Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0026/2006

Debatten :

Stemmingen :

PV 18/01/2006 - 4.9
CRE 18/01/2006 - 4.9
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 123kWORD 40k
Woensdag 18 januari 2006 - Straatsburg
Afghanistan
P6_TA(2006)0017RC-B6-0026/2006

Resolutie van het Europees Parlement over Afghanistan

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Afghanistan,

–   gezien het feit dat het nieuwe parlement in Afghanistan op 19 december 2005 na de verkiezingen van 18 september 2005 is geïnstalleerd,

–   gezien de de facto afronding, met de verkiezing van een nationale assemblee, van het proces dat gestart werd met de Akkoorden van Bonn van 5 december 2001,

–   gezien de verkiezing van de provinciale raden in alle 34 provincies van het land,

–   gezien de gezamenlijke verklaring EU-Afghanistan over het aangaan van een nieuw partnerschap EU-Afghanistan, die op 16 november 2005 in Straatsburg werd ondertekend,

–   gezien het begin van de internationale conferentie in Londen op 31 januari 2006 gericht op het uitwerken van een "post-Bonn Afghanistan Compact" voor het kanaliseren van de steun van de internationale gemeenschap met betrekking tot veiligheid, bestuur en ontwikkelingsuitdagingen in Afghanistan,

–   gelet op artikel 103, lid 4 van zijn reglement,

A.   overwegende dat de goedkeuring van een nieuwe grondwet in januari 2004, de presidentsverkiezingen in oktober 2004 en de parlements- en provinciale verkiezingen in september 2005 - waaraan in beide gevallen werd deelgenomen door miljoenen geregistreerde kiezers - allemaal belangrijke stappen waren in het overgangsproces dat gericht is op de opbouw van meer representatieve en democratische instellingen in Afghanistan, en het aldus creëren van een vreedzame en duurzame toekomst voor Afghanistan na een kwart eeuw van conflicten en onderdrukking,

B.   overwegende dat de totstandbrenging van passende veiligheidsniveaus nog altijd een prioriteit is in Afghanistan, met name in de zuidelijke en zuidoostelijke provincies, hetgeen nog altijd een internationale aanwezigheid vereist om te strijden tegen terrorisme en om in het hele land een vreedzame situatie tot stand te brengen,

C.   overwegende dat het probleem van de genderdiscriminatie, dat onder de Taliban een ongekende omvang bereikte, nog altijd dringende aandacht vereist, met inbegrip van tradities als huisarrest en gedwongen huwelijken,

D.   overwegende dat de wijdverbreide opium- en heroïneproductie het risico inhoudt dat de politiek van het land permanent wordt beïnvloed, dat de samenleving wordt verlamd en de broze economie wordt verstoord, terwijl tegelijkertijd een corrupte narco-elite in het zadel blijft,

1.   betuigt zijn steun aan de Afghaanse bevolking die, gedurende het hele proces van Bonn en met name bij de twee verkiezingen, getuigd heeft van een buitengewoon sterke wil om oplossingen te vinden voor de problemen van een post-conflictsituatie en van toegewijdheid aan vrede en de ontwikkeling van democratie;

2.   is verheugd over het succes van de recent gehouden verkiezingen die, rekening houdend met de complexiteit en operationele uitdagingen daarvan, zoals onder andere gemeld door de verkiezingswaarnemingsmissie van de EU, een buitengewone prestatie waren; betreurt evenwel dat acht kandidaten, een aantal verkiezingsfunctionarissen, geestelijken en anderen tijdens het verkiezingsproces werden gedood en dat de verkiezingswaarnemingsmissie van de EU melding heeft gemaakt van onregelmatigheden en fraude in een aantal provincies;

3.   is verheugd over het feit dat vrouwelijke kandidaten circa 10% uitmaakten van het totale aantal kandidaten en dat de vrouwen dankzij het aantal voor vrouwen gereserveerde zetels 27,3% van de zetels in het Wolesi Jirga (Lager Huis) en bijna 30% van de zetels in de Provinciale Raden hebben behaald; is van mening dat in de toekomst de kieswet moet worden verduidelijkt om ervoor te zorgen dat het aantal voor vrouwen gereserveerde zetels een minimum en geen maximum is;

