Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0278/2007

Debatten :

Stemmingen :

PV 12/07/2007 - 6.7
CRE 12/07/2007 - 6.7
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0347

Aangenomen teksten
PDF 130kWORD 50k
Donderdag 12 juli 2007 - Straatsburg
PNR-overeenkomst
P6_TA(2007)0347RC-B6-0278/2007

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de PNR-overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika

Het Europees Parlement,

–   gezien artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,

–   gezien zijn aanbeveling aan de Raad van 7 september 2006(1) en zijn resolutie van 14 februari 2007(2) over PNR,

–   gezien de eerdere PNR-overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika van 28 mei 2004 en tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika van 19 oktober 2006,

–   gezien de ontwerpovereenkomst van 28 juni 2007 tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika over de verwerking en overdracht van PNR-gegevens door luchtvaartmaatschappijen aan het Ministerie voor Binnenlandse Veiligheid (DHS) van de Verenigde Staten, informeel verzonden door de Fungerend Voorzitter van de Raad, de heer Schäuble, aan de voorzitter van de commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken,

–   gezien het arrest van het Hof van Justitie van 30 mei 2006 in de gevoegde zaken C-317/04 en C-318/04,

–   gezien de brief van het DHS van 28 juni 2007 over de garanties betreffende het bewaren van ontvangen PNR-gegevens, informeel verzonden door de Fungerend Voorzitter van de Raad, de heer Schäuble, aan de voorzitter van de commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken,

–   gezien de brief van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming van 27 juni 2007, over de nieuwe PNR-overeenkomst met de VS (de nieuwe PNR-overeenkomst) gericht aan de Fungerend Voorzitter van de Raad, de heer Schäuble, en de antwoorden die hij respectievelijk op 29 juni en 3 juli 2007 ontvangen heeft vanwege minister Schäuble en de directeur-generaal van het directoraat-generaal justitie, vrijheid en veiligheid van de Commissie, de heer Jonathan Faull,

–   gezien artikel 2 van het aanvullend protocol van de Raad van Europa bij het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, aangaande toezichthoudende autoriteiten en grensoverschrijdende datastromen,

–   gezien Richtlijn 2004/82/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven(3),

–   gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat het verklaarde doel van de nieuwe PNR-overeenkomst is om de rechtsgrondslag te leveren voor de overdracht van EU-PNR-gegevens aan de VS enerzijds en het zorgen voor voldoende bescherming van persoonsgegevens en procedurele waarborgen voor EU onderdanen anderzijds,

B.   overwegende dat de PNR-overeenkomst bedoeld is als hulpmiddel bij de preventie van en in de strijd tegen het terrorisme en de internationale misdaad,

C.   overwegende dat de nieuwe PNR-overeenkomst niet aan de tweede doelstelling voldoet, aangezien zij aanzienlijke gebreken vertoont wat betreft de rechtszekerheid, de bescherming van gegevens en het recht van verhaal voor EU-onderdanen, met name door de open en vage omschrijvingen en de meervoudige mogelijkheden voor uitzonderingen,

D.  overwegende dat de PNR-overeenkomst een rechtskader biedt voor de overdracht van PNR-gegevens aan de VS en aldus de luchtvaartmaatschappijen een basis geeft om hun bedrijfsactiviteit in de VS uit te oefenen,

E.   overwegende dat voldoende bescherming van de privacy en de burgerlijke vrijheden van individuele burgers alsmede controles van de kwaliteit van de gegevens noodzakelijk zijn wil het delen van gegevens en informatie een waardevol en betrouwbaar hulpmiddel zijn in de strijd tegen het terrorisme,

In het algemeen

1.   erkent de moeilijke omstandigheden waaronder de PNR-onderhandelingen hebben plaatsgevonden en is zich in beginsel bewust van het voordeel van één enkele PNR-overeenkomst tussen de EU en de VS boven 27 bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten en de VS;

