Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen ("ROME II") (9751/7/2006 – C6-0317/2006 –2003/0168 (COD))
(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (9751/7/2006 – C6-0317/2006)(1),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0427)(3),
– gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2006)0083)(4),
– gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 62 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie juridische zaken (A6-0481/2006),
1. hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 18 januari 2007 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen ("ROME II")
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 61, punt c), en artikel 67,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en te ontwikkelen. Met het oog op geleidelijke totstandbrenging van een dergelijke ruimte dient de Gemeenschap onder meer de maatregelen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken vast te stellen die voor de goede werking van de interne markt nodig zijn.
(2) Overeenkomstig artikel 65, punt b), van het Verdrag omvatten deze maatregelen maatregelen ter bevordering van de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende regels voor toepasselijk recht en jurisdictie.
(3) Tijdens de bijeenkomst in Tampere van 15 en 16 oktober 1999 heeft de Europese Raad bevestigd dat het beginsel van wederzijdse erkenning van vonnissen en andere beslissingen van gerechtelijke autoriteiten de hoeksteen van de justitiële samenwerking in burgerrechtelijke zaken zou moeten worden, en de Commissie en de Raad verzocht een pakket maatregelen vast te stellen om gestalte te geven aan dit beginsel.
(4) Op 30 november 2000 heeft de Raad een programma van maatregelen voor de uitvoering van het beginsel van wederzijdse erkenning van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aangenomen(3). In dit programma worden de maatregelen voor de harmonisatie van de collisieregels aangemerkt als maatregelen die de wederzijdse erkenning van beslissingen helpen te bevorderen.
(5) In het op 5 november 2004 door de Europese Raad goedgekeurde Haagse Programma(4) wordt opgeroepen voortvarend verder te werken aan het conflictenrecht inzake niet-contractuele verbintenissen ("Rome II").
(6) De goede werking van de interne markt vereist, ter bevordering van de voorspelbaarheid van de uitslag van rechtsgedingen, de rechtszekerheid en het vrij verkeer van vonnissen, dat de in de lidstaten geldende collisieregels hetzelfde nationale recht aanwijzen, ongeacht bij welke rechter het geding aanhangig wordt gemaakt.
(7) Het materiële toepassingsgebied en de bepalingen van de verordening moeten stroken met Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken(5) ("Brussel I"), met het Verdrag van Rome inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst(6) ("Verdrag van Rome") en met de toekomstige verordening inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst ("Rome I").
(8) Deze verordening is van toepassing ongeacht de aard van het aangezochte gerecht.
(9) Onder vorderingen wegens "acta iure imperii" dienen ook te vallen vorderingen jegens ambtenaren die namens de staat optreden, alsmede de aansprakelijkheid van de overheid, waaronder begrepen van overheidswege benoemde ambtsdragers. Zulke vorderingen vallen dus ook buiten het toepassingsgebied van de verordening.
(10) Familierechtelijke betrekkingen omvatten bloedverwantschap, huwelijk en aanverwantschap. De verwijzing in lid 2 van artikel 1 naar relatievormen die met het huwelijk en andere familierechtelijke betrekkingen vergelijkbare gevolgen hebben, zal worden uitgelegd overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de zaak aanhangig wordt gemaakt.
(11)De collisieregels in deze verordening gelden ook voor verbintenissen uit hoofde van risicoaansprakelijkheid, en de geharmoniseerde aanknopingsregels gelden ook voor de vraag naar de rechts- of handelingsbekwaamheid voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad.
(12) Het begrip "niet-contractuele verbintenis" verschilt per lidstaat. Derhalve dient het in deze verordening als een autonoom begrip te worden opgevat.
(13) Eenvormige regels die worden toegepast ongeacht het recht dat zij aanwijzen, kunnen concurrentievervalsing tussen communautaire justitiabelen voorkomen.
(14)De noodzaak om concurrentievervalsing te vermijden en rechtszekerheid te waarborgen moet niettemin ondergeschikt blijven aan de noodzaak recht te doen in individuele gevallen, en derhalve moeten de rechtbanken een beoordelingsmarge behouden.
(15) Weliswaar is de lex loci delicti commissi in nagenoeg alle lidstaten het basisbeginsel met betrekking tot niet-contractuele verbintenissen, maar indien de elementen van de zaak verspreid zijn over meerdere lidstaten, leidt de concrete toepassing van dit principe niettemin tot verschillende oplossingen. Dit zorgt voor rechtsonzekerheid.
(16) Eenvormigheid van de regels moet de voorspelbaarheid van rechterlijke uitspraken vergroten en een redelijk evenwicht garanderen tussen de belangen van de persoon die aansprakelijk wordt gesteld en die van de persoon die schade lijdt. De aanknoping met het land van de plaats waar de directe schade zich heeft voorgedaan (lex loci damni) zorgt voor een billijk evenwicht tussen de belangen van de persoon die de schade veroorzaakt en van de persoon die schade lijdt, en ligt tevens in de lijn van de moderne opvatting van het aansprakelijkheidsrecht en van de ontwikkeling van stelsels van risicoaansprakelijkheid.
