(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien de ontwerpverordening van de Commissie (SEC(2006)0866),

–   geraadpleegd door de Commissie bij schrijven van 4 juli 2006, in overeenstemming met de verklaring die in het kader van de aan de goedkeuring van het Financieel Reglement voorafgaande overlegprocedure is aangenomen met betrekking tot artikel 183 hiervan (C6-0231/2006),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0007/2007),

1.   hecht zijn goedkeuring aan de ontwerpverordening van de Commissie, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt de Commissie haar ontwerpverordening dienovereenkomstig te wijzigen;

3.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Commissie voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

4.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendementen van het Parlement Amendement 1 OVERWEGING 15 (15)  Met het oog op een goed beheer van de gemeenschappelijke centrale gegevensbank van uitsluitingen dienen de belangrijkste praktische afspraken voor het gebruik van die gegevensbank te worden vastgelegd. (15)  Met het oog op een goed beheer van de gemeenschappelijke centrale gegevensbank van uitsluitingen dienen de belangrijkste praktische afspraken voor het gebruik van die gegevensbank te worden vastgelegd. Na raadpleging van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming dienen adequate normen voor gegevensbescherming te worden toegepast. Amendement 2 ARTIKEL 1, PUNT 1 Artikel 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) Wetgevingsbesluiten betreffende de uitvoering van de begroting (Artikel 2 van het Financieel Reglement) Wetgevingsbesluiten betreffende de uitvoering van de begroting (Artikelen 2 en 49 van het Financieel Reglement) De Commissie werkt jaarlijks in het voorontwerp van begroting de informatie over de in artikel 2 van het Financieel Reglement bedoelde besluiten bij." De Commissie werkt jaarlijks in het voorontwerp van begroting de informatie over de in artikel 2 van het Financieel Reglement bedoelde besluiten bij. In elk ontwerpvoorstel voor een wetgevingsbesluit worden bepalingen die uitzonderingen op of afwijkingen van het Financieel Reglement en/of de uitvoeringsvoorschriften daarvan bevatten, duidelijk aangegeven door uitdrukkelijke vermelding van deze bepalingen in de laatste alinea van de toelichting bij het voorgestelde besluit, dat aan de begrotingsautoriteit wordt toegezonden. Amendement 3 ARTIKEL 1, PUNT 12 Artikel 17 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) Artikel 17 Schrappen Berekening van de maximumtermijnen en -percentages voor overschrijvingen (Artikelen 22 en 23 van het Financieel Reglement) 1.  De in artikel 24 van het Financieel Reglement vastgestelde maximumtermijnen voor besluiten over de overschrijvingen als bedoeld in artikel 22, lid 1, en artikel 23, lid 1, onder b) en c), van het Financieel Reglement beginnen te lopen op de datum waarop de begrotingsautoriteit door de Commissie van de voorgenomen overschrijving in kennis is gesteld. 2.  De in de artikelen 22 en 23 van het Financieel Reglement vermelde percentages worden berekend op het moment van het verzoek om overschrijving en op basis van de in de begroting, met inbegrip van de gewijzigde begrotingen, opgenomen kredieten. 3.  Voor de in de artikelen 22 en 23 van het Financieel Reglement vermelde maxima wordt de som van de overschrijvingen van het begrotingsonderdeel waarvan kredieten worden overgeschreven en waarvan het bedrag wordt gecorrigeerd voor eerdere overschrijvingen, in aanmerking genomen. Er wordt geen rekening gehouden met het bedrag van de overschrijvingen die autonoom, zonder besluit van de begrotingsautoriteit, door de betrokken instellingen kunnen worden verricht. Amendement 4 ARTIKEL 1, PUNT 13 BIS (nieuw) Artikel 21, lid 1, letter h) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (13 bis) In artikel 21, lid 1, wordt letter h) vervangen door: "h) de omvang van de toe te wijzen kredieten, personele middelen en andere administratieve uitgaven met inachtneming van het beginsel van gezond financieel beheer, met name kosteneffectiviteit." Amendement 5 ARTIKEL 1, PUNT 13 TER (nieuw) Artikel 21, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (13 ter) Artikel 21, lid 2 wordt vervangen door: "2. Het voorstel bevat regelingen voor bewaking, verslaguitbrenging en evaluatie, rekening houdende met de respectieve verantwoordelijkheden op alle overheidsniveaus die bij de uitvoering van het voorgestelde programma of activiteit betrokken zullen zijn. Waar nodig en passend worden in het voorstel tussendoelstellingen vastgelegd waarover verslag dient te worden uitgebracht, rekening houdende met de doelstellingen van het programma of de activiteit en de voor uitvoering daarvan benodigde maatregelen." Amendement 6 ARTIKEL 1, PUNT 13 QUATER (nieuw) Artikel 21, lid 3, letters a) en b) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (13 quater) In artikel 21, lid 3, worden letters a) en b) vervangen door: "a) de bij de uitvoering van een meerjarenprogramma behaalde resultaten worden geregeld geëvalueerd, volgens een tijdschema dat de mogelijkheid biedt met de uitkomsten van deze evaluatie rekening te houden bij de beslissingen over de voortzetting, wijziging of staking van het programma; waar mogelijk en passend vinden deze evaluaties plaats zodra het programma een (tevoren) bepaalde of bepaalbare tussendoelstelling heeft bereikt. b) op jaarbasis gefinancierde activiteiten worden ten minste om de zes jaar op de behaalde resultaten geëvalueerd; waar mogelijk en passend vinden deze evaluaties plaats zodra het programma een (tevoren) bepaalde of bepaalbare tussendoelstelling heeft bereikt." Amendement 7 ARTIKEL 1, PUNT 16 Artikel 23 bis, titel (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) Definitie van effectieve en efficiënte interne controle (Artikel 30 bis, lid 1, van het Financieel Reglement) Definitie van effectieve en efficiënte interne controle (Artikel 28 bis, lid 1, van het Financieel Reglement) Amendement 8 ARTIKEL 1, PUNT 16 Artikel 23 bis, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) 2.  Een efficiënte interne controle steunt op de volgende elementen: 2.  