Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0584/2005

Debatten :

Stemmingen :

PV 16/11/2005 - 5.3

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 19kWORD 44k
Woensdag 16 november 2005 - Straatsburg
Noordelijke dimensie
P6_TA(2005)0430RC-B6-0584/2005

Resolutie van het Europees Parlement over de toekomst van de Noordelijke dimensie

Het Europees Parlement,

-   gezien het tweede actieplan voor de noordelijke dimensie 2004 - 2006, zoals dat werd bekrachtigd door de Europese Raad van Brussel op 16 en 17 oktober 2003,

-   gezien de mededeling van de Commissie van 11 maart 2003 aan de Raad en het Europees Parlement over de grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden (COM(2003)0104),

-   gezien de rol die de noordelijke dimensie speelt bij de uitvoering van de routekaarten van de EU en Rusland voor de verwezenlijking van de vier gemeenschappelijke ruimten (gemeenschappelijk economische ruimte, gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, gemeenschappelijke ruimte van externe veiligheid en de gemeenschappelijke ruimte van onderzoek, onderwijs en cultuur), die op de vijftiende topconferentie EU-Rusland op 10 mei 2005 in Moskou werden goedgekeurd,

-   onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over de noordelijke dimensie, met name die van 16 januari 2003(1) en 20 november 2003(2) over het tweede actieplan voor de noordelijke dimensie,

-   gezien het jaarverslag van de Commissie over de voortgang bij de uitvoering van het actieplan voor de noordelijke dimensie van 20 mei 2005 en het debat in het Europees Parlement op 8 september 2005,

-   gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat het fungerend voorzitterschap heeft opgeroepen tot een ministersvergadering over de noordelijke dimensie op 21 november 2005 in Brussel om een plan op te stellen voor de toekomst van de noordelijke dimensie na afloop van het bestaande actieplan in 2006,

B.   overwegende dat de Commissie momenteel bezig is met het concipiëren van haar voorstellen voor de toekomst van de noordelijke dimensie, die in 2006 moeten worden goedgekeurd en in 2007 in werking moeten treden,

C.   overwegende dat de Europese Raad herhaaldelijk het belang van de noordelijke dimensie in zowel het interne als het externe beleid van de Europese Unie heeft beklemtoond, en dat de Europese Unie haar nabuurschaps- en partnerschapsbeleid en de instrumenten daarvoor verder dient te ontwikkelen om de verschillende dimensies van de Unie op een samenhangende wijze met elkaar te verbinden,

D.   overwegende dat de uitbreiding van de EU de geopolitieke kaart van Noord-Europa heeft veranderd en de geografische gerichtheid van de EU heeft verlegd naar het noordoosten en dat de noordelijke dimensie mogelijkheden schept maar ook opdrachten heeft, met name om te voorkomen dat nieuwe barrières ontstaan tussen de EU en haar noordelijke buren; overwegende dat door de uitbreiding opnieuw de klemtoon is komen te liggen op samenwerking rond de Oostzee aangezien alle Oostzeelanden behalve Rusland lidstaten van de Europese Unie zijn, wat de opstelling nodig maakt van een aparte Oostzeestrategie binnen de noordelijke dimensie,

E.   overwegende dat de eerder geformuleerde beleidsdoeleinden van het Europees Parlement inzake de noordelijke dimensie slechts gedeeltelijk zijn bereikt en dat met name zijn pleidooi voor een grotere betrokkenheid van parlementariërs en andere gekozen vertegenwoordigers nog moet worden geconcretiseerd door de oprichting van het forum van de noordelijke dimensie en dat het beleid binnen de noordelijke dimensie weinig zichtbaar blijft en gebukt gaat onder een gebrek aan coördinatie tussen de diverse belanghebbenden; dat het ingenomen is met de activiteiten van zijn interfractiewerkgroep Oostzee die richtsnoeren heeft geconcipieerd voor een verdergaande integratie in het Oostzeegebied en het initiatief tot het ontwerpen van een Europese strategie voor de Oostzeeregio, met name als interne pijler van de noordelijke dimensie,

