Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 24 mei 2007 over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (COM(2006)0822 – C6-0045/2007 – 2006/0269(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2006)0822)(1),
– gelet op de artikelen 36 en 37van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0045/2007),
– gelet op artikel 51 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A6-0171/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendementen van het Parlement
Amendement 1 Overweging 6
(6) Vereenvoudiging mag niet leiden tot het ter discussie stellen van de beleidsbeslissingen die door de jaren heen in het kader van het GLB zijn genomen. Daarom moet het bij deze verordening vooral om een technische vereenvoudiging gaan. Het is niet de bedoeling dat bestaande instrumenten worden ingetrokken of gewijzigd, tenzij die achterhaald zijn, overbodig geworden zijn of gezien hun aard beter niet op het niveau van de Raad worden behandeld, en evenmin dat nieuwe instrumenten of maatregelen worden ingesteld.
(6) Vereenvoudiging mag niet leiden tot het ter discussie stellen van de beleidsbeslissingen die door de jaren heen in het kader van het GLB zijn genomen. Daarom moet het bij deze verordening uitsluitend om een technische vereenvoudiging gaan. Het is niet de bedoeling dat bestaande instrumenten worden ingetrokken of gewijzigd, tenzij die gezien hun louter technische aard beter niet op het niveau van de Raad worden behandeld, en evenmin dat nieuwe instrumenten of maatregelen worden ingesteld.
Amendement 2 Overweging 7
(7) In het licht hiervan mogen in deze verordening geen delen van GMO's worden opgenomen waarvoor het beleid zal worden herzien. Hierbij gaat het om sommige delen van de GMO's voor de sector groenten en fruit, de sector bananen en de wijnsector. De bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 404/93, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1493/1999 mogen dan ook alleen in deze verordening worden opgenomen voor zover op dat vlak geen beleidsherzieningen worden doorgevoerd.
(7) In het licht hiervan mogen in deze verordening geen GMO's worden opgenomen waarvoor het beleid zal worden herzien en die pas in deze verordening moeten worden opgenomen als de huidige herzieningen zijn afgerond.
Amendement 3 Overweging 9
(9) In de GMO's voor granen, rijst, suiker, gedroogde voedergewassen, zaaizaad, olijven, vlas en hennep, bananen, wijn, melk en zuivelproducten, en zijderupsen zijn verkoopseizoenen vastgesteld die in grote lijnen de biologische productiecyclus van elk van deze producten volgen. In de GMO's voor groenten en fruit en voor verwerkte groenten en fruit is de bevoegdheid om de verkoopseizoenen vast te stellen aan de Commissie verleend omdat de productiecycli van deze producten sterk uiteenlopen en het in sommige gevallen niet nodig is een verkoopseizoen vast te stellen. Bijgevolg moeten de in de genoemde sectoren vastgestelde verkoopseizoenen en de bevoegdheid van de Commissie om de verkoopseizoenen voor groenten en fruit en voor verwerkte groenten en fruit vast te stellen, in deze verordening worden geïntegreerd.
(9) In de GMO's voor granen, rijst, suiker, gedroogde voedergewassen, zaaizaad, olijven, vlas en hennep, bananen, melk en zuivelproducten, en zijderupsen zijn verkoopseizoenen vastgesteld die in grote lijnen de biologische productiecyclus van elk van deze producten volgen.
Amendement 4 Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis)Op initiatief van organisaties van marktdeelnemers opgerichte sectorale organisaties die een aanzienlijk deel van de verschillende beroepsgroepen in de betrokken sector vertegenwoordigen, kunnen ertoe bijdragen dat marktgerichter wordt gehandeld en dat het bedrijfsleven zich gemakkelijker aanpast, zodat verbeteringen tot stand komen wat betreft de informatie over en de organisatie van de productie, alsmede de aanbiedingsvorm en de afzet van de producten. Aangezien het optreden van deze sectorale organisaties over het algemeen kan bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van artikel 33 van het Verdrag, en in het bijzonder van de doelstellingen van de onderhavige verordening, wordt het bestaan en het functioneren van dit soort organisaties in de lidstaten door deze verordening niet in gevaar gebracht.
Amendement 5 Overweging 20
(20) Bij de basisverordeningen voor de sectoren rundvlees, varkensvlees en schapen en geitenvlees zijn communautaire indelingsschema's voor geslachte dieren vastgesteld. Deze schema's zijn essentieel met het oog op de prijsnotering en de toepassing van de interventieregelingen in de sectoren rundvlees en varkensvlees. Voorts wordt met deze schema's een grotere markttransparantie beoogd. Deze indelingsschema's voor geslachte dieren moeten worden gehandhaafd. Aangezien zij vooral van technische aard zijn, is het evenwel dienstig de Commissie de nodige bevoegdheden te verlenen om de betrokken voorschriften vast te stellen volgens dezelfde criteria als die waarop de bestaande schema's zijn gebaseerd.
(20) Bij de basisverordeningen voor de sectoren rundvlees, varkensvlees en schapen- en geitenvlees zijn communautaire indelingsschema's voor geslachte dieren vastgesteld. Deze schema's zijn essentieel met het oog op de prijsnotering in de sectoren rundvlees, schapenvlees en varkensvlees en de toepassing van de interventieregelingen in de sectoren rundvlees en varkensvlees. Voorts wordt met deze schema's een grotere markttransparantie beoogd. Deze indelingsschema's voor geslachte dieren moeten worden gehandhaafd. De indeling van geslachte volwassen runderen en schapen dient te geschieden op de grondslag van de bevleesdheid en de vetheid. Een combinatie van deze twee criteria maakt het mogelijk geslachte volwassen runderen in klassen in te delen. De aldus ingedeelde geslachte dieren dienen te worden geïdentificeerd. Ten einde de homogene toepassing van deze verordening in de Gemeenschap te waarborgen, dient te worden voorzien in controles ter plaatse door een comité voor communautaire controle.