Een efficiënte interne controle steunt op de volgende elementen: a) inachtneming van de toegepaste beheersmethode; tenuitvoerlegging van adequate, door de relevante, bij de controleketen betrokken actoren onderling gecoördineerde risicobeheersingsstrategieën, waarbij wordt gestreefd naar een juist evenwicht tussen de kosten voor de Gemeenschapsbegroting en de baten van controles; bepaling van het voor het bereiken van een aanvaardbaar risiconiveau vereiste controleniveau; a) tenuitvoerlegging van adequate, door de relevante, bij de controleketen betrokken actoren onderling gecoördineerde risicobeheersingsstrategie; b) toegankelijkheid van de controleresultaten voor alle relevante, bij de controleketen betrokken actoren; b) toegankelijkheid van de controleresultaten voor alle relevante, bij de controleketen betrokken actoren; c) tijdige toepassing van correcties, onder andere ontradende sancties waar zulks passend is; c) tijdige toepassing van correcties, onder andere ontradende sancties waar zulks passend is; d) een verklaring, door het passende managementniveau, dat systemen zijn ingericht die redelijke zekerheid verschaffen omtrent de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. d) bestaan van duidelijke en eenduidige wetgeving die aan het beleid ten grondslag moet liggen; d bis) opheffing van meervoudige controles; d ter) in beginsel verbetering van de kosten-batenverhouding van controles Het onder d bis) genoemde onderdeel moet ervoor zorgen dat wanneer de wettigheid en de regelmatigheid in de onderliggende verrichtingen reeds door een overheidsinstelling is vastgesteld (eerste audit), er in het eerste jaar na afsluiting van die eerste audit in beginsel geen verdere audits bij dezelfde entiteit op hetzelfde gebied worden verricht. Amendement 9 ARTIKEL 1, PUNT 17 BIS (nieuw) Artikel 25 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (17 bis) Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 25 bis Opmerkingen bij de begroting (Artikelen 33, 46, lid 1, letter g) en 49 van het Financieel Reglement) Het in artikel 33 van het Financieel Reglement bedoelde activiteitenverslag van de Commissie vermeldt, onverminderd het bepaalde in artikel 49 van het Financieel Reglement, de resultaten van de maatregelen die naar aanleiding van de opmerkingen bij de begroting zijn genomen (Artikel 46, lid 1, letter g) van het Financieel Reglement)." Amendement 10 ARTIKEL 1, PUNT 22 BIS (nieuw) Artikel 35 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (22 bis) Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 35 bis Maatregelen ter versterking van de samenhang in de interpretatie van sectorspecifieke wetgeving (Artikel 53 ter van het Financieel Reglement) De Commissie stelt een register samen van organen die verantwoordelijk zijn voor eerste- en tweedelijns controles uit hoofde van sectorspecifieke verordeningen. Met het oog op een consistente interpretatie van de wetgeving inzake structuurfondsen in de EU, stelt de Commissie een infohelpdesk ter beschikking en publiceert zij beste praktijkvoorbeelden en richtsnoeren voor de uitlegging van de wetgeving." Amendement 11 ARTIKEL 1, PUNT 32 Artikel 43 , lid 2, letter c bis) (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) c bis) de Internationale Unie voor het behoud van de natuur en de natuurlijke hulpbronnen; Amendement 12 ARTIKEL 1, PUNT 32 BIS (nieuw) Artikel 43 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (32 bis) Het volgende artikel 43 bis wordt ingevoegd: "Artikel 43 bis Informatie over het verstrekken van gegevens (Artikelen 92, 110, lid 1, en 155 van het Financieel Reglement In alle oproepen in het kader van aanbestedingen, subsidies of structuurfondsen worden de potentiële begunstigden, kandidaten en tenderers ervan in kennis gesteld dat hun gegevens met het oog op de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen kunnen worden doorgegeven aan interne controlediensten, aan de Europese Rekenkamer, aan de gespecialiseerde instantie voor financiële onregelmatigheden en/of het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), dan wel aan iedere andere instelling of ieder ander orgaan dat bevoegd is op het gebied van financiële controle of onderzoek." Amendement 13 ARTIKEL 1, PUNT 33 BIS (nieuw) Artikel 48, letter e) en letter e bis) (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (33 bis) In artikel 48 wordt letter e) vervangen door: "e) de beheerrisico's vast te stellen en te voorkomen, vooral maar niet alleen in verband met de uitvoering van langetermijncontracten (van meer dan drie jaar); e bis) te zorgen voor naleving van het beginsel van gezond financieel beheer door systemen in te voeren voor een regelmatige follow-up van langetermijnverplichtingen;" Amendement 14 ARTIKEL 1, PUNT 33 TER (nieuw) Artikel 49, alinea 2 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (33 ter) In artikel 49 wordt de volgende alinea toegevoegd: "De Commissie beoordeelt met regelmatige tussenpozen of persoonsgegevens bewaard moeten blijven." Amendement 15 ARTIKEL 1, PUNT 34 BIS (nieuw) Artikel 59, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (34 bis) Artikel 59, lid 1 wordt vervangen door: "1. De rekenplichtige kan voor de behoeften in verband met het beheer van de kasmiddelen bij financiële instellingen of nationale centrale banken rekeningen op naam van de Instelling openen of laten openen. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan hij rekeningen in andere valuta's dan de euro openen. Ontvangsten- en uitgavenrekeningen mogen alleen worden geopend ten behoeve van de uitvoering van de begroting. Alle rekeningen, waaronder ook gelden ter goede rekening, moeten worden vermeld in een bijlage bij het verslag van de Commissie van het budgettair en financieel beheer. De bijlage bevat een balans van die rekeningen aan het begin en het einde van het betrokken begrotingsjaar alsmede een korte beschrijving van het doel waarom de rekening was geopend of wordt aangehouden. De rekenplichtige zorgt er met passende middelen voor dat rekeningen die niet langer in gebruik zijn, onverwijld worden opgeheven." Amendement 16 ARTIKEL 1, PUNT 36 BIS (nieuw) Artikel 73, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (36 bis) Artikel 73, lid 1 wordt vervangen door: "1. Wanneer een gedelegeerd of gesubdelegeerd ordonnateur oordeelt dat een aan hem gegeven instructie onregelmatig is of tegen het beginsel van goed financieel beheer indruist, met name omdat de uitvoering ervan onverenigbaar is met de hoeveelheid aan hem verstrekte middelen, deelt hij dat de autoriteit waarvan hij de delegatie of subdelegatie heeft ontvangen, schriftelijk mede. Indien de instructie tijdig schriftelijk wordt bevestigd en nauwkeurig genoeg is, dat wil zeggen dat zij uitdrukkelijk verwijst naar de aspecten die door de gedelegeerde of gesubdelegeerde ordonnateur betwistbaar worden geacht, is deze van zijn verantwoordelijkheid ontslagen; hij voert de instructie uit, behalve indien deze duidelijk strijdig is met het strafrecht, in welk geval hij de zaak onverwijld voorlegt aan de meerdere van de autoriteit van wie de instructie afkomstig is, overeenkomstig artikel 21 bis van het statuut van de ambtenaren1." 1 Verordening nr. 31 (EEG), 11 (EGA) in PB 45 van 14.6.1962, blz. 1385. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2104/2005 van de Raad (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 7)." Amendement 17 ARTIKEL 1, PUNT 38 Artikel 75 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) 1.  Financiële onregelmatigheden als bedoeld in artikel 74 worden overeenkomstig artikel 66, lid 4, tweede alinea, van het Financieel Reglement door het tot aanstelling bevoegde gezag voor advies naar de gespecialiseerde instantie doorverwezen. 1.  