Resolutie van het Europees Parlement over hypothecair krediet in de EU (2006/2102(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien het Groenboek hypothecair krediet in de EU van de Commissie (COM(2005)0327) (Groenboek),
– gezien het Witboek beleid op het gebied van financiële diensten 2005-2010 (COM(2005)0629),
– gezien het antwoord van de raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) van 1 december 2005 op het Groenboek hypothecair krediet in de EU,
– gezien de Tweede Richtlijn 89/646/EEG van de Raad van 15 december 1989 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen(1),
– gezien de Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen(2) (richtlijn kapitaalvereisten) en Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen(3),
– gezien Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten(4),
– gezien Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt(5),
– gezien het gewijzigde voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake consumentenkredietovereenkomsten wijziging Richtlijn 93/13/EG van de Raad (COM(2005)0483),
– gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverlening op het gebied van hypothecair krediet (COM(1987)0255),
– gelet op artikel 45 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de Commissie juridische zaken (A6-0370/2006),
A. overwegende dat hypothecair krediet een grote en snel groeiende markt vertegenwoordigt en een vitaal onderdeel van de economische en sociale structuur van de EU is,
B. overwegende dat de woningmarkt in sommige lidstaten van de Europese Unie zoals nooit tevoren boomt, met als gevolg dat de bouwsector een anticyclische bedrijfssector is geworden en zodoende ook een sleutelfactor in het groei- en werkgelegenheidsbeleid gedurende de economische recessie in Europa in de jaren 2000 tot 2005,
C. overwegende dat historisch lage rentevoeten ertoe hebben geleid dat er veel meer hypothecair krediet werd genomen in het bijzonder in die landen waar zich een vertrouwensbasis heeft gevormd, die tot economische groei heeft geleid,
D. overwegende dat de bescherming van de Europese consument een primordiaal element moet zijn van iedere wetgevende maatregel inzake hypothecair krediet, aangezien dit krediet voor de meeste EU-burgers de grootste financiële verplichting in hun leven vormt, met langlopende implicaties voor hun levensstandaard en financiële stabiliteit,
E. overwegende dat grotere transparantie wat betreft de essentiële eigenschappen van de beschikbare hypotheekproducten niet alleen de marktefficiëntie zal verbeteren, maar ook het vertrouwen zal vergroten van consumenten die willen weten welke hypotheekaanbiedingen er in andere lidstaten bestaan, en hen in staat zal stellen goed onderlegd een besluit te nemen,
F. overwegende dat de consument toegang moet hebben tot zo volledig en helder mogelijke informatie, die in elk specifiek geval in standaardvorm moet worden verstrekt, zodat een vergelijking kan worden gemaakt tussen de verschillende lidstaten en de consument zijn keuzevrijheid doelmatig kan uitoefenen wanneer hij een hypothecair krediet afsluit op grensoverschrijdende basis,
G. overwegende dat gerichte maatregelen voor een verbeterd aanbod van producten en diensten, een ruimere beschikbaarheid en een geïntegreerde financieringsmarkt de marktefficiëntie, schaalvoordelen en diversifiëring zouden kunnen verbeteren en de rentekosten zouden kunnen verminderen en zodoende de Europese economie ten goede zouden komen,
H. overwegende dat het verlenen van gelijke toegang tot gegevensbanken voor klantenkrediet aan hypotheekverstrekkers in geval van grensoverschrijdende leningen, een cruciale bijdrage levert aan het stimuleren van concurrentie op de hypotheekleningmarkt en de totstandbrenging van een enkele Europese hypotheekmarkt,
I. overwegende dat een geïntegreerde hypotheekmarkt de mobiliteit van de arbeidsbevolking zal vergemakkelijken,
J. overwegende dat er verbazend genoeg door hypotheekverstrekkers of consumentenorganisaties weinig druk wordt uitgeoefend om grensoverschrijdende leningen op een andere manier te ontwikkelen dan door fysieke vestiging in elke nationale markt,
