Resolutie van het Europees Parlement over de tenuitvoerlegging, de gevolgen en de uitwerking van de vigerende wetgeving op het gebied van de interne markt (2004/2224(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling van de Commissie van 5 juni 2002 over effectbeoordeling (COM(2002)0276),
– gezien de mededeling van de Commissie van 5 juni 2002 over het actieplan 'Vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving' (COM(2002)0278),
– gezien de mededeling van de Commissie van 11 december juni 2002 over de verbetering van de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht (COM(2002)0725),
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2003 over beter wetgeven(1) dat tussen het Parlement, de Raad en de Commissie is afgesloten,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 april 2004 over de impact van de Gemeenschapswetgeving en de raadplegingsprocedure(2),
– gezien de conclusies van de Raad Concurrentievermogen van 25 en 26 november 2004,
– gezien de mededeling van de Commissie van 16 maart 2005, met als titel 'Betere regelgeving met het oog op economische groei en meer banen in de Europese Unie' (COM(2005)0097),
– gezien het verslag van de Commissie van 21 maart 2005, met als titel 'De wetgeving verbeteren 2004' (COM(2005)0098),
– gezien de richtsnoeren voor de effectbeoordelingen van de Commissie van 15 juni 2005, en de bijlagen hierbij (SEC(2005)0791),
– gezien de adviezen van het Europees Economisch en Sociaal Comité over beter wetgeven en over verbetering van de tenuitvoerlegging en handhaving van de Europese wetgeving van 28 september 2005(3),
– gezien de mededeling van de Commissie van 27 januari 2005 getiteld "Tweede verslag over de implementatie van de internemarktstrategie 2003-2006" (COM(2005)0011),
– gezien de mededeling van de Commissie van 25 oktober 2005, met de titel "Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving" (COM(2005)0535),
– gezien de herlancering van de Lissabon-strategie op 22 en 23 maart 2005,
– gezien de scorebordverslagen betreffende de interne markt,
– gelet op artikel 45 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0083/2006),
A. overwegende dat het Parlement, de Raad en de Commissie zich in het boven aangehaalde Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2003 ertoe hebben verbonden zich aan de agenda voor een betere regelgeving te houden,
B. overwegende dat de Commissie in de hernieuwde agenda van Lissabon een betere regelgeving centraal stelt bij het streven naar werkgelegenheid en groei in de Europese Unie,
C. overwegende dat de deregulering en vermindering van de enorme bureaucratie veroorzaakt door de EU-wetgeving vitale voorwaarden zijn voor het bereiken van de doelstellingen van Lissabon,
D. overwegende dat een verbeterde Europese wetgeving zou moeten leiden tot een betere concurrentiepositie in de wereldeconomie, faire concurrentievoorwaarden tussen bedrijven, het stimuleren van de groei en de versterking van de sociale samenhang,
E. overwegende dat het nastreven van de doelstelling van een betere regelgeving niet mag leiden tot het ondermijnen van de sociale normen of de normen ter bescherming van het milieu en de consument,
F. overwegende dat burgers en bedrijven baat hebben bij goede, duidelijke en eenvoudige interne marktwetten en dat ook de tenuitvoerlegging en handhaving hierdoor wordt vergemakkelijkt,
G. overwegende dat betrokkenen hun bezorgdheid hebben geuit over de moeilijkheden die ze hebben ondervonden als gevolg van onduidelijke of onvolledige concepten, definities of bepalingen in de Gemeenschapswetgeving,
H. overwegende dat problemen met de omzetting of tenuitvoerlegging vaak het gevolg zijn van slecht opgestelde wetteksten; dat de Europese wetgevende organen hierin een belangrijke verantwoordelijkheid hebben en dus bij onderhandelingen zouden moeten afzien van ingewikkelde en onduidelijke compromissen,
I. overwegende tekstuele dubbelzinnigheden leiden tot wettelijke onzekerheden en tegenstrijdigheden bij het omzetten van teksten in nationale wetgeving, met het gevaar voor concurrentieverstoring en fragmentatie van de interne markt,
J. overwegende dat uit de diverse scorebordverslagen over de interne markt telkens weer blijkt dat, ondanks verbeteringen in sommige lidstaten, de omzetting en tenuitvoerlegging van communautaire wetgeving nog steeds een ernstig probleem is,
