Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0168/2006

Debatten :

PV 16/03/2006 - 16.1
CRE 16/03/2006 - 16.1

Stemmingen :

PV 16/03/2006 - 17.1

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 121kWORD 41k
Donderdag 16 maart 2006 - Straatsburg
Mensenrechten in Moldavië en met name in Transnistrië
P6_TA(2006)0099RC-B6-0168/2006

Resolutie van het Europees Parlement over mensenrechten in Moldavië en met name in Transnistrië

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Moldavië en in het bijzonder de resolutie van 18 december 2003(1), de resolutie over de parlementsverkiezingen in Moldavië van 24 februari 2005(2) en de resolutie over het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld in 2004 en het mensenrechtenbeleid van de EU van 28 april 2005(3),

–   gelet op de slotverklaring en aanbevelingen van de Parlementaire Samenwerkingscommissie EU-Moldavië van 6 en 7 oktober 2005,

–   gelet op de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen Moldavië en de Europese Unie (EU) die op 28 november 1994 is ondertekend en op 1 juli 1998 in werking is getreden,

–   gelet op de verklaringen van de Top van Istanboel van de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE) uit 1999 en de OVSE-ministerraad van Porto in 2002,

–   gelet op het actieplan voor Moldavië, goedgekeurd op de zevende samenwerkingsraad EU-Moldavië op 22 februari 2005,

–   gelet op het eindverslag van de OVSE/ODIHR-verkiezingswaarnemingsmissie over de parlementsverkiezingen van 6 maart 2005 die over het algemeen voldeden aan de verplichtingen tegenover de OVSE en met de door de Raad van Europa en andere internationale organen voor democratische verkiezingen, ondanks de geconstateerde gebreken ten aanzien van de campagnevoorwaarden en toegang tot de media,

–   gelet op Besluit 2006/96/GBVB van de Raad tot uitvoering van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/179/GBVB inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië in de Republiek Moldavië(4) en Gemeenschappelijk Standpunt 2006/95/GBVB(5) houdende verlenging van deze beperkende maatregelen met een periode van nog eens twaalf maanden,

–   onder verwijzing naar de interimresolutie, goedgekeurd door het Comité van ministers van de Raad van Europa op 1 maart 2006 over het arrest van het Europees Hof voor de Mensenrechten van 8 juli 2004 in de zaak Ilaşcu en anderen tegen Moldavië en de Russische Federatie,

–   gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat het Europees nabuurschapsbeleid de Europese aspiraties van Moldavië en het belang van Moldavië erkent als een land met diepgaande historische, culturele en economische banden met de lidstaten,

B.   overwegende dat in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid een actieplan is goedgekeurd dat o.a. voorstellen omvat om de politieke en institutionele hervormingen te stimuleren waardoor Moldavië geleidelijk aan kan integreren in het EU-beleid en programma's,

C.   overwegende dat de Europese Unie onlangs een belangrijke stap heeft gezet om meer betrokken te raken bij de Republiek Moldavië en het streven naar een oplossing voor het Transnistrië-conflict door een permanente Europese Commissiedelegatie te openen in Chişinău, door benoeming van een speciale EU-vertegenwoordiger (EUSR) in Moldavië met als mandaat bij te dragen aan een duurzame regeling van het Transnistrië-conflict en door een EU-grenshulpmissie (EUBAM) in te stellen voor Moldavië en Oekraïne,

D.   overwegende dat Transnistrië in 1992 de onafhankelijkheid heeft uitgeroepen na een gewapend conflict met Russische militaire steun waardoor het ganse land gedestabiliseerd is geraakt,

E.   overwegende dat men zich ten aanzien van Transnistrië zorgen maakt over het ernstige niveau van criminele activiteiten, de doordeseming van de gehele samenleving met corruptie, het bestaan van een diepgewortelde grijze economie en het niet-eerbiedigen van de fundamentele vrijheden en mensenrechten,

F.   overwegende dat de zelfbenoemde Transnistrische autoriteiten nog steeds de onafhankelijke media en de NGO's blijven bestoken en de Roemeenstalige bevolking blijven discrimineren en vervolgen,

G.   overwegende dat de zelfbenoemde Transnistrische autoriteiten nog steeds weigeren te voldoen aan het arrest van het Europees Hof voor de Mensenrechten en een eind te maken aan de onwettige willekeurige detentie van Andrei Ivantoc en Tudor Petrov-Popa,

H.   overwegende dat volgens berichten Andrei Ivantoc sedert 27 februari 2006 in hongerstaking is gegaan uit protest tegen de onmenselijke en vernederende behandeling door het personeel van de gevangenis in Tiraspol,

1.   veroordeelt met kracht de onderdrukking, het bestoken en intimideren door het Transnistrische regmie van vertegenwoordigers van onafhankelijke media, van burgers die kritiek hebben op de zelfbenoemde Transnistrische autoriteiten, van leden van NGO's en van de oppositie; veroordeelt het verbod op het financieren van NGO's door buitenlandse donoren; betreurt het dat dit regime niet bereid is zich volledig in te zetten voor het streven naar een vreedzame en alomvattende oplossing van het conflict in Transnistrië; is daarom verheugd dat de EU haar visaverbod tegen de leden van het regime van Transnistrië heeft uitgebreid;

2.   betreurt het ten zeerste dat de zelfbenoemde autoriteiten van Transnistrië ruim anderhalf jaar na het arrest van het Europees Hof voor de Mensenrechten in de zaak Ilascu e.a. nog steeds twee van de indieners gevangen houden; constateert dat het Hof in zijn arrest speciaal vermeld heeft dat de twee betrokken staten alle nodige maatregelen moeten nemen om een eind te maken aan de willekeurige detentie van de indieners die nog steeds gevangen zitten, en deze onmiddellijk vrij te laten;

