Besluit van het Europees Parlement van 10 mei 2007 over wijziging van het Reglement van het Europees Parlement tot aanpassing van de interne procedures wegens vereisten in verband met de vereenvoudiging van de communautaire wetgeving (2005/2238(REG))
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel tot wijziging van zijn Reglement (B6-0582/2005),
– gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, getiteld "Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving" (COM(2005)0535),
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 15 en 16 juni 2006, inzonderheid punt 41,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 mei 2006 over een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving(1),
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 mei 2006 over het resultaat van de screening van wetgevingsvoorstellen die bij de wetgever hangende zijn(2),
– gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's, getiteld "Betere regelgeving in de Europese Unie: een strategische evaluatie" (COM(2006)0689),
– gelet op de artikelen 201 en 202 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A6-0143/2007),
A. overwegende dat het Parlement in voornoemde resolutie van 16 mei 2006 over een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving in paragraaf 21 heeft toegezegd "na te denken over verbetering van zijn eigen procedures en interne wetgevende technieken om de vereenvoudigingen te bespoedigen, met inachtneming van de procedures die door het primair recht voorgeschreven zijn, in dit geval het EG-Verdrag",
B. overwegende dat de codificatie- en herschikkingstechnieken tot de belangrijkste instrumenten behoren om de communautaire wetgeving te vereenvoudigen in het kader van de nieuwe Lissabon-strategie ter bevordering van economische groei en werkgelegenheid,
C. overwegende dat het Reglement een bepaling bevat inzake codificatie die moet worden herzien, maar geen enkele bepaling inzake herschikking,
D. overwegende dat het Parlement door een herziening en verduidelijking van zijn procedures ernstig wil bijdragen aan de vereenvoudigingsinspanningen en de Commissie wil aanmoedigen meer voorstellen in die richting te doen,
E. overwegende dat het wenselijk is dat de Raad soortgelijke stappen zet,
1. besluit onderstaande wijziging in zijn Reglement op te nemen;
2. wijst erop dat deze wijzigingen op de eerste dag van de eerstvolgende vergaderperiode in werking treden;
3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Bestaande tekst
Amendementen
Amendement 1 Artikel 80
1. Wanneer een voorstel van de Commissie houdende officiële codificatie van de communautaire wetgeving aan het Parlement wordt voorgelegd, wordt het verwezen naar de voor juridische zaken bevoegde commissie. Wanneer blijkt dat met het voorstel geen inhoudelijke wijziging wordt aangebracht in de bestaande communautaire wetgeving, is de procedure overeenkomstig artikel 43 van toepassing.
1. Wanneer een voorstel van de Commissie houdende codificatie van de communautaire wetgeving aan het Parlement wordt voorgelegd, wordt het verwezen naar de voor juridische zaken bevoegde commissie. Volgens op interinstitutioneel niveau1 overeengekomen modaliteiten gaat deze commissie na of het voorstel zich beperkt tot loutere codificatie zonder inhoudelijke wijziging.
2. De voorzitter van de ten principale bevoegde commissie of de door deze commissie benoemde rapporteur kan deelnemen aan de behandeling en uitwerking van het voorstel inzake codificatie. De terzake bevoegde commissie brengt in voorkomend geval vooraf advies uit.
2. De commissie die ten principale bevoegd was voor de wetteksten die het voorwerp van de codificatie vormen, kan op eigen verzoek of op verzoek van de voor juridische zaken bevoegde commissie advies uitbrengen over de wenselijkheid van de codificatie.
3. In afwijking van het in artikel 43, lid 3 bepaalde mag de vereenvoudigde procedure over een voorstel tot officiële codificatie niet worden gevolgd, indien hiertegen bezwaar wordt gemaakt door de meerderheid van de leden van de voor juridische zaken bevoegde commissie of van de terzake bevoegde commissie.
3. Amendementen op de tekst van het voorstel zijn niet ontvankelijk. Op verzoek van de rapporteur kan de voorzitter van de voor juridische zaken bevoegde commissie evenwel aan deze commissie amendementen ter goedkeuring voorleggen die betrekking hebben op technische aanpassingen, mits die aanpassingen nodig zijn om het voorstel in overeenstemming te brengen met de codificatieregels en geen enkele inhoudelijke wijziging in het voorstel aanbrengen.
4.Wanneer de voor juridische zaken bevoegde commissie van oordeel is dat met het voorstel geen enkele inhoudelijke wijziging wordt aangebracht, legt zij het voorstel ter goedkeuring aan het Parlement voor.
Wanneer deze commissie van oordeel is dat de bestaande communautaire wetgeving door het voorstel inhoudelijk wordt gewijzigd, stelt zij het Parlement voor het voorstel te verwerpen.
In beide gevallen spreekt het Parlement zich uit bij één enkele stemming, zonder amendementen en zonder debat. _____________ 1Punt 4 van het Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten (PB C 102 van 4.4.1996, blz. 2).
Amendement 2 Artikel 80 bis (nieuw)
Artikel 80 bis
Herschikking
1.Wanneer een voorstel van de Commissie tot herschikking van de communautaire wetgeving aan het Parlement wordt voorgelegd, wordt het verwezen naar de voor juridische zaken bevoegde commissie en naar de ten principale bevoegde commissie. 2.Volgens op interinstitutioneel niveau1 overeengekomen modaliteiten gaat de voor juridische zaken bevoegde commissie na of het voorstel geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven. In het kader van dit onderzoek zijn amendementen op de tekst van het voorstel niet ontvankelijk. Artikel 80, lid 3, tweede alinea is evenwel van toepassing op de bepalingen die in het herschikkingsvoorstel ongewijzigd zijn gebleven.
3.Als de voor juridische zaken bevoegde commissie van oordeel is dat het voorstel geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven, stelt zij de ten principale bevoegde commissie hiervan in kennis. In dat geval en onverminderd de in de artikelen 150 en 151 vastgelegde voorwaarden zijn amendementen in de bevoegde commissie alleen ontvankelijk, als zij betrekking hebben op onderdelen van het voorstel die wijzigingen bevatten.
Amendementen op ongewijzigd gebleven onderdelen kunnen evenwel in uitzonderlijke en individuele gevallen door de voorzitter van die commissie worden toegestaan, als deze van oordeel is dat daarvoor dwingende redenen bestaan in verband met de interne coherentie van de tekst of de samenhang met andere ontvankelijke amendementen. Deze redenen dienen in een schriftelijke motivering bij de amendementen te worden vermeld.
4.Als de voor juridische zaken bevoegde commissie van oordeel is dat het voorstel andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig zijn aangegeven, stelt zij het Parlement voor het voorstel te verwerpen en stelt zij de ten principale bevoegde commissie hiervan in kennis. In dat geval verzoekt de Voorzitter de Commissie haar voorstel in te trekken. Als de Commissie haar voorstel intrekt, stelt de Voorzitter vast dat de procedure overbodig is geworden en stelt hij de Raad hiervan in kennis. Indien de Commissie haar voorstel niet intrekt, verwijst het Parlement het naar de ten principale bevoegde commissie, die het volgens de gebruikelijke procedure behandelt. ___________ 1Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten (PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1).