4.   meent dat na deze verkiezingen alle Afghaanse autoriteiten - maar met name het Kabinet van de President, de Regering, de Nationale Vergadering en de Provinciale Raden - volledig door het volk zijn gewettigd en dat thans moet worden voldaan aan de verwachtingen van het Afghaanse volk door middel van een goed en controleerbaar bestuur, te beginnen met de goedkeuring van duurzame hervormingen ter verbetering van de kwaliteit van het leven van de bevolking en van geloofwaardige maatregelen ten behoeve van de gelijkheid van mannen en vrouwen en van etnische bevolkingsgroepen;

5.   meent dat Afghanistan, na voltooiing van dit proces, thans een leidende rol in de gehele regio vervult als het gaat om democratisering, en verzoekt de internationale steunverlenende gemeenschap en vooral de deelnemers aan de conferentie van Londen daarom om naar behoren met deze factor rekening te houden;

6.   beklemtoont, gezien de dringende behoeften van de Afghaanse bevolking, het belang van stroomlijning van de onderlinge coördinatie tussen de donoren, waaronder het verkorten van tijdrovende procedures; dringt er derhalve bij de Verenigde Naties op aan om de leiding van deze coördinatie op zich te nemen, en dringt er bij de Raad en de Commissie op aan om ervoor te zorgen dat de lidstaten samenwerken bij een gemeenschappelijke aanpak, om aldus de belangen van het Afghaanse volk beter te dienen;

7.   is van mening dat in ons toekomstig partnerschap met Afghanistan de nadruk sterker moet liggen op Afghaanse zeggenschap en op het toekennen van meer verantwoordelijkheid aan de Afghaanse autoriteiten en maatschappelijke organisaties voor de strategische keuzes voor de ontwikkeling van hun land, terwijl de EU de steun nadrukkelijker zal koppelen aan prestaties, met name op het gebied van behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en degelijk financieel projectbeheer;

8.   dringt aan op een grotere zichtbaarheid van de financiering door de EU, aangezien de EU de op één na grootste donor in Afghanistan is, en wenst dat internationale organisaties die door de EU medegefinancierde projecten beheren, meer transparantie betrachten inzake hun geldbronnen; onderschrijft dat het Parlement een directe en concrete bijdrage dient te leveren door parlementaire ambtenaren en parlementsleden opleidingsmogelijkheden te bieden;

9.   stemt ermee in dat een strategie voor de periode na "Bonn" moet worden uitgestippeld, en is er voorstander van dat in januari 2006 op uitnodiging van de VN een donorconferentie in Londen wordt gehouden om na te gaan welke politieke en financiële steun nodig is voor de tussentijdse "Afghaanse nationale ontwikkelingsstrategie", die de Afghaanse regering zal voorstellen; is van mening dat in deze strategie de nadruk dient te liggen op duurzaamheid en specifieke doelstellingen, zoals

   eerbiediging van de mensenrechten, en met name de rechten van vrouwen en de rechtsstaat,
   behoorlijk bestuur en opbouw van instellingen, met name een goed functionerende administratie, een onafhankelijke rechterlijke macht die tegen de wijdverspreide corruptie kan optreden, en een goed opgeleide politie, aangezien de stabiliteit van Afghanistan tegenwoordig meer van binnenuit dan van buitenaf wordt bedreigd,
   ontwikkeling van een systeem van machtsevenwichten voor het definiëren van de rol en de bevoegdheden van elke instelling en de bevordering van politiek pluralisme;

10.   bevestigt de noodzaak om Afghanistan te behandelen binnen een regionaal kader; verzoekt derhalve de Raad en de Commissie om een beleid ten behoeve van stabiliteit en democratie in de regio te ontwikkelen;