Financiële onregelmatigheden als bedoeld in artikel 74 worden overeenkomstig artikel 66, lid 4, tweede alinea, van het Financieel Reglement door het tot aanstelling bevoegde gezag voor advies naar de gespecialiseerde instantie doorverwezen. Een gedelegeerd ordonnateur kan een zaak aan de instantie doorverwijzen wanneer hij van mening is dat zich een financiële onregelmatigheid heeft voorgedaan. Een gedelegeerd ordonnateur kan een zaak aan de instantie doorverwijzen wanneer hij van mening is dat zich een financiële onregelmatigheid heeft voorgedaan. Elke financiële actor kan een zaak aan de instantie doorverwijzen wanneer hij van mening is dat zich een financiële onregelmatigheid heeft voorgedaan en hij reden heeft te denken daarvoor aansprakelijk te kunnen worden gehouden. De gespecialiseerde instantie brengt een advies uit waarin wordt nagegaan of de in artikel 74 bedoelde onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, en wat de ernst en de eventuele gevolgen ervan zijn. Indien de gespecialiseerde instantie tijdens haar onderzoek tot de slotsom komt dat het betrokken geval onder de bevoegdheid van OLAF valt, zendt zij het dossier onverwijld naar het tot aanstelling bevoegde gezag en stelt zij OLAF hiervan onmiddellijk in kennis. De gespecialiseerde instantie brengt een advies uit waarin wordt nagegaan of de in artikel 74 bedoelde onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, en wat de ernst en de eventuele gevolgen ervan zijn. Indien de gespecialiseerde instantie tijdens haar onderzoek tot de slotsom komt dat het betrokken geval onder de bevoegdheid van OLAF valt, zendt zij het dossier naar het tot aanstelling bevoegde gezag en stelt zij OLAF hiervan onverwijld in kennis. Wanneer de gespecialiseerde instantie overeenkomstig artikel 60, lid 6, van het Financieel Reglement rechtstreeks door een personeelslid wordt ingelicht, zendt zij het dossier aan het tot aanstelling bevoegde gezag toe en stelt zij het personeelslid dat haar heeft ingelicht, hiervan in kennis. Het tot aanstelling bevoegde gezag kan de gespecialiseerde instantie om advies over het dossier vragen. Wanneer de gespecialiseerde instantie overeenkomstig artikel 60, lid 6, van het Financieel Reglement rechtstreeks door een personeelslid wordt ingelicht, zendt zij het dossier aan het tot aanstelling bevoegde gezag toe en stelt zij het personeelslid dat haar heeft ingelicht, hiervan in kennis. Het tot aanstelling bevoegde gezag kan de gespecialiseerde instantie om advies over het dossier vragen. 1 bis. Wanneer de gespecialiseerde instantie van mening is dat zich geen financiële onregelmatigheid heeft voorgedaan, vermeldt zij in haar advies dat er geen gronden zijn voor aansprakelijkheid van personen op wie het advies betrekking heeft. 2.  De instelling of in het geval van een gezamenlijke instantie, de deelnemende instellingen stelt of stellen rekening houdend met haar of hun interne organisatie de werkwijze van de gespecialiseerde instantie vast, alsmede de samenstelling ervan, die een externe persoon met de vereiste kwalificaties en deskundigheid omvat. 2.  De instelling of in het geval van een gezamenlijke instantie, de deelnemende instellingen stelt of stellen rekening houdend met haar of hun interne organisatie de werkwijze van de gespecialiseerde instantie vast, alsmede de samenstelling ervan, die een externe persoon met de vereiste kwalificaties en deskundigheid omvat. Amendement 18 ARTIKEL 1, PUNT 40 BIS (nieuw) Artikel 81, lid 2 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (40 bis) In artikel 81 wordt het volgende lid toegevoegd: "2 bis. Wanneer de samengevoegde schulden over een jaar van een debiteur niet meer bedragen dan 200 EUR, wordt in het algemeen geen invorderingsopdracht gegeven. Verschuldigde bedragen waarvoor de verjaringstermijn geldt, worden niet in het samengevoegde bedrag begrepen." Amendement 19 ARTIKEL 1, PUNT 40 TER (nieuw) Artikel 81, lid 2 ter (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (40 ter) In artikel 81 wordt het volgende lid toegevoegd: "2 ter. De rekenplichtige van elke instelling houdt een lijst bij van in te vorderen bedragen, waarin schulden worden gegroepeerd naar de datum waarop de schuld betaalbaar wordt. Hij zendt deze lijst door naar de rekenplichtige van de Commissie. De rekenplichtige van de Commissie stelt een geconsolideerde lijst op van verschuldigde bedragen, ingedeeld naar rekenplichtige en datum waarop de schuld betaalbaar wordt. Deze lijst wordt als bijlage gevoegd bij de verslagen van de Commissie over budgettair en financieel beheer." Amendement 20 ARTIKEL 1, PUNT 40 QUATER (nieuw) Artikel 81, lid 2 quater (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (40 quater) In artikel 81 wordt het volgende lid toegevoegd: "2 quater. De Commissie stelt een lijst op van schulden, met vermelding van de namen van alle debiteuren van gemeenschapsfondsen en het verschuldigde bedrag, in de gevallen waarin de debiteur veroordeeld is tot betaling bij rechterlijke uitspraak die kracht van gewijsde heeft en waarin geen of geen noemenswaardige terugbetaling heeft plaatsgevonden binnen een jaar na deze uitspraak. De lijst wordt gepubliceerd met inachtneming van de geldende wetgeving inzake gegevensbescherming." Amendement 21 ARTIKEL 1, PUNT 41 BIS (nieuw) Artikel 84, lid 2 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (41 bis) In artikel 84 wordt het volgende lid toegevoegd: "2 bis. Wanneer een lidstaat of een instelling namens de Gemeenschap tot invordering overgaan, kan de gemeenschapsbegroting worden aangesproken voor de met de invordering gemoeide kosten, voorzover de kosten niet worden gedragen door de in gebreke gebleven debiteur. De kosten van gedwongen invordering door derden worden elke twee jaar door de rekenplichtige van de Commissie bepaald en op een tarief gesteld dat afhangt van en geleidelijk stijgt naargelang het in te vorderen bedrag." Amendement 22 ARTIKEL 1, PUNT 43 Artikel 85 quater, lid 4 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) 4.  Gerechtelijke procedures betreffende schuldvorderingen als bedoeld in lid 1, met inbegrip van procedures voor de rechter waarbij deze zich uiteindelijk onbevoegd verklaart, hebben een schorsende werking op de verjaringstermijn. De nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar gaat pas in na een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing of na een minnelijke schikking tussen de partijen over de betrokken procedure. 4.  Gerechtelijke procedures betreffende schuldvorderingen als bedoeld in lid 1 hebben een schorsende werking op de verjaringstermijn. De nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar gaat pas in na een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing of na een minnelijke schikking tussen de partijen over de betrokken procedure. Amendement 23 ARTIKEL 1, PUNT 43 Artikel 85 quater, leden 6 bis, 6 ter en 6 quater (nieuw)(Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) 6 bis. Indien de vordering is ontstaan door een opzettelijk schaden van de belangen van de Gemeenschap, begint de verjaringstermijn op zijn vroegst pas te lopen op de datum waarop de schade en de rechtsgronden voor de verschuldigde vergoeding en het bedrag daarvan feitelijk en juridisch worden vastgesteld en geregistreerd door de instelling die aanspraak heeft op vergoeding. 