Resolutie van het Europees Parlement van 21 juni 2007 over de situatie van Aung San Suu Kyi in Birma
Het Europees Parlement,
– gezien de eerste officiële zitting van de VN-veiligheidsraad over Birma op 29 september 2006,
– gezien de verklaring van VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon van 25 mei 2007 waarin hij erop aandrong dat "alle beperkingen van de bewegingsvrijheid van Daw Aung San Suu Kyi en andere politieke figuren" worden opgeheven,
– gezien de twaalfde ASEAN-top die van 9 tot en met 15 januari 2007 is gehouden op de Filippijnen,
– gezien de achtste bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken van de ASEM die op 28-29 mei 2007 is gehouden in Duitsland,
– gezien de brief d.d. 15 mei 2007 aan generaal Than Shwe, die is ondertekend door 59 voormalige staatshoofden, waarin werd aangedrongen op "de onmiddellijke vrijlating van de enige Nobelprijswinnares in gevangenschap, Aung San Suu Kyi",
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties van 12 mei 2005(1), 17 november 2005(2) en 14 december 2006(3) over Birma,
– gelet op Verordening (EG) nr. 481/2007 van de Commissie van 27 april 2007(4) tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma,
– gezien de 17e verjaardag van de overwinning van de Nationale Liga voor Democratie (NLD) in de parlementsverkiezingen van 27 mei 1990,
– gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,
A. overwegende dat NDL-leider, Nobelprijswinnares en Sacharovprijswinnares Daw Aung San Suu Kyi 11 van de afgelopen 17 jaar in huisarrest heeft doorgebracht,
B. overwegende dat de Nationale Raad voor vrede en ontwikkeling (SPDC) de illegale detentie van Daw Aung San Suu Kyi op 25 mei 2007 opnieuw met een jaar heeft verlengd,
C. overwegende dat de SPDC de bevolking van Birma blijft blootstellen aan ernstige schendingen van de mensenrechten, zoals dwangarbeid, vervolging van dissidenten, ronseling van kindsoldaten en gedwongen herhuisvesting,
D. overwegende dat 30% van de bevolking van Birma, ca. 15 miljoen mensen, leeft onder de armoedegrens,
E. overwegende dat de Nationale Vergadering - die voor het eerst bijeenkwam in 1993 maar die nadien vele keren werd geschorst - op 18 juli 2007 haar werkzaamheden zal hervatten voor een laatste zitting, maar legitimiteit en internationale geloofwaardigheid ontbeert wegens de afwezigheid van democratisch verkozen afgevaardigden, met name van de NLD,
F. overwegende dat de ASEAN een fermer standpunt is gaan innemen tegen het machtsmisbruik van het militaire regime in Birma en erop aandringt dat Birma zijn mensenrechtenbeleid verbetert en democratie invoert,
G. overwegende dat Rusland en Birma op 15 mei 2007 een overeenkomst hebben gesloten om een nucleaire onderzoeksreactor te bouwen in Birma, ondanks de internationale bezorgdheid over de veiligheidsnormen, beveiliging en tweeledig gebruik;
1. eist onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van Daw Aung San Suu Kyi;
2. betreurt dat Daw Aung San Suu Kyi jaren heeft doorgebracht in huisarrest, waaronder eenzame opsluiting, en sinds 2003, alleen haar woning heeft mogen verlaten voor dringende medische behandelingen en om een kort onderhoud te hebben met de VN-vice-secretaris-generaal voor Politieke Zaken;
3. veroordeelt de niet aflatende onderdrukking van de Birmese bevolking door de SPDC en diens aanhoudende vervolging en gevangenneming van aanhangers van de democratie; vestigt met name de aandacht op het geval van U Win Tin, een 78 jaar oude journalist die al bijna twee decennia als politieke gevangene wordt vastgehouden omdat hij een brief heeft geschreven aan de VN over de slechte behandeling en de slechte levensomstandigheden van politieke gevangenen;
4. dringt aan op onmiddellijke vrijlating van U Win Tin en alle politieke gevangenen -naar schatting meer dan 1200 - die door de SPDC worden vastgehouden;
5. betreurt het feit dat de SPDC, ondanks de situatie van het land, de regionale en de internationale kritiek en het feit dat zij al 45 jaar aan de macht is, er niet in is geslaagd enige substantiële vooruitgang te boeken op de weg naar democratie;
6. dringt aan op legitimatie van de Nationale Vergadering, door opneming van de NLD en andere politieke partijen en groeperingen, en dringt er bij de Nationale Vergadering op aan een routekaart naar democratie vast te stellen die een weerslag vormt van de werkelijke wensen van de Birmese bevolking in plaats van de wurggreep van de militairen te consolideren;
7. is verheugd over de verklaring van de voorzitter tijdens de twaalfde ASEAN-top waarin de ASEAN-leiders Birma aanmoedigden meer vooruitgang te boeken op het gebied van nationale verzoening", aandrongen op "de vrijlating van hen die gedetineerd zijn en op een effectieve dialoog met alle betrokken partijen" en het erover eens waren dat "ASEAN's geloofwaardigheid als effectieve regionale organisatie moest worden bewaard door te tonen dat zij in staat was belangrijke kwesties in de regio op te lossen";