K. overwegende dat binnen de agenda voor betere regelgeving prioriteit moet worden gegeven aan de tenuitvoerlegging en omzetting van bestaande regelgeving om tegenstrijdigheden te voorkomen die de concurrentiekracht van Europa, de rechten van werknemers en consumenten en het vermogen van consumenten en bedrijven om de interne markt optimaal te benutten, ondermijnen,
L. overwegende dat uit de diverse scorebordverslagen over de interne markt telkens weer blijkt dat de omzetting in verscheidene lidstaten nog steeds een ernstig probleem is,
M. overwegende dat voor een betere regelgeving zowel op voorhand als achteraf effectbeoordelingen moeten worden uitgevoerd om na te gaan of de doelstellingen kunnen worden of zijn bereikt,
N. overwegende dat het Parlement, de Raad en de Commissie de noodzaak hebben erkend om alternatieve regelgevingsmechanismen te gebruiken in die gevallen die zich daarvoor lenen, alsmede in die gevallen waarbij het gebruik van een wettelijk instrument volgens het EG-Verdrag niet expliciet vereist is,
O. overwegende dat, onder het voornoemde Interinstitutioneel Akkoord, dergelijke mechanismen niet van toepassing zullen zijn als fundamentele rechten of belangrijke politieke opties op het spel staan, noch in situaties waar de regels in alle lidstaten op dezelfde manier moeten worden toegepast,
P. overwegende dat er geen enkel officieel mechanisme bestaat om het Parlement op de hoogte te brengen voordat wordt voorgesteld alternatieven voor wetgeving te gebruiken, noch om het Parlement te raadplegen over resultaten die voortkomen uit alternatieve regelgeving; voorts overwegende dat deze afwezigheid van "checks and balances" de democratisch prerogatieven van het Parlement ondermijnt,
Q. overwegende dat het van vitaal belang is dat alle drie de instellingen middelen en personeel investeren in de oprichting van taakgroepen voor 'betere regelgeving',
1. benadrukt dat een gemeenschappelijke aanpak nodig is om de regelgeving te verbeteren en dat deze gebaseerd moet zijn op een aantal grondbeginselen inzake regelgeving, namelijk subsidiariteit, proportionaliteit, verantwoordingsplicht, consistentie, doorzichtigheid en doelgerichtheid; benadrukt dat deze aanpak niet kan voorbijgaan aan de rechten van het sociaal overleg en de principes van de participatieve democratie moet respecteren;
2. benadrukt dat het Parlement, de Raad en de Commissie taakgroepen voor een 'betere regelgeving' moeten oprichten, een interinstitutionele werkgroep moeten instellen om opleidingen, vaardigheden en kwaliteitscontrole te ontwikkelen en de optimale werkwijzen voor een betere regelgeving moet delen en benchmarken;
3. dringt er bij de Commissie op aan dat ze een korte, duidelijke gids produceert voor het proces voor een betere regelgeving; dat in de gids de belangrijkste beoordelingsstappen die moeten worden genomen bij de evolutie, ontwikkeling en tenuitvoerlegging van Gemeenschapswetgeving in grote lijnen moeten worden weergegeven, daarbij inbegrepen een evaluatie achteraf op hoofdpunten, in samenwerking met het Parlement;
4. dringt er op aan dat er bij alle Commissievoorstellen een "checklist voor betere regelgeving" wordt gevoegd waarin een samenvatting wordt gegeven van de fases die het voorstel moet doorlopen, en dat deze checklist bij de voltooiing van elke fase moet worden geactualiseerd, met een verwijzing naar relevante studies of effectbeoordelingen;
5. benadrukt dat er door een strategische regelgevingsbenadering en een stabiel kader de beste resultaten zullen worden bereikt doordat de betrokken sectoren de wetgeving op de meest effectieve wijze kunnen plannen en ten uitvoer leggen; geeft de Commissie een pluim voor het CARS 21-initiatief, aangezien dit een heel goed voorbeeld is van strategische benadering van regelgeving;
6. verzoekt de Commissie om zowel op voorhand als achteraf effectbeoordelingen van de wetgeving uit te voeren, zodat kan worden nagegaan of de belangrijkste beleidsdoelstellingen zijn bereikt en het herzieningsproces van de regelgeving kan worden ondersteund;
7. acht het met het oog op de uniforme toepassing door de Commissie van effectbeoordelingen, met name met betrekking tot de internemarktwetgeving, van essentieel belang dat de kwaliteit daarvan aan een speciale controle wordt onderworpen;
8. staat erop dat alle aan het Parlement voorgelegde wetgevende voorstellen ook een samenvatting van de effectbeoordeling bevatten;