6 ter. Wanneer verschillende debiteuren gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn, geldt de stuiting van de verjaringstermijn ten aanzien van één debiteur ook voor allen die gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn. 6 quater. Onverminderd het bepaalde in lid 1, wordt geen invorderingsopdracht gegeven na verstrijken van de verjaringstermijn, die begint te lopen aan het einde van het jaar waarin de betaling, of - in geval van voorschotten of tussentijdse betalingen - de definitieve betaling heeft plaatsgevonden. Amendement 24 ARTIKEL 1, PUNT 46 BIS (nieuw) Artikel 97, lid 3 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (46 bis) In artikel 97 wordt het volgende lid toegevoegd: "3 bis. Het besluit tot betaalbaarstelling wordt genomen uiterlijk zes weken nadat de ordonnateur de bewijsstukken heeft ontvangen. Na verstrijken van deze termijn deelt de ordonnateur de crediteur schriftelijk of langs elektronische weg de redenen van de vertraging mee, met vermelding van een voorlopige datum voor het besluit." Amendement 25 ARTIKEL 1, PUNT 46 TER (nieuw) Artikel 104, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (46 ter) In artikel 104 wordt lid 1 vervangen door: "1. Voorfinancieringen, hieronder begrepen in de gevallen van opgesplitste betalingen, worden betaald op grond van het contract, de overeenkomst of het basisbesluit, dan wel op grond van bewijsstukken aan de hand waarvan kan worden geverifieerd of de gefinancierde acties met het betrokken contract of de betrokken overeenkomst in overeenstemming zijn. Tussentijdse betalingen en saldobetalingen geschieden op grond van bewijsstukken aan de hand waarvan kan worden nagegaan of de gefinancierde acties zijn uitgevoerd in overeenstemming met het met de begunstigde gesloten contract, de met de begunstigde gesloten overeenkomst of het basisbesluit. Wanneer de datum voor de voorfinanciering of tussentijdse betaling in de hierboven genoemde instrumenten is bepaald, of wanneer de begunstigde alle nodige documenten voor de vereiste controles heeft ingediend, is voor de uitbetaling van het toekomende bedrag geen verdere aanvraag van de zijde van de begunstigde meer nodig. Voor zulke gevallen wordt in de modelcontracten bepaald dat betaling automatisch zal plaatsvinden op de overeengekomen betaaldatum of, al naar het geval, na ontvangst van de volledige overeengekomen documentatie." Amendement 26 ARTIKEL 1, PUNT 47 Artikel 106 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (47)  Aan artikel 106 wordt het volgende lid 1 toegevoegd: (47)  Artikel 106 wordt vervangen door: "1. De verschuldigde bedragen worden betaald binnen een termijn van maximaal 45 kalenderdagen vanaf de datum van inschrijving van een ontvankelijk verzoek om betaling door de gemachtigde dienst van de bevoegde ordonnateur; onder datum van betaling wordt verstaan de datum waarop de rekening van de instelling wordt gedebiteerd. Een verzoek om betaling is niet ontvankelijk indien een of meer essentiële elementen ontbreken. Wanneer het verzoek om betaling niet voldoet aan een of meer essentiële vereisten, stelt de ordonnateur de crediteur daarvan op de hoogte binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van het eerste verzoek om betaling. In deze mededeling worden alle ontbrekende elementen in de aanvraag omschreven. 2.  De in lid 1 bedoelde termijn wordt op 30 kalenderdagen vastgesteld voor betalingen in verband met opdrachten voor diensten of leveringen, tenzij het contract anders bepaalt. Bij onderhandelingsprocedures en opdrachten van geringe waarde wordt gebruik gemaakt van eventuele kortingen bij gerede betaling. 3.  Voor contracten of subsidieovereenkomsten waarin de betaling afhankelijk wordt gesteld van de goedkeuring van een verslag of een certificaat, beginnen de in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen pas te lopen na de goedkeuring van het betrokken verslag of certificaat. De begunstigde wordt hiervan onverwijld in kennis gesteld. Deze goedkeuringstermijn mag niet langer zijn dan: a) twintig kalenderdagen voor eenvoudige contracten betreffende de levering van goederen en diensten; b) vijfenveertig kalenderdagen voor de andere contracten en de subsidieovereenkomsten; c) zestig kalenderdagen voor contracten in het kader waarvan de geleverde technische prestaties bijzonder moeilijk te evalueren zijn. In ieder geval wordt de begunstigde in de oorspronkelijke oproep tot inschrijving of oproep tot indienen van voorstellen geattendeerd op de mogelijkheid dat uitbetalingen wegens de vereiste goedkeuring vertraging ondervinden. De bevoegde ordonnateur stelt de begunstigde bij formeel schrijven op de hoogte van eventuele opschorting van de termijn voor goedkeuring van het verslag of certificaat. De bevoegde ordonnateur kan besluiten dat er één enkele termijn zal gelden voor goedkeuring van het verslag of certificaat èn de uitbetalingen. Deze enkele termijn mag de maximale termijnen tezamen voor goedkeuring van het verslag of certificaat respectievelijk voor de uitbetalingen niet overschrijden. 4.  De bevoegde ordonnateur kan de betalingstermijn evenwel op ieder moment van de in lid 1 genoemde periode opschorten, indien hij de crediteuren ervan in kennis stelt dat aan het verzoek om betaling niet kan worden voldaan omdat het bedrag niet verschuldigd is dan wel omdat de vereiste bewijsstukken niet zijn overgelegd. Wanneer de bevoegde ordonnateur kennis krijgt van informatie op grond waarvan de subsidiabiliteit van in een verzoek om betaling opgenomen uitgaven kan worden betwijfeld, kan hij de betalingstermijn opschorten, zodat aanvullende verificaties kunnen worden verricht, waaronder begrepen in de vorm van een controle ter plaatse, om vóór de betaling zekerheid te verkrijgen over de subsidiabiliteit van de uitgaven. De ordonnateur stelt de betrokken begunstigde hiervan zo spoedig mogelijk in kennis, onder vermelding van de oorzaak van de vertraging. De rest van de betalingstermijn begint te lopen op de datum waarop het correct opgestelde verzoek om betaling is ingeschreven. 5.  Bij het verstrijken van de in de leden 1 en 2 genoemde termijnen kan de crediteur binnen twee maanden na de ontvangst van de te late betaling achterstandsrente in rekening brengen volgens de volgende bepalingen: a) als rentevoeten worden de in artikel 86, lid 2, eerste alinea, bedoelde percentages gehanteerd; b) de rente is verschuldigd over de tijd die is verstreken vanaf de kalenderdag volgende op het einde van de betalingstermijn tot de dag van betaling. De eerste alinea is niet van toepassing op de lidstaten. 6.  De instellingen dienen bij de begrotingsautoriteit een verslag in over de naleving van de termijnen en de opschorting van de in de leden 1 tot 5 vastgestelde termijnen." 6.  De instellingen dienen bij de begrotingsautoriteit een verslag in over de naleving van de termijnen en de opschorting van de in de leden 1 tot 5 vastgestelde termijnen." Amendement 27 ARTIKEL 1, PUNT 47 BIS (nieuw) Artikel 112, lid 1, alinea 1 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (47 bis) Aan artikel 112, lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd: "De interne accountant richt zich met name op de naleving, over de gehele lijn, van het beginsel van gezond financieel beheer, en verzekert zich ervan dat adequate maatregelen zijn genomen om de toepassing van dat beginsel voortdurend te verbeteren en te versterken, en brengt dienovereenkomstig verslag uit." Amendement 28 ARTIKEL 1, PUNT 50 Artikel 117, lid 1, alinea 4 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) Het bepaalde in de vierde alinea geldt mutatis mutandis ook voor langetermijn-huurovereenkomsten van gebouwen, die ten minste elke zes jaar worden herzien. Amendement 29 ARTIKEL 1, PUNT 53 BIS Artikel 129, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (53 bis) In artikel 129 wordt lid 3 vervangen door: 3.  