Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0228/2006

Debatten :

PV 05/04/2006 - 15
CRE 05/04/2006 - 15

Stemmingen :

PV 06/04/2006 - 6.10

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 198kWORD 40k
Donderdag 6 april 2006 - Straatsburg
Wereldgezondheidsdag
P6_TA(2006)0139RC-B6-0228/2006

Resolutie van het Europees Parlement over Wereldgezondheidsdag

Het Europees Parlement,

–   gezien het feit dat 7 april 2006 Wereldgezondheidsdag is, die in het teken zal staan van de werknemers in de gezondheidssector,

–   gezien het feit dat op Wereldgezondheidsdag het decennium van het medisch personeel (2006-2015) zal worden ingeluid,

–   gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over een EU-plan van aanpak voor het tekort aan gezondheidswerkers in de ontwikkelingslanden (COM(2005)0642),

–   gezien de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling (MDO's),

–   gezien het in december 2004 in Abuja gehouden tweede forum op hoog niveau over de MDO's op gezondheidsgebied en de conclusies daarvan,

–   gezien de van 14 tot 16 september 2005 in New York gehouden topconferentie en de conclusies daarvan over de vooruitgang bij het bereiken van de MDO's,

–   gezien de gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers der lidstaten, in het kader van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: De Europese consensus(1),

–   gezien het op 7 december 2005 door de Wereldbank gepubliceerde rapport over de gezondheidszorg, getiteld "Reaching the Poor, with Health, Nutrition and Population Services: What Works, What Doesn't and Why",

–   gezien de inspanningsverklaring inzake HIV/aids die op de speciale bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in juni 2001 is goedgekeurd, en de aanstaande bijeenkomst op hoog niveau in juni 2006 over de algehele herziening van deze verklaring,

–   gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat er in veel delen van de derde wereld een ernstig tekort aan medisch personeel bestaat, waarbij sprake is van migratie zowel vanuit als binnen de armere regio's,

B.   overwegende dat het tekort aan zorgpersoneel niet alleen de ontwikkelingslanden, maar ook in Europa en alle andere landen in de wereld acuut is, niet in de laatste plaats in het geval van een pandemie,

C.   overwegende dat door de toegenomen behoefte aan gezondheidswerkers in de ontwikkelde landen met hun vergrijzende bevolking dokters en verpleegsters met name uit de ontwikkelingslanden zijn aangetrokken, waardoor het bestaande tekort aan gezondheidswerkers in die landen nog nijpender wordt,

D.   overwegende dat zowel de donorlanden als de ontvangende landen de MDO's hebben onderschreven, waarvan er drie rechtstreeks te maken hebben met gezondheid: vermindering van de kindersterfte, verbetering van de gezondheid van moeders en aanpak van HIV/aids, tuberculose, malaria en andere ziektes,

E.   overwegende dat de toegang tot gezondheidsdiensten een van de fundamentele rechten van de mens is,

F.   overwegende dat HIV/aids, tuberculose en malaria hebben bijgedragen tot de toenemend slechte gezondheidstoestand van de samenleving in het algemeen, en in ontwikkelingslanden in het bijzonder, met zeer schadelijke gevolgen voor de gezondheidssector, inclusief verlies van zorgpersoneel,

G.   overwegende dat gezondheidswerkers in de ontwikkelde landen, maar met name in de ontwikkelingslanden vaak een verhoogde kans op infectie of blootstelling aan giftige stoffen lopen,

H.   overwegende dat oorlogen in de derde wereld enorme noodsituaties veroorzaken die grote aantallen speciaal opgeleide gezondheidswerkers vereisen,

I.   overwegende dat de opleiding van gezondheidswerkers in de ontwikkelingslanden vaak tekortschiet als gevolg van een gebrek aan politieke wil en middelen,

J.   overwegende dat gezondheidswerkers in de ontwikkelingslanden, willen zij doeltreffend kunnen optreden, moeten kunnen beschikken over een behoorlijke infrastructuur met adequate technische en farmaceutische ondersteuning,

