Resolutie van het Europees Parlement over een gezamenlijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, het Europees Parlement en de Commissie over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: 'De Europese consensus over ontwikkeling'
Het Europees Parlement,
– gezien de consensus die de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen op 21 en 22 november 2005 in overeenstemming met de Commissie heeft bereikt over een gezamenlijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, het Europees Parlement en de Commissie over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: 'De Europese consensus over ontwikkeling',
– gezien de verklaring over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap die de Raad en de Commissie op 10 november 2000 hebben aangenomen,
– gelet op de Partnerschapsovereenkomst ACS-EG die op 23 juni 2000 in Cotonou is ondertekend, en op de overeenkomst tot wijziging daarvan die op 25 juni 2005 in Luxemburg is ondertekend,
– gezien de Millenniumverklaring van de Verenigde Naties van 8 september 2000, die de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MOD) bepaalt als collectief door de internationale gemeenschap vastgestelde criteria voor de uitbanning van armoede,
– onder verwijzing naar zijn resoluties van 17 november 2005 over het voorstel voor een gezamenlijke verklaring van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie - "De Europese consensus"(1), van 17 november 2005 over een ontwikkelingsstrategie voor Afrika(2) en van 12 april 2005 over de rol van het Europees Parlement bij het bereiken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MOD)(3),
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
1. is verheugd over het initiatief van de Commissie om de verklaring over het ontwikkelingsbeleid uit 2000 te herzien en te actualiseren en met name het Parlement hierbij te betrekken; is verheugd over het besluit van de Commissie om ervoor te zorgen dat al haar diensten en delegaties die belast zijn met de programmering en uitvoering van communautaire ontwikkelingshulp deze "Europese consensus over ontwikkeling" gebruiken als belangrijkste referentiekader voor de doelstellingen en beginselen van de Gemeenschap bij de uitvoering van de gehele ontwikkelingssamenwerking;
2. juicht het toe dat de EU en haar lidstaten voor het eerst zijn overeengekomen samen een gemeenschappelijke EU-visie op het ontwikkelingsvraagstuk te bevorderen waarin gemeenschappelijke doelstellingen en beginselen worden geformuleerd en het engagement van de EU wordt bevestigd op het gebied van de armoede-uitbanning, eigendom, partnerschap, uitbreiding en verbetering van de hulpverlening en bevordering van een coherent ontwikkelingsbeleid, hetgeen als leidraad zal fungeren voor de activiteiten van de Gemeenschap en de lidstaten op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking in alle ontwikkelingslanden;
3. is bijzonder ingenomen met de vastberadenheid waarmee de partijen bij de "Europese consensus over ontwikkeling" hebben onderstreept dat uitbanning van armoede en het bereiken van de MOD de overkoepelende doelen van het ontwikkelingsbeleid van de EU zijn, dat voor een coherent ontwikkelingsbeleid moet worden gezorgd en de procedures tussen de Gemeenschap, de lidstaten en andere donors moeten worden geharmoniseerd, dat de specifieke rol van de Commissie duidelijker moet worden gedefinieerd en dat het debat en de dialoog met de lokale economische en sociale partners over het ontwikkelingsbeleid en de uitvoering van de MOD moeten worden gestimuleerd, en is vastbesloten een en ander aandachtig te blijven volgen en in voorkomend geval initiatieven te ontwikkelen om deze doelstellingen te verwezenlijken;
4. betreurt het dat slechts terloops wordt verwezen naar de rechten van het kind, die in alle ontwikkelingsactiviteiten een plaats dienen te krijgen; betreurt het tevens dat de sterke nadruk die het Parlement in de onderhandelingen heeft gelegd op de menselijke ontwikkeling, met name gezondheidszorg en onderwijs, in de verklaring niet volledig tot zijn recht komt; blijft zich er vastberaden voor inzetten dat dit prioritaire terreinen voor de communautaire hulpverlening blijven;
5. is verheugd dat met de "Europese consensus over ontwikkeling" wordt beoogd de wapenuitvoer uit de EU aan sterkere controles te onderwerpen, teneinde te voorkomen dat in de EU vervaardigde wapens tegen burgers worden gebruikt, en concrete stappen te ondernemen ter beperking van de ongebreidelde verspreiding van kleine wapens en lichte vuurwapens; maar verzoekt de Commissie de programma's voor het opruimen van mijnen en de ontwapening in voormalige oorlogsgebieden te intensiveren en te versnellen;
6. verzoekt de Commissie en de lidstaten een reeks meetbare doelstellingen en streefcijfers te ontwikkelen voor de uitvoering van het overeengekomen ontwikkelingsbeleid en voor de regelmatige evaluatie van de vooruitgang terzake;
7. spreekt er zijn bevrediging over uit dat dankzij een werkelijk breed en transparant onderhandelingsproces tussen Parlement, Raad, Commissie een "Europese consensus over ontwikkeling" tot stand kon worden gebracht; stelt met tevredenheid vast dat veel suggesties van het Parlement in het document zijn opgenomen en onderstreept de cruciale rol van het Parlement bij de totstandkoming van dit ambitieuze en belangrijke akkoord; verzoekt de Raad en de Commissie dit proces te beschouwen als een model voor toekomstige onderhandelingen over cruciale beleidsvraagstukken;
8. is van mening dat het document grotendeels aansluit bij de prioriteiten van het Parlement op het gebied van ontwikkelingsbeleid, zoals het die in diverse resoluties over dit onderwerp kenbaar heeft gemaakt; onderstreept zijn voornemen een actieve rol te spelen bij het bevorderen van de "Europese consensus over ontwikkeling", vooral door in de communautaire beleidsmaatregelen te werken aan een grotere beleidscoherentie ten behoeve van de ontwikkeling en door met de burgers en het maatschappelijk middenveld de dialoog aan te gaan over het ontwikkelingsbeleid van de EU;
9. stemt in met de gezamenlijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, het Europees Parlement en de Commissie over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: 'De Europese consensus over ontwikkeling';
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lidstaten.