Voor opdrachten van een waarde van minder dan 7 000 EUR, volstaat één offerte . Amendement 30 ARTIKEL 1, PUNT 54 BIS (nieuw) Artikel 129, lid 4 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (54 bis) In artikel 129 wordt het volgende lid toegevoegd: "4 bis. Indien de begroting wordt uitgevoerd door de fracties in het Europees Parlement of door individuele leden van het Europees Parlement, worden contracten met inachtneming van de richtlijn inzake openbare aanbestedingen toegekend volgens de door het Europees Parlement vastgestelde specifieke regels." Amendement 31 ARTIKEL 1, PUNT 58, PUNT B) Artikel 134, lid 1, alinea 1 bis (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) De aanbestedende dienst mag, overeenkomstig zijn beoordeling van het risico, beslissen de in de eerste alinea bedoelde verklaring dat de gegadigde of inschrijver niet in een van de in de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement bedoelde situaties verkeert, niet te verlangen, wanneer het gaat om opdrachten met een waarde van 3 500 EUR of minder als bedoeld in artikel 129, lid 3, of 10 000 EUR of minder, als bedoeld in artikel 241, lid 1, laatste alinea, artikel 243, lid 1, laatste alinea, of artikel 245, lid 1, laatste alinea. De aanbestedende dienst mag, overeenkomstig zijn beoordeling van het risico, beslissen de in de eerste alinea bedoelde verklaring dat de gegadigde of inschrijver niet in een van de in de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement bedoelde situaties verkeert, niet te verlangen, wanneer het gaat om opdrachten met een waarde van 7 000 EUR of minder als bedoeld in artikel 129, lid 3, of 10 000 EUR of minder, als bedoeld in artikel 241, lid 1, laatste alinea, artikel 243, lid 1, laatste alinea, of artikel 245, lid 1, laatste alinea. Amendement 32 ARTIKEL 1, PUNT 59 Artikel 134 bis (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) 1.  De in artikel 95, leden 1 en 2, van het Financieel Reglement bedoelde instellingen, uitvoerende agentschappen, autoriteiten en organen verstrekken de Commissie op basis van een gestructureerd model informatie over de betrokken derde, de reden van de uitsluiting en de duur daarvan. Zij verstrekken tevens informatie over natuurlijke personen die bij een bepaalde derde vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben, indien deze natuurlijke personen in een van de in artikel 93, artikel 94 en artikel 96, lid 1, onder b), en lid 2, onder a), bedoelde situaties hebben verkeerd. 1.  De in artikel 95, leden 1 en 2, van het Financieel Reglement bedoelde instellingen, uitvoerende agentschappen, autoriteiten en organen verstrekken de Commissie op basis van een gestructureerd model informatie over de betrokken derde, de reden van de uitsluiting en de duur daarvan. Zij verstrekken tevens informatie over natuurlijke personen die bij een bepaalde derde vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben, indien deze natuurlijke personen in een van de in artikel 93, artikel 94 en artikel 96, lid 1, onder b), en lid 2, onder a), bedoelde situaties hebben verkeerd. De autoriteiten van de lidstaten verstrekken informatie over uitsluitingen op grond van artikel 93, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement uitsluitend voor opdrachten die onder Richtlijn 2004/18/EG vallen. De in artikel 95, lid 2 van het Financieel Reglement genoemde autoriteiten doen de volledige tekst toekomen van rechterlijke uitspraken met kracht van gewijsde waarbij de verdachten schuldig zijn bevonden aan criminele activiteiten in de zin van artikel 93, lid 1, onder e), en artikel 95 van het Financieel Reglement. De mededeling mag niet later plaatsvinden dan drie maanden na de inwerkingtreding van het besluit. Artikel 9, lid 7 van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens1 is van toepassing. Zij verklaren aan de Commissie dat de informatie is vastgesteld en doorgegeven met inachtneming van de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens en dat de betrokken derde van de verstrekking van de informatie in kennis is gesteld. Indien nodig actualiseren zij de doorgegeven informatie. Zij verklaren aan de Commissie dat de informatie is vastgesteld en doorgegeven met inachtneming van de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens en dat de betrokken derde van de verstrekking van de informatie in kennis is gesteld. Indien nodig actualiseren zij de doorgegeven informatie. 2.  Met inachtneming van de communautaire voorschriften inzake de verwerking van persoonsgegevens verstrekt de Commissie op regelmatige basis, via een beveiligd protocol, gevalideerde gegevens die in de gegevensbank zijn opgenomen aan aangewezen personen bij de in lid 1 bedoelde instellingen, uitvoerende agentschappen, autoriteiten en organen. 2.  Met inachtneming van de communautaire voorschriften inzake de verwerking van persoonsgegevens verstrekt de Commissie maandelijks, via een beveiligd protocol, gevalideerde gegevens die in de gegevensbank zijn opgenomen aan aangewezen personen bij de in lid 1 bedoelde instellingen, uitvoerende agentschappen, autoriteiten en organen. 3.  Overeenkomstig artikel 95, lid 1, van het Financieel Reglement worden gegevens inzake derden in de gegevensbank opgenomen en daaruit verwijderd op schriftelijk verzoek van de bevoegde ordonnateur, gericht aan de rekenplichtige van de Commissie. De ordonnateur die bevoegd is te verzoeken om opneming van gegevens inzake derden in de gegevensbank en verwijdering daaruit, alsmede de te volgen procedure, worden bepaald in de administratieve voorschriften van de betrokken instelling, het betrokken uitvoerend agentschap of het betrokken orgaan als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement. 3.  Overeenkomstig artikel 95, lid 1, van het Financieel Reglement worden gegevens inzake derden in de gegevensbank opgenomen en daaruit verwijderd op schriftelijk verzoek van de bevoegde ordonnateur, gericht aan de rekenplichtige van de Commissie. De ordonnateur die bevoegd is te verzoeken om opneming van gegevens inzake derden in de gegevensbank en verwijdering daaruit, alsmede de te volgen procedure, worden bepaald in de administratieve voorschriften van de betrokken instelling, het betrokken uitvoerend agentschap of het betrokken orgaan als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement. 4.  Wanneer de voor het betrokken programma of de betrokken actie bevoegde ordonnateur van de Commissie gegevens ontvangt die overeenkomstig artikel 95, lid 2, eerste alinea, van het Financieel Reglement zijn verstrekt, geeft hij deze gegevens door aan de rekenplichtige van de Commissie met het verzoek ze in de gegevensbank op te nemen, nadat hij heeft geverifieerd dat de derde duidelijk is geïdentificeerd en dat de redenen voor en de duur van de uitsluiting zijn aangegeven." 4.  