K.   overwegende dat permanente medische bijscholing, kwaliteitsborging en dekking tegen beroepsaansprakelijkheid van essentieel belang zijn voor de medische praktijk van gezondheidswerkers in de ontwikkelingslanden,

1.   is verheugd over de reeds aangehaalde mededeling van de Commissie en geeft volledige steun aan haar stelling: "De MDO's kunnen moeilijk worden verwezenlijkt als er niet meer wordt geïnvesteerd in medisch personeel", alsmede aan haar duidelijke toezegging om als partner met de ontwikkelingslanden samen te werken aan ontwikkelingsstrategieën,

2.   uit niettemin kritiek op de tegenstrijdigheid tussen de uitspraak van de Commissie dat zij vastbesloten is de gezondheidszorg in de ontwikkelingslanden te verbeteren en de MDO's te halen, en haar staat van dienst waar het gaat om de besteding van ontwikkelingsgelden in de gezondheidssector; wijst er bijvoorbeeld op dat in 2003 slechts 5,2% van het Europees Ontwikkelingsfonds voor gezondheidsuitgaven is uitgetrokken en in 2002 maar 4%,

3.   betreurt het ten zeerste dat er aanwijzingen zijn dat de Commissie wil voorstellen slechts 6% van de ontwikkelingsgelden in het nieuwe instrument voor ontwikkelingssamenwerking uit te trekken voor menselijke en sociale ontwikkeling en daarmee niet alleen gezondheidszorg, HIV/aids-bestrijding en seksuele en reproductieve gezondheid te financieren, maar ook al het overige sociale beleid, waaronder programma's voor kinderen, onderwijs en gendermaatregelen;

4.   verzoekt de Commissie te voldoen aan de oude wens van het Parlement dat 35% van de ontwikkelingsgelden naar de sociale sector gaat en 20% van de totale middelen aan basisgezondheidszorg en basisonderwijs wordt besteed;

5.   erkent dat het dringend nodig is de bijstand van donors - binnen de EU en mondiaal - beter te harmoniseren en is het ermee eens dat begrotingssteun gekoppeld aan voldoende duidelijke prestatie-indicatoren een efficiënt middel kan zijn om tot een betere harmonisatie en een grotere mate van voorspelbaarheid te komen;

6.   verzoekt om toereikende middelen voor projecten inzake reproductieve gezondheid en veroordeelt de "global gag rule" (beleid van Mexico City), waarmee Amerikaanse middelen voor dergelijke projecten worden geblokkeerd;

7.   beseft dat één belangrijke reden voor deze problematische situatie in de ontwikkelingslanden gelegen is in de emigratie van gezondheidswerkers die worden aangeworven in rijkere landen (met name in de EU en de VS), en wenst dat de EU aandringt op de opstelling van een mondiale gedragscode voor ethisch verantwoorde aanwerving;

8.   is van mening dat ter bestrijding van deze trend als eerste stap gezorgd moet worden voor opleiding en betere arbeidsvoorwaarden voor gezondheidswerkers in de betrokken gebieden en voor maatregelen waarmee zij worden gestimuleerd om te werken waar zij het meest nodig zijn, alsmede voor de levering van vaccins vooruitlopend op eventuele pandemieën;

9.   verzoekt de Commissie en de lidstaten volledig uitvoering te geven aan het beleid gericht op een coherente ontwikkelingssamenwerking, dat zij hebben onderschreven in de reeds aangehaalde gemeenschappelijke verklaring over het ontwikkelingsbeleid, door te voorkomen dat het migratiebeleid nadelige gevolgen heeft voor de ontwikkelingslanden als gevolg van het actief zoeken naar gezondheidswerkers die een sleutelpositie innemen in de armste landen;

10.   onderstreept niettemin dat de brain drain in de gezondheidssector het best kan worden tegengegaan door gezondheidswerkers op sleutelposities carrièreperspectieven te bieden, zodat zij in eigen land blijven; verzoekt de Commissie, de lidstaten en de regeringen van de ontwikkelingslanden te investeren in de opleiding van gezondheidswerkers voor sleutelposities;