2.   betreurt sterk het gebrek aan enigerlei democratische controle, aangezien door de eisen van de VS de onderhandelingen zijn verlopen en de nieuwe PNR-overeenkomst is gesloten zonder enige inspraak van het Europees Parlement en er onvoldoende gelegenheid aan de nationale parlementen is gegeven om invloed uit te oefenen op het onderhandelingsmandaat, de voorgestelde nieuwe PNR-overeenkomst grondig te beoordelen of om wijzigingen voor te stellen;

3.   is bezorgd over het blijvende gebrek aan rechtszekerheid omtrent de gevolgen en de reikwijdte van de verplichtingen die aan de luchtvaartmaatschappijen zijn opgelegd en over het juridisch verband tussen de nieuwe PNR-overeenkomst en de brief van het DHS;

4.   heeft kritiek op het feit dat de nieuwe PNR-overeenkomst geen afdoende bescherming van PNR-gegevens biedt, en betreurt het ontbreken van duidelijke en proportionele bepalingen omtrent het delen van informatie, het houden van gegevens en het toezicht door instanties voor gegevensbescherming; is bezorgd over het grote aantal bepalingen dat naar eigen inzicht van het DHS wordt toegepast;

5.   dringt er derhalve bij de nationale parlementen van de lidstaten op aan om het ontwerp voor een nieuwe PNR-overeenkomst zorgvuldig en in het licht van de in deze resolutie opgenomen opmerkingen te bestuderen ;

Ten aanzien van het rechtskader

6.   is bezorgd dat het hanteren, verzamelen, gebruik en opslagen van PNR-gegevens door het DHS niet is gebaseerd op een echte overeenkomst, maar uitsluitend op niet verbindende verzekeringen die op ieder moment eenzijdig door het DHS kunnen worden gewijzigd en die geen enkele persoon of partij enige rechten of voordelen bieden;

7.   betreurt het ontbreken van een duidelijke beperking van de doelstelling in de brief van het DHS, waarin staat dat de PNR-gegevens kunnen worden gebruikt voor de strijd tegen het terrorisme en aanverwante misdaden, maar ook voor een reeks niet gespecificeerde andere doeleinden waaronder "de bescherming van vitale belangen van het gegevenssubject of andere personen, of bij gerechtelijke strafprocedures of andere door de wet vereiste procedures";

8.   is verheugd over de bereidheid van het DHS om in beginsel uiterlijk op 1 januari 2008 over te schakelen op het PUSH-systeem, maar betreurt dat deze overschakeling - die reeds in de PNR-overeenkomst van 2004 was voorzien - jarenlang is uitgesteld ook lang nadat aan de voorwaarden van technische haalbaarheid was voldaan; meent dat het PUSH-systeem voor alle vervoerders een conditio sine qua non moet zijn als het gaat om enigerlei overdracht van PNR-gegevens; beklemtoont dat het gelijktijdig bestaan van "PUSH-" en "PULL"-systemen kan leiden tot concurrentievervalsing tussen EU-vervoerders;

9.   dringt erop aan dat de gezamenlijke periodieke herziening door het DHS en de EU alomvattend moet zijn en jaarlijks moet plaatsvinden en dat de resultaten moeten worden gepubliceerd; dringt erop aan dat de herziening ook een beoordeling bevat van de doelmatigheid van de maatregelen als het om meer veiligheid gaat; betreurt het feit dat de herziening niet voorziet in enigerlei inspraak van nationale of Europese toezichthouders voor gegevensbescherming zoals wel het geval was bij de eerdere PNR-overeenkomst;

10.   dringt erop aan dat passagiers naar behoren moeten worden voorgelicht over het gebruik van hun gegevens en hun rechten, met name met het oog op het recht van verhaal en het recht ingelicht te worden over de gronden waarop een reiziger niet wordt doorgelaten, en dat dit een verplichting van de luchtvaartmaatschappijen is; meent dat het DHS en de Commissie de verantwoordelijkheid moeten nemen voor de informatie die aan passagiers wordt verstrekt en stelt voor om de "Korte mededeling over reizen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten" zoals voorgesteld door de werkgroep krachtens artikel 29 (WP 132) ter beschikking van alle passagiers wordt gesteld;