Wanneer de voor het betrokken programma of de betrokken actie bevoegde ordonnateur van de Commissie gegevens ontvangt die overeenkomstig artikel 95, lid 2, eerste alinea, van het Financieel Reglement zijn verstrekt, neemt hij kennis van het besluit, gaat hij na of de derde duidelijk is geïdentificeerd en of de redenen voor en de duur van de uitsluiting zijn aangegeven en geeft hij deze gegevens door aan de rekenplichtige van de Commissie met het verzoek ze in de gegevensbank op te nemen. Wanneer niets over de duur van de uitsluiting is medegedeeld, stelt de ordonnateur deze vast overeenkomstig artikel 133 bis. Een ieder die in de gegevensbank is opgenomen heeft het recht alle opgeslagen en op hem betrekking hebbende gegevens en mededelingen te inspecteren, op daartoe bij de rekenplichtige in te dienen aanvraag, wanneer hij een legitiem belang daarbij aannemelijk kan maken. 1 PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1. Amendement 33 ARTIKEL 1, PUNT 59 BIS (nieuw) Artikel 135, lid 6, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (59 bis) In artikel 135, lid 6, wordt alinea 2 wordt vervangen door: "Wanneer de aanbestedende dienst beslist geen bewijs van de financiële, economische, technische en beroepsmatige geschiktheid van gegadigden of inschrijvers te verlangen, kan de ordonnateur, naargelang zijn inschatting van het risico, besluiten om voorfinancieringen te weigeren tenzij er financiële zekerheid voor hetzelfde bedrag wordt gesteld of het bewijs van de financiële, economische, technische en beroepsmatige geschiktheid alsnog wordt verstrekt." Amendement 34 ARTIKEL 1, PUNT 63 Artikel 149, lid 3, letter b), alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) De aanbestedende diensten vermelden daarbij in elk geval de redenen voor de afwijzing van de inschrijving of de aanvraag, alsmede de rechtsmiddelen die de betrokkene ter beschikking staan. De aanbestedende diensten vermelden daarbij in elk geval de redenen voor de afwijzing van de inschrijving of de aanvraag, onder verwijzing naar de geldende rechtsbepalingen en met een uitvoerige motivering van het besluit, alsmede de rechtsmiddelen die de betrokkene ter beschikking staan. Amendement 36 ARTIKEL 1, PUNT 64 BIS (nieuw) Artikel 152 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (64 bis) Artikel 152 wordt vervangen door: "Bij een voorfinanciering van meer dan 150 000 EUR of in het in artikel 135, lid 6, tweede alinea, bedoelde geval wordt een zekerheid verlangd. Wanneer de contractant een publiekrechtelijke instelling is, ziet de bevoegde ordonnateur in de regel, al naar gelang zijn beoordeling van het risico, van dit vereiste af." Amendement 37 ARTIKEL 1, PUNT 64 TER (nieuw) Artikel 153, lid 1(Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (64 ter) In artikel 153 wordt lid 1 vervangen door: "1. Een opdracht kan overeenkomstig artikel 103 van het Financieel Reglement worden opgeschort om te verifiëren of vermoede belangrijke fouten, onregelmatigheden of fraudes zich werkelijk hebben voorgedaan. Indien dit niet wordt bevestigd, wordt de uitvoering van de opdracht zo spoedig mogelijk hervat. Wanneer de opschorting langer duurt dan zes weken, wordt de crediteur schriftelijk van de redenen van de vertraging en van de voorlopige datum voor een besluit in kennis gesteld." Amendement 38 ARTIKEL 1, PUNT 68 Artikel 160 quater, titel en lid 2 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) Artikel 160 quater Bijzondere regels (Artikel 108, lid 3, van het Financieel Reglement) Artikel 160 quater Bijzondere regels (Artikel 108, lid 2 en lid 3 van het Financieel Reglement) 2 bis. Uitgaven uit hoofde van artikel 108, lid 2, letter a) behelzen de uitgaven ten behoeve van voormalige leden van het Europees Parlement en hun vereniging. Amendement 39 ARTIKEL 1, PUNT 70, LETTER A), PUNT IV BIS) (nieuw) Artikel 164, lid 1, punt i) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) iv bis) Letter i) wordt vervangen door: "i) de verantwoordelijkheden van de begunstigde, met name inzake goed financieel beheer en indiening van activiteitsverslagen en financiële verslagen; er worden zo mogelijk tussendoelstellingen afgesproken voor de indiening van de verslagen;" Amendement 40 ARTIKEL 1, PUNT 70, LETTER A), PUNT IV TER) (nieuw) Artikel 164, lid 1, punt j bis) (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) iv ter) De volgende letter j bis) wordt toegevoegd: "j bis) bepalingen omtrent de openbare aankondiging van EU-subsidie , tenzij zulke aankondiging uitdrukkelijk ongewenst is." Amendement 41 ARTIKEL 1, PUNT 70, LETTER B BIS) (nieuw) Artikel 164, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) b bis) Lid 3 wordt vervangen door: "3. Subsidieovereenkomsten mogen slechts middels schriftelijke aanvullende overeenkomsten worden aangepast. Deze aanvullende overeenkomsten hebben niet tot doel noch als gevolg de overeenkomsten zodanig aan te passen dat het besluit inzake toekenning van de subsidie op losse schroeven komt te staan of dat zij strijdig zijn met de gelijke behandeling van de partijen.. Subsidieovereenkomsten mogen worden aangepast, indien de omstandigheden zijn gewijzigd en de wijziging van de omstandigheden door geen van de partijen voorzien of te voorzien was, en indien de ongewijzigde nakoming van de overeenkomst buitensporige gevolgen voor een of meerdere van de partijen zou hebben, of het contract anderszins in het gedrang zou brengen." Amendement 42 ARTIKEL 1, PUNT 70, LETTER B TER) (nieuw) Artikel 164, lid 3 bis (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) b ter) Het volgende lid wordt toegevoegd: "3 bis. Deze bepalingen gelden mutatis mutandis ook voor subsidiebesluiten." Amendement 43 ARTIKEL 1, PUNT 71 BIS (nieuw) Artikel 165, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (71 bis) In artikel 165 wordt lid 3 vervangen door: "3. In het geval van exploitatiesubsidies aan organen die een doelstelling van algemeen Europees belang nastreven, heeft de Commissie het recht tot terugvordering van het percentage van de jaarwinst dat overeenstemt met de communautaire bijdrage aan de exploitatiebegroting van de betrokken organen, wanneer die organen ook worden gefinancierd door overheidsinstanties die zelf het percentage van de jaarwinst moeten terugvorderen dat overeenkomt met hun bijdrage of die daadwerkelijk het gehele of gedeeltelijke percentage van de jaarwinst dat overeenkomt met hun bijdrage terugvorderen. Voor de berekening van het terug te vorderen bedrag moet het percentage van de bijdragen in natura aan de exploitatiebegroting buiten beschouwing worden. Wanneer winst wordt aangetoond en andere overheidsinstanties dan de begunstigde en de Gemeenschap bijdragen hebben geleverd, ( derde financiers) blijft de terugvordering door de Commissie in ieder geval beperkt tot dat percentage van het surplus dat overeenkomt met het aandeel van de Commissie in de aanvankelijke bijdrage." Amendement 44 ARTIKEL 1, PUNT 74, LETTER B) Artikel 167, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) 2.  De oproepen tot het indienen van voorstellen worden bekendgemaakt op de internetsite van de Europese instellingen en eventueel op een andere gepaste wijze, zoals het Publicatieblad van de Europese Unie, om er bij potentiële begunstigden zo ruim mogelijke bekendheid aan te geven. Wijzigingen van de inhoud van oproepen tot het indienen van voorstellen worden op dezelfde wijze bekendgemaakt. 2.  