F.   overwegende dat het toekomstige beleid binnen de noordelijke dimensie vooral de instelling ten doel heeft van een kader ter bevordering van de dialoog en de samenwerking om de stabiliteit, het welzijn en de duurzame ontwikkeling in Noord-Europa en het Arctische gebied te bevorderen en handel, investeringen en infrastructuur te stimuleren, energiebronnen te ontginnen, het verkeer van mensen en goederen over de grenzen te vergemakkelijken en nauwe samenwerking tot stand te brengen bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad, en productieve werkgelegenheid en maatschappelijke en culturele uitwisseling te stimuleren,

G.   overwegende dat na de oprichting in 1999 de noordelijke dimensie haar effectiviteit en politieke, economische en sociale waarde heeft bewezen, en dat zij één van de kwetsbaarste regio's van Europa omvat die echter geweldige mogelijkheden biedt voor toekomstige samenwerking met Rusland, IJsland en Noorwegen,

H.   overwegende dat de noordelijke dimensie grote waarde en positieve gevolgen heeft voor het milieubeleid in de gehele regio, zoals tot uiting komt bij de waterzuiveringsinstallaties van Sint Petersburg, maar dat het noodzakelijk is de samenwerking tussen de lidstaten van de EU, in het bijzonder om eutrofiëring te beperken, en tussen de EU en Rusland te versterken om het gevaar van ongelukken met olietankers en bij de exploitatie van olievelden te verminderen en de nucleaire veiligheid en het beheer van kernafval te verbeteren, voorts overwegende dat de Oostzee al ernstig verontreinigd is en als binnenzee bijzonder groot gevaar loopt;

1.   beklemtoont dat de noordelijke dimensie een duidelijker gezicht moet krijgen om haar doelstellingen te bereiken; dat versterkte coördinatie tussen de diverse belanghebbenden één van de belangrijkste opgaven is; dat de noordelijke dimensie dezelfde aandacht dient te krijgen als andere regionale samenwerkingsmodellen; dringt er bij de Commissie, het huidige Voorzitterschap en de komende Voorzitterschappen op aan borg te staan voor de succesvolle voortzetting van de lopende onderhandelingen over de toekomst van de noordelijke dimensie en het Europees Parlement volledig te betrekken bij deze werkzaamheden;

2.   dringt er bij de Commissie op aan te zorgen voor een alomvattende aanpak in het externe beleid in het kader van de noordelijke dimensie, zowel bilateraal als multilateraal, die zowel het Oostzeegebied, als het gebied van de Barentszee en het Arctisch gebied als geheel omvat; beklemtoont de bijzondere positie van Rusland als belangrijkste partner maar ook de belangrijke rol van de andere noordelijke buren, IJsland en Noorwegen en de andere Arctische partners, Canada en de Verenigde Staten; acht het voorts van belang dat de noordelijke buurlanden volledig betrokken worden bij het nieuwe nabuurschapsbeleid en dat in de verordening inzake een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, rekening wordt gehouden met hun belangen;

3.   onderstreept dat de geslaagde toetreding van tien nieuwe landen, waaronder landen die betrokken zijn bij de noordelijke dimensie, de noordelijke dimensie een nieuwe fase heeft binnengevoerd; verzoekt de Commissie voldoende financiële middelen voor het beleid in het kader van de noordelijke dimensie beschikbaar te stellen teneinde nieuwe toekomstige partnerschappen te overwegen, o.a. op het gebied van vervoer, logistiek, energie en cultuur; is voorts van mening dat het partnerschap op sociaal terrein en op dat van de gezondheid adequater dient te worden gesteund; dringt er derhalve bij de Commissie op aan om bij haar huidige werkzaamheden over de toekomst van de noordelijke dimensie ernstig te overwegen of een eigen begrotingslijn voor de noordelijke dimensie een bijdrage zou leveren aan een duidelijker gezicht, terwijl toch haar karakter van kaderbeleid voor de noordelijke regio bewaard blijft; merkt op dat in een dergelijk voorstel rekening moet worden gehouden met de diverse financieringsbronnen en de doorzichtigheid daarvan moet worden vergroot, met inbegrip van de medefinanciering door derden; dringt erop aan dat in de werkzaamheden van alle directoraten-generaal en in alle onderdelen van de EU-begroting rekening wordt gehouden met de speciale behoeften van de noordelijke regio's;