(17) Het toepasselijke recht moet worden bepaald volgens de plaats waar de schade zich voordoet, ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen. In geval van letselschade en vermogensschade moet bijgevolg het land waar het letsel of de materiële schade is opgelopen, gelden als het land waar de schade zich voordoet.
(18) Zoals bepaald in artikel 4, lid 1, is de algemene regel in deze verordening de "lex loci damni". Artikel 4, lid 2, dat beschouwd moet worden als een uitzondering op dit algemene beginsel, geeft voor het geval dat beide partijen hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben, een bijzonder aanknopingspunt. Artikel 4, lid 3, dient te worden opgevat als een ontsnappingsclausule ten opzichte van artikel 4, leden 1 en 2, voor het geval dat uit alle omstandigheden van het geval blijkt dat de onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een andere lidstaat.
(19) Er dient te worden voorzien in specifieke regels voor bijzondere soorten van onrechtmatige daden waarvoor op grond van de algemene regel geen billijk evenwicht kan worden bereikt tussen de in het geding zijnde belangen.
(20) Inzake productaansprakelijkheid moet de collisieregel beantwoorden aan doelstellingen zoals een billijke verdeling van de risico's die verbonden zijn aan een moderne, technisch geavanceerde samenleving, bescherming van de gezondheid van de consument, bevordering van innovatie, het garanderen van niet-vervalste concurrentie en vergemakkelijking van het handelsverkeer. Een systeem van hiërarchisch geordende aanknopingspunten, in combinatie met een clausule inzake voorspelbaarheid, biedt in het licht van deze doelstellingen een evenwichtige oplossing. Het eerste element waarmee rekening wordt gehouden is het recht van het land waar degene die schade lijdt, zijn gewone verblijfplaats had op het tijdstip dat de schade zich voordeed, mits het product in dat land op de markt is gebracht. Onverminderd het bepaalde in artikel 4, lid 2, en de mogelijkheid dat er een klaarblijkelijk nauwere samenhang met een ander land bestaat, treden de andere elementen van de hiërarchie in werking indien het product niet in dat land op de markt is gebracht.
(21)Inzake oneerlijke handelspraktijken dient de collisieregel bescherming te bieden aan concurrenten, consumenten en het publiek in het algemeen, en tevens garant staan voor het goed functioneren van de markteconomie. Deze doelstellingen zijn in het algemeen te bereiken door aanknoping bij het recht van het land waar de markt wordt of dreigt te worden aangetast.
(22) Onder niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit beperking van de mededinging moeten zowel inbreuken op nationale als op communautaire mededingingsregels worden verstaan. Het recht dat op dergelijke niet-contractuele verbintenissen van toepassing is, is het recht van het land waar de beperking invloed heeft of zou kunnen hebben op de markt, waarbij wel sprake moet zijn van een rechtstreekse en aanzienlijke invloed. In het geval dat de schade zich in meer dan een land voordoet, moet de toepassing van het recht van elk van de betrokken landen worden beperkt tot de schade die zich in het land voordoet.
(23)Voor de doeleinden van deze verordening heeft het concept van oneerlijke handelspraktijkenbetrekking op overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de handel in of tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen een lidstaat of op de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst, alsmede het misbruiken van een machtspositie in een lidstaat of op de interne markt, zoals bedoeld in de artikelen 81 en 82 van het Verdrag.
(24)Onder "milieuschade" moet begrepen worden schade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats, schade aan wateren en bodemschade zoals gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade(7).
(25) Met betrekking tot milieuschade vormt artikel 174 van het Verdrag - dat een hoog niveau van bescherming voorschrijft, berustend op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, en het beginsel dat de vervuiler betaalt - een afdoende verantwoording voor de toepassing van het beginsel van voorrang voor de persoon die schade lijdt. De vraag op welk tijdstip degene die schadevergoeding vordert het toepasselijke recht kan kiezen, dient te worden beantwoord aan de hand van het recht van de lidstaat van de aangezochte rechter.
(26) Ten aanzien van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten dient het algemeen erkende beginsel lex loci protectionis te worden gehandhaafd. Voor de toepassing van de onderhavige verordening worden onder intellectuele-eigendomsrechten bijvoorbeeld verstaan, het auteursrecht, de naburige rechten, het recht sui generis inzake de bescherming van gegevensbestanden, en de industriële-eigendomsrechten.
(27) De precieze inhoud van het begrip collectieve actie - bijvoorbeeld een staking of uitsluiting - verschilt van lidstaat tot lidstaat en wordt door de interne regels van elke lidstaat bepaald. Daarom wordt in deze verordening als algemeen beginsel aangehouden dat, ter bescherming van de rechten en verplichtingen van werknemers en werkgevers. het recht van het land waar de actie is ondernomen van toepassing is.