11.   vraagt de ontwikkelingslanden om hun openbare structuur voor de gezondheidszorg en -diensten te herstellen, en vraagt de EU om die operatie te ondersteunen met hulpverlening voor uitbreiding van de menselijke en institutionele capaciteiten - met inbegrip van betere arbeidsomstandigheden voor medisch personeel, uitrusting met bruikbare medische voorzieningen en technologieoverdracht;

12.   wenst dat de Commissie en de lidstaten al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat gelden voor de gezondheidszorg de armsten in de ontwikkelingslanden bereiken; wijst op de dringende behoefte aan toegang tot de gezondheidszorg in afgelegen en plattelandsgebieden;

13.   dringt er bij de lidstaten van de EU op aan om van de gezondheidszorg en de geneesmiddelenvoorziening in de wereld een strategisch beleidsonderdeel te maken en met vastberadenheid op te treden om in onderzoek en ontwikkeling de nadruk op prioriteiten te leggen die aan de behoeften van de patiënten tegemoet komen, vooral degenen die zich in omstandigheden bevinden, waarvoor weinig middelen beschikbaar zijn;

14.   dringt er bij de EU op aan om zich ervan te vergewissen dat de vooruitgang in zuiver wetenschappelijk onderzoek en biogeneeskunde omgezet wordt in betere, veilige en betaalbare gezondheidszorg die gehoor geeft aan alle patiënten en ook onmisbare geneesmiddelen binnen hun bereik brengt, vooral bij patiënten die in armoede leven;

15.   verzoekt de Commissie en de lidstaten partnerschappen met ziekenhuizen in ontwikkelingslanden te ontwikkelen en de samenwerking via videoconferenties te stimuleren, waardoor vrij kleine en afgelegen ziekenhuizen kunnen profiteren van de grote deskundigheid en de adviezen van andere ziekenhuizen en landen, en actieve steun te verlenen aan de ontwikkeling van de eerstelijnsgezondheidszorg;

16.   verzoekt om een doeltreffende planning van het medisch personeel in alle lidstaten, zodat aan de interne vraag kan worden voldaan en de negatieve gevolgen voor de buurlanden, de Afrikaanse landen en andere betrokken landen tot een minimum worden beperkt;

17.   verzoekt de Commissie en de lidstaten actieve steun te verlenen voor het medisch onderwijs in ontwikkelingslanden en voor de toegang tot dit onderwijs voor studenten uit plattelands- en afgelegen gebieden;

18.   is van mening dat, om het tekort aan medisch personeel in verschillende delen van de lidstaten aan te pakken, voor de EU één prioriteit moet zijn het in stand houden en verhogen van het aantal gezondheidswerkers in de EU door middel van een reeks maatregelen, zoals het stimuleren van de beroepsmobiliteit in de EU, het bieden van betere arbeidsvoorwaarden, verhoging van de steun in de vorm van investeringen in opleidingen en opstelling van doeltreffende aanmoedigingsregelingen die moeten berusten op onderzoek, analyse en overleg met de gezondheidswerkers;

19.   is van oordeel dat het van fundamenteel belang is om waarborgen te bieden voor toegang tot kwalitatief hoogstaande en gratis gezondheidszorg voor iedereen;

20.   onderstreept dat een doeltreffend malariavaccin moet worden ontwikkeld, hetgeen sneller kan gebeuren door middel van internationale partnerschappen tussen de particuliere en de overheidssector;

21.   spreekt zijn waardering en steun uit voor de werkzaamheden van NGO's die bijstand verlenen en deskundigheid ter beschikking stellen op het gebied van gezondheidszorg in de ontwikkelingslanden; verzoekt de Commissie deze NGO's actief te ondersteunen;

22.   herinnert aan de vreselijke situatie van de vijf Bulgaarse gezondheidswerkers en de Palestijnse arts die in Tripoli met de doodstraf worden bedreigd;

23.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten en van alle ontwikkelingslanden alsmede aan dr. Lee Jong-Wook, secretaris-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie.

(1) PB C 46 van 24.2.2006, blz. 1.

Juridische mededeling - Privacybeleid