Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2004/2157(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0378/2005

Ingediende teksten :

A6-0378/2005

Debatten :

PV 13/12/2005 - 20

Stemmingen :

PV 15/12/2005 - 5.17

Aangenomen teksten :

P6_TA(2005)0526

Aangenomen teksten
PDF 126kWORD 50k
Donderdag 15 december 2005 - Straatsburg
Consumentenbelangen in de nieuwe lidstaten
P6_TA(2005)0526A6-0378/2005

Resolutie van het Europees Parlement over de bevordering en bescherming van de consumentenbelangen in de nieuwe lidstaten (2004/2157(INI))

Het Europees Parlement,

–   gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6-0378/2005),

A.   overwegende dat een hoog niveau van consumentenbescherming en consumentenvertrouwen een voorwaarde is voor een goede werking van de interne markt,

B.   overwegende dat de interne markt tastbare voordelen heeft opgeleverd voor de consumenten in de EU door lagere prijzen en grotere keuzevrijheid,

C.   overwegende dat de EU er tien nieuwe lidstaten bij heeft gekregen en dat in de meeste daarvan het onderwerp consumentenbescherming relatief nieuw is,

1.   merkt met tevredenheid op dat de consumentenbescherming zich in de tien nieuwe lidstaten over het algemeen positief heeft ontwikkeld en tot hogere normen heeft geleid, hoewel er ook nog veel moet worden gedaan;

2.   stelt met klem dat de interne markt niet goed kan functioneren wanneer consumenten in sommige lidstaten minder bescherming genieten dan in andere; herinnert er derhalve aan dat een hoog gemeenschappelijk niveau van consumentenbescherming in alle lidstaten bevorderend zal zijn voor grensoverschrijdende transacties en ervoor zal zorgen dat de consument ten volle geniet van de voordelen van de interne markt;

3.   wijst nogmaals op het belang van artikel 153 van het EG-Verdrag dat lidstaten de mogelijkheid biedt strengere beschermende maatregelen te handhaven of in te voeren;

4.   roept de Commissie op een screening uit te voeren waarbij de structuur van de consumentenorganisaties en het consumentenbeleid in de nieuwe lidstaten grondig worden bestudeerd;

Wetgevingskader

5.   verwelkomt de goede resultaten die de nieuwe lidstaten hebben geboekt bij de omzetting van het communautaire acquis; benadrukt echter wel dat de communautaire wetgeving daarnaast ook op doelmatige wijze in de praktijk moet worden gebracht en worden gehandhaafd; roept de regering van de nieuwe lidstaten op alle beschikbare instrumenten en methoden zorgvuldig te onderzoeken om na te gaan op welke manier consumentenwetgeving doeltreffend in de praktijk kan worden gebracht en gehandhaafd;

6.   pleit voor de uitbreiding van de structuren voor markttoezicht in de nieuwe lidstaten om te zorgen dat de op hun markten circulerende producten en diensten voldoen aan hoge veiligheidsnormen en dat eventuele gebrekkige of gevaarlijke producten snel van de markt worden gehaald;

7.   wijst erop dat kinderen als consument vaak geen adequate bescherming genieten tegen producten die hun gezondheid en welzijn kunnen schaden; verzoekt de lidstaten en de Commissie in het bijzonder zich te concentreren op een verbetering van de consumentenbescherming voor kinderen en andere kwetsbare groepen;

8.   roept de Commissie op de prestaties van en de coördinatie tussen de toezichthoudende organen zowel in de oude als in de nieuwe lidstaten te helpen verbeteren, ook wat de grensoverschrijdende onderlinge samenwerking tussen deze landen betreft;

9.   verwelkomt het voorstel van de Commissie om het bestaande acquis op consumentengebied te herzien, te moderniseren en te vereenvoudigen, dat essentieel zou kunnen blijken bij de tenuitvoerlegging van de communautaire consumentenwetgeving, het ook voor de consumenten in de EU gemakkelijker zou maken om hun rechten beter te doen gelden, ook grensoverschrijdend;

