Resolutie van het Europees Parlement van 26 april 2007 over Rusland
Het Europees Parlement,
– gelet op de doelstellingen van consolidering van democratie en politieke vrijheden in de Russische Federatie, die zijn vastgelegd in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Russische Federatie anderzijds(1), die in 1997 in werking is getreden en in 2007 zal verstrijken,
– gelet op de mensenrechtendialoog tussen EU en Rusland,
– gelet op haar vorige resoluties over Rusland, en met name de resolutie van 25 oktober 2006 over de betrekkingen EU-Rusland na de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja(2) en zijn resolutie van 13 december 2006 over de top EU-Rusland in Helsinki van 24 november 2006(3),
– gezien artikel 115 van zijn Reglement,
A. overwegende dat leden van de Russische oppositie op 14 april 2007 een demonstratie hebben gehouden op het Poesjkin-plein te Moskou; overwegende dat de zogenaamde mars van dissidenten georganiseerd werd door de vereniging "Een ander Rusland", een groepering die verschillende bewegingen van uiteenlopende politieke achtergrond omvat,
B. overwegende dat enkele minuten nadat de mars begon de 2 000 demonstranten geconfronteerd werden met een viermaal zo groot aantal leden van de veiligheidsdiensten, die de activisten snel uiteen gejaagd hebben, waarbij personen die door de controlelijnen probeerden door te breken werden afgerammeld en voor korte tijd gearresteerd,
C. overwegende dat onder de arrestanten de leider was van het Verenigde Burgerfront, de voormalige schaakwereldkampioen Gari Kimovič Kasparov, alsook Maria Gajdar, dochter van Ruslands eerste hervormingsgezinde premier na de val van de Sovjetunie; overwegende dat de voormalige premier Michail Mikhailovitch Kasyanov alleen aan arrestatie ontkwam omdat zijn lijfwachten hem hielpen ontsnappen; dat vele journalisten, waaronder Stephan Stuchlik van de ARD, die de gebeurtenissen probeerde op te nemen om de opnamen naar het westen te verzenden , ook werden afgerammeld en gearresteerd,
D. overwegende dat op 15 april 2007 door dezelfde groepering een ander protest, zij het op veel kleinere schaal, werd georganiseerd in Sint-Petersburg, dat op dezelfde manier uiteen werd geslagen, hoewel Gari Kimovič Kasparov reeds in hechtenis was genomen voordat de demonstratie begon en enkele demonstranten reeds "preventief" gearresteerd werden, toen zij naar de demonstratie op weg waren,
E. overwegende dat Vladimir Petrovich Loekin, de Russische mensenrechten-ombudsman, verklaard heeft dat naar zijn mening de politie in beide steden haar bevoegdheden heeft overschreden en overwegende dat Valentina Ivanovna Matvijenko, gouverneur van Sint-Petersburg, opdracht heeft gegeven tot een onderzoek naar de mensenrechtenschendingen bij de demonstratie in Sint-Petersburg,
F. overwegende dat de Russische autoriteiten in de huidige voorbereidingsfase van de parlements- en presidentsverkiezingen, de druk op oppositiegroeperingen en niet-gouvernementele organisaties opvoeren opdat deze zich onthouden van enige activiteit die tegen de president en de regering gericht is en dat zij de media trachten te verhinderen om verslag uit te brengen over dergelijke activiteiten,
G. overwegende dat de democratie in Rusland verzwakt is, vooral doordat alle belangrijke TV-stations en meeste radiostations onder regeringscontrole zijn gebracht, doordat de geschreven pers zich in toenemende mate aan zelfcensuur onderwerpt en er nieuwe beperkingen zijn ingevoerd op het recht tot het organiseren van publieke demonstraties, terwijl er ook sprake is van een verslechtering van het klimaat voor NGO's,
H. overwegende dat het recht op vrije vergadering een fundamenteel onderdeel is van de democratische beginselen en de mensenrechtennormen, die Rusland zelf herhaaldelijk heeft onderschreven; overwegende dat deze beginselen en waarden ook de basis vormen voor het strategisch partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland,
I. overwegende dat de Russische Federatie, als lid van de Verenigde Naties, als lid van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en als lid van de Raad van Europa, de toezegging heeft gedaan dat zij de vrijheid van meningsuiting en vergadering zal respecteren; overwegende dat de naleving van deze beginselen van het grootste belang is in het licht van de komende verkiezingen in Rusland,
1. spreekt zijn krachtige veroordeling uit over de excessieve aanwending van geweld door de Russische oproerpolitie tijdens de vreedzame demonstraties van het afgelopen weekend in Moskou en Sint-Petersburg en doet een beroep op de Russische autoriteiten om zich te houden aan hun internationale verplichtingen tot respect van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering;
2. veroordeelt in het bijzonder het repressieve optreden van de veiligheidsdiensten tegen journalisten die hun professionele taak vervulden; beschouwt dergelijke aanvallen op de media als onaanvaardbaar;
3. doet een beroep op de Russische autoriteiten om opdracht te geven tot een onderzoek naar de mensenrechtenschendingen tijdens beide demonstraties en om de personen die hiervoor verantwoordelijk waren te identificeren en voor de rechter te brengen;
4. dringt bij de Russische Staatsdoema aan op de oprichting van een werkgroep die een onderzoek moet instellen naar de vraag waarom er zoveel geweld werd aangewend tegen vreedzame demonstranten;
5. verzoekt de Commissie en de Raad om duidelijk uitdrukking aan deze bezorgdheid te geven in hun contacten met de Russische regering, en met name tijdens de volgende Top EU-Rusland, die op 18 mei 2007 zal worden gehouden te Samara;
6. doet een beroep op het Russische leiderschap om alles in het werk te stellen om een herhaling van deze betreurenswaardige incidenten te vermijden, vooral ook in de voorbereidingsperiode van de komende presidents- en parlementsverkiezingen, en om alle partijen en bewegingen een kans te geven tot deelname aan het democratische proces; doet een beroep op de centrale kiescommissie en de Russische gerechtelijke macht om waakzaam te zijn en op objectieve en onpartijdige wijze toezicht te houden op de campagne en het verkiezingsproces;
7. is ernstig verontrust over het zich aftekenende patroon van toenemend geweld van de Russische autoriteiten tegenover actieve oppositieleden, dat ernstige verontrusting doet rijzen met betrekking tot de democratie en het respect van de mensenrechten in de Russische Federatie;
8. dringt nogmaals aan op opvoering van de mensenrechtendialoog tussen de EU en Rusland, die effectiever moet worden en meer op resultaten moet worden georiënteerd, terwijl het Europees Parlement op alle niveaus hierbij moet worden betrokken, ten einde dit element een zwaarder gewicht te geven in de nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, waarover spoedig zal worden onderhandeld;
9. benadrukt dat, om zichtbare vooruitgang te bereiken met betrekking tot de democratie in Rusland, het gemeenschappelijk beleid van de EU en de bilaterale betrekkingen van de lidstaten met Rusland gericht moeten zijn op in onderling overleg overeengekomen beginsels en gezamenlijke standpunten;
10. dringt er bij de Russische autoriteiten op aan om in de aanloopfase tot de parlements- en presidentsverkiezingen de democratische normen en beginselen te respecteren, die zijn vastgelegd door de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Raad van Europa; doet een beroep op de Raad van Europa om een onderzoek in te stellen naar de mensenrechtenschendingen bij de demonstraties in Moskou en Sint-Petersburg;
11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen komen aan de Raad, de Commissie, de Raad van Europa en de regering en het parlement van de Russische Federatie.