Resolutie van het Europees Parlement over toegang tot humanitaire hulp in Kashmir
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties waarin de rechten op humanitaire hulp van slachtoffers van natuurrampen worden herbevestigd,
– onder verwijzing naar het verslag over het bezoek dat de ad hoc delegatie van het Europees Parlement van 8 t/m 11 december 2003 en van 20 t/m 24 juni 2004 aan Kashmir heeft gebracht,
– onder verwijzing naar het verslag van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN) van 1 augustus 2005 over de tenuitvoerlegging van de internationale strategie voor de terugdringing van rampen dat dit jaar is verschenen,
– onder verwijzing naar de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 18 oktober 2005,
– onder verwijzing naar de verklaring van het voorzitterschap van de Raad van 27 oktober 2005 gedaan in Hampton Court over de aardbeving in Zuid-Azië,
– onder verwijzing naar de verklaring van de topconferentie van de Zuid-Aziatische Associatie voor regionale samenwerking (SAARC) die op 12 en 13 november 2005 in Dhaka is gehouden,
– gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,
A. overwegende dat op 8 oktober 2005 een aardbeving met een kracht van 7,6 op de schaal van Richter heeft plaatsgevonden die in een gebied van 30.000 km2 in de regio Kashmir, de noordwestelijke grensprovincie van Pakistan, Afghanistan, India een enorme schade heeft aangericht en veel slachtoffers heeft geëist,
B. overwegende dat door de aardbeving meer dan 200.000 mensen gedood of ernstig gewond zijn en miljoenen dakloos zijn geworden en nu geconfronteerd worden met extreme weersomstandigheden en allerlei soorten ernstige ziekten; overwegende dat beide cijfers nog dramatisch kunnen stijgen met het oog op de aanstaande winter in de Himalaya; dat alleen al in Kashmir meer dan 1,8 miljoen mensen dakloos zijn (85% van de bevolking in de door Pakistan bestuurde hoofdstad Muzaffarabad),
C. overwegende dat de omvang van de slachtoffers en de economische verwoesting in de geschiedenis van het subcontinent zonder weerga is en dat honderden steden en dorpen, de meeste wegen en bruggen, de openbare infrastructuur en de communicatie volledig zijn verwoest, met name rond Muzaffarabad, de hoofdstad van het door Pakistaan bestuurde gedeelte van Kashmir,
D. overwegende dat de VN heeft gewaarschuwd dat wereldwijd misschien niet voldoende hulpmiddelen beschikbaar zijn, zoals wintervaste tenten, om een ramp van deze omvang te kunnen opvangen,
E. overwegende dat de Wereldbank en de Aziatische Ontwikkelingsbank hebben geschat dat de totale kosten van de humanitaire hulpoperatie, het herstel en de wederopbouw 5,2 miljard dollar zullen bedragen, waarvan 2 miljard dollar is toegezegd door donoren,
F. overwegende dat de Verenigde Naties (VN) op 11 november 2005 hebben bericht dat zij slechts een bedrag van 98,5 miljoen dollar hebben ontvangen en 38 miljoen dollar onbevestigde giften nadat zij op 26 oktober 2005 met de meeste klem hadden gevraagd om 550 miljoen dollar om de hulpoperatie van de komende zes maanden te kunnen bekostigen,
G. overwegende dat de EU en de lidstaten niet alleen aanzienlijke financiële steun hebben verleend, maar ook helikopters, vliegtuigen en ingenieurs ter beschikking hebben gesteld om de Pakistaanse autoriteiten en de internationale gemeenschap ter zijde te staan in de hulpoperatie,
H. overwegende dat de regeringen van India en Pakistan hebben besloten vijf grensovergangen te openen, met ingang van 7 november 2005, op de demarcatielijn in Kashmir,
I. overwegende dat India en Pakistan een permanente dialoog zijn aangegaan sinds het begin van 2004 om enkele van hun geschillen op te lossen,
1. betuigt zijn innige medeleven, sympathie en solidariteit met allen die getroffen zijn door de aardbeving die Zuid-Azië op 8 oktober 2005 heeft getroffen;
2. blijft ernstig bezorgd over de situatie van de overlevenden, met name de mensen die in hooggelegen nederzettingen wonen die afgesneden zijn door landverschuivingen en die alleen kunnen worden bereikt door een vloot van helikopters; ontzet door berichten dat mensen in enkele van de hardst getroffen gebieden de minste of zelfs helemaal geen hulp hebben gekregen;
3. wijst erop dat de ergst getroffen gebieden ontoegankelijk zijn geworden, omdat wegen en communicatiestelsels grotendeels verwoest zijn en onderstreept de tragische gevolgen van een voortdurende vertraging van de levering van humanitaire hulp aan afgelegen berggebieden;
4. is ingenomen met de gezamenlijke hulpoperatie van de regering van Pakistan en de internationale gemeenschap, waaronder de steun van lidstaten en de NAVO; is zich bewust van de enorme inspanningen die moeten worden geleverd voordat de strenge bergwinter begint; is ingenomen met het steunpakket van 93,6 miljoen EUR dat door de Commissie is voorgesteld en met de toezeggingen van de lidstaten en andere donoren; dringt er bij de donoren op aan nog meer toe te zeggen en zich ertoe te verplichten de reeds toegezegde gelden ook werkelijk over te maken;