Amendement 6 Overweging 25
(25) Er zijn specifieke instrumenten nodig om op het gebied van rechten en plichten voor een redelijk evenwicht tussen de suikerproducerende ondernemingen en de suikerbietentelers te zorgen. Daarom moeten de standaardbepalingen die tot dusver in de GMO voor suiker zijn opgenomen, naar deze verordening worden overgeheveld om de contractuele betrekkingen tussen de kopers en de verkopers van suikerbieten vast te stellen. De meer specifieke bepalingen waren tot dusver ook in de GMO voor suiker opgenomen, en wel in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 318/2006. Aangezien deze bepalingen van hoogtechnische aard zijn, wordt aangenomen dat ze beter op het niveau van de Commissie worden behandeld.
(25) Er zijn specifieke instrumenten nodig om op het gebied van rechten en plichten voor een redelijk evenwicht tussen de suikerproducerende ondernemingen en de suikerbietentelers te zorgen. Daarom moeten er kaderbepalingen worden vastgesteld ter regeling van de contractuele betrekkingen tussen kopers en verkopers van suikerbieten. Door de verscheidenheid van de natuurlijke, economische en technische omstandigheden is het moeilijk uniforme voorwaarden voor de aankoop van suikerbieten vast te stellen die in de hele Gemeenschap van toepassing moeten zijn. Ook bestaan er reeds sectorale overeenkomsten tussen verenigingen van suikerbietentelers en suikerproducerende ondernemingen. Daarom dienen in kaderbepalingen alleen de minimumgaranties te worden vastgesteld die voor een soepel functioneren van de suikermarkt niet alleen aan de suikerbietentelers moeten worden geboden, maar ook aan de suikerindustrie, met de mogelijkheid om door middel van sectorale overeenkomsten van sommige regels af te wijken.
Amendement 7 Overweging 26
(26)Door de verscheidenheid van de natuurlijke, economische en technische omstandigheden is het moeilijk uniforme voorwaarden voor de aankoop van suikerbieten vast te stellen die in de hele Gemeenschap van toepassing moeten zijn. Ook bestaan reeds sectorale overeenkomsten tussen verenigingen van suikerbietentelers en suikerproducerende ondernemingen. Daarom dienen in kaderbepalingen alleen de minimumgaranties te worden vastgesteld die voor een soepel functioneren van de suikermarkt niet alleen aan de suikerbietentelers moeten worden geboden, maar ook aan de suikerindustrie, met de mogelijkheid om door middel van een sectorale overeenkomst van sommige regels af te wijken.
Schrappen
Amendement 8 Overweging 35
(35) Overeenkomstig het doel van deze verordening moeten de bepalingen voor melkquota dezelfde structuur krijgen als die voor suikerquota. Zo mag bij de voorschriften voor de zuivelsector niet langer worden uitgegaan van de verplichting om een extra heffing te betalen als de nationale referentiehoeveelheid wordt overschreden, maar moeten nationale quota worden vastgesteld die, als zij worden overschreden, aanleiding geven tot het opleggen van een overschotheffing.
(35) Overeenkomstig het doel van deze verordening moet de regeling ter beperking van de melkproductie in dezelfde sectie worden ondergebracht als die welke van toepassing is op de suikersector. Derhalve moet de term "nationale referentiehoeveelheden" worden vervangen door de term "nationale quota" die, als zij worden overschreden, aanleiding geven tot het opleggen van een heffing.
Amendement 9 Overweging 35 bis (nieuw)
(35 bis)Het hoofddoel van de melkquotaregeling bestaat erin het gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod op de markt voor melk en zuivelproducten en de daaruit voortvloeiende structurele overschotten te verminderen, zodat een beter marktevenwicht tot stand komt. De regeling moet derhalve per 1 april 2008 met zeven nieuwe opeenvolgende tijdvakken van twaalf maanden worden verlengd. Tevens dient de in 1984 vastgestelde methode, waarbij een heffing wordt toegepast op de boven het quotum geleverde of rechtstreeks verkochte hoeveelheden melk, te worden gehandhaafd.
Amendement 10 Overweging 95
(95) Op grond van deze verordening krijgt de Commissie bevoegdheden die in het verleden aan de Raad waren verleend en in het kader waarvan hij besluiten kon vaststellen volgens de stemprocedure van artikel 37 van het Verdrag. Die besluiten van de Raad moeten van kracht blijven totdat de Commissie de desbetreffende bepalingen vaststelt op basis van de bevoegdheden die haar krachtens deze verordening worden verleend. Om te voorkomen dat in dergelijke gevallen parallelle bepalingen zouden bestaan, die enerzijds door de Raad en anderzijds door de Commissie zouden zijn vastgesteld, moet de Commissie worden gemachtigd dergelijke besluiten van de Raad in te trekken.
