Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0375/2006

Debatten :

PV 05/07/2006 - 17
CRE 05/07/2006 - 17

Stemmingen :

PV 06/07/2006 - 6.19
CRE 06/07/2006 - 6.19

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 125kWORD 48k
Donderdag 6 juli 2006 - Straatsburg
AIDS: tijd om te handelen!
P6_TA(2006)0321RC-B6-0375/2006

Resolutie van het Europees Parlement AIDS: tijd om te handelen!

Het Europees Parlement,

–   gezien de bijeenkomst op hoog niveau van de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (UNGASS) op 2 juni 2006 over HIV/AIDS en de op deze bijeenkomst aangenomen politieke verklaring,

–   gezien de toezeggingsverklaring ('Declaration of Commitment') van de VN over HIV/AIDS : "Global Crisis - Global Action" (Mondiale crisis, mondiale actie), die de Algemene Vergadering op 27 juni 2001 tijdens haar 26ste bijzondere zitting heeft aangenomen,

–   gezien het VN-document ('position paper') "Preventing the Transmission of HIV among Drugs Abusers" (Voorkoming van de overdracht van HIV bij gebruikers van verdovende middelen),

–   gezien de internationale conferentie over "HIV/AIDS: Time to deliver" (tijd om te handelen) die in augustus 2006 in Toronto wordt gehouden,

–   gezien de Abuja-verklaring van 27 april 2001 over HIV/AIDS, tuberculose en andere verwante besmettelijke ziekten, het gemeenschappelijk standpunt van Afrika tijdens de UNGASS-bijeenkomst op hoog niveau van 2006 en de op 4 mei 2006 door de Afrikaanse Unie in Abuja ondertekende oproep voor versnelde maatregelen met het oog op algemene toegang tot dienstverlening in verband met HIV en AIDS, tuberculose en malaria in Afrika,

–   gezien het verslag van UNAIDS uit 2006 over de wereldwijde AIDS-epidemie,

–   gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat meer dan 65 miljoen mensen ter wereld met HIV zijn besmet, dat meer dan 25 miljoen mensen aan AIDS zijn gestorven, dat 15 miljoen kinderen als gevolg van AIDS wees zijn geworden en dat van de 40 miljoen mensen die momenteel met het HIV-virus leven meer dan 95% in de ontwikkelingslanden leeft, waarvan meer dan 70% in Afrika bezuiden de Sahara alleen,

B.   overwegende dat onbeschermde heteroseksuele geslachtsgemeenschap momenteel de belangrijkste factor is met betrekking tot de verspreiding van HIV-besmettingen op mondiaal niveau en dat de helft van alle nieuwe HIV-besmettingen jonge mensen betreft die nog geen 25 jaar oud zijn,

C.   overwegende dat de helft van alle mensen die met AIDS leven, en 60% van de mensen die in Afrika met AIDS leven thans vrouwen zijn, en dat vrouwen 2 tot 4 maal meer kans maken de ziekte op te lopen dan mannen,

D.   overwegende dat vrouwen en meisjes, jongeren, ouderen, mannen die geslachtsgemeenschap hebben met mannen, mensen die al dan niet via injecties drugs nemen, werknemers in de sekssector, mensen die van geslacht zijn veranderd, gevangenen, migrerende werknemers, wezen, mensen in gebieden waar conflicten zijn (of geweest zijn), inheemse volkeren, vluchtelingen en in eigen land ontheemden, alsook veldwerkers in de HIV/AIDS-sector het meest kwetsbaar zijn voor HIV/AIDS en de gevolgen van de pandemie,

E.   overwegende dat verwezenlijking van mensenrechten en fundamentele vrijheden voor iedereen van wezenlijke betekenis is om de kwetsbaarheid voor HIV/AIDS terug te dringen,

F.   overwegende dat tal van organisaties die de UNGASS-bijeenkomst op hoog niveau van 2006 over HIV/AIDS bijwoonden het feit meldden en laakten dat de politieke en economische belangen van enkelen zwaarder wogen dan de behoeften van miljoenen mensen in ontwikkelingslanden, met het gevolg dat er een slappe verklaring werd afgelegd zonder duidelijke doelen of financiële toezeggingen,

G.   overwegende dat de landen die het meest door HIV en AIDS zijn getroffen de millenniumontwikkelingsdoelstellingen niet zullen kunnen bereiken en verder zullen verzwakken, waardoor de sociale stabiliteit in gevaar komt,

H.   overwegende dat het Wereldfonds ter bestrijding van HIV/AIDS, tuberculose en malaria ("het Wereldfonds") tot dusver indrukwekkende resultaten heeft opgeleverd: meer dan 540.000 mensen met HIV hebben nu toegang tot levensreddende aidsremmers via programma's die door dit fonds worden gefinancierd;