5. is zich bewust van de logistieke problemen waarmee de hulpverleners worden geconfronteerd en de dringende behoefte aan meer helikopters, wintervaste tenten, sanitaire voorzieningen, medische zorg, water en voedsel; steunt ten volle steunoperaties zoals "Winter Race", die door de Internationale Organisatie voor migratie en de Internationale Federatie van het Rode Kruis en de organisaties van de Rode Halve Maan zijn gelanceerd om 10.000 tentreparatiekits naar hooggelegen dorpen over te brengen;
6. dringt aan op een betere coördinatie van de activiteiten van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen , het Europees Bureau voor humanitaire hulp (ECHO), niet-gouvernementele organisaties en de regeringen van Pakistan en India om ervoor te zorgen dat de hulp die thans door de Europese Unie beschikbaar wordt gesteld, snel in Kashmir wordt ingezet;
7. steunt volledig de verzoeken om onmiddellijke financiering van noodhulp; dringt er bij de donoren op aan de door de VN gevraagde 550 miljoen USD onverwijld bij te dragen; herinnert donoren aan de extra 580 miljoen USD die tijdens de donorconferentie van 26 oktober 2005 is toegezegd; verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk mee te delen of de EU nog meer fondsen beschikbaar kan stellen in het kader van de algemene overdrachten of van andere mechanismen, met name met het oog op de herstelbehoeften vanaf 2006;
8. is ernstig bezorgd over de strikte begrotingsgrenzen waarmee de Commissie op het vlak van de humanitaire hulp wordt geconfronteerd en wijst erop dat het merendeel van de resterende operationele reserve van ECHO gebruikt is voor andere recente belangrijke noodgevallen;
9. dringt er bij de Commissie op aan terug te keren naar het schema van algemene tariefpreferenties (SAP plus-schema) en het door het Europees Parlement op 9 maart 2005 goedgekeurde model toe te passen(1); dringt er bij de Commissie op aan deze en andere passende maatregelen versneld uit te voeren, volgens het tijdsrooster van het APS+-stelsel na de tsunami in Zuid-Azië;
10. is ingenomen met het besluit van de SAARC-top van 12 en 13 november 2005 om samen te werken op het gebied van het rampenbeheer en de inspanningen op dit gebied te coördineren door de instelling van een centrum voor de opvang en het beheer van rampen in India;
11. is ingenomen met de overeenkomst tussen de regeringen van India en Pakistan over de openstelling van grensovergangen op de demarcatielijn; is ervan overtuigd dat de openstelling van grensovergangen van essentieel belang is voor de bevolking van Kashmir en de hulpoperatie; hoopt dat de overeenkomst zonder al te veel administratieve problemen voor de mensen van Kashmir die de grensovergangen gebruiken, kan worden uitgevoerd; is ingenomen met de openstelling van vijf grensovergangen voor de uitwisseling van goederen; verzoekt de autoriteiten van beide landen ook burgers door te laten;; steunt het verzoek van het VN-Wereldvoedselprogramma (WVP) om andere grensovergangen op de demarcatielijn open te stellen en verplaatsingen van vrachtwagens toe te staan ter ondersteuning van de hulpoperatie voor honderdduizenden mensen in afgelegen valleien en op hoge bergen in Kashmir;
12. is ingenomen met het feit dat "cricket diplomacy" heeft geleid tot de top in New Delhi tussen de Indiase minister-president en de president van Pakistan op 17 april 2005; is ingenomen met het feit dat beide partijen vooruitgang boeken bij de consolidering van vertrouwenopbouwende maatregelen, door middel van een geleidelijke bilaterale normalisatie die kan leiden tot een politiek regeling van de grenskwestie in Kashmir;
13. is ingenomen met de tekenen van vooruitgang in de Indo-Pakistaanse bilaterale besprekingen over Kashmir en andere wederzijdse tekenen van flexibiliteit, zoals de recente invoering van een busdienst tussen de beide, Indiase en Pakistaanse, delen van het gebied, of de bezoeken van de Indiase minister van Buitenlandse Zaken aan Pakistan en van de president van Pakistan aan India;
14. is ingenomen met de verklaring van de Indiase eerste minister, die wordt gesteund door de president van Pakistan, dat de Siachen-gletscher in Kashmir moet worden beschouwd als een "berg van de vrede" en als een nieuw symbool op de weg naar volledige verzoening van India en Pakistan over Kashmir en dringt er bij de EU op aan deze positieve stap te steunen teneinde zo spoedig mogelijk een definitief akkoord tussen de partijen tot stand te brengen, onder andere over de overplaatsing en terugtrekking van troepen in het gebied;
15. hoopt dat de afschuwelijke ramp die het volk van Kashmir het hardst heeft getroffen, een positief gevolg mag hebben en de overlevenden dichter bij vrede, vrij verkeer en welvaart in de nabije toekomst mag brengen; feliciteert de regeringen van India en Pakistan met de recente eerste stappen naar een verzoening die voor de eerste keer ook rechtstreeks voor Kashmir gold, en hoopt ten zeerste dat dit het begin is van een gestaag proces naar vrede; dringt er derhalve bij de Indiase en Pakistaanse regeringen op aan dit proces voort te zetten dat door de betrokkenheid van de bevolking in kwestie, leidt naar een vreedzame regeling van de kwestie Kashmir;
16. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de India en Pakistan, de secretaris-generaal van de SAARC, de secretaris-generaal van de NAVO en de secretaris-generaal van de VN.