(95) Op grond van deze verordening krijgt de Commissie bevoegdheden die in het verleden aan de Raad waren verleend en in het kader waarvan hij technische besluiten kon vaststellen volgens de stemprocedure van artikel 37 van het Verdrag. Die besluiten van de Raad moeten van kracht blijven totdat de Commissie de desbetreffende technische bepalingen vaststelt op basis van de bevoegdheden die haar krachtens deze verordening worden verleend. Om te voorkomen dat in dergelijke gevallen parallelle bepalingen zouden bestaan, die enerzijds door de Raad en anderzijds door de Commissie zouden zijn vastgesteld, moet de Commissie worden gemachtigd dergelijke besluiten van de Raad in te trekken. Alle politieke besluiten moeten in beginsel door de Raad na raadpleging van het Europees Parlement worden genomen overeenkomstig artikel 37 van het Verdrag.
Amendement 11 Artikel 1, lid 1, letter i)
i) groenten en fruit, deel IX van bijlage I (hierna "de sector groenten en fruit" genoemd);
Schrappen
Amendement 12 Artikel 1, lid 1, letter j)
j) verwerkte groenten en fruit, deel X van bijlage I (hierna "de sector verwerkte groenten en fruit" genoemd);
Schrappen
Amendement 13 Artikel 1, lid 1, letter l)
l) wijn, deel XII van bijlage I (hierna "de wijnsector" genoemd);
Schrappen
Amendement 14 Artikel 1, lid 2
2.Met betrekking tot de sectoren groenten en fruit, verwerkte groenten en fruit en wijn zijn alleen de volgende bepalingen van deze verordening van toepassing: a) de artikelen 3 en 4; b) deel IV; c) artikel 183; d) artikel 184; e) artikel 185; f) artikel 188 en de eerste alinea van artikel 189; g) punt a) van artikel 195.
Schrappen
Amendement 15 Artikel 2, lid 2, letters b bis) en b ter) (nieuw)
b bis) "referentieprijs" betekent de basisprijs;
b ter) "interventieprijs" is de prijs waaraan interventie plaatsvindt.
Amendement 16 Artikel 3, lid 1, letter d)
d) 1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar voor de wijnsector;
Schrappen
Amendement 17 Artikel 3, lid 2
2.Voor de producten van de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit worden de verkoopseizoenen indien nodig door de Commissie vastgesteld.
Schrappen
Amendement 18 Artikel 9, letter f bis) (nieuw)
f bis) varkensvlees.
Amendement 19 Artikel 39
1. De Commissie stelt voor de onderstaande sectoren indelingsschema's voor geslachte dieren vast, met inbegrip van de voorschriften voor het meedelen door de lidstaten van de prijzen van bepaalde producten:
1. Voor de onderstaande sectoren worden indelingsschema's voor geslachte dieren vastgesteld, met inbegrip van de voorschriften voor het meedelen door de lidstaten van de prijzen van bepaalde producten:
a) rundvlees van volwassen dieren;
a) rundvlees van volwassen dieren;
b) varkensvlees;
b) varkensvlees;
c) schapen- en geitenvlees.
c) schapen- en geitenvlees.
2. Bij de vaststelling van de in lid 1 bedoelde communautaire indelingsschema's laat de Commissie zich met name door de volgende criteria leiden:
2. Bij de vaststelling van de in lid 1 bedoelde communautaire indelingsschema's wordt met name rekening gehouden met de volgende criteria:
a) het indelingsschema voor geslachte volwassen runderen gaat uit van de bevleesdheid en de vetheid van de geslachte dieren, deelt ze op basis hiervan in klassen in en voorziet in de identificatie van de aldus ingedeelde geslachte dieren;
a) het indelingsschema voor geslachte volwassen runderen gaat uit van de bevleesdheid en de vetheid van de geslachte dieren, deelt ze op basis hiervan in klassen in en voorziet in de identificatie van de aldus ingedeelde geslachte dieren;
b) het indelingsschema voor geslachte varkens gaat uit van het aandeel mager vlees in verhouding tot het gewicht, past het beginsel van de directe constatering van het aandeel mager vlees op basis van objectieve metingen toe, deelt de geslachte dieren op basis hiervan in klassen in en voorziet in de identificatie ervan;
b) het indelingsschema voor geslachte varkens gaat uit van het aandeel mager vlees in verhouding tot het gewicht, past het beginsel van de directe constatering van het aandeel mager vlees op basis van objectieve metingen toe, deelt de geslachte dieren op basis hiervan in klassen in en voorziet in de identificatie ervan;
c) het indelingsschema voor geslachte schapen en geiten gaat uit van de bevleesdheid en de vetheid van de geslachte dieren, deelt ze op basis hiervan in klassen in en voorziet in de identificatie van de aldus ingedeelde geslachte dieren.
c) het indelingsschema voor geslachte schapen en geiten gaat uit van de bevleesdheid en de vetheid van de geslachte dieren, deelt ze op basis hiervan in klassen in en voorziet in de identificatie van de aldus ingedeelde geslachte dieren.
Voor geslachte lichte lammeren kunnen andere criteria worden toegepast, met name gewicht, vleeskleur en vetkleur.
Voor geslachte lichte lammeren kunnen andere criteria worden toegepast, met name gewicht, vleeskleur en vetkleur.
2 bis.Ten einde de homogene toepassing van deze verordening in de Gemeenschap te waarborgen, worden ter plaatse controles door een comité voor communautaire controle verricht.
Amendement 20 Artikel 41, lid 1, alinea 2, letter f bis) (nieuw)
f bis) bijenteelt.
Amendement 21 Artikel 47, lid 1
1. Sectorale overeenkomsten en leveringscontracten voldoen aan lid 3 en aan de door de Commissie vast te stellen aankoopvoorwaarden, met name wat de voorwaarden voor de aankoop, de levering, de overname en de betaling van de bieten betreft.