K. overwegende dat de aanwezigheid van aanzienlijke marktbarrières totnogtoe een toename van grensoverschrijdende hypotheekaanbiedingen heeft verhinderd, zodat deze minder dan 1% van de totale hypotheekmarkt van de EU uitmaken,
L. overwegende dat de Gemeenschap voor een reeks belangrijke kwesties niet of slechts beperkt bevoegd is en dat het beginsel van subsidiariteit en van evenredigheid moeten worden gewaarborgd,
M. overwegende dat hypotheekmakelaars een belangrijke rol kunnen spelen, door gebruik te maken van hun ervaring met hypotheekproducten op hun binnenlandse markt, maar ook op de markten in andere lidstaten, door grensoverschrijdende activiteiten te ondersteunen en door te functioneren als brug tussen consumenten en financiële instellingen in binnen- en buitenland,
N. overwegende dat er als gevolg van afwijkende juridische, fiscale, wettelijke en consumentenbeschermingsvoorwaarden grote verschillen tussen de lidstaten bestaan qua aanbod en aard van producten, distributiestructuren, looptijden van leningen en financieringsmechanismen,
O. overwegende dat de markten voor hypothecaire kredieten buitengewoon complex zijn, dat de rechtsstelsels en de financieringscultuur, alsmede de regelingen inzake bouwterreinen en kadasters, het zakelijk recht, de wetgeving inzake kredietovereenkomsten, taxatiekwesties, het recht inzake gedwongen verkoop, de herfinancieringsmarkten, enz. van lidstaat tot lidstaat zeer uiteenlopen en dat tegelijkertijd tussen deze gebieden een samenhang bestaat,
P. overwegende dat er nog steeds discriminerende fiscale hinderpalen bestaan, die een interne markt voor hypothecair krediet in de weg staan en soms zelfs strijdig zijn met het EG-recht;
Q. overwegende dat er een directe koppeling is tussen de hypotheekmarkt en het macro-economisch beleid in het algemeen en de monetaire politiek in het bijzonder,
R. overwegende dat de volatiliteit van de hypotheekmarkt de huisvesting en de economische cycli kan beïnvloeden en zo een systemisch risico kan inhouden,
S. overwegende dat het, om de Europese hypotheekmarkt efficiënter en concurrerender te maken, de voorkeur kan verdienen eerst te kijken naar de tenuitvoerlegging en doeltreffendheid van de aanbeveling 2001/193/EG van de Commissie van 1 maart 2001 betreffende precontractuele informatie welke aan consumenten moet worden verstrekt door geldverstrekkers die hypotheken voor huisvesting aanbieden(6) (Gedragscode) en naar het gebruik dat wordt gemaakt van het Europees gestandaardiseerd informatieblad (ESIS), beide bedoeld om te garanderen dat de consumenten transparante en vergelijkbare informatie krijgen over hypotheken,
T. overwegende dat de bovengenoemde gedragscode in de lidstaten met wisselend succes lijkt te zijn toegepast, zonder dat het fundamentele probleem van het ontbreken van een gemeenschappelijk wettelijk kader is opgelost,
Inleiding
1. is zich bewust van de voordelen voor de consument die een verdergaande, doelgerichte integratie van de hypotheekmarkt van de EU zou opleveren;
2. meent dat elke actie op EU-niveau met betrekking tot de Europese markt van het hypothecair krediet eerst en vooral rechtstreeks ten goede moet komen van het publiek als hypothecaire kredietnemers en dat de markt van het hypothecair krediet voor een groter aantal potentiële kredietnemers, inclusief personen met een geringe of beperkte kredietwaardigheid, werknemers met een contract van bepaalde tijd en kopers van een eerste woning, toegankelijk moet zijn;
3. verwelkomt de uitgebreide raadpleging van de Commissie en dringt erop aan specifieke voorstellen te laten voorafgegaan door een grondige beoordeling van de economische en sociale effecten;
4. verwelkomt de tot dusverre door de Commissie geleverde inspanningen om te voldoen aan de vereisten inzake betere regelgeving; herinnert de Commissie er echter aan dat iedere conclusie die wordt bereikt altijd het resultaat dient te zijn van een uitvoerige raadplegingsprocedure;
5. neemt nota van de talloze in het Groenboek te berde gebrachte belemmeringen voor een gemeenschappelijke EU-markt voor hypothecair krediet en dringt er bij de Commissie op aan zich te concentreren op gerichte maatregelen die de meeste voordelen bieden en die waar mogelijk marktgedreven initiatieven aanmoedigen;
