Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het specifiek programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma (2007-2011) van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (COM(2005)0445 – C6-0386/2005 – 2005/0190(CNS))
– gelet op artikel 7 van het Euratom-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0386/2005),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en het advies van de Begrotingscommissie (A6-0333/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, zoals geamendeerd door het Parlement;
2. is van oordeel dat het in het wetgevingsvoorstel indicatief financieel vermelde referentiebedrag verenigbaar moet zijn met het maximum van rubriek 1a van het financieel kader 2007-2013 en wijst erop dat het jaarlijks bedrag zal worden vastgesteld in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure overeenkomstig de bepalingen van punt 38 van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006(3);
3. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 119, tweede alinea van het Euratom-Verdrag, dienovereenkomstig te wijzigen;
4. verzoekt de Raad, wanneer hij voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
5. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
6. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendementen van het Parlement
Amendement 1 Overweging 12
(12) Er moeten eveneens passende maatregelen worden genomen om onregelmatigheden en fraude tegen te gaan, en de nodige stappen moeten worden gezet om verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist gebruikte middelen te recupereren in overeenstemming met Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement en alle toekomstige wijzigingen, Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen , Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden en Verordening (EG) nr. 1074/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) .
(12) Er moeten eveneens passende maatregelen worden genomen om onregelmatigheden en fraude tegen te gaan, en de nodige stappen moeten worden gezet om verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist gebruikte middelen te recupereren in overeenstemming met Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement en alle toekomstige wijzigingen, Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen , Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden en Verordening (EG) nr. 1074/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) . Alle middelen die op basis van die verordeningen worden gerecupereerd, dienen te worden bestemd voor de uitvoering van activiteiten uit hoofde van het kaderprogramma.
Amendementen 22 en 23 Artikel 2, alinea 2
In het kader van het onderzoek inzake fusie-energie wordt een gemeenschappelijke onderneming op grond van titel II, hoofdstuk 5, van het Verdrag opgericht voor het beheren en besturen van de Europese bijdrage tot ITER alsmede van aanvullende activiteiten gericht op de snelle totstandbrenging van fusie-energie.
In het kader van het onderzoek inzake fusie-energie wordt een gemeenschappelijke onderneming op grond van titel II, hoofdstuk 5, van het Verdrag opgericht voor het beheren en besturen van de Europese bijdrage tot de ITER-organisatie, alsmede van de activiteiten ter ondersteuning van de bouw van ITER, zoals vastgelegd in deel 2, punt 2.1, rubriek "Activiteiten" punt (i) van de bijlage. Alle andere activiteiten op het gebied van fusie-energie zullen gescheiden van de gemeenschappelijke onderneming ITER worden uitgevoerd en beheerd, waarbij een geïntegreerde aanpak wordt gehanteerd en de kernfusie-associaties ten volle worden betrokken.
Amendement 2 Artikel 3, alinea 1, vóór de tabel
Overeenkomstig artikel 3 van het kaderprogramma is het bedrag dat voor de uitvoering van het specifiek programma noodzakelijk wordt geacht 2 553 miljoen EUR, waarvan 15% bestemd is voor de administratieve uitgaven van de Commissie.
Overeenkomstig artikel 3 van het kaderprogramma is het bedrag dat voor de uitvoering van het specifiek programma noodzakelijk wordt geacht 2 234 miljoen EUR, waarvan minder dan 15% bestemd is voor de administratieve uitgaven van de Commissie.
Amendement 3 Artikel 3, alinea 1 bis (nieuw), na de tabel
De Commissie neemt alle noodzakelijke maatregelen om te verifiëren of de gefinancierde acties doelmatig en in overeenstemming met Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 worden uitgevoerd.
Amendement 4 Artikel 3, alinea 1 ter (nieuw)
De totale administratieve uitgaven van het specifiek programma, met inbegrip van interne en beheersuitgaven voor het uitvoerende agentschap, moeten in verhouding staan tot de in het specifiek programma omschreven acties en zijn afhankelijk van het besluit van de begrotings- en wetgevingsautoriteiten.
Amendement 5 Artikel 3, alinea 1 quater (nieuw), na de tabel
De begrotingskredieten worden gebruikt in overeenstemming met het beginsel van goed financieel beheer, dat wil zeggen in overeenstemming met de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid en het evenredigheidsbeginsel.