De oproepen tot het indienen van voorstellen worden bekendgemaakt op de internetsite van de Europese instellingen en eventueel op een andere gepaste wijze, zoals het Publicatieblad van de Europese Unie, om er bij potentiële begunstigden zo ruim mogelijke bekendheid aan te geven. De bekendmaking kan reeds geschieden in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de actie moet worden uitgevoerd, onder het voorbehoud dat de kredieten het volgend jaar beschikbaar zijn. Wijzigingen van de inhoud van oproepen tot het indienen van voorstellen worden op dezelfde wijze bekendgemaakt. De ordonnateurs stellen gemeenschappelijke normen vast voor de samenstelling van handboeken die onder meer worden gebruikt om nadere bepalingen voor de uitvoering van de subsidie te formuleren. Deze handboeken worden alleen gewijzigd wanneer de oproep tot indiening van voorstellen wordt gewijzigd. Amendement 45 ARTIKEL 1, PUNT 75, LETTER B BIS) (nieuw) Artikel 168, lid 1, letter f bis) (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) b bis) De volgende letter f bis) wordt toegevoegd: "f bis) Voor uitgaven voor samenwerking met de media (gedrukte en/of elektronische media waaronder inhoud en weergave via radio, video en internet) als bedoeld in artikel 108, lid 4 van het Financieel Reglement." Amendement 46 ARTIKEL 1, PUNT 76 Artikel 169 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) Artikel 169 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 169 wordt vervangen door: a) in lid 2 komt punt c) als volgt te luiden: "Artikel 169 Bekendmaking achteraf van fondsen in direct of indirect beheer c) het toegekende bedrag en, behalve in geval van de in artikel 108 bis, lid 1, onder b) en c), van het Financieel Reglement bedoelde vaste bedragen of forfaitaire financieringen, het financieringspercentage van de kosten van de actie of het goedgekeurde werkprogramma. (Artikelen 53, 54, 30, lid 3 en 110, lid 2, van het Financieel Reglement) b) het volgende lid 3 wordt toegevoegd: 1.  Alle tijdens een begrotingsjaar toegekende subsidies met inbegrip van restituties (in de context van deze bepaling hierna aangeduid als subsidies) worden in het eerste halfjaar volgend op de afsluiting van het begrotingsjaar waarvoor zij zijn toegekend, bekendgemaakt op de internetsite van de communautaire instellingen. 3.  Na de bekendmaking overeenkomstig lid 2 brengt de Commissie aan de begrotingsautoriteit desgevraagd verslag uit over: Deze informatie kan ook worden bekendgemaakt via elk ander geschikt medium, zoals het Publicatieblad van de Europese Unie. a) het aantal aanvragers in het afgelopen jaar; De rekenplichtige van de Commissie stelt gemeenschappelijke normen vast voor gedrukte en/of elektronische publicatie van de in lid 2 bedoelde gegevens (publicatienormen voor begunstigden). Deze normen voorzien met name in duidelijke, begrijpelijke en gemakkelijk te lokaliseren gegevens. Het gebruik van interactieve databanken en grafische illustraties wordt met name aangemoedigd wanneer er vergelijkingen tussen de verschillende groepen van gegevens te trekken zijn. b) het aantal en het percentage succesvolle aanvragen per oproep tot het indienen van voorstellen; Deze normen omvatten tevens normen voor elektronische overdracht van gegevens. c) de gemiddelde duur van de procedure vanaf de datum waarop de oproep tot het indienen van voorstellen is afgesloten tot de datum waarop de subsidie is toegekend. In de regel worden deze normen tegelijkertijd met de herziening van het Financieel Reglement herzien (artikel 184 Financieel Reglement). 1 bis. Wanneer het beheer is gedelegeerd naar de in artikel 54 Financieel Reglement bedoelde organen, wordt ten minste de website vermeld waar deze informatie te vinden is, indien deze niet rechtstreeks is bekendgemaakt op de internetsite van de communautaire instellingen. De in artikel 54 bedoelde organen passen de publicatienormen voor begunstigden toe. 2.  Wanneer de begroting wordt uitgevoerd op de wijze als bedoeld in de leden 1 en 1 bis, worden, behalve in het geval van aan natuurlijke personen toegekende beurzen, de volgende gegevens bekendgemaakt met toestemming van de begunstigden, als volgt: a) de naam en het adres van de begunstigden; b) het voorwerp van de subsidie; c) het toegekende bedrag en, behalve in geval van de in artikel 181 bis, lid 1, onder b) en c) van het Financieel Reglement bedoelde forfaitaire financieringen, het financieringspercentage van de kosten van de actie of het goedgekeurde werkprogramma. Van de in de eerste alinea bedoelde verplichting mag worden afgeweken indien er naar het oordeel van de bevoegde ordonnateur gegronde redenen zijn om aan te nemen dat bekendmaking van de informatie de veiligheid van de begunstigden in gevaar kan brengen of hun commerciële belangen kan schaden. De gevallen waarin hiertoe wordt besloten, en de redenen voor iedere beslissing, worden gepubliceerd op dezelfde internetsite als de gegevens van de begunstigde, onder vermelding van de tot de beslissing bevoegde ordonnateur. Begunstigden worden in de oproepen tot indiening van voorstellen geattendeerd op de rechtsgrond en de omvang van de publicatie achteraf. Daarbij wordt erop gewezen dat een latere subsidieaanvraag de toestemming van de begunstigde met publicatie impliceert en dat bezwaren van de begunstigde tegen een publicatie die tegen zijn belangen zou indruisen, niet meer in aanmerking worden genomen indien zij niet reeds in de subsidieaanvraag naar voren zijn gebracht. 3.  Na de in lid 2 bedoelde publicatie brengt de Commissie op verzoek van de begrotingsautoriteit aan deze verslag uit van: a) het aantal gegadigden in het voorgaande jaar; b) het aantal en het percentage gehonoreerde aanvragen in het voorgaande jaar; c) de gemiddelde tijdsduur van de procedure vanaf de sluitingsdatum voor indiening van voorstellen tot de toekenning van de subsidie; d) de gemiddelde tijdsduur vanaf de datum van het eindverslag tot de eindbeoordeling en definitieve betaling (artikel 119, lid 1)." Amendement 47 ARTIKEL 1, PUNT 77 Artikel 169 bis (nieuw) (het voorgestelde nieuwe artikel 169 bis wordt artikel 169 ter) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) Artikel 169 bis Bekendmaking achteraf van fondsen in beheer van derde landen of in gezamenlijk beheer (Artikelen 53 en 53 quater van het Financieel Reglement) 1.  Wanneer het beheer is gedelegeerd naar derde landen zoals bedoeld in artikel 53 quater van het Financieel Reglement, met name waar het gaat om begrotingssubsidie/-steun, alsmede in gevallen waarin de begroting in gezamenlijk beheer wordt uitgevoerd (artikel 53 quinquies van het Financieel Reglement) wordt ten minste de website vermeld waar deze informatie te vinden is, indien deze niet rechtstreeks is bekendgemaakt op de internetsite van de communautaire instellingen. In ieder geval vindt bekendmaking plaats met toepassing van de publicatienormen voor begunstigden. Wanneer de bekendmaking rechtstreeks plaatsvindt op de internetsite van de gemeenschapsinstelling, is het de taak van de wederpartij om tijdig de vereiste gegevens van de begunstigde aan te leveren. In alle andere gevallen geeft de wederpartij die gegevens door op verzoek van de Commissie. 2.  