9. benadrukt dat lidstaten ervoor moeten zorgen dat ze geen nieuwe problemen bij de tenuitvoerlegging opwerpen door het opleggen van aanvullende vereisten op nationaal niveau bij de omzetting van Gemeenschapswetgeving ("verguldingsmaatregelen") en zij dit moeten bevestigen aan de hand van een formele verklaring aan de Commissie;
10. dringt er bij de Commissie op aan dat ze de Gemeenschapswetgeving verder moet consolideren, vereenvoudigen en systematiseren om deze toegankelijker en leesbaarder te maken;
11. verzoekt de Commissie met nieuwe voorstellen voor een doorzichtiger en doeltreffender raadpleging van de betrokkenen te komen; is van oordeel dat de sociale partners op voet van gelijkheid hierin moeten worden betrokken en dat consumenten- en leefmilieuorganisaties moeten worden geraadpleegd;
12. dringt er bij de Commissie op aan de doeltreffendheid te verbeteren van het ex ante onderzoek van nationale technische ontwerpvoorschriften krachtens Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij(4), onder andere door het vergroten van de openbare toegang tot bezwaren die door de Commissie en andere lidstaten worden geopperd;
13. dringt er op aan dat de Commissie een transparante en snelle inbreukprocedure voor test cases voor de interne markt in het leven roept en dat ze het Parlement op de hoogte brengt van de wijze waarop haar criteria van voorrang voor de behandeling van inbreuken – zoals vermeld in haar aangehaalde mededeling over de verbetering van de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht – in de praktijk zijn onderzocht en onder de aandacht van de klagers zijn gebracht;
14. dringt er bij de Raad en de Commissie op aan het toezicht op de uitvoering en naleving van het Gemeenschapsrecht te verbeteren; meent dat dit kan meehelpen bij het opvoeren van het omzettingstempo van wetgeving, bij de uitwisselingen van optimale werkwijzen tussen de lidstaten en bij het invoeren van sancties voor het in gebreke blijven; dringt erop aan dat de verslagen van de Commissie over de tenuitvoerlegging zich niet beperken tot een juridische analyse van de omzettingsinstrumenten, maar eveneens de toepassing van de wetgeving in kwestie in de praktijk evalueren;
15. staat erop dat het Parlement een lijst krijgt van alle beleidsmaatregelen waarbij de Commissie alternatieve regelgevingsmechanismen heeft gebruikt, met onder meer een evaluatie van de min- en pluspunten van deze mechanismen, de effecten ervan op de concrete situatie en meer bepaald op de rechten van werknemers en consumenten, alsmede op de sociale cohesie, op de eerlijke mededinging, het stimuleren van de groei en de concurrentiepositie van de EU, alsmede op de optimale werkwijzen en de lessen die uit het proces kunnen worden getrokken; dringt erop aan deze informatie in het jaarverslag van de Commissie over beter wetgeven op te nemen;
16. onderkent dat de klassieke regelgevingsmethode niet altijd de beste manier is om een beleidsdoelstelling te bereiken;
17. benadrukt tevens de centrale rol van het Parlement, en met name van de verantwoordelijke rapporteur, in het controleren van de implementatie en naleving van het Gemeenschapsrecht door de lidstaten en van het hierop uitgeoefende toezicht door de Commissie;
18. erkent de mogelijkheden van het Lamfalussy-proces om een interne markt voor financiële diensten tot stand te brengen, maar betreurt de trage voortgang bij het bereiken van een interinstitutioneel akkoord waarin de rol van het Parlement in het implementatieproces volledig wordt erkend;
19. dringt erop aan dat de Commissie in het jaarlijkse werkprogramma een lijst opneemt met die voorstellen waarvoor een alternatieve regeling zou kunnen gelden;
20. dringt erop aan dat alternatieve regelgevingsvoorstellen worden voorzien van duidelijke doelstellingen en vastomlijnde termijnen voor op te treden, evenals sancties voor het ingebreke blijven;
21. stelt voor dat de commissies van het Parlement goed doortimmerde onderzoeksmechanismen bedenken om de tenuitvoerlegging en het gebruik van alternatieve regelgevingsmiddelen te evalueren en op te volgen, zodat consumenten ook bij dergelijke alternatieve regelgevingsvoorstellen altijd hun toevlucht tot het gerecht kunnen nemen als bedrijven hun beloften niet nakomen;
22. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.