(28) De bijzondere regel in artikel 9 inzake collectieve acties laat de voorwaarden betreffende het voeren van zulke acties, overeenkomstig het nationaal recht en de in het nationaal recht van de lidstaten geldende rechtspositie van de representatieve werknemersorganisaties of vakbonden, onverlet.
(29)Met betrekking tot inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en op de persoonlijkheidsrechten belet deze verordening lidstaten niet hun grondwettelijke bepalingen inzake persvrijheid en vrijheid van meningsuiting in de media toe te passen. Het land waar het (de) meest significante element(en) van de schade intreedt (intreden) of kan (kunnen) intreden wordt geacht het land te zijn waarop de publicatie of uitzending voornamelijk is gericht of, indien dit niet duidelijk is, het land waar de redactionele controle wordt uitgevoerd, en dan is de wetgeving van dat land van toepassing. Het land waarop een publicatie of uitzending is gericht, wordt met name vastgesteld aan de hand van de taal van de publicatie of uitzending of de verkoopvolumes of de luister- of kijkdichtheid in een bepaald land in verhouding tot de totale verkoopvolumes of de luister- of kijkdichtheid, of een combinatie van deze factoren. Dergelijke overwegingen gelden ook voor publicatie op Internet of andere elektronische netwerken.
(30) Er dient te worden voorzien in regels voor gevallen waarin schade wordt veroorzaakt door een feit dat geen onrechtmatige daad is, zoals ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming of precontractuele aansprakelijkheid.
(31) Precontractuele aansprakelijkheid is, voor de toepassing van deze verordening, een autonoom begrip, dat niet noodzakelijkerwijs in de zin van het nationale recht dient te worden geïnterpreteerd. Het dient mede te omvatten het achterhouden van informatie en het doen mislukken van besprekingen over contracten. Artikel 12 geldt uitsluitend voor niet-contractuele verbintenissen die rechtstreeks samenhangen met de onderhandelingen voorafgaand aan de sluiting van een overeenkomst. Dit betekent dat indien iemand tijdens de onderhandelingen letsel oploopt, artikel 4 of andere terzake dienende bepalingen van de verordening op hem van toepassing zijn.
(32) Om de intentie van partijen te eerbiedigen, alsook ter wille van de rechtszekerheid, moeten de partijen uitdrukkelijk kunnen kiezen welk recht op een niet-contractuele verbintenis van toepassing is. Om zwakke partijen te beschermen moeten aan deze vrije rechtskeuze bepaalde voorwaarden worden verbonden. Voorts moeten de intenties van partijen worden geëerbiedigd wanneer een keuze ten aanzien van het recht dat van toepassing is op een geschil uit onrechtmatige daad redelijkerwijs door de rechter kan worden afgeleid.
(33) Om redenen van algemeen belang is het gerechtvaardigd dat de rechters van de lidstaten zich in uitzonderlijke omstandigheden kunnen beroepen op rechtsfiguren zoals de exceptie van openbare orde en op bepalingen van bijzonder dwingend recht.
(34)Het moet duidelijk worden gemaakt dat bij de begroting van de schade in gevallen van persoonlijk letsel het aangezochte gerecht het beginsel van restitutio in integrum toepast met betrekking tot de feitelijke omstandigheden van het slachtoffer in het land van de gewone verblijfplaats. Hierbij moet in het bijzonder rekening worden gehouden met de werkelijke kosten van nazorg en medische zorg.
(35)Een partij in een geding die voor een nationaal gerecht een vordering of tegenvordering instelt in de zin van deze verordening kan aandacht schenken aan punten op het gebied van het toepasselijk recht die uit haar vordering of tegenvordering voortvloeien en kan, indien dit van toepassing is, het gerecht en eventuele andere partijen mededelen welk recht zij geheel of gedeeltelijk op haar vordering van toepassing acht.
(36) Het streven naar een billijk evenwicht tussen de partijen veronderstelt dat in passende mate rekening wordt gehouden met de veiligheidsvoorschriften en gedragsregels die gelden in het land waar het schadeveroorzakende feit is gepleegd, zelfs indien op de niet-contractuele verbintenis het recht van een ander land van toepassing is. Onder "veiligheidsvoorschriften en gedragsregels" dienen alle regelingen te worden verstaan die op enigerlei wijze met veiligheid en gedrag verband houden, bijvoorbeeld ook, in geval van ongelukken, de verkeersveiligheid.
(37)Evenals in het Verdrag van Rome geldt hier het beginsel "iura novit curia". Het gerecht moet het vreemde recht zelf uit eigen beweging vaststellen. Ter vaststelling van het vreemde recht dienen de partijen het gerecht te mogen helpen en in bepaalde gevallen moet de rechter ook de medewerking van de partijen kunnen verlangen.