I.   overwegende dat in de Verklaring van Doha de bescherming van de volksgezondheid boven de bescherming van particuliere handelsbelangen is gesteld en dat is bevestigd dat ontwikkelingslanden het recht hebben gebruik te maken van beschermingsmechanismen voorzien in de TRIPS-Overeenkomst, zoals dwanglicenties om octrooien buiten werking te stellen als dit noodzakelijk is voor de bescherming van de volksgezondheid en de bevordering van de algemene beschikbaarheid van geneesmiddelen,

J.   overwegende dat het huidige prijsvormingsstelsel, dat gebaseerd is op de praktijk dat ondernemingen vrijwillig kortingen verlenen op geneesmiddelen voor ontwikkelingslanden, niet de betaalbaarheid van de geneesmiddelen waarborgt, en dat sommige farmaceutische specialiteiten met één leverancier zelfs met korting nog te duur zijn; dat sommige kortingen niet beschikbaar zijn omdat producenten zich in sommige landen niet geregistreerd hebben of hun producten er niet op de markt brengen, en dat sommige ondernemingen aan landen met modale inkomsten helemaal geen kortingen aanbieden,

1.   spreekt zijn waardering uit voor het feit dat de wereldleiders zich op de bijeenkomst van 2005 van de G8-naties en op de wereldtop van september 2005 van de Verenigde Naties tot een massieve intensivering van de preventie, behandeling en zorg op het gebied van HIV hebben verplicht, ten einde vóór 2010 zo dicht mogelijk het doel te bereiken van een algemene toegang tot een behandeling voor allen die deze nodig hebben, en dat deze toezeggingen werden bevestigd op de vergadering van 2006 van de Groep op Hoog Niveau voor AIDS;

2.   spreekt zijn waardering uit voor de UNGASS-verklaring van 2 juni 2006, met name voor de verwijzing daarin naar de bevordering van algemene beschikbaarheid van geneesmiddelen, hetgeen de productie omvat van generieke anti-retrovirale geneesmiddelen en andere geneesmiddelen die van wezenlijk belang zijn voor besmettingen in verband met AIDS;

3.   betreurt echter dat de verklaring geen streefcijfers en streefdata omvat in verband met behandeling, middelen en preventie en evenmin voorziet in een uitvoerbaar actieplan om het doel te helpen realiseren dat tegen 2010 alle met HIV besmette personen algemene toegang tot behandeling hebben;

4.   verzoekt de internationale gemeenschap tijdens de conferentie in augustus in Toronto haar beloften na te komen, en verzoekt de Commissie en de lidstaten erop toe te zien dat de uitgaven voor gezondheidszorg in ontwikkelingslanden niveaus bereiken die evenredig zijn aan de politieke toezeggingen die zijn gedaan;

5.   is ernstig bezorgd over het feit dat de helft van alle nieuwe HIV-besmettingen kinderen en jongeren betreffen;

6.   is teleurgesteld dat er, hoewel besmetting zeer vaak plaats vindt door gemeenschappelijk gebruik van naalden door drugsgebruikers, in veel landen, waaronder ook lidstaten, nog steeds geen doeltreffende programma's worden uitgevoerd voor de verstrekking van schone naalden aan verslaafden;

7.   dringt aan op maatregelen ter beperking van het aantal naaldprikken en andere verwondingen door scherpe voorwerpen die gezondheidswerkers oplopen;

8.   wijst erop dat het, om de verspreiding van HIV/AIDS daadwerkelijk te stoppen en te keren, van fundamentele betekenis is adequate maatregelen te richten op de belangrijkste kwetsbare groepen;

9.   blijft ten zeerste verontrust over de algemene uitbreiding van de pandemie en het feit dat zij vooral vrouwen treft, hetgeen ertoe leidde dat thans 50% van alle mensen ter wereld die met het HIV-virus zijn besmet en 60% van de mensen in Afrika die door het HIV-virus zijn besmet, vrouwen zijn;

10.   wijst erop dat rechten inzake seksuele en reproductieve gezondheidszorg van centrale betekenis zijn voor de bestrijding van HIV/AIDS, en verzoekt de Commissie en partnerlanden om met klem in strategiedocumenten voor bepaalde landen voorrang te verlenen aan brede preventiestrategieën, o.m. programma's ter bevordering van het condoomgebruik en op jonge mensen afgestemde voorlichting inzake HIV/AIDS;