1. Sectorale overeenkomsten en leveringscontracten voldoen aan lid 3 en aan de in bijlage III bis vermelde aankoopvoorwaarden, met name wat de voorwaarden voor aankoop, levering, overname en betaling van de bieten betreft.
Amendement 22 Artikel 50, inleidende formule
De Commissie kan de uitvoeringsbepalingen voor deze sectie vaststellen, en met name:
De Commissie kan de uitvoeringsbepalingen voor deze sectie vaststellen, en met name de volgende elementen daarvan: -a) de wijzigingen in bijlage III bis;
Amendement 23 Artikel 51, inleidende formule
Ter aanmoediging van de initiatieven van het bedrijfsleven om de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt te vergemakkelijken, uitgezonderd de initiatieven tot het uit de markt nemen van producten, kan de Commissie de volgende maatregelen nemen voor de sectoren levende planten, rundvlees, varkensvlees, schapen en geitenvlees, eieren en pluimvee:
Ter aanmoediging van de initiatieven van het bedrijfsleven om de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt te vergemakkelijken, uitgezonderd de initiatieven tot het uit de markt nemen van producten, kan de Commissie de volgende maatregelen nemen voor de sectoren levende planten, melk en zuivelproducten, rundvlees, varkensvlees, schapen en geitenvlees, eieren en pluimvee:
Amendement 24 Artikel 51, letter d bis) (nieuw)
d bis) maatregelen waardoor een betere oriëntatie van de veehouderij mogelijk wordt gemaakt.
Amendement 25 Artikel 52, lid 2 bis (nieuw)
2 bis.Deze verordening geldt onverminderd de toepassing van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel1.
__________ 1PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 941/2005 (PB L 159 van 22.6.2005, blz. 1).
Amendement 27 Artikel 118, alinea 1, inleidende formule
De lidstaten erkennen brancheorganisaties die:
Behoudens de voor bepaalde productiesectoren geldende specifieke bepalingen en onverminderd de erkenning van soortgelijke organisaties voor niet in dit artikel bedoelde producten erkennen de lidstaten conform hun eigen criteria brancheorganisaties die:
Amendement 28 Artikel 118, alinea 1, letter a)
a) bestaan uit vertegenwoordigers van een aantal van de verschillende beroepsgroepen die betrokken zijn bij de productie, verwerking of afzet van producten van de volgende sectoren: i) de sector olijven, ii) de tabakssector;
a) bestaan uit organisaties welke een aantal van de verschillende beroepsgroepen die betrokken zijn bij de productie, de afzet en/of verwerking van producten in een bepaalde sector vertegenwoordigen.
Amendement 29 Artikel 118, alinea 1, letter c), inleidende formule
c) een specifiek doel nastreven, met name:
c) een specifiek doel nastreven, dat er met name in kan bestaan:
Amendement 30 Artikel 118, alinea 1, letter c), punt i)
i) het aanbod te concentreren en te coördineren en de producten van de leden in de handel te brengen,
i) het aanbod en het in de handel brengen van de bewuste producten te concentreren en te coördineren,
Amendement 31 Artikel 118, alinea 1, letter c), punt ii)
ii) de productie en verwerking gezamenlijk aan de eisen van de markt aan te passen en het product te verbeteren,
ii) de productie en/of verwerking gezamenlijk aan de eisen van de markt aan te passen en het product te verbeteren,
Amendement 32 Artikel 118, alinea 1, letter c), punt iv)
iv) onderzoek te verrichten op het gebied van duurzame productiemethoden en marktontwikkelingen.
iv) onderzoek en experimenten te verrichten op het gebied van nieuwe duurzame productiemethoden en studies naar marktontwikkelingen.
Amendement 33 Artikel 118, alinea 1, letter c), punt iv bis) (nieuw)
iv bis) innovatie, kwaliteitsverbetering, diversiteit, productveiligheid, milieubehoud en biodiversiteit te bevorderen;
Amendement 34 Artikel 118, alinea 1, letter c), punt iv ter) (nieuw)
iv ter) tijdens het gehele proces van productie, afzet en promotie van het product informatie over het product te verschaffen.
Amendement 35 Artikel 118, alinea 2 bis (nieuw)
De brancheorganisaties kunnen de overheden waardoor zij zijn erkend verzoeken de binnen hun sector overeengekomen regels, akkoorden en praktijken verplicht te stellen voor alle marktdeelnemers die bedrijfsmatig bij het bewuste product of de bewuste producten betrokken zijn.
Amendement 36 Artikel 124
1. Onverminderd de gevallen waarin op grond van deze verordening invoercertificaten moeten worden overgelegd, kan de Commissie invoercertificaten verplicht stellen voor invoer van een of meer producten van de volgende sectoren in de Gemeenschap:
1. In de sectoren granen, suiker, rijst, vlas en hennep, melk, rundvlees (voor de in bijlage I, deel XV, punt a) vermelde producten), en olijven (voor de producten die onder de GN-codes 1509, 1510 00, 0709 90 39, 0711 20 90, 2306 90 19, 1522 00 31 en 1522 00 39 vallen), wordt bij invoer in de Gemeenschap een invoercertificaat overgelegd.
a) granen,
Er kan evenwel een uitzondering worden toegestaan:
b) rijst,
a) voor graanproducten die niet wezenlijk van invloed zijn op de marktvoorzieningssituatie,
c) suiker,
b) wanneer met het oog op het beheer van invoer van suiker of rijst geen invoercertificaat nodig is.
d) zaaizaad,
e) olijven, voor wat betreft de producten van de GN-codes 1509, 1510 00, 0709 90 39, 0711 20 90, 2306 90 19, 1522 00 31 en 1522 00 39,
f) vlas en hennep, voor wat hennep betreft,
g) bananen,
h) levende planten,
i) rundvlees,
j) melk en zuivelproducten,
k) varkensvlees,
l) schapen- en geitenvlees,
m) eieren,
n) pluimvee,
o) ethylalcohol.
