafond van 20% voor rubriek 5,

E.   overwegende dat in zijn reeds aangehaalde resolutie van 12 mei 2005 over de raming van het Parlement gewezen wordt op het belang om de beginselen van gezond financieel beheer en begrotingsdiscipline op de huishoudelijke uitgaven van het Parlement toe te passen,

Algemeen

1.   herhaalt eens te meer dat het de Europese instellingen van de nodige middelen wil voorzien om de uitbreiding van 2004 te consolideren, de volgende uitbreiding voor te bereiden en de instellingen goed te laten functioneren;

2.   roept alle instellingen ertoe op de beschikbare middelen oordeelkundig in te zetten voor een optimaal resultaat bij het uitvoeren van hun kerntaken en voor het realiseren van de prioriteiten die zij stellen;

3.   is van oordeel dat de gevraagde posten voor het aantrekken van personeel uit de lidstaten die in 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, volledig moeten worden ingevuld; verzoekt alle instellingen de oorzaken van mogelijke vertraging bij aanwervingen of van het onvervuld blijven van vacatures te analyseren en door middel van bijzondere maatregelen aan te pakken;

4.   schaart zich achter de eis van de Raad voor een strikte begrotingsdiscipline bij de huishoudelijke uitgaven, maar is van oordeel dat daarbij toch de werkelijke behoeften van iedere instelling apart moeten worden bekeken; bekritiseert de Raad voor zijn ongedifferentieerde lineaire besnoeiingen wat het aantal posten en de omvang van de middelen betreft en vindt zich dan ook niet in de aanpak van de Raad;

5.   is voorstander van het hanteren van een redelijke marge onder het plafond van rubriek 5 (administratieve uitgaven); stelt voor om van de door de Raad in eerste lezing voorgestelde besnoeiing met 15,1 miljoen EUR op de begrotingen van de overige instellingen (exclusief Parlement en Raad), een bedrag van 7,7 miljoen EUR weer op te nemen;

Afdeling I - Europees Parlement
Hoogte van de begroting

6.   neemt kennis van het voorstel van het Bureau om de begroting op het plafond van 20% voor rubriek 5 te brengen, hetgeen overeenstemt met een totale stijging van de begroting van het Parlement met 6,1% in vergelijking met de begroting 2005, wat boven de gemiddelde stijging van de administratieve uitgaven van rubriek 5 van de ontwerpbegroting met 4,5% ligt; bevestigt het traditionele aandeel van het Parlement in de begroting, dat overeenkomt met 20% van rubriek 5; beklemtoont dat het Parlement zich met succes aan dit zichzelf opgelegde plafond heeft gehouden en forse besparingen heeft bereikt dank zij vervroegde betalingen voor het "onroerendgoedbeleid";

7.   herinnert eraan dat de afgelopen jaren stelselmatig voor forse bedragen collectieve overschrijvingen hebben plaatsgevonden en kredieten zelfs zijn vervallen; is van mening dat dit geen consequent begrotingsbeleid kan worden genoemd; wijst erop dat er voor het jaar 2004 voor meer dan 150 miljoen EUR collectieve overschrijvingen hebben plaatsgevonden en 27 miljoen EUR zijn vervallen en dat het overschot voor 2005 op 98 miljoen EUR wordt geraamd;

8.   besluit tot opneming in de reserve van de "Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling" (post 2009) van een bedrag van 15 miljoen EUR om de aankoop van onroerend goed te kunnen blijven realiseren;

9.   is het erover eens dat niet bestede bedragen binnen de 20% van rubriek 5 met de volle steun van de Begrotingscommissie door middel van gewijzigde begrotingen worden vrijgemaakt om over financiële middelen voor de aankoop van onroerend goed te kunnen beschikken;