6. waarschuwt de Commissie dat pogingen om de producten zelf te harmoniseren wellicht zullen leiden tot juridische inconsistenties en zodoende een negatief effect op de sector teweeg kunnen brengen;
7. beklemtoont dat geen enkele EU-actie de concurrentie en innovatie mag belemmeren, zeker niet wat producten, aanverwante diensten en financieringstechnieken betreft;
Gedragscode en precontractuele informatie
8. verzoekt om maatregelen tot harmonisatie van de bepalingen betreffende precontractuele informatie, daar de leningnemer deze informatie nodig heeft om met kennis van zaken een besluit te kunnen nemen over een hypotheekcontract;
9. onderstreept dat deze precontractuele informatie nauwkeurig en begrijpelijk moet zijn om een geïnformeerde keuze mogelijk te maken, en de consument een zo compleet en duidelijk mogelijk beeld moet verschaffen, in het licht van de beschikbare informatie waarop het hypotheekcontract is gebaseerd; benadrukt dat ingeval de kredietverschaffer het initiatief neemt om een krediet in een andere lidstaat aan te bieden, deze informatie zo spoedig mogelijk aan de leningnemer moet worden verstrekt in de erkende officiële taal of talen van de lidstaat waar de leningnemer woont;
10. is van mening dat de gedragscode en het gestandaardiseerd informatieblad ESIS weliswaar belangrijke, doch ontoereikende instrumenten zijn voor de bescherming van de economische belangen van burgers die zich van de ene naar de andere lidstaat begeven en onroerend goed willen verwerven in een andere lidstaat; spoort de Commissie ertoe aan te overwegen de vrijwillige gedragscode bindend te maken als hij niet binnenkort wordt nageleefd;
Financiering
11. meent dat de ontwikkeling van een open en compatibele financieringsmarkt een eerste prioriteit is, aangezien deze de efficiëntie zal verhogen, internationale spreiding van het kredietrisico mogelijk zal maken, de financieringsvoorwaarden en de kapitaaluitkering zal optimaliseren en de rentekosten zal beperken; erkent het belang en het potentieel van geïntegreerde marktgedreven initiatieven op dit gebied;
12. merkt op dat de totstandbrenging van een enkele secundaire markt voor hypothecair krediet niet kan worden bereikt zonder het nationale verbintenissenrecht van de verschillende lidstaten geleidelijk op elkaar af te stemmen;
13. verwelkomt de oprichting van de Forumgroep voor hypothecair krediet en roept op tot een grondige analyse van de verschillen in de nationale regelgevings- en rechtspraktijken aangaande hypotheken;
14. meent dat bepalingen in de richtlijn kapitaalvereisten over gedekte obligaties en door hypotheek gedekte waardepapieren belangrijke financieringsopties bieden;
15. stelt voor dat de Commissie nagaat wat de beste manier is om een centrale databank op te zetten voor het vergaren van informatie over de verschillende nationale hypotheekmarkten en transnationale pools van hypotheekeffecten (zoals wanbetalingskansen, verliezen door wanbetaling en vooruitbetalingen), zodat beleggers hypotheekpools op de juiste waarde kunnen schatten;
16. stelt voor een aantal gestandaardiseerde pakketten van Europese hypotheken op de kapitaalmarkten te verhandelen met kredietnoteringen die in overeenstemming zijn met hun kenmerken, waardoor de secundaire markten voor gewaarborgde hypotheken zich kunnen ontplooien;
17. verzoekt de Commissie aandacht te besteden aan de groeiende markt voor hypothecair krediet dat verenigbaar is met de sharia en ervoor te zorgen dat de regelgeving niet haaks komt te staan op de vereisten van deze markt;
18. erkent de belangrijke rol van de hypotheekverzekering bij het beperken van de risicoblootstelling van de kredietverstrekkers en bij het verlenen van toegang tot een groter aantal kredietnemers;
Kleinhandel
19. verzoekt de Commissie een onderzoek in te stellen naar de belemmeringen van de rechten van kredietverstrekkers op vrije dienstverlening of vrijheid van vestiging in andere lidstaten en na te gaan of de algemeenbelangclausule wordt aangegrepen om grensoverschrijdende activiteiten te ontmoedigen;