3.   verzoekt de autoriteiten van Moldavië te blijven streven naar een eind aan de onwettige willekeurige detentie van Andrei Ivantoc en Tudor Petrov-Popa en te streven naar hun onmiddellijke vrijlating; dringt er bij de Russische autoriteiten met klem op aan alle wegen te bewandelen die een eind kunnen maken aan de onwettige willekeurige detentie van beide gevangenen en om deze onmiddellijk vrij te laten; verzoekt de Raad, de Commissie en de lidstaten de onmiddellijke vrijlating van deze gevangen te bepleiten;

4.   verzoekt de autoriteiten van Moldavië in verband met de opvallende controversiële veroordeling van de vorige minister van Defensie, Valeriu Pasat, ervoor te zorgen dat diens beroep tegen het vonnis op een transparante wijze kan worden gevoerd overeenkomstig de internationale juridische standaarden;

5.   verklaart zijn krachtige voortdurende steun aan het streven van de autoriteiten van Moldavië om het actieplan als onderdeel van het nabuurschapsbeleid van de EU met succes te implementeren; verzoekt de Commissie en de Raad om de autoriteiten van Moldavië behulpzaam te zijn bij het democratiseringsproces en alle diplomatieke wegen te bewandelen om het autoritaire illegale regime in Transnistrië te verzwakken;

6.   dringt er bij de regering van Moldavië op aan om door te gaan met het hervormingsproces ter verbetering van de rechtsstaat en om de corruptie tegen te gaan bij de instellingen overeenkomstig de toezeggingen uit het actieplan en om de inspanningen op te voeren bij de bestrijding van mensenhandel;

7.   neemt kennis van de wet ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel, afgekondigd op 20 oktober 2005, die voorziet in gratis maatschappelijke dienstverlening voor slachtoffers van mensenhandel; verzoekt de Moldavische autoriteiten om nadere uitleg hoe de implementatie ervan moet worden gefinancierd; legt de nadruk op het belang van extra financiering en personeel voor adviserende lichamen over vrouwenhandel en op sterkere samenwerking door niet-gouvernementele organisaties die op dit terrein werkzaam zijn;

8.   is verheugd over de positieve samenwerking tussen de verschillende politieke partijen in het parlement van Moldavië; erkent het belang van de hervormingen ten aanzien van een onafhankelijke rechterlijke macht, de inlichtingendiensten, wetgeving over verkiezingen en een rekenkamer; bepleit versterking van de rechterlijke macht van Moldavië; beklemtoont hoe belangrijk het is dat deze en andere hervormingen onmiddellijk worden doorgevoerd;

9.   is ervan overtuigd dat de hervormingen in Moldavië alleen kans van slagen hebben wanneer zij worden doorgevoerd in eerbiediging van de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden; dringt erop aan dat alle betrokken partijen, ook leden van het maatschappelijk middenveld, samenwerken om de verdere ontwikkeling van de democratie in het land te bevorderen;

10.   is verheugd over de implementatie van de gezamenlijke verklaring over douane van de premiers van Oekraïne en Moldavië van 30 december 2005; verzoekt de economische actoren uit de Transnistrische regio van Moldavië om zich in te schrijven bij de desbetreffende autoriteiten in Chişinău ter bevordering van een ongehinderde stroom van goederen over de grens; verzoekt de zelfbenoemde Transnistrische autoriteiten om deze inschrijving niet tegen te houden;

11.   is verheugd over de afvaardiging van de EUBAM naar Moldavië en de Oekraïne die kan bijdragen aan verdere inspanningen om een haalbare duurzame oplossing te vinden voor het conflict in Transnistrië; benadrukt dat betere grenscontroles een essentiële factor zijn om een eind te maken aan dit conflict door de wapenhandel te beperken;

12.   verzoekt de Commissie, de Raad en de EUSR voor Moldavië alles in het werk te stellen opdat de huidige grenscrisis niet escaleert;

13.   neemt kennis van de positieve, hoewel op bepaalde punten kritische, verklaring van het Moldavische parlement over het initiatief van Oekraïne voor een oplossing van het conflict in Transnistrië; roept alle betrokken partijen op om zich in te zetten voor de 5+2-onderhandelingen waaraan Moldavië, de Transnistrische regio van Moldavië, Rusland, Oekraïne en de OVSE deelnemen met de EU en de Verenigde Staten als waarnemers, en tot een politieke regeling van het conflict in Transnistrië komen;

14.   verzoekt Rusland om onmiddellijk de steun stop te zetten aan het regime in Transnistrië, te herhalen dat het zich zal houden aan de territoriale integriteit van Moldavië, zoals gedefinieerd in de grondwet van Moldavië en dat het zijn troepen onvoorwaardelijk zal terugtrekken, met inbegrip van de zware wapens en munitie; benadrukt dat de troepen overeenkomstig het besluit dat is genomen op de Top van de OVSE in Istanboel in 1999 eind 2002 hadden moeten worden teruggetrokken; verzoekt de Raad dit punt te plaatsen op de agenda van de komende EU-Rusland-top;

15.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie de regering en het parlement van Moldavië, de regering van Roemenië, de regering van Oekraïne, de regering van de Russische Federatie, de regering van de Verenigde Staten van Amerika, de secretaris-generaal van de OVSE en de secretaris-generaal van de Raad van Europa.

(1) PB C 91 E van 15.4.2004, blz. 692.
(2) PB C 304 E van 1.12.2005, blz. 398.
(3) PB C 45 E van 23.2.2006, blz. 107.
(4) PB L 44 van 15.2.2006, blz. 32.
(5) PB L 44 van 15.2.2006, blz. 31.

Juridische mededeling - Privacybeleid