10.   verwijst naar zijn verklaring in paragraaf 27 van zijn reeds aangehaalde resolutie van 12 mei 2005 over de raming van het Parlement dat de totale begroting van het Parlement na grondig onderzoek op basis van gerechtvaardigde, reële behoeften moet worden vastgesteld; raamt na een zorgvuldige afweging dat er voor de begroting voor 2006 ruimte is om de begroting van het Parlement met 20 miljoen EUR onder het plafond van 20% van rubriek 5 te verminderen zonder het goed functioneren van het Europees Parlement te belemmeren; besluit derhalve de begroting van het Parlement voor 2006 op 1 321,6 miljoen EUR vast te stellen; benadrukt dat dit geen precedent vormt om het recht van het Parlement in te perken om in de volgende jaren van de 20% van rubriek 5 gebruik te maken;

11.   is van oordeel dat voorzichtigheid geboden is wat het vaststellen van nieuwe prioriteiten aangaat om de dekking van de financiële behoeften van het Parlement op lange termijn te kunnen waarborgen; wijst erop dat de inwerkingtreding van het nieuwe statuut van de leden vanaf medio 2009 naar verwachting ongeveer 100 miljoen EUR per jaar zal kosten;

Voorlichtings- en communicatiebeleid

12.   is van mening dat het voorstel van het Bureau om 50 miljoen EUR in een reserve voor voorlichting op te nemen en een bijkomend bedrag van 17,2 miljoen EUR in de reserve voor onvoorziene uitgaven te plaatsen niet spoort met de huidige fase in de vaststelling van nieuwe politieke prioriteiten en evenmin met het beginsel van begrotingsdiscipline;

13.   herhaalt nogmaals dat het voorlichtings- en communicatiebeleid een van de prioriteiten van het Parlement is en steunt investeringen om de communicatie tussen de EU-burgers en het Parlement te verbeteren; heeft besloten 20 miljoen EUR in een reserve voor voorlichting en communicatie te plaatsen voor het verbeteren van de communicatie van het Parlement met de burger;

14.   constateert dat om een beter beeld te geven van zijn werkzaamheden meer gebruik moet worden gemaakt van de moderne (audiovisuele) media en dat de debatten in de plenaire vergadering begrijpelijker en aantrekkelijker gestructureerd moeten worden;

15.   verwijst naar de prioriteiten die zijn aangegeven in de paragrafen 11 en 12 van zijn reeds aangehaalde resolutie van 12 mei 2005 over de raming van het Parlement, voornamelijk om de Dienst bezoekers te verbeteren en de rol van de Voorlichtingsbureaus te versterken ten einde de voorlichtingsactiviteiten in de lidstaten te decentraliseren, in het bijzonder om het contact van de leden met de burgers te vergemakkelijken;

16.   stelt dat alle voorstellen dan ook duidelijkheid moeten verschaffen over de kostprijs en de financiële behoeften op middellange termijn; hamert erop dat bij nieuwe projecten in het kader van het voorlichtings- en communicatiebeleid moet worden voorzien in passende regelingen voor het houden van toezicht, met inschakeling van de organen en de fracties van het Parlement;

Uitbreiding

17.   steunt de verdere verbetering van de talenvoorzieningen voor de leden; maakt zich zorgen over het grote aantal onvervulde vacatures op dit gebied en is van mening dat deze kwestie de nodige aandacht moet krijgen; vraagt de administratie tegen 30 november 2005 met specifieke voorstellen te komen;

18.   bevestigt de volgende maatregelen in verband met de uitbreiding:

   · zoals eerder in de raming al is besloten, instelling van 113 posten (77 A*, 14 B* en 22 C*) bij het Secretariaat-generaal van het Parlement en 22 posten (10 A*, 4 B* en 8 C*) bij de fracties in het organigram voor 2006;
   · van de posten die werden ingesteld in verband met de uitbreiding van mei 2004 worden 12 D*-posten omgezet in C*;
   · opwaardering van vijf A*5-posten tot A*9 en vijf A*5 tot A*12, zodat er ambtenaren uit de landen van de uitbreiding van mei 2004 op het niveau van het middenkader kunnen worden aangeworven;