1 bis.Voor de andere sectoren en producten heeft de Commissie, onverminderd de gevallen waarin de onderhavige verordening een invoercertificaat voorschrijft, de bevoegdheid om overlegging van een importcertificaat bij invoer in de Gemeenschap verplicht te stellen.
Amendement 37 Artikel 135, lid 2
2. Er worden geen aanvullende invoerrechten geheven als de invoer de communautaire markt niet dreigt te verstoren of de gevolgen niet in verhouding zouden staan tot het beoogde doel.
2. De Raad gaat na of de communautaire markt door de aanvullende invoerrechten niet dreigt te worden verstoord en of de gevolgen ervan het beoogde doel niet voorbijschieten.
Amendement 38 Artikel 187, alinea 1 bis (nieuw)
De Commissie tracht zich bij de vaststelling van deze regels door het kostenefficiëntiebeginsel te laten leiden en biedt de lidstaten de garantie dat een en ander niet zal resulteren in een abnormale verzwaring van hun budgettaire lasten.
Amendement 39 Artikel 187, alinea 2 bis (nieuw)
De aan deze sancties voorafgaande procedures voorzien in de mogelijkheid van een doeltreffend recht van beroep en in het recht op een eerlijk proces in de zin van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950.
Amendement 40 Artikel 188, lid 1
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten (hierna "het comité" genoemd).
1. De Commissie wordt, afhankelijk van de betrokken markten, bijgestaan door het beheerscomité voor vlees, dat voor zuivelproducten, voor groenten of voor blijvende teelten.
1 bis.De Commissie garandeert, door middel van adequate procedures en een toereikende financiering, dat de door de lidstaten aangewezen deskundigen een hoge mate van bekwaamheid bezitten.
Amendement 41 Artikel 188, lid 1 ter (nieuw)
1 ter.Uiterlijk twee jaar na aanneming van deze verordening evalueert de Commissie de ervaringen met de beheerscomités en de groepen deskundigen uit de sector, en zij legt aan het Europees Parlement en de Raad ter zake een verslag voor, met opmerkingen van de lidstaten.
Amendement 42 Artikel 188, lid 1 quater (nieuw)
1 quater. Artikel 7, lid 3 van Besluit 1999/468/EG is van toepassing op de vergaderingen van het beheerscomité's.
Amendement 43 Artikel 188, lid 3
3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
3. De comités stellen hun reglement van orde vast.
Amendement 44 Artikel 195, lid 1, letter a)
a) de Verordeningen (EEG) nr. 234/68, (EEG) nr. 827/68, (EEG) nr. 2517/69, (EEG) nr. 2728/75, (EEG) nr. 2729/75, (EEG) nr. 2759/75, (EEG) nr. 2771/75, (EEG) nr. 2777/75, (EEG) nr. 1055/77, (EEG) nr. 2931/79, (EEG) nr. 1358/80, (EEG) nr. 3730/87, (EEG) nr. 4088/87, (EEG) nr. 2075/92, (EEG) nr. 2077/92, (EEG) nr. 404/93, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 2529/2001, (EG) nr. 670/2003, (EG) nr. 797/2004 en (EG) nr. 1952/2005 met ingang van 1 januari 2008;
a) de Verordeningen (EEG) nr. 234/68, (EEG) nr. 827/68, (EEG) nr. 2728/75, (EEG) nr. 2729/75, (EEG) nr. 2759/75, (EEG) nr. 2771/75, (EEG) nr. 2777/75, (EEG) nr. 1055/77, (EEG) nr. 2931/79, (EEG) nr. 1358/80, (EEG) nr. 3730/87, (EEG) nr. 4088/87, (EEG) nr. 2075/92, (EEG) nr. 2077/92, (EEG) nr. 404/93, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 2529/2001, (EG) nr. 670/2003, (EG) nr. 797/2004 en (EG) nr. 1952/2005 met ingang van 1 januari 2008;
Amendement 45 Artikel 198, lid 2, letter e)
e) wat de wijnsector betreft, alsmede artikel 191, met ingang van 1 augustus 2008;
Schrappen
Amendement 46 Bijlage I, deel IX
Door de Commissie voorgestelde tekst
Deel IX: Groenten en fruit
Wat groenten en fruit betreft, is de onderhavige verordening van toepassing op de in de onderstaande tabel opgenomen producten:
GN-code
Omschrijving
0702 00 00
Tomaten, vers of gekoeld
0703
Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld
0704
Rode kool, witte kool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht "Brassica", vers of gekoeld
0705
Sla (Lactuca sativa), andijvie, witloof en andere cichoreigroenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld
0706
Wortelen, rapen, kroten, schorseneren, knolselderij, radijs en dergelijke eetbare wortelen en knollen, vers of gekoeld
0707 00
Komkommers en augurken, vers of gekoeld
0708
Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld
ex 0709
Andere groenten, vers of gekoeld, met uitzondering van groenten van de onderverdelingen 0709 6091, 0709 6095, 0709 6099, 0709 9031, 0709 90 39 en 0709 90 60
ex 0802
Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld, met uitzondering van arecanoten (of betelnoten) en colanoten van onderverdeling 0802 90 20
0803 00 11
Plantains, vers
ex 0803 00 90
Plantains, gedroogd
0804 20 10
Verse vijgen
0804 30 00
Ananassen
0804 40 00
Avocado's
0804 50 00
Guaves, manga's en manggistans,
0805
Citrusvruchten, vers of gedroogd
0806 10 10
Druiven, vers, voor tafelgebruik
0807
Meloenen (watermeloenen daaronder begrepen) en papaja's, vers
0808
Appelen, peren, kweeperen, vers
0809
Abrikozen, kersen, perziken (bloedperziken en nectarines daaronder begrepen), pruimen en sleepruimen, vers
0810
Ander fruit, vers
0813 50 31
0813 50 39
Mengsels uitsluitend bestaande uit noten bedoeld bij de posten 0801 en 0802
1212 99 30
Sint-jansbrood
Amendement van het Parlement
Schrappen
Amendement 47 Bijlage I, deel X
Door de Commissie voorgestelde tekst
Deel X: Verwerkte groenten en fruit
Wat verwerkte groenten en fruit betreft, is de onderhavige verordening van toepassing op de in de onderstaande tabel opgenomen producten:
GN-code
Omschrijving
a)
ex 0710
Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met uitzondering van suikermaïs van onderverdeling 0710 40 00, olijven van onderverdeling 0710 80 10 en vruchten van de geslachten Capsicum of Pimenta van onderverdeling 0710 80 59