11.   betreurt het feit dat er bij de onderhandelingen van de EU met de VS geen rekening is gehouden met Richtlijn 2004/82/EG noch met de PNR-overeenkomsten van de EU met Australië en Canada, die hogere normen voor de bescherming van persoonsgegevens aanleggen;

12.   herinnert eraan dat de administratieve overeenkomst tussen de EU en de VS geen verlaging tot gevolg mag hebben van de mate van bescherming van persoonsgegevens die door de nationale wetgevingen van de lidstaten worden verzekerd, en betreurt het vooruitzicht van verdere verwarring over de verplichtingen van de luchtvaartmaatschappijen van de EU en de fundamentele rechten van EU-onderdanen;

Ten aanzien van de gegevensbescherming

13.   is verheugd dat de "Privacy Act" (wet op de privésfeer) van de VS administratief wordt uitgebreid tot EU-onderdanen;

14.   betreurt dat het DHS zich het recht voorbehoudt op grond van de Wet op de vrijheid van informatie vrijstellingen vast te stellen;

15.   betreurt dat de nieuwe PNR-overeenkomst geen precieze criteria bevat voor de omschrijving van de bescherming van persoonsgegevens die aan het DHS zijn overgemaakt, als zijnde afdoende overeenkomstig EU-normen;

16.   betreurt in dit verband het feit dat PNR-gegevens van EU-onderdanen uitsluitend overeenkomstig de VS-wetgeving kunnen worden behandeld, zonder voldoende beoordeling of enige indicatie omtrent de specifieke VS-wetgeving die van toepassing is;

17.   betreurt dat de duur van het houden van PNR-gegevens wordt verlengd van 3,5 jaar tot 15 jaar en tevens met terugwerkende kracht tot gegevens die krachtens de vorige PNR-overeenkomsten zijn verzameld; hekelt het feit dat er na de periode van 15 jaar voor het houden van gegevens, bestaande uit een "actieve" periode van 7 jaar en een "slapende" periode van 8 jaar, geen garantie is dat de gegevens definitief worden gewist;

18.   neemt er kennis van dat het aantal datavelden is teruggebracht van 34 tot 19, maar wijst erop dat deze vermindering grotendeels cosmetisch is vanwege de samenvoeging en gewijzigde naamgeving van datavelden in plaats van een echte weglating;

19.   merkt met bezorgdheid op dat gevoelige gegevens (d.w.z. persoonsgegevens omtrent ras of etnische afkomst, politieke meningen, religieuze of filosofische opvattingen, lidmaatschap van vakbonden en gegevens omtrent de gezondheid of het seksleven van de personen) aan het DHS ter beschikking worden gesteld en dat deze gegevens in uitzonderlijke gevallen door het DHS kunnen worden gebruikt;

20.   is bezorgd dat gegevens 7 jaar lang worden bewaard in "actieve analytische databanken", wat een groot risico inhoudt van grootscheepse profilering en datamining, hetgeen niet verenigbaar is met fundamentele Europese beginselen en bovendien een praktijk is die in het Congres van de VS ter discussie staat;

Ten aanzien van het delen van informatie

21.   betreurt dat de nieuwe PNR-overeenkomst niet precies omschrijft welke autoriteiten in de VS mogelijk toegang tot PNR-gegevens hebben;

22.   is bezorgd over de beoogde overdracht van analytische informatie uit PNR-gegevens van de VS-autoriteiten naar politiële en gerechtelijke instanties in de lidstaten, en mogelijk naar Europol en Eurojust, buiten specifieke gerechtelijke procedures of politieonderzoek om, zoals in de brief van het DHS staat vermeld, omdat dit alleen mag worden toegestaan krachtens de bestaande overeenkomsten tussen de EU en de VS inzake wederzijdse rechtsbijstand en uitlevering;