Wanneer de begroting wordt uitgevoerd op de wijze als bedoeld in lid 1, worden met toestemming van de begunstigden de volgende gegevens bekendgemaakt , als volgt: a) de naam en het adres van de begunstigden; b) het voorwerp van de subsidie; c) het toegekende bedrag en het financieringspercentage van de kosten van de actie of het goedgekeurde werkprogramma. Van de in de eerste alinea bedoelde verplichting mag worden afgeweken indien er naar het oordeel van de bevoegde ordonnateur gegronde redenen zijn om aan te nemen dat bekendmaking van de informatie de veiligheid van de begunstigden in gevaar kan brengen of hun commerciële belangen kan schaden. De gevallen waarin hiertoe wordt besloten, en de redenen voor iedere beslissing, worden gepubliceerd op dezelfde internetsite als de gegevens van de begunstigde, onder vermelding van de tot de beslissing bevoegde ordonnateur. Begunstigden worden in de oproepen tot indiening van voorstellen geattendeerd op de rechtsgrond en de omvang van de publicatie achteraf. Daarbij wordt erop gewezen dat een latere subsidieaanvraag de toestemming van de begunstigde met publicatie impliceert en dat bezwaren van de begunstigde tegen een publicatie die tegen zijn belangen zou indruisen, niet meer in aanmerking worden genomen indien zij niet reeds in de subsidieaanvraag naar voren zijn gebracht. 3.  Artikel 169, lid 3 is van dienovereenkomstige toepassing. Amendement 48 ARTIKEL 1, PUNT 77 BIS (nieuw) Artikel 169 quater (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (77 bis) Het volgende artikel 169 quater wordt ingevoegd: "Artikel 169 quater Uniforme presentatie aan de klant (Artikel 110 van het Financieel Reglement) De Commissie zorgt voor een gezamenlijke receptiedienst waar aanvragen in ontvangst worden genomen en advies en bijstand wordt verstrekt aan aanvragers. Voorzover mogelijk en dienstig worden aanvragers die meerdere verschillende aanvragen indienen door één afdeling (centrale afdeling) begeleid". Amendement 49 ARTIKEL 1, PUNT 80 BIS (nieuw) Artikel 172 quater (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (80 bis) Het volgende artikel 172 quater wordt ingevoegd: "Artikel 172 quater Degressiebeginsel. (Artikel 113, lid 2 van het Financieel Reglement) Wanneer exploitatiesubsidies worden verminderd, wordt deze vermindering op evenredige en billijke wijze toegepast." Amendement 50 ARTIKEL 1, PUNT 80 TER (nieuw) Artikel 173, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (80 ter) In artikel 173 wordt lid 1 vervangen door: "1. De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daartoe door de bevoegde ordonnateurs verspreide formulier (artikel 169 quater, onder a) en volgens de in het basisbesluit en de oproep tot het indienen van voorstellen vermelde criteria." Amendement 51 ARTIKEL 1, PUNT 88, LETTER -A) (nieuw) Artikel 178, lid 1 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) -a)  Lid 1 wordt vervangen door: "1. Onverminderd het bepaalde in lid 2 kan de bevoegde ordonnateur vóór de in artikel 167 (d) bedoelde sluitingsdatum een comité voor de evaluatie van de voorstellen benoemen, behalve in het geval van een besluit van de Commissie betreffende specifieke sectorale programma's. Dit comité is samengesteld uit ten minste drie personen van ten minste twee verschillende organisatorische eenheden van de Commissie die ten opzichte van elkaar niet in een hiërarchische verhouding staan. Ter voorkoming van belangenconflicten zijn deze personen onderworpen aan de in artikel 52 van het Financieel Reglement bedoelde verplichtingen. In de in artikel 254 bedoelde vertegenwoordigingen en plaatselijke entiteiten en de in artikel 160, lid 1, bedoelde delegatieverkrijgende organen die niet over verschillende eenheden beschikken, geldt de verplichting van organisatorische eenheden zonder hiërarchische verhouding niet. De bevoegde ordonnateur kan besluiten dat dit comité door externe deskundigen wordt bijgestaan." Amendement 52 ARTIKEL 1, PUNT 88, LETTER A) Artikel 178, lid 1 bis (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) 1 bis. De bevoegde ordonnateur verdeelt, indien nodig, het evaluatieproces in een aantal procedurele fasen. De regels die van toepassing zijn op het evaluatieproces worden in de oproep tot het indienen van voorstellen bekendgemaakt. 1 bis. De bevoegde ordonnateur verdeelt, indien nodig, het evaluatieproces in een aantal procedurele fasen. De regels die van toepassing zijn op het evaluatieproces worden in de oproep tot het indienen van voorstellen bekendgemaakt. Indien in een oproep tot het indienen van voorstellen een indieningsprocedure in twee fasen wordt gespecificeerd, wordt uitsluitend de aanvragers van voorstellen die aan de evaluatiecriteria voor de eerste fase voldoen, verzocht in de tweede fase een volledig voorstel in te dienen. Indien in een oproep tot het indienen van voorstellen een evaluatieprocedure in twee fasen wordt gespecificeerd, gaan uitsluitend voorstellen die op basis van toetsing aan een beperkt aantal criteria door de eerste fase komen, voor verdere evaluatie door. Indien in een oproep tot het indienen van voorstellen een indieningsprocedure in twee fasen wordt gespecificeerd, kan de bevoegde ordonnateur vóór de afronding van de eerste fase het in lid 1 bedoelde comité instellen. Indien in een oproep tot het indienen van voorstellen een evaluatieprocedure in twee fasen wordt gespecificeerd, gaan uitsluitend voorstellen die op basis van toetsing aan een beperkt aantal criteria door de eerste fase komen, voor verdere evaluatie door. Indien in een oproep tot het indienen van voorstellen een indieningsprocedure in twee fasen wordt gespecificeerd, wordt uitsluitend de aanvragers van voorstellen die aan de evaluatiecriteria voor de eerste fase voldoen, verzocht in de tweede fase een volledig voorstel in te dienen. Aanvragers van wie de voorstellen in een van de fasen worden afgewezen, worden ingelicht overeenkomstig het bepaalde in artikel 116, lid 3, van het Financieel Reglement. Aanvragers van wie de voorstellen in een van de fasen worden afgewezen, worden bij de afronding van die fase ingelicht overeenkomstig het bepaalde in artikel 116, lid 3, van het Financieel Reglement. Iedere opeenvolgende fase van de procedure moet duidelijk onderscheiden zijn van de voorgaande fase. Iedere opeenvolgende fase van de procedure moet duidelijk onderscheiden zijn van de voorgaande fase. Gedurende één en dezelfde procedure mogen dezelfde bewijsstukken en gegevens niet meer dan éénmaal worden gevraagd. Gedurende één en dezelfde procedure mogen dezelfde bewijsstukken en gegevens niet meer dan éénmaal worden gevraagd. Amendement 53 ARTIKEL 1, PUNT 91 BIS (nieuw) Artikel 183, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002) (91 bis) In artikel 183 wordt lid 2 vervangen door: "2. De betalingen kunnen ook worden opgeschort na vermoede overtredingen van andere bepalingen van de overeenkomst. Deze opschorting dient om het bestaan van de vermoede overtredingen te verifiëren en deze eventueel te corrigeren. In dat geval gaat de bevoegde ordonnateur onverwijld na of de beweerde overtredingen zich al dan niet hebben voorgedaan, en neemt hij zo spoedig mogelijk een beslissing omtrent de verdere procedure. Wanneer de opschorting langer duurt dan zes weken, wordt de crediteur schriftelijk van de redenen van de vertraging en van de voorlopige datum voor een besluit in kennis gesteld."