Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0563/2005

Debatten :

PV 27/10/2005 - 9.2

Stemmingen :

PV 27/10/2005 - 10.2

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 119kWORD 39k
Donderdag 27 oktober 2005 - Straatsburg
Oezbekistan
P6_TA(2005)0415RC-B6-0563/2005

Resolutie van het Europees Parlement over Oezbekistan

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de Centraal-Aziatische republieken en Oezbekistan, met name zijn resolutie van 9 juni 2005(1),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 28 april 2005 over het jaarverslag over mensenrechten in de wereld in 2004 en het mensenrechtenbeleid van de EU(2),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 24 februari 2005 over de prioriteiten en aanbevelingen van de EU voor de 61ste zitting van de VN-Commissie voor de rechten van de mens in Genève (19 maart tot en met 22 april 2005)(3),

–   gezien het verslag van het Bureau voor democratische instellingen en mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa over de gebeurtenissen in Andijan,

–   gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Oezbekistan anderzijds, die op 1 juli 1999 in werking is getreden,

–   gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 mei, 13 juni, 18 juli en 3 oktober 2005,

–   gezien het strategisch document 2002-2006 van de Commissie over Centraal-Azië

–   gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat de regering van Oezbekistan nog geen toestemming heeft gegeven voor een onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen in Andijan op 13 mei 2005, waar volgens berichtgeving van mensenrechtenorganisaties een onbepaald aantal burgers, volgens sommige getuigen meerdere honderden, met vuurwapens doodgeschoten zijn door de "veiligheidstroepen van de regering" en dat een nog groter aantal mensen gewond is geraakt,

B.   overwegende dat internationale mensenrechtenorganisaties geprotesteerd hebben tegen de arrestatie van duizenden mensen om de zaak in de doofpot te stoppen, dat de gearresteerden ernstig gevaar lopen slachtoffer te worden van martelpraktijken en andere mishandelingen en dat tegen velen de doodstraf is geëist en dat zij het risico lopen ter dood te worden veroordeeld na een oneerlijk proces,

C.   overwegende dat de meeste onafhankelijke plaatselijke journalisten en pleitbezorgers van de mensenrechten geïntimideerd worden door de veiligheidstroepen of het land uit gejaagd zijn,

D.   overwegende dat de Oezbeekse autoriteiten hebben besloten tot uitstel van de zesde Parlementaire samenwerkingscommissie EU-Oezbekistan in het kader waarvan een EP-delegatie naar Andijan wilde reizen om NGO's en mensen die betrokken waren bij de gebeurtenissen te ontmoeten,

E.   overwegende dat er momenteel in Tasjkent 15 mensen terechtstaan op beschuldiging van poging tot staatsgreep en vestiging van een islamitische staat omdat zij aan het hoofd stonden van de gewapende opstand in Andijan,

F.   overwegende dat Leandro Despouy, speciale VN-rapporteur over de onafhankelijkheid van rechters en advocaten, zijn twijfel heeft geuit over de eerlijkheid van het proces en heeft geëist te worden toegelaten tot de beschuldigden,

G.   overwegende dat 439 Oezbeekse vluchtelingen die na de opstand van 13 mei 2005 zijn gevlucht naar de Kirgizische grens zijn overgebracht naar een VN-kamp in Roemenië; overwegende dat de situatie van de overige vluchtelingen onduidelijk blijft,

H.   overwegende dat de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld een eerste stap is om in een land te zorgen voor een functionerende democratie, stabiliteit en sociale samenhang, hetgeen van essentieel belang is om het gevaar van religieus extremisme effectief te bestrijden,

I.   overwegende dat een maatschappelijk middenveld in Oezbekistan, alsmede in de buurlanden, een opener samenleving vereist, waarin individuele vrijheden en mensenrechten volledig worden geëerbiedigd, alsmede werkelijke vooruitgang in het democratiseringsproces,

