Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (COM(2004)0830 – C6-0002/2005 – 2004/0284(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0830)(1),
– gelet op artikel 251, lid 2 en de artikelen 42 en 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0002/2005),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A6-0293/2005),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Standpunt van het Europees Parlement, in eerste lezing vastgesteld op 15 november 2005, met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2006 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op de artikelen 42 en 308,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Door de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 631/2004 van het Europees Parlement en van de Raad(3) zijn de procedures voor toegang tot verstrekkingen bij ziekte tijdens een tijdelijk verblijf in een andere lidstaat vereenvoudigd. Het is zinvol de toepassing van de vereenvoudigde procedures uit te breiden tot de bepalingen betreffende uitkeringen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten in Verordeningen (EEG) nr. 1408/71(4) en (EEG) nr. 574/72(5).
(2) Om rekening te houden met veranderingen in de wetgeving van bepaalde lidstaten, met name in de nieuwe lidstaten sinds de afsluiting van de toetredingsonderhandelingen, dienen de bijlagen bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 aangepast te worden.
(3) Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(4) Met het oog op de rechtszekerheid en om de gerechtvaardigde verwachtingen van de betrokkenen te beschermen, dient ervoor te worden gezorgd dat bepaalde bepalingen tot wijziging van bijlage III van Verordening (EEG) nr. 1408/71 met terugwerkende kracht gelden vanaf 1 mei 2004.
(5) Het Verdrag voorziet niet in andere bevoegdheden dan die uit hoofde van artikel 308 voor het nemen van passende maatregelen op het terrein van de sociale zekerheid voor andere personen dan werknemers,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I, II, II bis, III, IV en VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Verordening (EEG) nr. 574/72 wordt als volgt gewijzigd:
1) in artikel 60 worden de leden 5 en 6 geschrapt;
2) artikel 62 wordt vervangen door:
"
Artikel 62
Verstrekkingen ingeval de verblijfplaats in een andere lidstaat dan de bevoegde Staat ligt
1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen uit hoofde van artikel 55, lid 1, onder a) (i), van de verordening, legt een werknemer of zelfstandige aan de zorgverlener een door het bevoegde orgaan afgegeven document over waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen. Dit document wordt opgesteld overeenkomstig artikel 2. Indien de betrokkene niet in staat is een dergelijk document over te leggen, dient hij zich te richten tot het orgaan van zijn verblijfplaats, dat het bevoegde orgaan verzoekt om een verklaring waaruit blijkt dat de betrokkene recht heeft op verstrekkingen.
Een door het bevoegde orgaan afgegeven document betreffende het recht op verstrekkingen overeenkomstig artikel 55, lid 1, onder a) (i), van de verordening heeft, in ieder individueel geval, dezelfde bewijskracht ten aanzien van de zorgverlener als nationale bewijsstukken betreffende de rechten van personen die verzekerd zijn bij het orgaan van de woonplaats.
2. Artikel 60, lid 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.
"
3) artikel 63, lid 2, wordt vervangen door:
"
2. Artikel 60, lid 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.
"
4) in artikel 66, lid 1, worden de woorden "in de artikelen 20 en 21" vervangen door "in artikel 21";
5) in artikel 93, lid 1 worden de verwijzingen naar de artikelen 22 ter en 34 ter geschrapt.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Punt 5 (a) (ii) tot en met (ix) en punt 5 (b) (ii) en (iv) van de bijlage zijn van toepassing met ingang van 1 mei 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De Voorzitter De Voorzitter
BIJLAGE
De bijlagen bij Verordening (EEG) Nr. 1408/71 worden als volgt gewijzigd:
1. In bijlage I, deel II, wordt punt "V. SLOWAKIJE" vervangen door:
"
V. SLOWAKIJE
Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen op grond van hoofdstuk 1 van Titel III van de verordening wordt onder "gezinslid" een echtgenoot en/of een kind ten laste verstaan als gedefinieerd in de Wet betreffende kinderbijslag.";
"
2. In bijlage II, deel I, wordt punt "H. FRANKRIJK" vervangen door:
"
H. "H. FRANKRIJK
1. Aanvullende uitkeringsstelsels voor zelfstandigen in handwerks-, industriële of commerciële beroepen of de vrije beroepen, aanvullende ouderdomspensioenregelingen voor zelfstandigen in de vrije beroepen, aanvullende invaliditeits- of overlijdensverzekeringen voor zelfstandigen in de vrije beroepen, en aanvullende ouderdomspensioenregelingen voor artsen en andere werkers in de gezondheids zorg die in dienstverband werkzaam zijn, als respectievelijk bedoeld in de artikelen L 615-20, L 644-1, L 644-2, L 645-1 en L 723-14 van het Wetboek van Sociale Zekerheid.