20. steunt de actie van de Commissie om grensoverschrijdende fusies en acquisities in de financiële dienstverlening te vergemakkelijken en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de distributiekanalen rekening houden met de regionale realiteit en met kleine markten, maar wijst erop dat grensoverschrijdende fusies en acquisities alleen de integratie van deze markt niet zullen bevorderen;
21. meent dat het openstellen - met een gelijkwaardige toezichtsregeling - van de markt voor hypothecair krediet voor niet-kredietinstellingen de concurrentie en het productaanbod zal vergroten;
22. onderkent de gunstige rol die kredietbemiddelaars, zoals hypotheekmakelaars, kunnen spelen om klanten toegang te geven tot concurrerend hypothecair krediet van binnenlandse en niet-binnenlandse kredietverstrekkers en steunt de Commissie in haar voornemen overleg te plegen over een passend wetgevingskader voor dergelijke makelaars;
23. verzoekt de Commissie een onderzoek in te stellen naar belemmeringen die bij de grensoverschrijdende overdracht van leningen een rol spelen en het potentieel van de eurohypotheek als instrument van zekerheidstelling en de bijbehorende garanties verder te verkennen en aan te geven:
-
welke garanties eraan moeten worden verbonden bij invoering en gebruik ervan, met name wat betreft de verificatie van de zekerheidsstelling, openbaarheid van de akten en werking jegens derden,
-
welke rang deze moet krijgen tegenover andere zekerheidsstellingen met betrekking tot onroerend goed,
-
wat het verband tussen schuld en zekerheid zal zijn,
-
wat de juridische gevolgen zullen zijn van een gedeeltelijke of volledige delging van de gewaarborgde schuld, wijziging van de grondslag of afdracht ervan, zowel tegenover de schuldeisers als tegenover derden;
24. is van mening dat een eventueel voorstel in die zin vergezeld moet gaan van een onderzoek naar de gevolgen ervan, niet alleen op juridisch gebied - in het kader van gedetailleerd vergelijkend rechtsonderzoek - , maar ook op economisch en sociaal gebied in overeenstemming met de aanpak die is aangegeven in de richtsnoeren voor impactstudies die de Raad Mededinging op 29 mei 2006 heeft vastgesteld;
25. verzoekt de Commissie te ijveren voor de ontwikkeling op nationaal niveau van "equity release"- producten en hypothecaire lijfrente, die alle waarborgen inzake vertrouwelijkheid en werking tegenover derden bieden;
26. meent dat kredietverstrekkers gemakkelijker een markt zullen betreden als de nationale regels hun toestaan voorwaarden voor vervroegde terugbetaling aan te bieden tegen een prijs die evenredig is met de kosten of om de rentevoeten aan de marktvoorwaarden en het risico aan te passen en dat beperkingen met betrekking tot deze aspecten de ontwikkeling van de markt op het gebied van financiering, nieuwe producten en kredietverstrekking aan kredietnemers met een groter risico zullen verzwakken;
27. meent dat een EU-norm die de omvang en berekening van het jaarlijkse kostenpercentage definieert, alle door de kredietverstrekker geheven kosten moet combineren en ervoor moet zorgen dat zij kunnen worden vergeleken met producten met dezelfde looptijd die in andere lidstaten worden aangeboden; is van oordeel dat kredietnemers ook van tevoren moeten worden ingelicht over andere kosten in verband met de transactie en de wettelijke verplichtingen van de kredietnemer, met inbegrip van heffingen door derden, zoals leges en registratie-, administratie- en taxatiekosten of een raming van deze kosten indien geen precies bedrag kan worden verstrekt;
28. is van mening dat, naast het verstrekken van exacte informatie over het jaarlijks kostenpercentage, de leningverstrekker ook informatie moet geven over alle andere kosten die naar verwachting uit zijn activiteiten zullen voortvloeien, bijvoorbeeld de kosten voor het beoordelen van een aanvraag, reserveringsprovisies, strafkosten in geval van algehele of gedeeltelijke voortijdige aflossing, enzovoorts;
29. erkent het potentieel van het internet als middel voor het verhandelen van hypothecair krediet en beveelt de Commissie aan dit verder te onderzoeken;
