Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Zimbabwe
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn resoluties van 15 januari 2004(1), 16 december 2004(2) en 7 juli 2005(3),
– gelet op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad 2006/51/GBVB van 30 januari 2006 tot verlenging van beperkende maatregelen tegen Zimbabwe(4) tot 20 februari 2007,
– gelet op Verordening (EG) nr. 898/2005(5) van de Commissie van 15 juni 2005 tot uitbreiding van de lijst van personen in Zimbabwe tegen de wie beperkende maatregelen zijn uitgevaardigd,
– gelet op het verslag 'Zimbabwe: An Opposition Strategy' van de International Crisis Group van 24 augustus 2006,
– gelet op artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de afgrijselijke humanitaire, politieke en economische situatie in Zimbabwe nog blijft verslechteren, waarbij de zogenaamde 'Operatie Murambatsvina' (verwijder vuil) 700.000 mensen berooid achterlaat, meer dan 4 miljoen Zimbabwanen dreigen om te komen door honger en moeten overleven dankzij voedselhulp, en politieke repressie blijft aanhouden,
B. overwegende dat de regering van Zimbabwe een wet heeft voorbereid om communicatie te onderscheppen, waardoor het leger, de inlichtingendiensten, de politie en de diensten van de president de toelating heeft om e-mailcorrespondentie, internettoegang en telefoongesprekken te controleren,
C. overwegende dat de senaatsverkiezingen van 26 november 2005 een cynische daad van politieke patronage waren, die bedoeld was om de autoritaire greep van de Zanu-PF op Zimbabwe te verstevigen,
D. overwegende dat de belangrijkste oppositiepartij in Zimbabwe, de MDC (Beweging voor Democratische Verandering) zich in oktober 2005 helaas in twee groepen heeft opgesplitst,
E. overwegende dat de ontwikkeling van Afrika een prioriteit is voor de Westerse democratieën, overwegende dat evenwel moet worden erkend dat met hulp alleen slechts weinig kan worden bereikt en de Afrikaanse regeringen geacht worden ook hun bijdrage te leveren door zich in te zetten voor democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten,
F. overwegende dat de Zimbabwanen lijden onder een werkloosheid van meer dan 70 procent en onder de hoogste inflatie ter wereld,
G. bezorgd over verslagen van mensenrechtenorganisaties die melden dat migranten uit Zimbabwe kwetsbaar zijn voor mishandeling en misbruik in Zuid-Afrika,
H. overwegende dat de Afrikaanse Unie (AU), de Zuidelijk-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADC), en met name Zuid-Afrika hebben nagelaten zich sterker op te stellen tegen het verwerpelijke Mugabe-regime,
1. veroordeelt de dictatuur van Mugabe wegens haar niet-aflatende onderdrukking van het Zimbabwaanse volk en drukt zijn grote ontgoocheling uit over de weigering van regionale actoren zoals de AU, de SADC en Zuid-Afrika om zich sterker op te stellen tegen de misbruiken van het regime en over het feit dat ze er niet hebben op aangedrongen dat de Zimbabwaanse regering haar optreden moet wijzigen en de democratie en de rechtsstaat moet herstellen;
2. dringt erop aan dat het Mugabe-regime zijn belofte nakomt om te voorzien in voldoende huisvesting voor al wie uit zijn huis werd verdreven tijdens de vreselijke 'Operatie Murambatsvina';
3. betreurt dat de vorderingen van Zimbabwe in de strijd tegen hiv/aids worden ondermijnd door misbruiken van de regering zoals het verdrijvingsprogramma, dat de toegang tot de gezondheidszorg heeft verstoord, en door een onaangepast sociaal welzijnsbeleid, dat de kwetsbaarheid van aids-patiënten nog heeft vergroot,
4. wijst met grote bezorgdheid op het feit dat Zimbabwe momenteel een van de ergste hiv/aids-epidemieën ter wereld kent, waarbij meer dan 3.200 mensen per week aan de ziekte sterven; verzoekt de regering van Zimbabwe dringend acties te ondernemen voor een betere toegang tot de behandeling van het retrovirus, die momenteel slechts 8% van de personen bereikt die met de ziekte zijn besmet;
5. weigert de legitimiteit te erkennen van de onlangs opgerichte 'senaat' in Zimbabwe, omdat nauwelijks 15 procent van de Zimbabwanen heeft deelgenomen aan het in twijfel getrokken verkiezingsproces, waarvan vooraf vaststond dat het de Zanu-PF moest bevoordelen;
6. dringt aan op de intrekking van de wet inzake onderschepping van communicatie en op de afschaffing van de terrorismewet en de NGO-wet, die alle als voorwendsel zullen dienen om tegenstanders van het Mugabe-regime nog harder aan te pakken;
7. is onthutst over de bedekte pogingen van het Mugabe-regime om het Zimbabwaanse Rode Kruis (ZRCS) onder zijn controle te krijgen, door het onder dwang te adviseren leden en aanhangers van het regime in dienst te nemen; wijst erop dat Denemarken, het VK en andere lidstaten de belangrijkste donoren van het ZRCS zijn; vreest dat deze zet het gebruik van ZRCS-voedselhulp als politiek wapen inluidt, waardoor talrijke kwetsbare Zimbabwanen van levensnoodzakelijke steun worden beroofd;