ex 0711
Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van olijven van onderverdeling 0711 20, vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta van onderverdeling 0710 80 59 en suikermaïs van onderverdeling 0711 90 30
ex 0712
Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid, met uitzondering van kunstmatig door middel van een warmtebehandeling gedroogde aardappelen, niet geschikt voor menselijke consumptie, van onderverdeling ex 0712 90 05, suikermaïs van de onderverdelingen 0712 90 11 en 0712 90 19 en olijven van onderverdeling ex 0712 90 90
0804 20 90
Gedroogde vijgen
0806 20
Krenten en rozijnen
ex 0811
Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met uitzondering van bevroren bananen van onderverdeling ex 0811 90 95
ex 0812
Vruchten, voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxyde of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van bananen van onderverdeling ex 0812 90 98
ex 0813
Vruchten, andere dan bedoeld bij de posten 0801 tot en met 0806, gedroogd; mengsels van noten en gedroogde vruchten, bedoeld bij dit hoofdstuk, met uitzondering van mengsels uitsluitend bestaande uit noten bedoeld bij de posten 0801 en 0802 van de onderverdelingen 0813 50 31 en 0813 50 39
0814 00 00
Schillen van citrusvruchten en van meloenen (watermeloenen daaronder begrepen), vers, bevroren, gedroogd, dan wel in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd
0904 20 10
Niet-scherpsmakende pepers, gedroogd, niet fijngemaakt en niet gemalen
b)
ex 0811
Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
ex 1302 20
Pectinestoffen en pectinaten
ex 2001
Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur, met uitzondering van:
– scherpsmakende vruchten van het geslacht Capsicum van onderverdeling 2001 90 20
– suikermaïs (Zea mays var. saccharata) van onderverdeling 2001 90 30
– broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten van onderverdeling 2001 90 40
– palmharten van onderverdeling 2001 90 60
– olijven van onderverdeling 2001 90 65
– wijnstokbladeren, hopscheuten en dergelijke eetbare plantendelen van onderverderling ex 2001 90 99
2002
Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur
2003
Paddenstoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur
ex 2004
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van suikermaïs (Zea mays var. saccharata) van onderverdeling ex 2004 90 10, olijven van onderverdeling ex 2004 90 30 en aardappelen, bereid of verduurzaamd in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken van onderverdeling 2004 10 91
ex 2005
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van olijven van onderverdeling 2005 70, suikermaïs (Zea mays var. saccharata) van onderverdeling 2005 80 00, scherpsmakende vruchten van het geslacht Capsicum van onderverdeling 2005 99 10 en aardappelen, bereid of verduurzaamd in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken van onderverdeling 2005 20 10
ex 2006 00
Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd), met uitzondering van met suiker gekonfijte bananen van de onderverdelingen ex 2006 00 38 en ex 2006 00 99
ex 2007
Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met uitzondering van:
– gehomogeniseerde bereidingen van bananen van onderverdeling ex 2007 10
– jam, gelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta van bananen van de onderverdelingen ex 2007 99 39, ex 2007 99 57 en ex 2007 99 98
ex 2008
Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van:
– pindakaas van onderverdeling 2008 11 10
– palmharten van onderverdeling 2008 91 00
– maïs van onderverdeling 2008 99 85
– broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten van onderverdeling 2008 99 91
– wijnstokbladeren, hopscheuten en dergelijke eetbare plantendelen van onderverdeling ex 2008 99 99
– op andere wijze bereide of verduurzaamde mengsels van bananen van de onderverdelingen ex 2008 92 59, ex 2008 92 78, ex 2008 92 93 en ex 2008 92 98
– op andere wijze bereide of verduurzaamde bananen van de onderverdelingen ex 2008 99 49, ex 2008 99 67 en ex 2008 99 99
ex 2009
Ongegiste vruchtensappen (uitgezonderd druivensap en druivenmost van de onderverdelingen 2009 61 en 2009 69 en bananensap van onderverdeling 2009 80) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
Amendement van het Parlement
Schrappen
Amendement 48 Bijlage I, deel XII
Door de Commissie voorgestelde tekst
Deel XII: Wijn
Wat wijn betreft, is de onderhavige verordening van toepassing op de in de onderstaande tabel opgenomen producten:
GN-code
Omschrijving
a)
2009 61
2009 69
Druivensap (druivenmost daaronder begrepen)
2204 30 92
2204 30 94
2204 30 96
2204 30 98
Andere druivenmost, andere dan gedeeltelijk gegiste druivenmost, ook indien de gisting op andere wijze dan door toevoegen van alcohol is gestuit
b)
ex 2204
Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen; druivenmost, andere dan bedoeld bij post 2009, met uitzondering van andere druivenmost van de onderverdelingen 2204 30 92, 2204 30 94, 2204 30 96 en 2204 30 98
c)
0806 10 90
Druiven, andere dan voor tafelgebruik
2209 00 11
2209 00 19
Wijnazijn
d)
2206 00 10
Piquette
2307 00 11
2307 00 19
Wijndroesem
2308 00 11
2308 00 19
Draf (droesem) van druiven
Amendement van het Parlement
Schrappen
Amendement 49 Bijlage II bis (nieuw)
Amendement van het Parlement
BIJLAGE II bis
AANKOOPVOORWAARDEN VOOR SUIKERBIETEN
PUNT I
In deze bijlage wordt onder "contractsluitende partijen" verstaan:
a) de suikerproducerende onderneming, hierna "fabrikant" genoemd,
b) de verkoper van suikerbieten, hierna "verkoper" genoemd.