1.   dringt er bij de Commissie op aan om het jaarlijks bedrag in de EU-begroting voor "nationale projecten en institutionele opbouw" in Oezbekistan in de reserve op te nemen, waarbij humanitaire hulp onverlet gelaten moet worden;

2.   veroordeelt de regering van Oezbekistan omdat deze weigert transparantie te verschaffen en zich afsluit voor contact met de buitenwereld en benadrukt hoe belangrijk het is dat een internationale onderzoekscommissie onmiddellijk helderheid verschaft over de omstandigheden waaronder de gebeurtenissen van mei 2005 in de regio Andijan hebben plaatsgevonden en de lopende processen in alle vrijheid bijwoont;

3.   herhaalt het belang van de betrekkingen tussen de EU en Oezbekistan en de voortzetting van de dialoog en erkent de cruciale rol van Oezbekistan in de Centraal-Aziatische regio, maar benadrukt dat die betrekkingen gebaseerd moeten zijn op wederzijdse eerbiediging van democratie, rechtsstaat en mensenrechten zoals neergelegd in de reeds aangehaalde partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst EU/Oezbekistan;

4.   is verheugd over het besluit van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 3 oktober 2005 om een embargo in te stellen op de export naar Oezbekistan van wapens en militaire apparatuur en ander materieel dat gebruikt kan worden voor binnenlandse repressie, om de toegang tot de EU te beperken van Oezbeekse personen die direct verantwoordelijk zijn voor de repressie in Andijan en om onmiddellijk alle technische vergaderingen op te schorten die in het kader van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst plaatsvinden, alsmede over de heroriëntering en verlaging door de Commissie van haar TACIS-programma om meer aandacht te kunnen besteden aan de behoeften van de bevolking, democratie, mensenrechten en om de banden met het maatschappelijk middenveld in Oezbekistan te steunen;

5.   dringt er bij de regering van Oezbekistan op aan alle pleitbezorgers van de mensenrechten, journalisten en leden van oppositiepartijen die nog steeds gevangen worden gehouden vrij te laten en in staat te stellen hun werk in alle vrijheid te verrichten, zonder vrees voor vervolging en een einde te maken aan het dwarsbomen van NGO's;

6.   eist dat de persvrijheid hersteld wordt en dat de gerechtelijke maatregelen die genomen zijn tegen nationale media en tegen NGO's die zich in wensen te zetten voor pluriforme berichtgeving, worden ingetrokken; veroordeelt iedere belemmering van de vrijheid van meningsuiting van de burgers;

7.   dringt erop aan dat het proces tegen personen die beschuldigd zijn van het voorbereiden van een staatsgreep om de Oezbeekse regering omver te werpen volledig in overeenstemming met het internationaal recht wordt gevoerd en dat het wordt opengesteld voor onafhankelijke waarnemers aan wie volledige toegang tot het proces verleend moet worden; neemt nota van het besluit van de Oezbeekse regering om OVSE-waarnemers toe te laten tot deze processen;

8.   verwacht van de Oezbeekse autoriteiten dat zij hun medewerking verlenen aan een bezoek aan Andijan van de leden die deelnemen aan de zesde Parlementaire samenwerkingscommissie EU-Oezbekistan om in contact te komen met de oppositie, NGO's en de onafhankelijke media;

9.   verzoekt de Kirgizische autoriteiten gearresteerde vluchtelingen niet te deporteren zolang de Oezbeekse regering geen onafhankelijk en eerlijk proces kan garanderen en te garanderen dat humanitaire organisaties toegang tot de arrestanten krijgen;

10.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de speciale vertegenwoordiger van de EU voor Centraal-Azië, de president, de regering en het parlement van Oezbekistan en Kirgizstan, de secretaris-generaal van de VN en de secretaris-generaal van de OVSE.

(1) Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0239.
(2) Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0150.
(3) Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0051.

Juridische mededeling - Privacybeleid