19.   heeft besloten om bovenop het al in de raming opgenomen bedrag van 13,8 miljoen EUR nog 9 726 000 EUR extra uit te trekken in verband met de voorbereidingen op de toetreding van Roemenië en Bulgarije:

   · 3 850 000 EUR in post 1400 "Andere personeelsleden",
   · 900 000 EUR in post 1402 "Conferentietolken",
   · 440 000 EUR in post 1420 "Externe dienstverlening",
   · 1 136 000 EUR in post 2001 "Erfpacht",
   · 1 400 000 EUR in post 2007 "Inrichting van dienstruimten",
   · 2 000 000 EUR in post 4000 "Lopende administratieve huishoudelijke uitgaven en uitgaven voor politieke en voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-ingeschreven leden";

Meer gedetailleerde opmaak van de begroting

20.   wenst een betere presentatie van de inkomsten uit leningen of huur of uit het verlenen van diensten, die duidelijk af te lezen moeten zijn uit de staat van ontvangsten in de begroting van het Parlement;

21.   stelt voor een aparte lijn voor de voorlichtingsbureaus op te nemen en vraagt om het aantal daarvoor bestemde personeelsleden in een voetnoot bij het organigram van het Parlement te vermelden;

22.   vraagt dat de kosten van dienstreizen voor opleiding in een aparte begrotingslijn worden vermeld;

Gebouwenbeleid

23.   betreurt dat het Bureau geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek om bijgewerkte plannen voor de aanschaf van gebouwen, inclusief voor de aankoop van ruimte voor de voorlichtingsbureaus te presenteren; vraagt om de gevraagde informatie tegen 30 november 2005 te bezorgen; stelt dat het Parlement over duidelijkheid moet beschikken wat het gebouwenbeleid betreft om de nodige financiële planning te kunnen bepalen;

Personeelsbeleid

24.   betreurt dat bij het verzoek van het Bureau voor 112 nieuwe posten die los staan van de uitbreiding, geen rekening wordt gehouden met de mogelijkheid om bestaande posten te herschikken zoals in paragraaf 6 van zijn reeds aangehaalde resolutie van 12 mei 2005 over de raming van het Parlement staat;

25.   herhaalt zijn verzoek om tegen 30 november 2005 een rapport over te leggen met gedetailleerde informatie over het huidige aantal contractuele en tijdelijke personeelsleden en een vergelijking met de situatie vóór en na de invoering van het nieuwe statuut; noemt de informatie die in het vorige rapport stond, te bondig en te algemeen;

26.   verzoekt de administratie van het Parlement precieze informatie over het aantal contractuelen bij het Secretariaat-generaal en de fracties, alsook over al het personeel van de voorlichtingsbureaus te verstrekken in het voorstel voor het voorontwerp van raming van het Parlement;

27.   heeft besloten de volgende maatregelen te nemen met betrekking tot het organigram:

   a) instelling van 18 A*-posten om meertalige sites op het internet te kunnen bijhouden;
   b) instelling van 46 posten (21 A*, 1 tijdelijke A*, 19 B* en 5 C*)voor alle overige prioriteitsgebieden, zoals het milieubeheer- en milieuauditsystemen (EMAS), de Veiligheidsdienst, het directoraat informatietechnologie, ondersteuning van parlementaire diensten, het DG extern beleid, het DG voorlichting, het DG personeelszaken, het DG infrastructuur en vertolking, het DG financiën, uitbreiding met 4 tijdelijke posten (3 A* en 1 C*) in de Juridische Dienst, en omzetting van 6 A*-posten bij het DG Voorlichting van tijdelijke in vaste posten;
   c) technische opwaardering van 60 A*5-posten tot A*12, 39 B*3-posten tot B*11 en 91 C*1-posten tot C*7 om overgang tussen de instellingen te vergemakkelijken;
   d) de nodige opwaarderingen voor de uitvoering van het bevorderingsbeleid van het Parlement en voor de correcte toepassing van het nieuwe personeelsstatuut, waarbij een nieuwe structuur van categorieën is ingevoerd, onderverdeeld als volgt: 245 A*-rangen, 87 B*-rangen, 573 C*-rangen en 35 D*-rangen;
  e) bijkomende opwaarderingen bij de fractiesecretariaten om dezelfde redenen:
   · 6 A*12 tot A*13, 4 A*11 tot A*12, 6 A*10 tot A*11, 1 A*9 tot A*10, 1 A*8 tot A*9, 10 A*6 tot A*7, 1 A*5 tot A*7, 7 A*5 tot A*6, 2 B*10 tot B*11, 1 B*8 tot B*10, 3 B*8 tot B*9, 5 B*7 tot B*8, 2 B*6 tot B*7, 2 B*5 tot B*6, 13 B*3 tot B*4, 2 C*6 tot C*7, 1 C*5 tot C*6, 1 C*3 tot C*4, 5 C*1 tot C*2, 1 D*4 tot C*4, 1 D*3 tot C*4;
   · schrapping van de volgende opwaarderingen uit de raming: 2 A*6 tot A*9;
   f) een bevordering ad personam van A*14 tot A*15 voor een ambtenaar met een lange staat van dienst;
  g) opwaardering van de volgende tijdelijke posten:
   · Secretariaat-generaal van het Parlement: 1 A*12 tot A*13 bij de Medische Dienst;
   · secretariaat van de niet-ingeschreven leden: 3 C* tot 3 B*;
  h) technische aanpassingen in verband met de speciale regeling voor vervroegde uittreding:
   · Secretariaat-generaal van het Parlement: 1 B*7 tot B*8, 3 B*3 tot B*5 en 1 C*5 tot C*6;
   · fracties: 1 A*5 tot A*12, 1 B*10 tot B*8, 1 B*7 tot B*6 en 1 C*1 tot B*3;

28.   stelt dat de administratie van het Parlement zich volledig dient te houden aan de gedragscode voor het te werk stellen van mensen met een handicap;

Diversen

29.   heeft besloten een p.m.-vermelding op te nemen voor het debat over de toekomst van Europa in afwachting van het resultaat van de beraadslagingen van de Conferentie van voorzitters;

30.   verzoekt zijn administratie de mogelijkheid te onderzoeken om een opleidingsprogramma tot stand te brengen om een aantal stagiairs binnen het Parlement een opleiding te geven; verzoekt de secretaris-generaal een rapport hierover over te leggen; stelt voor om in de reserve 5 posten (1 A* en 4 B*) voor beroepsopleiding in te stellen en een nieuwe begrotingslijn 1407 opleidingsvergoeding (opleidingsprogramma van het Europees Parlement) met een p.m.-vermelding op te nemen;

31.   vraagt de functionarissen op de nieuwe posten voor EMAS de mogelijkheden te onderzoeken om het Parlement minder milieuvervuilende voertuigen te laten gebruiken;

32.   heeft tot een aantal aanpassingen besloten op andere gebieden waarop zich ontwikkelingen hebben voorgedaan sinds de vaststelling van de raming:

   · een p.m.-vermelding bij post 3222/02 (Uitgaven voor archieven: verwerken van persoonlijke archieven die leden van het Europees Parlement hebben opgebouwd en overgedragen in de vorm van een schenking of een legaat aan het Europees Parlement), met dien verstande dat er kredieten naar de begrotingslijn kunnen worden overgedragen zodra het Bureau de evaluatie van het archiefbeleid heeft afgerond;
   · verhoging van het krediet voor post 3200/02 (Verwerving van expertise: deskundigen en andere personen die bij het extern beleid van de EU worden betrokken) met 65 000 EUR;