(38) Voorkomen dient te worden dat collisieregels over verschillende instrumenten worden verspreid en dat deze regels onderling afwijken. Deze verordening belet evenwel niet dat in bepalingen van Gemeenschapsrecht op bepaalde gebieden collisieregels betreffende niet-contractuele verbintenissen worden opgenomen.
Deze verordening moet de toepassing onverlet laten van andere instrumenten waarin voorschriften ten behoeve van de goede werking van de interne markt zijn vervat, voorzover deze voorschriften niet in combinatie met het door de regels van deze verordening aangewezen recht kunnen worden toegepast.
(39) De eerbiediging van de internationale verplichtingen van de lidstaten vereist dat deze verordening internationale verdragen en internationale overeenkomsten waarbij op het tijdstip van de vaststelling van deze verordening een of meer lidstaten partij zijn, onverlet laat. Om de geldende regels toegankelijker te maken zal de Commissie aan de hand van de gegevens die de lidstaten haar doorgeven, de lijst van de betrokken overeenkomsten bekendmaken in het Publicatieblad van de Europese Unie.
(40) De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad een voorstel voorleggen over de procedures en voorwaarden volgens welke de lidstaten het recht hebben om in afzonderlijke en uitzonderlijke gevallen en met betrekking tot sectorale aangelegenheden zelf met derde landen over overeenkomsten te onderhandelen en overeenkomsten houdende bepalingen betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen te sluiten.
(41) Aangezien de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van deze verordening beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te bereiken.
(42) Overeenkomstig artikel 3 van het protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, hebben het Verenigd Koninkrijk en Ierland laten weten dat zij wensen deel te nemen aan de aanneming en de toepassing van deze verordening.
(43) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening, die dus niet verbindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
Toepassingsgebied
Artikel 1
Materieel toepassingsgebied
1. Deze verordening is, in de gevallen waarin tussen de rechtsstelsels van verschillende landen moet worden gekozen, van toepassing op niet-contractuele verbintenissen in burgerlijke en in handelszaken. Zij is in het bijzonder niet van toepassing op fiscale zaken, douanezaken en administratiefrechtelijke zaken, noch op de aansprakelijkheid van de staat wegens een handeling of nalaten in de uitoefening van het openbaar gezag ("acta jure imperii").
2. Uitgesloten van het toepassingsgebied van deze verordening zijn:
a)
niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit familierechtelijke betrekkingen of uit betrekkingen die overeenkomstig het op deze betrekkingen toepasselijke recht vergelijkbare gevolgen hebben, waaronder begrepen onderhoudsverplichtingen;
b)
niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit het huwelijksvermogensrecht, uit het vermogensrecht met betrekking tot relatievormen die overeenkomstig het op deze relatievormen toepasselijke recht met het huwelijk vergelijkbare gevolgen hebben, of uit het erfrecht;
c)
niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit wisselbrieven, cheques, orderbriefjes of andere verhandelbare waardepapieren, voor zover de verbintenissen uit deze andere papieren het gevolg zijn van de verhandelbaarheid;
d)
niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit het recht inzake vennootschappen, verenigingen en rechtspersonen, zoals de oprichting door registratie of anderszins, de rechts- en handelingsbevoegdheid, het inwendig bestel en de ontbinding van vennootschappen, verenigingen en rechtspersonen, de persoonlijke aansprakelijkheid van de vennoten en de leden van de organen voor de schulden van de vennootschap, vereniging of rechtspersoon, en de persoonlijke aansprakelijkheid van de accountants jegens een vennootschap of de leden van haar organen voor de wettelijke controle op de boekhoudkundige bescheiden;
e)
niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit de betrekkingen tussen de oprichters, de trustees en de begunstigden van een trust die vrijwillig in het leven is geroepen;
f)
niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit een kernongeval.
3. Onverminderd de artikelen 21, 22 en 23 is deze verordening niet van toepassing op de bewijsvoering en de rechtspleging.
4. In deze verordening wordt onder "lidstaat" verstaan, iedere lidstaat, behalve Denemarken.
Artikel 2
Niet-contractuele verbintenissen
1. In deze verordening wordt onder schade verstaan, ieder gevolg dat voortvloeit uit onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming of precontractuele aansprakelijkheid.
2. Deze verordening is tevens van toepassing op de niet-contractuele verbintenis die dreigt te ontstaan.
3. In deze verordening wordt mede verstaan onder:
a)
schadeveroorzakende gebeurtenis, de schadeveroorzakende gebeurtenis die zich dreigt voor te doen;
b)
schade, de schade die dreigt te ontstaan.
Artikel 3
Universeel karakter
Het door deze verordening aangewezen recht is van toepassing, ongeacht of dit het recht van een lidstaat is.
HOOFDSTUK II
Onrechtmatige daad
Artikel 4
Algemene regel
1. Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is het recht dat van toepassing is op een onrechtmatige daad het recht van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen.