Amendement 6 Artikel 4, lid 1
1. Alle onderzoeksactiviteiten uit hoofde van het specifiek programma worden uitgevoerd met inachtneming van de fundamentele ethische beginselen.
1. Alle onderzoeksactiviteiten uit hoofde van het specifiek programma worden uitgevoerd met inachtneming van de fundamentele ethische beginselen. Het wezenlijk doel ervan is gelegen in het verzekeren van veilig vreedzaam gebruik van kernenergie (Veiligheid - Safety) en het helpen voorkomen van misbruik voor militaire doeleinden (Beveiliging - Security).
Amendement 7 Artikel 5 bis (nieuw)
Artikel 5 bis
Wanneer de Commissie voornemens is af te wijken van de uitgavenverdeling zoals vastgelegd in de opmerkingen in en de bijlage bij de algemene begroting van de Europese Unie, zal zij de begrotingsautoriteit voorafgaande informatie verstrekken.
Amendement 9 Artikel 7, lid 1, alinea 1 bis (nieuw)
De Commissie stelt een evaluatieverslag op dat een beoordeling bevat van de mate waarin het financieel beheer goed is en een evaluatie van de efficiëntie en regelmatigheid van het budgettair en economisch beheer van het specifiek programma.
Amendement 10 Artikel 7, lid 3, alinea 1 bis (nieuw)
Deze informatie is te allen tijde beschikbaar en wordt op verzoek ter beschikking gesteld van het Europees Parlement, het Comité van de Regio's, het Economisch en Sociaal Comité en de Europese Ombudsman.
Amendement 11 Bijlage, Deel 1, Inleiding, alinea 1 bis (nieuw)
Onverminderd de inspanningen die de Europese Unie zich getroost en zich moeten blijven getroosten bij het onderzoek naar hernieuwbare energiebronnen, kan kernenergie een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van een veilige en duurzame energievoorziening in de EU.
Amendement 12 Bijlage, Deel 1, alinea 2
Op de langere termijn zou door middel van kernfusie een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel vormt. De uitvoering van het ITER-project staat daarom centraal in de huidige EU-strategie, maar dit moet gepaard gaan met een sterk en geconcentreerd Europees O&O-programma ter voorbereiding op de exploitatie van ITER en om de technologieën en kennisbasis die tijdens en na het gebruik van ITER noodzakelijk zijn, te ontwikkelen.
Op de langere termijn zou door middel van kernfusie een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER een belangrijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel vormt. De uitvoering van het ITER-project staat daarom centraal in de huidige EU-strategie, maar dit moet gepaard gaan met een sterk en geconcentreerd Europees O&O-programma ter voorbereiding op de exploitatie van ITER en om de technologieën en kennisbasis die tijdens en na het gebruik van ITER noodzakelijk zijn, te ontwikkelen.
Amendement 13 Bijlage, Deel 2, punt 2.1, titel "Activiteiten", punt (ii), alinea 1, inleidend gedeelte
Om de keuzen die zijn gemaakt in verband met het ITER-project te consolideren en voorbereidingen te treffen voor een snelle start, komt er een speciaal fysisch en technologisch programma waarmee de benodigde tijd en kosten voor het bereiken van de basisdoelstellingen van ITER aanzienlijk zullen worden teruggedrongen. Het zal worden uitgevoerd door middel van gezamenlijke experimentele, theoretische en modelleringsactiviteiten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de JET-faciliteiten en andere installaties binnen de associaties. Dit programma dat moet garanderen dat Europa de nodige invloed heeft op het ITER-project, zal een voorbereiding zijn op een grote rol van Europa bij de exploitatie van ITER. Dit programma omvat:
Om de keuzen die zijn gemaakt in verband met het ITER-project te consolideren en voorbereidingen te treffen voor een snelle start, komt er een speciaal fysisch en technologisch programma waarmee de benodigde tijd en kosten voor het bereiken van de basisdoelstellingen van ITER aanzienlijk zullen worden teruggedrongen. Het zal worden uitgevoerd door middel van gezamenlijke experimentele, theoretische en modelleringsactiviteiten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de JET-faciliteiten, de inrichtingen voor magnetische insluiting (in alle lidstaten reeds bestaande of in aanbouw zijnde tokamaks, stellarators en RFP's) en andere installaties binnen de associaties. Dit programma dat moet garanderen dat Europa de nodige invloed heeft op het ITER-project, zal een voorbereiding zijn op een grote rol van Europa bij de exploitatie van ITER. Dit programma omvat:
Amendement 14 Bijlage, Deel 2, punt 2.1, titel "Activiteiten", punt (v), streepje 3 bis (nieuw)
- bevorderen van octrooiering;
Amendementen 15 en 16 Bijlage, Deel 2, punt 2.2, alinea 1
Op vijf hieronder gespecificeerde gebieden zullen "indirecte" acties onder contract worden uitgevoerd. Er bestaan binnen het programma echter belangrijke horizontale verbanden, en voor de interacties tussen de verschillende activiteiten moet een juiste plaats worden gevonden. Cruciaal zijn in dit opzicht steun voor opleidingsactiviteiten en onderzoeksinfrastructuren. Opleiding moet een belangrijk aspect van alle door de EU gefinancierde projecten in deze sector vormen. Samen met de steun voor de infrastructuur is zij van essentieel belang voor de vergroting van de deskundigheid op het gebied van kernfysica.