33.   wijst op de vorderingen in het kader van de administratieve hervorming 'Raising the Game' die tot doel heeft de leden beter bij te staan bij hun wetgevende werkzaamheden in de uitgebreide Europese Unie; verzoekt de secretaris-generaal en het Bureau de werking van de commissiesecretariaten regelmatig te beoordelen, en dringt erop aan dat de commissievoorzitters volledig worden ondersteund bij de uitvoering van hun taken; moedigt de secretaris-generaal aan de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de leden en de parlementaire commissies hun grotere bevoegdheden in het kader van de wetgevende rol van het Parlement kunnen uitoefenen;

34.   verzoekt het Bureau manieren te bestuderen om de stijging van de energiekosten te beperken door onder meer het Japanse initiatief te volgen om in de zomer van het dragen van colberts en dassen op het werk af te zien, waardoor minder intensieve airconditioning noodzakelijk is;

35.   wijst op het belang van dagelijkse sportbeoefening voor de gezondheid van leden en personeel; vraagt het Bureau om een beoordeling van het functioneren van het Sportcentrum en daarbij met name in te gaan op de geboden diensten en het prijsbeleid van het Centrum, met inachtneming van de openingstijden;

36.   verzoekt het Bureau naar een verdere verbetering van zijn opleidingsbeleid te kijken, waaronder het taalonderricht voor de leden;

Overige instellingen

37.   heeft nieuwe posten ingesteld in verband met de volgende uitbreiding om ervoor te zorgen dat tegemoet wordt gekomen aan de behoeften van de instellingen; heeft door de Raad verlaagde kredieten ten dele opnieuw opgenomen om de instellingen behoorlijk te laten functioneren;

38.   hecht zijn goedkeuring aan de opwaarderingen in verband met de loopbaanontwikkeling in het kader van het nieuwe personeelsstatuut, die de instellingen hebben gevraagd en die de Raad in de ontwerpbegroting heeft opgenomen;

Afdeling II - Raad

39.   maakt zich zorgen over de kredieten voor uitgaven voor activiteiten in het kader van het GBVB, evenals over de opneming van tal van nieuwe begrotingslijnen voor activiteiten in het kader van het EVDB/GBVB; hamert er nogmaals op dat de begrotingen van de overige instellingen de huishoudelijke uitgaven moeten dekken;

40.   neemt kennis van de instelling van 161 nieuwe posten (1 A*15, 4 A*12, 6 A*11, 1 A*10 T, 8 A*9, 12 A*7, 58 A*5, 2 B*7, 6 B*6, 17 B*3, 23 C*4, 23 C*1) en de overdracht van 1 C*1-post naar de Commissie;

Afdeling IV - Hof van Justitie

41.   verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zijn administratieve beschikking van 31 maart 2004 uiterlijk 1 november 2005 zodanig te wijzigen dat het particuliere gebruik van dienstauto's niet langer is toegestaan;

42.   heeft tot de volgende maatregelen met betrekking tot het organigram besloten:

   - instelling van 5 nieuwe vaste posten (4 B*3 en 1 C*1) bovenop de 22 nieuwe posten (2 A*14 T, 2 A*12 T, 3 A*11 T, 1 A*10 T, 4 A*6, 1 A*5, 1 B*5 T, 3 B*3, 3 B*3 T, 2 C*1, waarvan 18 voor het nieuwe Gerecht voor ambtenarenzaken) die de Raad al in de ontwerpbegroting heeft opgenomen;
   - instelling van 16 vaste posten voor Roemenië en Bulgarije (10 A*7, 2 B*3 en 4 C*1);

43.   wijst erop dat over het definitieve aantal posten voor het nieuwe Gerecht voor ambtenarenzaken al in de loop van 2005 een besluit wordt genomen;

44.   heeft besloten de kredieten die de Raad in de ontwerpbegroting heeft opgenomen met 3 398 000 EUR te verhogen, hoofdzakelijk voor salarissen, externe vertalingen en informatietechnologie;

Afdeling V - Rekenkamer

45.   verzoekt de Europese Rekenkamer zijn administratieve beschikking van 15 juni 2004 uiterlijk 1 november 2005 zodanig te wijzigen dat het particuliere gebruik van dienstauto's niet langer is toegestaan;