2. Indien evenwel degene wiens aansprakelijkheid in het geding is en degene die schade lijdt beiden hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben op het tijdstip waarop de schade zich voordoet, is het recht van dat land van toepassing.
3. Indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het in de leden 1 en 2 bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing. Een kennelijk nauwere band met een ander land zou met name kunnen berusten op een reeds eerder bestaande, nauw met de onrechtmatige daad samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst.
Artikel 5
Productaansprakelijkheid
1. Onverminderd artikel 4, lid 2, wordt de niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit de door een product veroorzaakte schade beheerst door:
a)
het recht van het land waar degene die schade lijdt, op het tijdstip dat de schade zich voordeed zijn gewone verblijfplaats had, indien het product in dat land op de markt is gebracht;
b)
subsidiair, het recht van het land waar het product is verkregen, indien het product in dat land op de markt is gebracht;
c)
subsidiair, het recht van het land waar de schade zich heeft voorgedaan, indien het product in dat land op de markt is gebracht.
Indien echter de persoon wiens aansprakelijkheid in het geding is redelijkerwijs niet kon voorzien dat het product, of een soortgelijk product, in het respectievelijk onder a), b) en c) bedoelde land op de markt zou worden gebracht, is het recht van het land waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft van toepassing.
2. Indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de onrechtmatige daad een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het in lid 1 bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing. Een kennelijk nauwere band met een ander land zou met name kunnen berusten op een reeds eerder bestaande nauw met de onrechtmatige daad samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst.
Artikel6
Milieuschade
De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit milieuschade dan wel uit letsel- of vermogensschade als gevolg van milieuschade, wordt door het overeenkomstig artikel 4, lid 1, bepaalde recht beheerst, tenzij de persoon die schadevergoeding vordert besluit zijn vordering te baseren op het recht van het land waar de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan.
Artikel 7
Inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en op de persoonlijkheidsrechten
1.De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer of de persoonlijkheidsrechten, wordt beheerst door het recht van het land waar het (de) meest significante element(en) van het verlies of de schade intreedt (intreden) of waarschijnlijk zal (zullen) intreden.
Wanneer de inbreuk wordt veroorzaakt door een publicatie of uitzending, wordt het land waar het (de) meest significante element(en) van de schade intreedt (intreden) of waarschijnlijk zal (zullen) intreden geacht het land te zijn waarop de publicatie of uitzending voornamelijk is gericht of, indien dit niet duidelijk is, het land waar de redactionele controle wordt uitgevoerd, en is de wetgeving van dat land van toepassing. Het land waarop de publicatie of uitzending is gericht wordt met name vastgesteld aan de hand van de taal van de publicatie of uitzending of de verkoopvolumes of de luister- of kijkdichtheid in een bepaald land in verhouding tot de totale verkoopvolumes of luister- of kijkdichtheid, of een combinatie van deze factoren.
Deze bepaling geldt mutatis mutandis ook voor publicaties op Internet en op andere elektronische netwerken.
2.Ten aanzien van het recht van antwoord of soortgelijke maatregelen en eventuele preventieve maatregelen of rechterlijke verbodsvoorzieningen tegen een uitgever of omroeporganisatie met betrekking tot de inhoud van een publicatie of uitzending is het recht van toepassing van het land waar de uitgever of de omroeporganisatie haar gewone verblijfplaats heeft.
3.Lid 2 geldt ook bij inbreuk op de persoonlijke levenssfeer of de persoonlijkheidsrechten als gevolg van de omgang met persoonsgegevens.
Artikel 8
Inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten
1. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht, wordt beheerst door het recht van het land waarvoor de bescherming wordt gevorderd.
2. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een inbreuk op een unitair communautair intellectuele-eigendomsrecht, wordt, voor alle aangelegenheden die niet door het desbetreffende communautaire instrument zijn geregeld, beheerst door het recht van het land waar de inbreuk is gepleegd.
3. Van het recht dat krachtens dit artikel van toepassing is, kan niet bij overeenkomst op grond van artikel 14 worden afgeweken.
Artikel 9
Collectieve actie bij arbeidsconflicten
Onverminderd artikel 4, lid 2, wordt de niet-contractuele verbintenis, ten aanzien van de aansprakelijkheid van een persoon als werknemer of werkgever of van de organisaties die zijn beroepsbelangen vertegenwoordigen voor de schade veroorzaakt door een aanstaande of reeds gevoerde collectieve actie, beheerst door het recht van het land waar de actie zal plaatsvinden of heeft plaatsgevonden.
HOOFDSTUK III
Ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming en precontractuele aansprakelijkheid
Artikel 10
Ongerechtvaardigde verrijking
1. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit ongerechtvaardigde verrijking, waaronder begrepen onverschuldigde betaling, en die tevens verband houdt met een bestaande, nauw met die ongerechtvaardigde verrijking samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst of een onrechtmatige daad, wordt beheerst door het recht dat op die betrekking van toepassing is.