10.   benadrukt dat de omzetting van de communautaire regelgeving op zich niet automatisch tot uitvoering leidt en dat voor een geslaagde tenuitvoerlegging de consument zich bewust moet zijn van zijn rechten en zowel bereid als in staat moet zijn om zich als "politieke consument" te gedragen;

11.   juicht het voorstel van de Commissie toe om de wetenschappelijke kennis over en de meetinstrumenten voor de blootstelling van consumenten aan chemicaliën verder te ontwikkelen en te actualiseren, ook wat de algemene productveiligheid betreft, en om aan de toepassing van REACH bij te dragen;

Consumentencultuur

12.   benadrukt dat het creëren van een "consumentencultuur" op basis van een grotere bewustwording van de consument essentieel is voor een betere handhaving en toepassing van het bestaande rechtskader en onderstreept de sleutelrol die aan consumentenorganisaties, autoriteiten inzake consumentenbescherming en bedrijfsorganisaties toekomt om deze consumentencultuur te versterken;

13.   beseft dat het consumentenbewustzijn in de nieuwe lidstaten beduidend lager ligt, mede omdat vrije meningsuiting en vrijheid van vereniging daar decennialang werden beteugeld; wijst erop dat een "consumentencultuur" alleen kan ontstaan als het bewustzijn van de consumenten betreffende hun rechten systematisch wordt vergroot en het hun tegelijkertijd aanzienlijk gemakkelijker wordt gemaakt deze rechten uit te oefenen; roept de Commissie derhalve op een gerichte strategie op te stellen om de ontwikkeling van een consumentencultuur in de nieuwe lidstaten aan te moedigen;

Consumentenorganisaties

14.   roept de Commissie op onderzoek te doen naar de mogelijkheid om op communautair niveau criteria vast te stellen voor de definitie van een "representatieve consumentenvereniging of -organisatie" om te waarborgen dat de Europese consument behoorlijk en op onafhankelijke wijze wordt vertegenwoordigd;

15.   roept de oude lidstaten op hun engagement om consumentenorganisaties te ondersteunen, te bestendigen;

16.   merkt op dat de meeste bestaande consumentenorganisaties in de nieuwe lidstaten voornamelijk met vrijwilligers werken en dat het hun dikwijls aan financiële middelen ontbreekt; roept de nieuwe lidstaten derhalve op te zorgen dat representatieve consumentenorganisaties voldoende financiering ontvangen zonder daardoor hun onafhankelijkheid te verliezen;

17.   wijst erop dat het in de nieuwe lidstaten in het algemeen zo is dat niet-gouvernementele non-profitorganisaties niet het nodige eigen kapitaal hebben, dat de fondsenwerving onvoldoende is ontwikkeld en dat consumenten zelf niet bereid zijn uit eigen zak aan consumentenorganisaties bij te dragen wegens de aanhoudende overtuiging dat alleen de staat voor de bescherming van consumenten verantwoordelijk is;

18.   merkt op dat de door de Commissie gestelde voorwaarden aan subsidieverlening zo streng zijn en dat consumentenorganisaties in de nieuwe lidstaten er moeilijk aan kunnen voldoen, gezien de professionele achtergrond van hun personeel en de financieringsproblemen waardoor zij vaak niet in staat zijn de eigen middelen bijeen te brengen die nodig zijn om de vereiste financiële bijdrage te kunnen leveren; roept de Commissie daarom op na te gaan of deze voorwaarden niet flexibeler kunnen worden gemaakt, inclusief of het werk van vrijwilligers niet als deel van de financiële bijdrage kan worden beschouwd;

19.   benadrukt dat sterke en onafhankelijke consumentenorganisaties de fundamenten zijn van een effectief consumentenbeleid; roept de consumentenorganisaties daarom op om koepelorganisaties op te richten en onderling samen te werken; roept tevens de regeringen van de nieuwe lidstaten op de vorming van een kleiner aantal krachtiger organisaties te stimuleren via toenemende en efficiënte financiering;