4.   herinnert de Commissie, de Raad en de lidstaten aan zijn eerdere pleidooi voor een grotere rol voor gekozen vertegenwoordigers en parlementariërs binnen de noordelijke dimensie, ter bevordering van de integratie van diverse fora van regionale samenwerking; verwacht in dit opzicht concrete voorstellen van de Commissie en herinnert aan zijn steun voor de oprichting van een forum voor de noordelijke dimensie, en zijn bereidheid daarin een volwaardige rol te spelen en als gastheer van de eerste vergadering op te treden; dringt er voorts op aan dat volwaardige participatie van de inheemse volkeren in de regio gewaarborgd moet zijn;

5.   dringt er bij de Commissie op aan in haar nieuwe voorstel inzake de noordelijke dimensie een Oostzeestrategie op te nemen om de samenwerking rond de Oostzee te versterken en zoveel mogelijk profijt te trekken van de jongste uitbreiding van de Unie en de infrastructuur sterk met de rest van de Europese Unie te verbinden; verwacht dat deze strategie zich in de eerste plaats richt op het interne beleid van de Europese Unie, terwijl de samenwerking met Rusland onder het extern beleid van de Unie dient te vallen; is er verheugd over dat de overeenstemming met Moskou over de routekaarten voor elk van de vier gemeenschappelijke ruimtes zorgt voor een actueel kader voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland; onderstreept dat de noordelijke dimensie het regionale aspect van deze ruimtes zou weerspiegelen en benadrukt dat dit proces in reële samenwerking met Rusland dient plaats te vinden;

6.   dringt aan op betere coördinatie tussen de EU, de Arctische raad en de Raad van de Oostzeelanden, de Noordse Raad, de Barents-Euro-Arctische Raad en andere organen die betrokken zijn bij samenwerking in de noordelijke regio's; is van mening dat de Commissie actiever aan hun vergadering dient deel te nemen;

7.   steunt de Raad en de Commissie in hun pogingen om Rusland te betrekken bij het beleid in het kader van de noordelijke dimensie, maar beklemtoont dat het Europese Ruslandbeleid in volledige solidariteit tussen de lidstaten dient te worden uitgevoerd; wijst voorts op de noodzaak om ook andere buurlanden in het noorden, met name Noorwegen en IJsland, te betrekken, vooral op het punt van maritieme ontwikkeling en energie; is dan ook ingenomen met het witboek over het hoge noorden dat door de Noorse regering is gepubliceerd;

8.   wijst erop dat bij omvangrijke infrastructurele projecten in het Oostzeegebied op het terrein van energie en vervoer, rekening dient te worden gehouden met gerechtvaardigde veiligheidsbekommernissen van de lidstaten alsmede met hun gevolgen voor het milieu;

9.   herinnert de Commissie aan het komende internationale pooljaar 2007-2008 en dringt er bij de Commissie op aan van de gelegenheid gebruik te maken om nieuwe initiatieven te ontplooien met de Arctische partners, met inbegrip van Canada en de Verenigde Staten, met name wat betreft de werkzaamheden voor een "handvest voor het beheer van de Arctische gebieden";

10.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lidstaten, Noorwegen, IJsland, Rusland, Canada en de Verenigde Staten en de organen die bij de regionale samenwerking zijn betrokken.

(1) PB C 38 E van 12.2.2004, blz. 310.
(2) PB C 87 E van 7.4.2004, blz. 515.

Juridische mededeling - Privacybeleid