8. dringt er met klem op aan dat het Mugabe-regime absoluut geen financieel of propagandavoordeel mag halen uit de aanloop naar de Wereldbeker noch het tornooi zelf; verzoekt in dit opzicht Zuid-Afrika, het gastland, en de FIFA Zimbabwe uit te sluiten van deelname aan wedstrijden in de aanloop naar de Wereldbeker en te verbieden internationale vriendschappelijke wedstrijden te spelen of nationale teams te ontvangen die aan het gebeuren deelnemen;
9. verzoekt Robert Mugabe zich te houden aan zijn eigen belofte om af te treden, en dit liever vroeg dan laat, wat de grootst mogelijke stap voorwaarts zou zijn om de Zimbabwaanse samenleving, politiek en economie nieuw leven in te blazen, en om constructieve overgangsgesprekken te beginnen tussen de Zanu-PF, de MDC-groepen en andere oppositiebewegingen;
10. is verheugd over de bijeenkomst tussen de twee MDC-groepen die op 26 augustus 2006 in Zuid-Afrika plaatsvond, en verzoekt iedereen die tegen het verwerpelijke Mugabe-regime gekant is, bijeen te komen en ervoor te zorgen dat hun acties resulteren in een echte democratische, representatieve en verenigde oppositie voor het Zimbabwaanse volk die in alle opzichten bereid is regeringsverantwoordelijkheid op te nemen, en politieke en economische veranderingen tot stand te brengen die Zimbabwe ten goede komen;
11. is verheugd over het Zimbabwaans vakbondscongres omdat het blijft protesteren tegen de vreselijke levensomstandigheden die het Mugabe-regime het volk van Zimbabwe oplegt, en dringt erop aan dat dergelijke demonstraties kunnen worden voortgezet zonder door de politie te worden aan banden gelegd;
12. erkent dat de gerichte sancties van de EU tegen zowel Zimbabwe zelf als tegen bepaalde individuen in Zimbabwe niet de gewenste impact hebben gehad op diegenen die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de verarming van Zimbabwe en de ontberingen die het volk moet ondergaan; verzoekt de Raad ervoor te zorgen dat alle lidstaten de bestaande beperkende maatregelen, met inbegrip van het wapenembargo en het reisverbod, strikt toepassen, en eerder af te wijken in de zin van uitsluiting dan toegeeflijkheid;
13. verzoekt de Raad tevens het toepassingsgebied van de sancties te verruimen en verder de lijst van individuen - die momenteel 120 namen telt - uit te breiden zodat veel meer Zimbabwaanse ministers, parlementsleden en gouverneurs, leden, aanhangers en militanten van Zanu-PF ertoe behoren, alsook hun familieleden, en zakenlui en andere vooraanstaande individuen die met de Zanu-PF worden geassocieerd;
14. verzoekt China en andere landen die wapens en andere steun aan het Mugabe-regime blijven leveren, hiervan af te zien en zich te scharen achter de inspanningen van de internationale gemeenschap om in Zimbabwe te komen tot veranderingen ten goede;
15. betreurt het feit dat terwijl de Verenigde Naties een oproep doen voor 257 miljoen USD aan humanitaire hulp voor Zimbabwe, het Mugabe-regime de aankoop van twaalf K-8 militaire vliegtuigen ter waarde van 240 miljoen USD met China heeft afgerond; wijst er tevens op dat het Zimbabwaanse leger heeft aangekondigd 127 voertuigen voor hogere officieren te kopen, en nog eens 194 in de komende maanden;
16. verzoekt de VN-Veiligheidsraad dringend verslag uit te brengen over de politieke en mensenrechtensituatie in Zimbabwe;
17. herhaalt zijn verzoek aan de SADC om haar regionaal vredeshandhavingsopleidingscentrum in Harare te sluiten en over te brengen naar het grondgebied van een andere SADC-lidstaat;
18. dringt erop aan dat alle hulp die voor Zimbabwe bestemd is, moet worden geleverd via echte niet-gouvernementele organisaties en de mensen moet bereiken voor wie hij bedoeld is, met de minst mogelijke betrokkenheid van het Mugabe-regime; drukt zijn onbehagen uit over het feit dat de EU in 2005 zeven projecten in Zimbabwe heeft gefinancierd voor een bedrag van 70 miljoen EUR, en verdere projecten in 2006, waaronder een bedrag van 3,7 miljoen EUR via de EU-Waterfaciliteit, en verzoekt de Commissie garanties te bieden dat deze steun niet ten goede is gekomen van het Mugabe-regime;
19. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de regeringen van de G8-landen, de regeringen en de parlementen van Zimbabwe en van Zuid-Afrika, de secretaris-generaal van het Gemenebest, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de voorzitters van de Commissie en de Uitvoerende Raad van de Afrikaanse Unie, het pan-Afrikaanse parlement, de secretaris-generaal van de SADC, en de voorzitter van de FIFA.