PUNT II
1. Het leveringscontract wordt schriftelijk en voor een bepaalde hoeveelheid quotumbieten gesloten.
2. In het leveringscontract wordt bepaald of en onder welke voorwaarden een extra hoeveelheid suikerbieten kan worden geleverd.
PUNT III
1. In het leveringscontract worden de aankoopprijzen voor de hoeveelheden suikerbieten vermeld waarbij onderscheid wordt gemaakt al naar gelang of de hoeveelheden bietsuiker zijn geproduceerd:
a) binnen het quota, of
b) buiten het quota.
Voor de onder a) vallende hoeveelheden mogen die prijzen niet lager zijn dan de in artikel 5, lid 1 van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde minimumprijs voor bieten.
2. In het leveringscontract wordt voor de suikerbieten een bepaald suikergehalte vermeld. Het leveringscontract bevat een omrekeningstabel met de verschillende suikergehalten en de coëfficiënten waarmee de geleverde hoeveelheden suikerbieten worden omgerekend in hoeveelheden die met het in het leveringscontract vermelde suikergehalte overeenkomen.
De tabel wordt vastgesteld op basis van het met de verschillende suikergehalten overeenkomende rendement.
3. Wanneer een verkoper een leveringscontract met een fabrikant heeft gesloten voor de levering van suikerbieten bestemd voor verwerking tot quotumsuiker, worden alle leveringen van deze verkoper, omgerekend overeenkomstig lid 2 van dit punt, tot de in het leveringscontract voor deze suikerbieten vermelde hoeveelheid beschouwd als leveringen van bieten bestemd voor verwerking tot quotumsuiker.
4. Wanneer een fabrikant uit de suikerbieten waarvoor hij vóór de inzaai leveringscontracten heeft gesloten, een hoeveelheid suiker produceert die minder bedraagt dan zijn quotum, is hij verplicht de hoeveelheid suikerbieten die met zijn eventuele extra productie tot de hoeveelheid van zijn quotum overeenkomt, te verdelen over de verkopers met wie hij vóór de inzaai een leveringscontract voor bieten bestemd voor verwerking tot quotumsuiker heeft gesloten.
In een sectorale overeenkomst kan van deze bepaling worden afgeweken.
PUNT IV
1. Het leveringscontract bevat bepalingen betreffende de normale duur van de leveringen van suikerbieten en de spreiding van deze leveringen in de tijd.
2. De in lid 1 bedoelde bepalingen zijn gelijk aan die welke golden voor het voorgaande verkoopseizoen, rekening houdend met de omvang van de werkelijke productie; in een sectorale overeenkomst kan hiervan worden afgeweken.
PUNT V
1. Het leveringscontract stelt verzamelplaatsen voor suikerbieten vast.
2. Voor een verkoper met wie de fabrikant reeds een leveringscontract voor het voorgaande verkoopseizoen had gesloten, gelden de verzamelplaatsen die tussen hem en de fabrikant voor levering in dat verkoopseizoen waren overeengekomen. In een sectorale overeenkomst kan van deze bepaling worden afgeweken.
3. In het leveringscontract wordt bepaald dat de kosten van het laden op de verzamelplaatsen en van het vervoer vanaf die plaatsen voor rekening van de fabrikant komen, behoudens specifieke gewoonten waarbij het gaat om plaatselijke regels of gebruiken die dateren van vóór het voorgaande verkoopseizoen.
4. Wanneer echter in Denemarken, Griekenland, Spanje, Ierland, Portugal, Finland of het Verenigd Koninkrijk de suikerbieten franco suikerfabriek worden geleverd, wordt in het leveringscontract bepaald dat de fabrikant bijdraagt in de kosten van laden en vervoer en wordt het betrokken percentage of bedrag vastgesteld.
PUNT VI
1. Het leveringscontract stelt de plaatsen van ontvangst van de suikerbieten vast.
2. Voor een verkoper met wie de fabrikant reeds een leveringscontract voor het voorgaande verkoopseizoen had gesloten, gelden de plaatsen van ontvangst die tussen hem en de fabrikant voor levering in dat verkoopseizoen waren overeengekomen. In een sectorale overeenkomst kan van deze bepaling worden afgeweken.