Juridische, fiscale en operationele belemmeringen
30. dringt er bij de Commissie op aan om de juridische en wettelijke belemmeringen van de marktgedreven ontwikkeling van een pan-Europese financieringsmarkt voor hypothecair krediet te onderzoeken;
31. verzoekt de Commissie het toepassingsgebied van haar toekomstige voorstellen aan te geven en het duidelijk te beperken tot de contracten en de waarborgen (vaste onroerendgoedkosten) voor hypothecaire leningen, ten einde elke overlapping te vermijden met COM(2005)0483;
32. verzoekt de Commissie maatregelen te nemen ter waarborging van de correcte werking van de secundaire hypotheekmarkt en tot instelling van een wettelijk kader voor het realiseren van efficiënte effectentransacties, en daarbij met name aan te geven in welk opzicht de beschikbare juridische herfinancieringsinstrumenten niet de mogelijkheid bieden om het beoogde doel te bereiken en rekening te houden met de verschillende juridische tradities en de verschillende modellen voor zakelijke zekerheden;
33. deelt de opvatting van de Commissie dat het vraagstuk van de wet die op hypothecaire kredietcontracten van toepassing is aangepakt moet worden in het kader van de herziening van het Verdrag van Rome van 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst; steunt evenwel de mening van de Forumgroep voor hypothecair krediet dat de wet die op hypothecaire kredietcontracten van toepassing is niet afgestemd hoeft te zijn op de wet voor hypotheekakten en dat, in het geval van hypotheekakten, lex rei sitae van toepassing is;
34. beklemtoont het belang van veelomvattende en betrouwbare gegevensbanken voor klantenkrediet en dringt er bij de Commissie op aan om de ontwikkeling van instrumenten voor de omzetting ervan in een uniform formaat in alle lidstaten te bevorderen;
35. dringt er bij de Commissie op aan prioriteit te geven aan de grensoverschrijdende toegang tot gegevensbanken voor klantenkrediet op een niet-discriminerende basis teneinde kredietverstrekkers aan te moedigen nieuwe markten te betreden;
36. erkent dat het, op voorwaarde dat de privacy goed wordt beschermd, wenselijk is om zowel tot positieve als tot negatieve kredietgegevens toegang te hebben;
37. neemt met instemming kennis van de inspanningen om verbeteringen en aanpassingen aan te brengen in de wetgeving inzake gedwongen verkoopprocedures;
38. steunt het voorstel van de Commissie om een scorebord in te voeren voor de duur en de kosten van gedwongen verkopen;
39. stelt voor dat de beroepsorganisaties van taxateurs samenwerken om tot hoogwaardige en vergelijkbare gemeenschappelijke EU-normen voor de taxatie van onroerende goederen te komen;
40. benadrukt hoe belangrijk het is dat kredietverstrekkers gemakkelijk toegang hebben tot volledige en juiste informatie over hypotheekzekerheid en eigendomsrechten;
41. pleit ervoor de toegang tot de kadasters te bevorderen, voorzover dat niet wordt belet door bestaande wetgeving, en steunt alle inspanningen om de informatieve waarde van de kadasters door middel van nationale maatregelen te harmoniseren, en pleit voor versterking van het huidige EULIS-systeem;
42. steunt maatregelen om discriminerende fiscale hinderpalen, zoals de afwijkende fiscale behandeling van lokale en buitenlandse kredietverstrekkers en overheidsbelastingen, af te schaffen;
43. dringt er bij de Commissie op aan om voor grensoverschrijdende hypotheken na te gaan hoe de uiteenlopende benaderingen van de belastingaftrek van hypotheekrente in de hele EU op elkaar kunnen worden afgestemd;
Systemische, macro-economische en prudentiële kwesties
44. dringt er bij de Commissie en de ECB op aan om de potentiële risico's van de toenemende hypothecaire schulden en van het door kapitaalmarkten gefinancierd hypothecair krediet te bewaken en te analyseren;
Conclusie
45. concludeert dat de consument en de economie voordeel kunnen hebben bij een verdere, goed doordachte integratie van de EU-hypotheekmarkt;
o o o
46. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de ECB en de regeringen van de lidstaten.