20.   is van oordeel dat de kwaliteit van de consumentenbescherming alleen kan worden verbeterd als de afzonderlijke consumentenorganisaties financieel worden versterkt en als objectieve en publiek toegankelijke kwaliteitsbeoordelingen van hun prestaties worden opgesteld; roept de Commissie en de nieuwe lidstaten derhalve op bij zowel het opstellen van deze financiële regels als het ontwerpen van meetbare kwaliteitsmaatstaven voor de door dergelijke organisaties geboekte resultaten nauw samen te werken;

21.   roept de regeringen van de nieuwe lidstaten op ervoor te zorgen dat de consumentenorganisaties in alle stadia van de politieke besluitvorming behoorlijk worden geraadpleegd, alsook bij de tenuitvoerlegging van het consumentenrecht;

22.   roept de nieuwe lidstaten en de Commissie op capaciteitsversterkende projecten te ontwikkelen en waar mogelijk financieel te ondersteunen ter versterking van consumentenorganisaties in de nieuwe lidstaten, door middel van twinning- en mentorprojecten en andere programma's voor de uitwisseling van kennis en informatie tussen organisaties in de nieuwe en oude lidstaten;

23.   roept de Commissie op steun te verlenen aan intensieve opleidingsprogramma's voor het personeel van consumentenorganisaties in de nieuwe lidstaten, in de officiële talen van die landen, met als doel meer personeelsleden en vrijwilligers binnen dergelijke organisaties op te leiden en niet alleen het leidinggevende personeel, om de consumentenbeweging efficiënter te maken;

Bedrijfsorganisaties

24.   nodigt bedrijfsorganisaties en nationale regeringen uit iets te doen aan het probleem dat veel bedrijven in de nieuwe lidstaten onvoldoende oog hebben voor het belang en de voordelen van een goede aanpak van de consumentenzaken, dat ze consumentenorganisaties ten onrechte als tegenstanders beschouwen en bewustere consumenten als bedreigend voor het bedrijf,

25.   merkt op dat de nieuwe lidstaten ook te kampen hebben met oneerlijke praktijken van handelaars uit de oude lidstaten, waar dergelijke praktijken meestal niet zijn toegestaan, zoals de beperking van gebruikersrechten bij goederen waarvoor intellectuele-eigendomsrechten gelden, pogingen om niet-geteste goederen uit niet-EU-landen te distribueren, enzovoort;

26.   nodigt bedrijfsorganisaties in de nieuwe lidstaten uit nauw samen te werken met consumentenorganisaties en te komen tot vrijwillige normen voor ethisch zakelijk gedrag met transparante en doeltreffende handhavingsprocedures, voorlichtingsprogramma's voor consumenten en bedrijven en eerlijke en doeltreffende alternatieve geschillenbeslechtingsprocedures; roept de nieuwe lidstaten tevens op deze initiatieven te stimuleren en te steunen;

Consumentenbeschermingsautoriteiten

27.   merkt op dat ook de consumentenbeschermingsautoriteiten in de nieuwe lidstaten een sleutelrol bij het kweken van een consumentencultuur moeten spelen;

28.   blijft erbij dat het ontbreken van een goed functionerende administratie op het gebied van consumentenbescherming dat in sommige nieuwe lidstaten wordt vastgesteld, een aanzienlijke belemmering vormt voor het garanderen van een hoog peil van consumentenbescherming; dringt erop aan dat de nieuwe lidstaten hun administratieve stelsels op het gebied van consumentenbescherming voortdurend ontwikkelen en versterken;

29.   dringt er bij de consumentenbeschermingsautoriteiten, de bedrijfsorganisaties en consumentenorganisaties in de lidstaten op aan ten bate van de consumentenbescherming nauw samen te werken; vestigt er de aandacht op dat alle betrokken partijen baat hebben bij een soepel verlopende markt;

Consumenteninformatie

30.   verwelkomt de oprichting van Europese bureaus voor consumentenvoorlichting door de Commissie in alle nieuwe lidstaten en de lancering van een Europese Consumentenagenda;

31.   beveelt aan dat in heel Europa in onderwijscurricula een hogere prioriteit aan de bewustwording van de consument wordt toegekend;

32.   roept de Commissie op om centra die consumenten grensoverschrijdend informatie verstrekken tussen de oude en nieuwe lidstaten, in het bijzonder in de grensgebieden, naast de bestaande steun ook starterssubsidies te verlenen;