2. Aanvullende ziekte- en moederschapsverzekeringsregelingen voor zelfstandigen in de landbouw, als bedoeld in artikel L 727-1 van het Agrarisch Wetboek.";
"
3. Bijlage II, deel II, wordt als volgt gewijzigd:
a) Punt "E. ESTLAND" wordt vervangen door:
"
E. "E. ESTLAND
a) Uitkering bij geboorte
b) Uitkering bij adoptie.";
"
b) Punt "L. LETLAND" wordt vervangen door:
"
L. "L. LETLAND
a) Geboortetoelage;
b) Uitkering bij adoptie van een kind
"
c)Punt "S. POLEN" wordt vervangen door:
"
S. POLEN
Aanvullende uitkering bij geboorte (Wet van 28 november 2003 betreffende gezinsbijslagen).";
"
4. Bijlage II bis wordt als volgt gewijzigd:
a) in punt "D. DUITSLAND" wordt de vermelding "Geen" vervangen door:
"
"Uitkeringen ter dekking van eerste levensbehoeften in het kader van de basisvoorziening voor werkzoekenden, tenzij voor deze uitkeringen voldaan wordt aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tijdelijke aanvullende uitkering na ontvangst van een werkloosheidsuitkering (artikel 24, lid 1, van Deel II van de Sociale Wet).";
"
b) Punt "L. LETLAND" wordt vervangen door:
"
L. "L. LETLAND
a) Overheidsprestatie in het kader van de sociale zekerheid (Socialebijstandswet van 1 januari 2003);
b) Uitkering ter compensatie van vervoerskosten van gehandicapten met verminderde mobiliteit (Socialebijstandswet van 1 januari 2003)";
"
c) Punt "S. POLEN" wordt vervangen door:
"
S. "S. POLEN
Sociaal pensioen (Wet van 27 juni 2003 betreffende sociale pensioenen).";
"
d) Punt "V. SLOWAKIJE" wordt vervangen door:
"
V. "V. SLOWAKIJE
Aanpassing van pensioenen als de enige bron van inkomsten die vóór 1 januari 2004 is toegekend.";
Onder punt "1. TSJECHIË-CYPRUS", wordt "geen" vervangen door:" "Artikel 32, lid 4, van het Verdrag inzake sociale zekerheid van 19 januari 1999.";"
iv)
Onder punt "10. OOSTENRIJK-SLOWAKIJE" wordt "niet van toepassing" vervangen door:" "Artikel 34, lid 3, van het Akkoord van 21 december 2001 betreffende de sociale zekerheid.";"
6. Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
a)
Deel A wordt als volgt gewijzigd:
i)
Onder het punt "B. TSJECHIË" wordt "geen" vervangen door:" "Volledig arbeidsongeschiktheidspensioen voor personen die volledig arbeidsongeschikt zijn geworden vóór het einde van hun achttiende levensjaar en die niet gedurende de vereiste periode verzekerd waren (Deel 42 van de Pensioenverzekeringswet nr. 155/1995 Coll.).";"
ii)Onder punt "X. ZWEDEN" wordt "geen" vervangen door:
"
"Wetgeving inzake inkomensgerelateerde uitkeringen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (hoofdstuk 8 van Wet 1962: 381 inzake de algemene verzekering, als gewijzigd versie)
"
b)
Deel C wordt als volgt gewijzigd:
i)
Het punt "B. TSJECHIË" wordt vervangen door:" B. TSJECHIË
Invaliditeits- (volledig en gedeeltelijk) en nabestaanden- (weduwen-, weduwnaars- en wezen-) pensioenen indien die niet gebaseerd zijn op het ouderdomspensioen waarop de overledene op het moment van overlijden aanspraak kon maken."
ii)
Onder het punt "E. ESTLAND", wordt "geen" vervangen door:"
-
tijdvakken van verzekering zijn vervuld in Estland in de periode tot en met 31 december 1998;
-
de persoonlijke sociale bijdragen die de aanvrager overeenkomstig de Estlandse wetgeving heeft betaald ten minste gelijk zijn aan de gemiddelde sociale bijdragen voor het betreffende verzekeringsjaar.
"
c)
In Deel D wordt punt 2) g) vervangen door:"
g)
De Slowaakse invaliditeitspensieonen en de daarvan afgeleide nabestaandenpensioenen;
"
7. Bijlage VI, punt "Q. NEDERLAND" wordt als volgt gewijzigd:
a)
Punt 4) (b) wordt vervangen door:" b) Indien een belanghebbende met toepassing van het bepaalde onder a) aanspraak kan maken op een Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt zijn uitkeringsbedrag berekend volgens artikel 46, lid 2, van de verordening:
i)
overeenkomstig de bepalingen van en op de voorwaarden gesteld in de WAO, indien belanghebbende, voorafgaande aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid, laatstelijk werkzaamheden heeft verricht als werknemer in de zin van artikel 1, onder a), van de verordening;
ii)
overeenkomstig de bepalingen van en op de voorwaarden gesteld in de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ), indien belanghebbende, voorafgaande aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid, laatstelijk werkzaamheden heeft verricht in een andere hoedanigheid dan die van werknemer in de zin van artikel 1, onder a), van de verordening.
"
b)
Punt 7 wordt vervangen door:" 7. Voor de toepassing van titel II van de verordening wordt de persoon die als werknemer in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt aangemerkt en op grond daarvan verzekerd is voor de volksverzekeringen, geacht werkzaamheden in loondienst te verrichten."
PB L 149 van 5.7.1971, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 631/2004 en ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de toepassingsverordening voor Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 200 van 7.6.2004, blz. 1).