11.   laakt de slechte prestaties van de Commissie wat betreft de besteding van ontwikkelingskredieten in de sector gezondheidszorg; wijst er bij voorbeeld op dat in 2003 en 2002 slechts 5,2% resp. 4% van het EOF bestemd was om te worden uitgegeven aan gezondheidszorg, en betreurt het dat de Commissie voornemens is voor te stellen slechts 6% van de ontwikkelingskredieten in het kader van het nieuwe instrument voor ontwikkelingssamenwerking te bestemmen voor de ontwikkeling van mens en maatschappij, hetgeen niet alleen de gezondheidszorg, HIV/AIDS, seksuele en reproductieve gezondheidszorg omvat, maar eveneens alle andere vormen van sociale ontwikkeling met inbegrip van programma's voor kinderen, onderwijs en op de genderproblematiek gerichte programma's;

12.   verzoekt de Commissie haar begroting voor de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden in het kader van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking te verdubbelen en ernaar te streven dat ten minste 50% van alle ODA (officiële ontwikkelingsbijstand) wordt uitgegeven aan verwezenlijking van de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen;

13.   onderstreept dat de Commissie met een totale bijdrage van 522 miljoen EUR gedurende de periode 2002-2006 een van de voornaamste donoren is van het Wereldfonds; verzoekt de Commissie een verhoging van haar bijdrage aan het fonds in overweging te nemen;

14.   erkent de betekenis van voldoende politiek draagvlak in een land en verzoekt de ontwikkelingslanden voorrang te geven aan uitgaven voor de volksgezondheid in het algemeen en ter bestrijding van HIV/AIDS in het bijzonder; verzoekt de Commissie de toezeggingen te steunen die door de ontwikkelingslanden zijn gedaan (d.w.z. de toezegging van Abuja ten minste 15% van de algemene begroting uit te geven aan gezondheidszorg) en de partnerlanden te stimuleren het verlenen van voorrang aan de gezondheidszorg als sleutelelement in de strategiedocumenten per land aan te moedigen;

15.   verzoekt de Commissie om, waar nodig en op strikte voorwaarden, aanzienlijke opvoering toe te staan van de sectoriële begrotingssteun aan sectoren van de gezondheidszorg, met name om belangrijke gezondheidswerknemers in de ontwikkelingslanden te houden en dringt aan op de bespoediging van de werving en opleiding van gezondheidswerknemers op alle niveaus;

16.   dringt aan op de bevordering op internationaal, regionaal, nationaal en lokaal niveau van de toegang tot HIV/AIDS-voorlichting, informatie, vrijwillige adviesinwinning, tests en aanverwante diensten met volledige bescherming van de vertrouwelijkheid en met instemming van de betrokkene op basis van voldoende informatie ('informed consent'), en wenst de bevordering van een sociaal en wettelijk milieu dat positief staat tegenover de vrijwillige openbaarmaking van een HIV-besmetting en dat daarvoor ook de veiligheid biedt;

17.   benadrukt het belang van locale actie en onderstreept het feit dat een aanpak gebaseerd op preventie, behandeling en zorg ook betrokkenheid van de plaatselijke gemeenschap vereist;

18.   stelt vast dat de TRIPS-Overeenkomst van de WTO sinds 1 januari 2005 in India ten uitvoer wordt gelegd, waardoor het land gedwongen is productoctrooien op geneesmiddelen te erkennen; stelt met verontrusting vast dat recentere geneesmiddelen, met name de duurdere tweedelijnsbehandelingen, niet uitsluitend mogen worden geproduceerd door octrooihouders, die een monopolieprijs zouden kunnen vaststellen welke ontwikkelingslanden zich niet kunnen veroorloven;

19.   heeft kritiek op bilaterale en regionale handelsovereenkomsten waardoor de middels de Verklaring van Doha ingestelde beschermingsmechanismen worden beperkt, of zelfs te niet gedaan; benadrukt dat het primaat van gezondheidsoverwegingen boven handelsbelangen moet worden verzekerd; wijst op de verantwoordelijkheid van een aantal landen, de Verenigde Staten voorop, die de ontwikkelingslanden onder druk zetten om dit soort vrijhandelsovereenkomsten te tekenen;

20.   dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om met UNAIDS samen te werken bij het ondersteunen van en voortbouwen op de nationale inspanningen gericht op de invoering van op integratie gerichte, transparante procedures en ambitieuze streefcijfers op het gebied van preventie en behandeling van HIV en zorg en steun voor de personen die daaraan lijden;

21.   dringt aan op een uitgebreide evaluatie van de vooruitgang die is bereikt bij de verwezenlijking van de "Declaration of Commitment" inzake HIV/AIDS in 2008 en 2011 in het kader van de jaarlijkse evaluatie door de Algemene Vergadering van de VN;

22.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de VN, UNAIDS en de Wereldgezondheidsorganisatie.

Juridische mededeling - Privacybeleid