46.   heeft tot de volgende maatregelen met betrekking tot het organigram besloten:

   - instelling van 4 nieuwe vaste posten (4 B*3) bovenop de 11 nieuwe posten (10 A*6 en 1 B*3) die de Raad al in de ontwerpbegroting heeft opgenomen en schrapping van 1 tijdelijke A*12-post;

47.   heeft besloten de door de Raad in de ontwerpbegroting beschikbaar gestelde kredieten met 1 555 000 EUR te verhogen, hoofdzakelijk voor salarissen;

Afdeling VI - Europees Economisch en Sociaal Comité

48.   heeft tot de volgende maatregelen met betrekking tot het organigram besloten:

   - instelling van 7 nieuwe vaste posten (7 B*3) bovenop de 28 nieuwe posten (1 A*12, 23 A*6 en 4 B*3) die de Raad al in de ontwerpbegroting heeft opgenomen;

49.   heeft besloten de door de Raad in de ontwerpbegroting beschikbaar gestelde kredieten met 1 190 000 EUR te verhogen, hoofdzakelijk voor salarissen en aanpassingen in verband met uitgaven voor gebouwen;

Afdeling VII - Comité van de Regio's

50.   constateert tot zijn tevredenheid dat de werkzaamheden aan het Belliard-gebouw op 15 juni 2004 werden voltooid en waardeert het feit dat het Comité van de regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité het Parlement gezamenlijk regelmatig van de voortgang van de bouwwerkzaamheden op de hoogte hebben gehouden; wenst dat deze twee comités Sicabel, het adviesbureau dat vanaf het begin van het renovatieproject toezicht hield op de bouwwerkzaamheden, om een rapport vragen waarin wordt bevestigd dat het project overeenkomstig het contract en de bijlagen daarvan werd uitgevoerd; verlangt dat dit rapport vóór 1 maart 2006 aan het Parlement wordt voorgelegd;

51.   heeft tot de volgende maatregelen met betrekking tot het organigram besloten:

   instelling van 11 nieuwe posten (6 vaste B*3, 2 tijdelijke B*3 en 3 C*1) bovenop de 20 posten (1 A*12, 18 A*6 waarvan 14 taalgerelateerde posten en 1 tijdelijke A*6) die de Raad al in de ontwerpbegroting heeft opgenomen;

52.   heeft besloten de door de Raad in de ontwerpbegroting beschikbaar gestelde kredieten met 1 259 500 EUR te verhogen, hoofdzakelijk voor salarissen en aanpassingen in verband met uitgaven voor gebouwen;

Afdeling VIII (A) - Europese Ombudsman

53.   heeft tot de volgende maatregelen met betrekking tot het organigram besloten:

   - instelling van 2 nieuwe tijdelijke posten (2 B*3), bovenop de 4 nieuwe posten (3 A*5 en 1 C*1) die de Raad al in de ontwerpbegroting heeft opgenomen;

54.   heeft besloten de door de Raad in de ontwerpbegroting beschikbaar gestelde kredieten met 173 056 EUR te verhogen;

Afdeling VIII (B) - Europese toezichthouder voor gegevensbescherming

55.   heeft tot de volgende maatregelen met betrekking tot het organigram besloten:

   - instelling van 2 nieuwe vaste posten (1 B*8 en 1 C*6) bovenop de 3 nieuwe posten (3 A*8) die de Raad al in de ontwerpbegroting heeft opgenomen;

56.   heeft besloten de door de Raad in de ontwerpbegroting beschikbaar gestelde kredieten met 136 600 EUR te verhogen;

o
o   o

57.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, samen met de amendementen op de Afdelingen I, II, IV, V, VI, VII, VIII (A) en VIII (B) van het ontwerp van algemene begroting, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie alsmede aan de overige betrokken instellingen en organen.

(1) PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42.
(2) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord bij Besluit 2003/429/EG (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).
(3) Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0067.
(4) Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0181.

Juridische mededeling - Privacybeleid