11.   is in dit verband verheugd over het feit dat Afghanistan recentelijk is toegetreden tot de SAARC (Zuid-Aziatische Associatie voor regionale samenwerking) en dringt er bij alle buurlanden op aan om zich, binnen een dergelijk regionaal kader, van iedere inmenging in de Afghaanse soevereiniteit te onthouden;

12.   acht het gepast om binnen het Europees Parlement een delegatie voor de betrekkingen met het Afghaanse parlement in te stellen, teneinde op positieve wijze het democratiseringsproces in Afghanistan te kunnen beïnvloeden;

13.   roept de Commissie, met het oog op ondersteuning en verbetering van de samenwerking met Afghanistan, op de wenselijkheid te bekijken van het sluiten van een associatieovereenkomst EU-Afghanistan;

14.   veroordeelt alle terreurdaden tegen de burgerbevolking, de politiemacht, binnenlandse hulpverleners en internationale troepen, en zwaait het Afghaanse volk lof toe, en met name de Afghaanse vrouwen die intimidaties en bedreigingen hebben getrotseerd om aan het verkiezingsproces deel te nemen, hetzij als kandidaat, verkiezingsfunctionaris, plaatselijk waarnemer of kiezer;

15.   herbevestigt de noodzaak voor de Afghaanse autoriteiten om, in samenwerking met internationale troepen die in het land opereren, door te gaan met het bestrijden van het terrorisme en een eind te maken aan de onderlinge strijd tussen de diverse facties;

16.   verwelkomt de eventuele uitbreiding van de ISAF (Internationale Veiligheidsmacht) in het land, met inbegrip van de zuidelijke provincies, en steunt plannen voor één enkele - of een meer geïntegreerde - bevelstructuur voor alle operaties van internationale troepen in Afghanistan; roept op tot een oplossing voor de zogenaamde "voorbehouden" die een belemmering voor de goede samenwerking tussen de verschillende nationale contingenten in het land vormen;

17.   veroordeelt het feit dat honderden personen die door Amerikaanse troepen na de invasie van Afghanistan in 2002 gevangen waren genomen naar het illegale detentiecentrum Guantánamo zijn overgebracht, waar volgens een groot aantal getuigenissen foltering en andere vormen van mishandeling door VS-personeel aan de orde van de dag zijn, en dringt aan op onmiddellijke sluiting van Guantánamo;

18.   spreekt als zijn overtuiging uit dat de steun van de bevolking essentieel is voor een succesvol resultaat in de strijd tegen het terrorisme; verzoekt derhalve de NAVO en de coalitietroepen om een herziening van de "rules of engagement" (geweldsinstructie) en van alle maatregelen die zouden kunnen leiden tot een verbetering van zowel de veiligheidsnormen als de mate van bescherming van de burgerbevolking in verband met militair optreden in gebieden waar gestreden wordt, en zich volledig te houden aan het Verdrag van Genève; dringt er bij de VS op aan elke geheime "dark prison" in het land te sluiten

19.   geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over de illegale productie van verdovende middelen -zoals geschetst in het recente Afghaanse opiumrapport over 2005 van het UN-Office on Drugs and Crime, en met name de jongste statistieken over het binnenlands heroïneverbruik - waardoor het gevaar bestaat dat zich een noodsituatie vanwege HIV/Aids in de regio voordoet;

20.   vestigt de aandacht op de buitengewoon hoge kosten en ernstige gebreken wat betreft de doelmatigheid van een strategie ter bestrijding van verdovende middelen die alleen stoelt op uitroeiing en het bieden van alternatieve bronnen van inkomsten, en verzoekt de deelnemers aan de conferentie te Londen het voorstel voor een vergunningenstelsel voor de productie van opium voor medische doeleinden in overweging te nemen, zoals reeds aan een aantal landen is toegestaan;

21.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Voorzitter van de conferentie van Londen, de regering en het parlement van Afghanistan, de secretarissen-generaal van de Verenigde Naties en de SAARC, en de regeringen van de VS, alle SAARC-landen, Rusland, Iran, Oezbekistan, Turkmenistan, Tadjikistan en China.

Juridische mededeling - Privacybeleid