Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 juli 2007 betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Civiel recht" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie" (8699/2/2007 – C6-0179/2007 – 2005/0040(COD))
(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (8699/2/2007 – C6-0179/2007),
– gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0122)(2),
– gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,
– gelet op artikel 62 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0262/2007),
1. hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;
2. wijst op de verklaring van de Commissie ter plenaire vergadering van 11 juli 2007;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 11 juli 2007 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Civiel recht" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie"
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement in tweede lezing overeen met het definitieve wetsbesluit: Besluit nr. 1149/2007/EG.)