Bij alle activiteiten in de Europese Unie op het gebied van kernsplijtingsonderzoek zijn veiligheid en beveiliging de belangrijkste punten van zorg. Daarbij gaat het er meer in het bijzonder om, enerzijds, de veiligheid van de energieproducerende installaties te verhogen (Safety) en, anderzijds, misbruik voor militaire en terroristische doeleinden te voorkomen (Security).Op vijf hieronder gespecificeerde gebieden zullen "indirecte" acties onder contract worden uitgevoerd. Er bestaan binnen het programma echter belangrijke horizontale verbanden, en voor de interacties tussen de verschillende activiteiten moet een juiste plaats worden gevonden. Cruciaal zijn in dit opzicht steun voor opleidingsactiviteiten, uitwisseling van wetenschappelijke en technologische informatie en onderzoeksinfrastructuren. Opleiding moet een belangrijk aspect van alle door de EU gefinancierde projecten in deze sector vormen. Samen met de steun voor de infrastructuur is zij van essentieel belang voor de vergroting van de deskundigheid op het gebied van kernfysica.
Amendement 17 Bijlage, Deel 2, punt 2.2, punt (ii), titel "Activiteiten", streepje 1
– Veiligheid van nucleaire installaties: OTO op het gebied van exploitatieveiligheid van bestaande en toekomstige nucleaire installaties, met name het beoordelen en beheren van de levensduur van centrales, veiligheidscultuur, geavanceerde veiligheidsbeoordelingsmethoden, digitale simulatie-instrumenten, instrumenten en controle, en preventie en verzachting van ernstige ongevallen, met daaraan gekoppelde activiteiten om het kennisbeheer te optimaliseren en de vaardigheden in stand te houden.
– Veiligheid van nucleaire installaties: OTO op het gebied van exploitatieveiligheid van bestaande en toekomstige nucleaire installaties, met name het beoordelen en beheren van de levensduur van centrales, veiligheidscultuur (het risico van menselijke en organisatorische fouten tot een minimum beperken), geavanceerde veiligheidsbeoordelingsmethoden, digitale simulatie-instrumenten, instrumenten en controle, en preventie en verzachting van ernstige ongevallen, met daaraan gekoppelde activiteiten om het kennisbeheer te optimaliseren en de vaardigheden in stand te houden.
Amendement 18 Bijlage, Deel 2, punt 2.2, punt (iii), titel "Doelstellingen", alinea 2
Een belangrijke doelstelling van dit onderzoek is de controverse over het risico van langdurige blootstelling aan lage doses straling te helpen oplossen. De oplossing van dit wetenschappelijke en politieke probleem heeft potentieel belangrijke gevolgen voor het gebruik van straling in de medische wetenschap en in de industrie waar het de kosten en/of de gezondheid betreft.
Een belangrijke doelstelling van dit onderzoek is de controverse over het risico van langdurige blootstelling aan lage doses straling te helpen oplossen. De oplossing van dit wetenschappelijke probleem heeft potentieel belangrijke gevolgen voor het gebruik van straling in de medische wetenschap en in de industrie waar het de kosten en/of de gezondheid betreft.