8. betreurt het echter dat de onderzoeksmissie van de Maleisische minister van Buitenlandse Zaken, die daartoe op de elfde ASEAN-top een mandaat kreeg, tot dusverre niet geresulteerd heeft in krachtiger maatregelen tegen de militaire junta in Birma en vertrouwt erop dat deze maatregelen binnenkort zullen worden getroffen;
9. dringt er bij de Raad en de Commissie op aan hun constructieve betrekkingen met de ASEAN-landen voort te zetten en ervoor te zorgen dat de vrijhandelsonderhandelingen tussen EU en ASEAN zullen worden gebruikt als een vehikel om de druk op de SPDC op te voeren om een civiele en democratische regering in te voeren;
10. betreurt dat de Birmese minister van Buitenlandse Zaken, Nyan Win, de achtste bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de ASEM in Duitsland van dit jaar heeft mogen bijwonen, slechts enkele dagen nadat de militaire junta in Birma het illegale huisarrest van Daw Aung San Suu Kyi met weer een jaar had verlengd; herinnert eraan dat Nyan Win op de lijst staat van Birmese personen voor wie een EU-reisverbod geldt en dringt er bij de EU-lidstaten op aan het EU-reisverbod strenger na te leven;
11. dringt erop aan dat het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie alle nucleaire onderzoeksreactoren in Birma aan strenge veiligheidsnormen toetst om te waarborgen dat civiele nucleaire programma's niet worden misbruikt voor militaire toepassingen en dringt er bij het Birmese regime op aan zijn verplichtingen uit hoofde van het Non-Proliferatie-Verdrag na te leven;
12. dringt er bij China en India op aan hun aanzienlijke economische en politieke invloed op het Birmese regime aan te wenden ten einde substantiële verbeteringen in het land teweeg te brengen en in elk geval de leveranties van wapens en andere strategische hulpbronnen te staken;
13. dringt er bij bedrijven die in Birma investeren op aan ervoor te zorgen dat hun projecten worden uitgevoerd met inachtneming van de echte mensenrechten en om hun activiteiten in Birma op te schorten als deze worden geschonden; geeft uiting aan zijn teleurstelling dat sommige landen het gepast achtten hun investeringen in Birma zelfs aanzienlijk te verhogen, ongeacht de slechte situatie van de mensenrechten;
14. is verheugd over de verlenging van de gerichte EU-sancties maar erkent dat zij er niet het gewenste effect hebben gesorteerd ten aanzien van degenen die direct verantwoordelijk zijn voor het lijden van de Birmese bevolking; dringt er bij de Raad op aan ervoor te zorgen dat alle lidstaten de huidige beperkende maatregelen strikt toepassen;
15. dringt er bij de Raad op aan de sancties uit te breiden en meer mensen op de zwarte lijst te plaatsen zodat alle SPDC-ministers, -afgevaardigden, -leden, -aanhangers en -medewerkers erop staan, alsmede hun familieleden, en zakenmensen en andere prominenten die met het regime samenwerken;
16. merkt op dat de hulp overeenkomstig het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU 2006/318/GBVB van de Raad van 27 april 2006 tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma(5) beperkt blijft tot humanitaire hulp en ondersteuning voor hen die het meest in nood verkeren; dringt er op aan dat alle hulp voor Birma moet worden geleverd via echte NGO's en de mensen moet bereiken voor wie deze hulp bestemd is, met zo weinig mogelijk bemoeienis van de SPDC;
17. stelt in deze context voor alles in het werk te stellen om de contacten te versterken en programma's te ontwikkelen die gericht zijn op het Birmese maatschappelijk middenveld, met name vrouwenorganisaties en etnische minderheden;
18. betreurt dat China en Rusland, ondersteund door Zuid-Afrika, op 12 januari 2007 een veto hebben uitgesproken tegen een ontwerp-resolutie van de VN-veiligheidsraad over Birma en dringt er bij de VN-veiligheidsraad op aan zijn inspanningen te verdubbelen om unanieme steun te verkrijgen voor een bindende resolutie waarin vrijlating wordt gevraagd van politieke gevangen onder wie Daw Aung San Suu Kyi;
19. is verheugd over de benoeming van Ibrahim Gambari als Speciaal Adviseur van de VN-secretaris-generaal over Birma, op een kritiek moment in de VN-benadering van Birma, en dringt er bij de SPDC op aan volledige medewerking te verlenen aan de VN en zijn werkzaamheden niet te dwarsbomen;
20. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de regeringen van de ASEAN-landen, de Nationale Liga voor Democratie van Birma, de Nationale Raad voor vrede en ontwikkeling van Birma, de regering van de Volksrepubliek China, de regering van India, de regering van Rusland, de directeur-generaal van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.