Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 25 april 2007 over het ontwerpbesluit van de Raad tot aanpassing van de bepalingen betreffende het Hof van Justitie op de gebieden van Titel IV van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen (COM(2006)0346 - C6-0304/2006 – 2006/0808(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het aan de mededeling van de Commissie aangehechte ontwerpbesluit van de Raad (COM(2006)0346 - C6-0304/2006 ),
– gelet op artikel 67, lid 2, tweede streepje van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd,
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A6-0082/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het ontwerpbesluit van de Raad;
2. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
3. wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het ontwerpbesluit;
5. dringt bij de Raad aan op inwerkingstelling van de "passerelle"-clausule ten einde de beperkingen van de bevoegdheden van het Hof van Justitie betreffende Titel IV van het Verdrag weg te nemen en wijst erop dat het reeds een beroep op de Raad heeft gedaan een einde te maken aan deze beperkingen;
6. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.