Amendement 19 Bijlage, Deel 2, punt 2.2, punt (v), titel "Doelstellingen"
Vanwege de zorg die in alle kernsplijtings- en stralingsbeschermingssectoren bestaat met betrekking tot de handhaving van het vereiste hoge niveau van de deskundigheid en van het personeel, en de eventuele implicaties hiervan voor het op peil houden van het huidige hoge niveau van nucleaire veiligheid, zal de doelstelling van het programma zijn om via een reeks maatregelen de verspreiding van wetenschappelijke deskundigheid en knowhow in de hele sector te ondersteunen. Deze maatregelen zijn erop gericht de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde onderzoekers en technici te garanderen, bijvoorbeeld via een verbeterde coördinatie tussen de opleidingsinstellingen in de EU om te garanderen dat de kwalificaties in alle lidstaten gelijkwaardig zijn, of door de opleiding en de mobiliteit van studenten en wetenschappers te faciliteren. Alleen een werkelijk Europese benadering kan voor de nodige stimulansen en geharmoniseerd hoger onderwijs en geharmoniseerde opleiding zorgen, waarmee de mobiliteit van een nieuwe generatie wetenschappers wordt vergemakkelijkt en waarmee zorg wordt gedragen voor de opleidingsbehoeften die ingenieurs gedurende hun hele carrière zullen hebben, geconfronteerd als zij zijn met de wetenschappelijke en technologische uitdagingen in een steeds meer geïntegreerde nucleaire sector.
Vanwege de zorg die in alle kernsplijtings- en stralingsbeschermingssectoren bestaat met betrekking tot de handhaving van het vereiste hoge niveau van de deskundigheid en van het personeel, en de eventuele implicaties hiervan voor het op peil houden van het huidige hoge niveau van nucleaire veiligheid, zal de doelstelling van het programma zijn om via een reeks maatregelen de verspreiding van wetenschappelijke deskundigheid en knowhow in de hele sector te ondersteunen. Deze maatregelen zijn erop gericht zo snel mogelijk de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde onderzoekers en technici te garanderen, bijvoorbeeld via een verbeterde coördinatie tussen de opleidingsinstellingen in de EU om te garanderen dat de kwalificaties in alle lidstaten gelijkwaardig zijn, of door de opleiding en de mobiliteit van studenten en wetenschappers te faciliteren. Alleen een werkelijk Europese benadering kan voor de nodige stimulansen en geharmoniseerd hoger onderwijs en geharmoniseerde opleiding zorgen, waarmee de mobiliteit van een nieuwe generatie wetenschappers wordt vergemakkelijkt en waarmee zorg wordt gedragen voor de opleidingsbehoeften die ingenieurs gedurende hun hele carrière zullen hebben, geconfronteerd als zij zijn met de wetenschappelijke en technologische uitdagingen in een steeds meer geïntegreerde nucleaire sector.
Amendement 20 Bijlage, Deel 2, punt 2.2, punt (v), titel "Activiteiten", streepje 1
– Opleiding: Coördinatie van nationale programma's en voorziening in algemene opleidingsbehoeften op het gebied van nucleaire wetenschap en technologie via een reeks instrumenten, waaronder concurrerende, als onderdeel van algemene ondersteuning van personeel op alle thematische gebieden. Dit omvat ondersteuning van opleidingscursussen en opleidingsnetwerken.
– Opleiding: Coördinatie van nationale programma's en voorziening in algemene opleidingsbehoeften op het gebied van nucleaire wetenschap en technologie via een reeks instrumenten, waaronder concurrerende, als onderdeel van algemene ondersteuning van personeel op alle thematische gebieden. Dit omvat ondersteuning van opleidingscursussen en opleidingsnetwerken. Anderzijds kan door middel van de doelstellingen van het specifieke "Mensen"-programma en andere relevante acties in verband met de opleiding van specialisten, worden bereikt dat excellerende jongeren zich aangetrokken voelen tot de kernenergie als hun toekomstig arbeidsterrein.
Amendement 21 Bijlage, Deel 3 bis (nieuw)
3 bis. VERSPREIDING
Het is noodzakelijk te werken aan de verspreiding van informatie over kernenergie onder de burgers en hun vertegenwoordigers door middel van meerjarige voorlichtingscampagnes over kernenergie ter aanmoediging van de discussie en vergemakkelijking van de besluitvorming. Voor een zo groot mogelijke doelmatigheid moeten deze campagnes worden opgezet met gebruikmaking van aan de sociale wetenschappen ontleende methoden.