23.   is sterk gekant tegen de bepaling dat derde landen in het algemeen toegang kunnen krijgen tot PNR-gegevens mits zij zich houden aan door het DHS vastgestelde voorwaarden en dat derde landen in uitzonderlijke gevallen, in niet nader gespecificeerde noodgevallen, toegang kunnen krijgen tot PNR-gegevens zonder de verzekering dat de gegevens worden behandeld volgens het overeenkomstige niveau van gegevensbescherming van het DHS;

24.   betreurt het feit dat de EU zich erbij neergelegd heeft dat zij geen bemoeienis heeft met bescherming van de PNR-gegevens van EU-onderdanen die de VS met derde landen kan delen;

25.   merkt op dat de nieuwe PNR-overeenkomst het DHS toestaat om in de specifieke gevallen en al naar gelang de aard van de zaak PNR-gegevens aan andere binnenlandse VS-regeringsinstanties te verstrekken; betreurt dat de nieuwe PNR-overeenkomst geen enkele vermelding bevat omtrent de VS-autoriteiten die toegang krijgen tot PNR-gegevens en dat de in artikel I van de brief van het DHS genoemde doelen zeer ruim zijn;

Ten aanzien van een Europees PNR-systeem

26.   merkt op dat de nieuwe PNR-overeenkomst verwijst naar een mogelijk toekomstig PNR-systeem op het niveau van de EU of van een of meer lidstaten en de bepaling dat eventuele PNR-gegevens van een dergelijk systeem aan het DHS ter beschikking kunnen worden gesteld;

27.   verlangt dat de Commissie de stand van zaken opheldert met betrekking tot een PNR-systeem van de EU, waaronder de beschikbaarstelling van het haalbaarheidsonderzoek dat zij beloofd heeft te zullen verrichten;

28.   herhaalt de punten van zorg die de werkgroep uit hoofde van artikel 29 heeft geuit omtrent het gebruik van PNR-gegevens voor het doel van rechtshandhaving, en verzoekt de Commissie met name duidelijk aan te geven:

   a) de operationele noodzaak en het doel van het verzamelen van PNR-gegevens bij binnenkomst op het grondgebied van de Europese Unie;
   b) de toegevoegde waarde van het verzamelen van PNR-gegevens voor veiligheids doeleinden in het licht van de reeds bestaande controleprocedures bij binnenkomst in de EU, zoals het Schengensysteem, het Visa-informatiesysteem, en het API-systeem;
   c) het voorziene gebruik van PNR-gegevens, met name de vraag of dit dient voor persoonsidentificatie ter bescherming van de veiligheid in de luchtvaart, voor het identificeren van wie het grondgebied van de EU betreedt of voor algemene negatieve of positieve profilering van passagiers;

29.   dringt erop aan dat het Parlement bij alle relevante ontwikkelingen inspraak krijgt overeenkomstig artikel 71, lid 1, sub c), en artikel 251 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

30.   herinnert eraan dat de nieuwe PNR-overeenkomst uiteindelijk zal moeten worden herzien in het licht van de toekomstige institutionele hervormingen van de EU als genoemd in de conclusies van de Europese Raad van juni 2007 en het mandaat voor de volgende IGC;

31.   is voornemens te laten onderzoeken of de nieuwe PNR-overeenkomst juridisch gezien in overeenstemming met de nationale en EU-wetgeving is en verzoekt de krachtens artikel 29 ingestelde werkgroep en de Europese Toezichthouder voor de gegevensbescherming hierover uitgebreide adviezen uit te brengen;

o
o   o

32.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten en aan het Congres van de Verenigde Staten.

(1) PB C 305 E van 14.12.2006, blz. 250.
(2) P6_TA(2007)0039.
(3) PB L 261 van 6.8.2004, blz. 24.

Juridische mededeling - Privacybeleid