PUNT VII
1. In het leveringscontract wordt geregeld dat het suikergehalte wordt bepaald volgens de polarimetrische methode. De monsterneming vindt plaats bij de ontvangst.
2. In een sectorale overeenkomst kan een ander stadium voor de monsterneming worden vastgesteld. In dit geval wordt in het leveringscontract een correctiefactor vastgesteld ter compensatie van een eventuele vermindering van het suikergehalte tussen de ontvangst en de monsterneming.
PUNT VIII
In het leveringscontract wordt geregeld dat brutogewicht, tarra en suikergehalte op een van de volgende wijzen worden bepaald:
a) door de fabrikant en de beroepsorganisatie van de suikerbietentelers gezamenlijk, wanneer zulks in een sectorale overeenkomst is bepaald;
b) door de fabrikant onder toezicht van de beroepsorganisatie van de suikerbietentelers;
c) door de fabrikant onder toezicht van een door de betrokken lidstaat erkende deskundige, wanneer de verkoper de kosten van dat toezicht voor zijn rekening neemt.
PUNT IX
1. Het leveringscontract voorziet voor de fabrikant in een of meer van de onderstaande verplichtingen voor de totale geleverde hoeveelheid suikerbieten:
a) teruggave aan de verkoper, zonder kosten en af fabriek, van de van de geleverde hoeveelheid suikerbieten afkomstige verse pulp;
b) teruggave aan de verkoper, zonder kosten en af fabriek, van een gedeelte van deze pulp, geperst dan wel gedroogd of gedroogd en met melasse vermengd;
c) teruggave aan de verkoper, af fabriek, van de pulp, geperst of gedroogd; in dit geval kan de fabrikant van de verkoper verlangen dat hij de kosten van het persen of drogen vergoedt;
d) betaling aan de verkoper van een vergoeding bij de vaststelling waarvan rekening wordt gehouden met de mogelijkheden om de betrokken pulp tot waarde te brengen.
Wanneer gedeelten van de totale geleverde hoeveelheid suikerbieten verschillend moeten worden behandeld, voorziet het leveringscontract in meer dan een van de in de eerste alinea genoemde verplichtingen.
2. In een sectorale overeenkomst kan een ander leveringsstadium voor de pulp worden vastgesteld dan het in lid 1, onder a), b) en c) genoemde stadium.
PUNT X
1. In het leveringscontract worden de termijnen vastgesteld voor het voldoen van de eventuele aanbetalingen en voor de betaling van de aankoopprijs van de suikerbieten of het saldo daarvan.
2. De in lid 1 bedoelde termijnen zijn die welke in het voorgaande verkoopseizoen golden. In een sectorale overeenkomst kan van deze bepaling worden afgeweken.
PUNT XI
Wanneer het leveringscontract in deze bijlage behandelde aangelegenheden nader regelt of andere aangelegenheden regelt, mogen de bepalingen en de gevolgen van dat leveringscontract niet in strijd zijn met deze bijlage.
PUNT XII
1. De sectorale overeenkomsten bevatten een arbitrageclausule.
2. Wanneer een sectorale overeenkomst op communautair, regionaal of plaatselijk niveau in deze verordening behandelde aangelegenheden nader regelt of andere aangelegenheden regelt, mogen de bepalingen en de gevolgen van die sectorale overeenkomst niet in strijd zijn met deze bijlage.
3. In de in lid 2 bedoelde sectorale overeenkomsten worden met name geregeld:
a) de verdeling van de hoeveelheden suikerbieten die de fabrikant vóór de inzaai besluit te kopen voor de productie van suiker binnen het quotum, over de verkopers;
b) de in punt III, lid 4 bedoelde verdeling;
c) de in punt III, lid 2 bedoelde omrekeningstabel;
d) de keuze van de te telen rassen van suikerbieten en de levering van zaaizaad daarvan;
e) een minimumsuikergehalte voor de te leveren suikerbieten;
f) de raadpleging van de vertegenwoordigers van de verkopers door de fabrikant vóór de vaststelling van de aanvangsdatum voor de leveringen van suikerbieten;
g) de betaling van premies aan de verkopers voor vroege of late leveringen;
h) bijzonderheden betreffende:
i) het in punt IX, lid 1, onder b) bedoelde gedeelte van de pulp,
ii) de in punt IX, lid 1, onder c) bedoelde kosten,
iii) de in punt IX, lid 1, onder d) bedoelde vergoeding;
i) het ophalen van de pulp door de verkoper;
j) de verdeling tussen de fabrikant en de verkopers van het eventuele verschil tussen de referentieprijs en de werkelijke verkoopprijs van de suiker, onverminderd de bepalingen betreffende de minimumprijs voor quotumbieten zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 van Verordening (EG) nr. 318/2006.
PUNT XIII
Wanneer het niet mogelijk is gebleken om door middel van sectorale overeenkomsten overeenstemming te bereiken over de wijze waarop de hoeveelheden suikerbieten die de fabrikant aanbiedt vóór de inzaai te kopen voor de productie van suiker binnen het quotum, over de verkopers moeten worden verdeeld, kan de betrokken lidstaat zelf regels voor die verdeling vaststellen.
Door middel van die regels kunnen bovendien aan degenen die traditioneel suikerbieten verkopen aan een coöperatie, andere leveringsrechten worden toegekend dan de rechten die aan een eventueel lidmaatschap van die coöperatie zijn verbonden.