2. In het geval dat het toepasselijke recht niet op grond van lid 1 kan worden bepaald en de partijen, op het tijdstip van de gebeurtenis die de ongerechtvaardigde verrijking veroorzaakt, hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben, is het recht van dat land van toepassing.
3. Indien het toepasselijke recht niet op grond van de leden 1 en 2 kan worden bepaald, wordt de niet-contractuele verbintenis beheerst door het recht van het land waar de ongerechtvaardigde verrijking zich voordoet.
4. Indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis die uit de ongerechtvaardigde verrijking voortvloeit, een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het respectievelijk in de leden 1 tot en met 3 bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing.
Artikel 11
Zaakwaarneming
1. Op de niet-contractuele verbintenis die uit zaakwaarneming voortvloeit en die tevens verband houdt met een reeds eerder bestaande, nauw met die niet-contractuele verbintenis samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst of een onrechtmatige daad, is het recht dat die betrekking beheerst van toepassing.
2. Indien het toepasselijke recht niet op grond van lid 1 kan worden bepaald en de partijen hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben op het tijdstip waarop de schade veroorzakende gebeurtenis zich voordoet, is het recht van dat land van toepassing.
3. Indien het toepasselijke recht niet op grond van de leden 1 en 2 kan worden bepaald, wordt de niet-contractuele verbintenis beheerst door het recht van het land waar de zaakwaarneming heeft plaatsgevonden.
4. Indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis die uit zaakwaarneming voortvloeit een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het in de leden 1 tot en met 3 bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing.
Artikel 12
Precontractuele aansprakelijkheid
1. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit onderhandelingen voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst wordt, ongeacht of de overeenkomst al dan niet daadwerkelijk is gesloten, beheerst door het recht dat van toepassing is op de overeenkomst of dat op de overeenkomst van toepassing zou zijn geweest indien zij was gesloten.
2. Het toepasselijke recht is, indien het niet op grond van lid 1 kan worden bepaald:
a)
het recht van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich hebben voorgedaan, of
b)
het recht van het land waar de partijen beiden hun gewone verblijfplaats hebben op het tijdstip waarop de schadeveroorzakende gebeurtenis zich voordoet, of
c)
indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit onderhandelingen voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het onder a) en b) bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing.
Artikel 13
Toepasselijkheid van artikel 8
Voor de toepassing van dit hoofdstuk is artikel 8 van toepassing op de niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht.
HOOFDSTUK IV
Rechtskeuze door de partijen
Artikel 14
Rechtskeuze door de partijen
1. Partijen kunnen overeenkomen om niet-contractuele verbintenissen aan het door hen gekozen recht te onderwerpen:
a)
bij overeenkomst die zij sluiten nadat de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan;
of
b)
indien elk van hen handelsactiviteiten verricht, tevens bij een beding dat zij vrijelijk overeengekomen zijn voordat de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan.
De keuze moet uitdrukkelijk geschieden of voldoende duidelijk blijken uit de omstandigheden van het geval. De keuze laat de rechten van derden onverlet.
2. Indien alle op het tijdstip van de schadeveroorzakende gebeurtenis mogelijke aanknopingspunten zich in een ander land bevinden dan dat waarvan het recht is gekozen, laat de rechtskeuze de toepassing van de rechtsregels van dat andere land, waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken, onverlet.
3. Indien alle op het tijdstip van de schadeveroorzakende gebeurtenis mogelijke aanknopingspunten zich in een of meer lidstaten bevinden, laat de keuze door de partijen van het recht van een niet-lidstaat de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken, in voorkomend geval zoals deze in de lidstaat van de rechter zijn geïmplementeerd, onverlet.
HOOFDSTUK V
Gemeenschappelijke regels
Artikel 15
Werkingssfeer van het toepasselijke recht
Het recht dat krachtens deze verordening op de niet-contractuele verbintenis van toepassing is, regelt met name:
a)
de grond en de omvang van de aansprakelijkheid, waaronder begrepen het vaststellen wie voor een handeling aansprakelijk gesteld kan worden;
b)
de gronden tot uitsluiting van aansprakelijkheid, alsook elke beperking en verdeling van de aansprakelijkheid;
c)
het bestaan, de aard en de begroting van de schade of het gevorderde;
d)
de maatregelen die de rechter, binnen de grenzen van zijn procesrechtelijke bevoegdheid, kan treffen om letsel of schade te voorkomen, te beperken of te laten vergoeden;
e)
de mogelijkheid tot overdracht van het recht om schadevergoeding of schadeloosstelling te eisen, waaronder begrepen erfopvolging;
f)
het bepalen wie recht heeft op vergoeding van de persoonlijk geleden schade;
g)
de aansprakelijkheid voor handelingen van anderen;
h)
de wijze van tenietgaan van de verbintenis, alsmede de verjaring en het verval, waaronder begrepen de aanvang, de stuiting, en de schorsing van de verjarings –of vervaltermijn.
