Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 10 juli 2007 over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (16369/2/2006 – C6-0100/2007 – 2005/0042A(COD))
(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (16369/2/2006 – C6-0100/2007),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0115)(2),
– gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2006)0234)(3),
– gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 62 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0184/2007),
– gezien de trilaterale verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en de verklaring van de Commissie, beide opgenomen in bijlage,
1. hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 10 juli 2007 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013)
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement in tweede lezing overeen met het definitieve wetsbesluit: Besluit nr. 1350/2007/EG.)
TRILATERALE VERKLARING
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie:
–
zijn het erover eens dat het tweede communautaire actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) voldoende financiële middelen moet krijgen om volledig te kunnen worden uitgevoerd;
–
herinneren aan artikel 37 van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(1), waarin staat dat de begrotingsautoriteit en de Commissie zich ertoe verbinden niet meer dan 5% van de begroting af te wijken, behalve in het geval van nieuwe, objectieve en duurzame omstandigheden waarvoor specifieke redenen worden opgegeven. Uit dergelijke afwijkingen voortvloeiende verhogingen mogen niet leiden tot overschrijding van het voor de betrokken rubriek geldende maximum;
–
verklaren zich ertoe bereid de specifieke behoeften en omstandigheden van het gezondheidsprogramma in de jaarlijkse begrotingsprocedure grondig te beoordelen.
VERKLARING VAN DE COMMISSIE
1. Op 24 mei 2006 heeft de Commissie een gewijzigd voorstel ingediend voor een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2007 – 2013)(2). In artikel 7 werd voorgesteld dat het referentiebedrag van het programma 365,6 miljoen EUR zou bedragen voor de periode van 2007 tot 2013.
2. Wegens vertraging bij de wetgevingsprocedure heeft de Commissie de begrotingsautoriteit ervan op de hoogte gebracht dat de start van het nieuwe programma voor volksgezondheid moet worden verschoven naar het begrotingsjaar 2008(3). Bijgevolg zouden de financiële middelen van het nieuwe programma voor volksgezondheid 2008 – 2013 moeten aangepast worden en vastgelegd op 321,5 miljoen EUR.
3. Een bedrag van 44,1 miljoen EUR zal worden gebruikt in het begrotingsjaar 2007 op grond van het huidige programma voor volksgezondheid(4) om een maximale continuïteit te waarborgen met betrekking tot acties op gebied van de volksgezondheid. Daarom bedragen de totale financiële middelen 365,6 miljoen EUR voor acties op gebied van de volksgezondheid die uit de programma's voor de periode 2007-2013 worden gefinancierd.
Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) (OJ L 271 van 9.10.2002, blz. 1).