Resolutie van het Europees Parlement over de verkiezingen in Oekraïne
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de politieke ontwikkelingen in Oekraïne, en met name naar zijn resolutie van 13 januari 2005 over de verkiezingsuitslag in Oekraïne(1),
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 19 januari 2006(2) over het Europees nabuurschapsbeleid,
– gezien het actieplan EU-Oekraïne en de verdere maatregelen die door de Raad zijn besloten ter ondersteuning van een democratisch en hervormingsgericht Oekraïne,
– gezien de voorlopige verklaring van de OVSE van 27 maart 2006 over het verloop van de verkiezingen in Oekraïne,
– gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,
A. overwegende dat Oekraïne duidelijk heeft bevestigd deel uit te willen maken van Europa en bereid te zijn om met de Europese Unie te integreren op basis van de fundamentele beginselen en criteria van de EU,
B. overwegende dat de internationale verkiezingswaarnemingscommissie van het Europees Parlement, de parlementaire assemblees van de Raad van Europa, de OVSE en de NAVO, alsmede van het Bureau voor democratische instellingen en mensenrechten van de OVSE (ODIHR) hebben geconcludeerd dat de parlementsverkiezingen van 26 maart 2006 in Oekraïne vrij en eerlijk zijn verlopen in overeenstemming met de internationale normen voor democratische verkiezingen,
C. overwegende dat de berichtgeving in de media gedurende de verkiezingscampagne over het algemeen evenwichtig is geweest en de partijen de mogelijkheid bood om hun boodschap uit te dragen en de kiezers om vrij hun stem tot uiting te brengen,
D. overwegende dat werd geconcludeerd dat de verkiezingen op democratische en transparante wijze zijn georganiseerd en vrijwel zonder incidenten zijn verlopen, hoewel problemen bij de bemanning van de stembureaus en het buitengewoon grote aantal kiezers in sommige stembureaus op de dag van de verkiezingen tot een zekere mate van wanorde hebben geleid,
E. overwegende dat de Europese Unie, haar lidstaten en Oekraïne steeds nauwere banden hebben aangeknoopt op basis van de gezamenlijke eerbiediging van fundamentele Europese waarden,
1. juicht het toe dat de op 26 maart 2006 gehouden parlements- en plaatselijke verkiezingen op een bevredigende manier en volledig in overeenstemming met internationale verkiezingsnormen zijn verlopen, en dat Oekraïne hard op weg is om een rijpe democratie te worden en de hem toekomende plaats in een Europese gemeenschap van democratische naties in te nemen;
2. neemt evenwel nota van de tekortkomingen die de internationale verkiezingswaarnemingsmissie bij de verkiezingen heeft vastgesteld en roept de bevoegde Oekraïense autoriteiten op om corrigerend op te treden en ervoor te zorgen dat dergelijke problemen zich bij toekomstige verkiezingen niet herhalen;
3. wenst de bevolking van Oekraïne geluk, die ondanks de soms moeilijke omstandigheden bij de stembureaus ervan blijk heeft gegeven dat zij verknocht is aan het democratisch proces in hun land;
4. roept alle leden van de nieuw verkozen Verkhovna Rada en de nieuwe Oekraïense regering op zich volledig te committeren aan de onomkeerbaarheid van dit democratische proces en zonder aarzeling het proces van politieke, sociale en economische hervormingen voort te zetten;
5. dringt er bij de Commissie en de Raad op aan snel en concreet te reageren op de groeiende hoop van de Oekraïense bevolking, die in toenemende mate haar blik op de EU richt, en te overwegen om de maatregelen die zijn opgenomen in het actieplan van het Europees nabuurschapsbeleid ter ondersteuning van de verdere democratische ontwikkeling van Oekraïne verder uit te breiden, met name met betrekking tot de versterking van de eerbiediging van de rechtstaat en van de sociale en economische hervormingen; dringt er tevens bij de lidstaten op aan om soortgelijke initiatieven en projecten te ondernemen om concrete steun te verlenen die bijdraagt aan een voortzetting van het democratiserings- en hervormingsproces in Oekraïne;
6. dringt er opnieuw bij de na deze verkiezingen gevormde nieuwe regering op aan om de Oekraïense steun voor de gemeenschappelijke Europese waarden en doelstellingen te bestendigen, door verdere stappen te ondernemen ter bevordering van democratie, mensenrechten, civiele samenleving en de beginselen van de rechtsstaat, door verder te gaan op het pad van markthervormingen en door de politieke verdeeldheid in Oekraïne te boven te komen;
7. dringt er bij de nieuwe Oekraïense regering op aan een betrouwbare partner te blijven van de Europese Unie vooral in verband met versterking van de stabiliteit in de regio, vooral bij het zoeken naar een oplossing voor het Transnistrië-probleem;
8. doet een beroep op alle buurlanden om de democratische keuze van het Oekraïense volk volledig te respecteren en zich te onthouden van elke vorm van economische of andere druk om verandering te brengen in de op democratische wijze besloten verdere politieke, sociale en economische ontwikkeling van het land;
9. ziet uit naar een overeenkomst ter versoepeling van het visabeleid tussen de EU en Oekraïne met als uiteindelijke doel een regeling zonder visa, maar verzoekt de Commissie zich in de tussentijd volledig te houden aan de bestaande overeenkomsten inzake gratis visa voor verscheidene binnenkomsten met zeven lidstaten, en ziet tevens uit naar andere maatregelen gericht op de realisatie van de Europese perspectieven van Oekraïne; dringt aan op verdere stappen in het kader waarvan Oekraïne zich moet bewegen in de richting van een volledig lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie;
10. stelt vast dat de huidige Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EG en Oekraïne(3) in 2008 afloopt en verzoekt de Commissie onderhandelingen over een associatie-overeenkomst te beginnen;
11. ziet uit naar een nauwere samenwerking met de Verkhovna Rada en naar een duurzaam overgangsproces in Oekraïne dat het land dichterbij de doelstelling van een steeds intensievere samenwerking met de Europese Unie zal brengen en verplicht zich ertoe Oekraïne bij dit proces te zullen steunen;
12. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regering en het parlement van Oekraïne en aan de parlementaire assemblees van de Raad van Europa, de OVSE en de NAVO.