Artikel 16
Bepalingen van bijzonder dwingend recht
De bepalingen van deze verordening laten onverlet de toepassing van de rechtsregels van het land van de rechter die, ongeacht het recht dat op de niet-contractuele verbintenis van toepassing is, ter zake een dwingend karakter hebben.
Artikel 17
Veiligheidsvoorschriften en gedragsregels
Bij de beoordeling van het gedrag van de persoon wiens aansprakelijkheid in het geding is, moet feitelijk en in passende mate rekening worden gehouden met de veiligheidsvoorschriften en gedragsregels die van kracht zijn op het tijdstip en de plaats van de gebeurtenis welke de aansprakelijkheid veroorzaakt.
Artikel 18
Rechtstreekse vordering op de verzekeraar van de aansprakelijke persoon
Degene die schade heeft geleden kan zijn vordering rechtstreeks tegen de verzekeraar van de aansprakelijke persoon instellen, indien het op de niet-contractuele verbintenis toepasselijke recht of het op het verzekeringscontract toepasselijke recht hierin voorziet.
Artikel 19
Subrogatie
In het geval dat een persoon ("de schuldeiser") een niet-contractuele vordering heeft jegens een andere persoon ("de schuldenaar") en een derde verplicht is de schuldeiser te voldoen of de schuldeiser reeds heeft voldaan, bepaalt het recht dat op de verplichting van de derde jegens de schuldeiser van toepassing is, of en in welke mate de derde tegen de schuldenaar de rechten kan uitoefenen die de schuldeiser jegens de schuldenaar heeft overeenkomstig het recht dat op hun betrekkingen van toepassing is.
Artikel 20
Meervoudige aansprakelijkheid
In het geval dat een schuldeiser een vordering heeft op verscheidene voor dezelfde vordering aansprakelijke schuldenaren, van wie er een de schuld reeds geheel of gedeeltelijk heeft voldaan, wordt het recht van deze schuldenaar om van de andere schuldenaren vergoeding te eisen beheerst door het recht dat van toepassing is op de niet-contractuele verbintenis van deze schuldenaar jegens de schuldeiser.
Artikel 21
Vorm
Een eenzijdige rechtshandeling met betrekking tot een niet-contractuele verbintenis is naar de vorm geldig, indien zij voldoet aan de vormvereisten van het recht dat op de niet-contractuele verbintenis van toepassing is, of van het recht van het land waar deze rechtshandeling is verricht.
Artikel 22
Schade
Bij begroting van de schade in gevallen van persoonlijk letsel past het aangezochte gerecht het beginsel van restitutio in integrum toe met betrekking tot de feitelijke omstandigheden van het slachtoffer in het land van de gewone verblijfplaats.
Artikel 23
Bewijs
1. Het recht dat van toepassing is op de niet-contractuele verbintenis krachtens deze verordening is van toepassing voor zover het ter zake van niet-contractuele verbintenissen wettelijke vermoedens vestigt of de bewijslast regelt.
2. Rechtshandelingen kunnen worden bewezen door ieder middel dat is toegelaten door het recht van het land van de rechter of voor zover het bewijs kan worden geleverd voor de rechter bij wie de zaak aanhangig is, door een van de in artikel 21 bedoelde rechtsstelsels volgens hetwelk de rechtshandeling naar de vorm geldig is
HOOFDSTUK VI
Overige bepalingen
Artikel 24
Gelijkstelling met de gewone verblijfplaats
1. In deze verordening wordt onder de gewone verblijfplaats van een vennootschap, vereniging of rechtspersoon verstaan, de plaats waar zich de hoofdvestiging bevindt.
Indien de schadeveroorzakende gebeurtenis of de schade zich voordoet bij de exploitatie van een dochteronderneming, bijkantoor of een andere vestiging, geldt de locatie van de dochteronderneming, het bijkantoor of de andere vestiging als gewone verblijfplaats.
2. In deze verordening wordt onder de gewone verblijfplaats van een natuurlijk persoon bij de uitoefening van zijn beroep verstaan, de voornaamste plaats van bedrijvigheid.
Artikel 25
Uitsluiting van herverwijzing
Waar deze verordening de toepassing van het recht van een land voorschrijft, worden daaronder verstaan de rechtsregels die in dat land gelden, met uitsluiting van de regels van het internationaal privaatrecht.
Artikel 26
Staten met meerdere rechtsstelsels
1. In het geval van een staat die meerdere territoriale eenheden telt welke ieder hun eigen rechtsregels inzake niet-contractuele verbintenissen bezitten, wordt voor het bepalen van het overeenkomstig deze verordening toe te passen recht elke territoriale eenheid als een land beschouwd.