33.   is er verheugd over dat de Commissie in een aantal lidstaten bewustwordingscampagnes voert en nodigt de Commissie uit meer personeel en financiële middelen voor dit doel te reserveren;

34.   roept de Commissie én alle betrokken belanghebbenden op een strategische informatie- en voorlichtingscampagne te lanceren om de consumenten in de nieuwe lidstaten effectief op de invoering van de euro voor te bereiden; benadrukt dat deze campagne met gebruikmaking van zowel de positieve als negatieve ervaringen bij de invoering van de euro in de oude lidstaten moet worden opgezet;

35.   beveelt aan dat in de nieuwe lidstaten door de consumentenorganisaties testmagazines worden gepubliceerd; roept de Commissie en de nieuwe lidstaten op om zeker in het begin voldoende financiering en opleidingsmogelijkheden beschikbaar te stellen om de ontwikkeling van dergelijke publicaties mogelijk te maken;

36.   roept de nieuwe lidstaten op meer informatie te verstrekken aan consumenten en bedrijven over hun rechten en het geldende rechtskader van het consumentenbeleid, met name door het opzetten van gebruikersvriendelijke webportalen en bewustwordingscampagnes, enquêtes, conferenties en informatiepunten die met nationale en regionale netwerken samenwerken;

37.   roept de Commissie op tot het instellen van toezichtmechanismen voor nationaal consumentenbeleid, maatstaven en aanbevelingen om optimale werkwijzen te kunnen identificeren alsmede statistieken, indicatoren en andere voor consumenten relevante gegevens te ontwikkelen, waaronder kwaliteitsonderzoeken en een gegevensbank voor prijzen;

Geschillenbeslechting

38.   roept de Commissie en de nieuwe lidstaten op het net van Europese bureaus voor consumentenvoorlichting uit te breiden, door er onafhankelijke consumentenorganisaties bij te betrekken, om consumenten meer informatie te bieden over de beschikbare mogelijkheden voor alternatieve geschillenbeslechting, evenals juridisch advies en praktische bijstand bij het indienen van klachten langs deze weg;

39.   beveelt de nieuwe lidstaten aan het gebruik van mechanismen voor alternatieve geschillenbeslechting uit te breiden, door de ontwikkeling van door de overheid gesteunde mechanismen voor alternatieve geschillenbeslechting en de bevordering van de oprichting van private klachtencommissies in bepaalde sectoren;

40.   stelt voor dat de Commissie een grondige studie laat uitvoeren naar het bestaan en de werking van organen voor alternatieve geschillenbeslechting om na te gaan welke andere initiatieven en steunmaatregelen op EU-niveau nodig zijn om het Europese net van bureaus voor consumentenvoorlichting te vervolledigen, alsmede om na te gaan welke van deze organen beter op de specifieke situatie van de nieuwe lidstaten moeten worden toegespitst;

41.   moedigt de oprichting aan in alle lidstaten van onafhankelijke consumentenbeschermingsagentschappen die volledig bevoegd zijn om ter verdediging van de belangen van consumenten voor de nationale rechtbank een proces aan te spannen;

42.   nodigt het Parlement en de Raad als begrotingsautoriteiten uit te overwegen meer financiële middelen te wijden aan de verbetering in de nieuwe lidstaten van de consumentenbescherming in de zin van deze resolutie;

43.   benadrukt dat de EU-instellingen zich moeten blijven toespitsen op de consumentenbescherming in de nieuwe lidstaten, aangezien er, zoals in deze resolutie naar voren is gebracht, nog steeds ernstige redenen tot bezorgdheid zijn;

44.   stelt voor dat deze instellingen als norm consumentenkwesties en hun wetgevende en niet-wetgevende werkzaamheden opnemen, waarbij de specifieke situatie in de nieuwe lidstaten bijzondere aandacht verdient; benadrukt dat het vooral belangrijk is met de specifieke situatie op het gebied van de consumenten- en gezondheidsstrategie in de nieuwe lidstaten rekening te houden;

o
o   o

45.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen van de lidstaten.

Juridische mededeling - Privacybeleid