2. Een lidstaat die verschillende territoriale eenheden met eigen rechtsregels inzake niet-contractuele verbintenissen telt, is niet verplicht deze verordening toe te passen in de gevallen waarin uitsluitend rechtsregels van deze territoriale eenheden voor toepassing in aanmerking komen.
Artikel 27
Openbare orde van het land van de rechter
1.De toepassing van een bepaling van het door deze verordening aangewezen recht kan slechts terzijde worden gesteld, indien deze toepassing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van het land van de rechter.
2.Bovendien kan de toepassing van een bepaling van het door deze verordening aangewezen recht, die zou leiden tot de toekenning van een schadevergoeding die geen vergoedend karakter heeft, zoals schadevergoedingen die als voorbeeld of als straf zijn bedoeld, worden beschouwd als zijnde in strijd met de openbare orde van het land van de rechter.
Artikel 28
Verhouding tot andere bepalingen van Gemeenschapsrecht
Deze verordening laat onverlet de toepassing of vaststelling van besluiten van de instellingen van de Europese Gemeenschappen:
a)
die voor bepaalde gebieden collisieregels bevatten inzake het toepasselijke recht op niet-contractuele verbintenissen, of
b)
die regels vaststellen die van toepassing zijn ongeacht welk nationaal recht krachtens deze verordening de betrokken niet-contractuele verbintenis beheerst, of
c)
die de toepassing in de weg staan van een bepaling of bepalingen van het recht van het land van de rechter of het door deze verordening aangewezen recht, of
d)
die bepalingen vaststellen die moeten bijdragen aan de goede werking van de interne markt, voor zover zij niet kunnen worden toegepast in combinatie met het door de regels van internationaal privaatrecht aangewezen recht.
Artikel 29
Verhouding tot bestaande internationale overeenkomsten
1. Deze verordening laat onverlet de toepassing van internationale overeenkomsten waarbij een of meer lidstaten op het tijdstip van de vaststelling van de verordening partij zijn en die regels bevatten inzake het toepasselijke recht op niet-contractuele verbintenissen.
2. Deze verordening heeft echter tussen de lidstaten voorrang op uitsluitend tussen lidstaten gesloten overeenkomsten, voor zover deze betrekking hebben op aangelegenheden waarop deze verordening van toepassing is.
HOOFDSTUK VII
Slotbepalingen
Artikel 30
Lijst van overeenkomsten
1. De lijst van de in artikel 29, lid 1, bedoelde overeenkomsten wordt door de lidstaten uiterlijk op …(8) aan de Commissie bezorgd. Zij delen aan de Commissie elke na die datum gedane opzegging van een overeenkomst mee.
2. Binnen zes maanden na ontvangst ervan maakt de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend:
i)
de in lid 1, bedoelde lijst van overeenkomsten;
ii)
de opzeggingen van bovengenoemde overeenkomsten.
Artikel 31
Herzieningsclausule
Uiterlijk …(9)* brengt de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de toepassing ervan. Het verslag gaat indien nodig vergezeld van voorstellen tot aanpassing van dezeverordening.
In haar verslag schenkt de Commissie bijzondere aandacht aan de gevolgen van de wijze waarop het vreemde recht in de verschillende rechtsgebieden wordt behandeld en aan de kwestie van de schadevergoeding, met inbegrip van de in bepaalde rechtsgebieden bestaande mogelijkheid om schadevergoedingen toe te kennen die zijn bedoeld als voorbeeld of als straf.
Het verslag bevat ook een analytische studie over de mate waarin gerechten in de lidstaten het vreemde recht in de praktijk toepassen, met inbegrip van aanbevelingen met betrekking tot de wenselijkheid van een gemeenschappelijke aanpak ten aanzien van de toepassing van het vreemde recht.
Uiterlijk ...(10) legt de Commissie, na uitvoerig overleg met de betrokken sectoren, met inbegrip van de Haagse Conferentie voor Internationaal privaatrecht, het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag voor over de situatie met betrekking tot het recht dat van toepassing is op verkeersongevallen. Het verslag bevat een met feiten gestaafd onderzoek naar de schaal van het verschijnsel, de problemen en een uitgebreide effectbeoordeling. Zo nodig bevat het verslag voorstellen tot wijziging van deze verordening en/of de vaststelling van specifieke wetgeving.
Artikel 32
Temporele toepassing
Deze verordening is van toepassing op schadeveroorzakende gebeurtenissen die zich voordoen na de inwerkingtreding van de verordening.
Artikel 33
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op …(11)*, met uitzondering van artikel 30, dat van toepassing is met ingang van …(12)**.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
Standpunt van het Europees Parlement van 6 juli 2005 (PB C 157 E van 6.7.2006, blz. 371), Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 25 september 2006 (PB C 289 E van 28.11.2006, blz. 68) en Standpunt van het Europees Parlement van 18 januari 2007.
PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2245/2004 van de Commissie (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 10).