Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2022(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0396/2007

Ingediende teksten :

A6-0396/2007

Debatten :

PV 14/11/2007 - 13
CRE 14/11/2007 - 13

Stemmingen :

PV 15/11/2007 - 5.11
CRE 15/11/2007 - 5.11
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0539

Aangenomen teksten
PDF 184kWORD 82k
Donderdag 15 november 2007 - Straatsburg
Handel en economische betrekkingen met Oekraïne
P6_TA(2007)0539A6-0396/2007

Resolutie van het Europees Parlement van 15 november 2007 over handel en economische betrekkingen met Oekraïne (2007/2022(INI))

Het Europees Parlement,

–   gezien Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument(1),

–   gezien het tienpuntenplan van Ferrero-Waldner/Solana voor Oekraïne, dat de Raad heeft aangenomen op 21 februari 2005,

–   gezien de mededeling aan de Commissie van commissaris Ferrero-Waldner van 22 november 2005 "Implementing and promoting the European Neighbourhood Policy" (Tenuitvoerlegging en stimulering van het Europees Nabuurschapsbeleid) (SEC(2005)1521),

–   gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de versterking van het Europees nabuurschapsbeleid (COM(2006)0726),

–   gezien het Landenstrategiedocument van de Commissie voor 2007-2013 en het Nationaal Indicatief Programma 2007-2010 voor Oekraïne,

–   gezien de gemeenschappelijke intentieverklaring over samenwerking op het gebied van energie tussen de Europese Unie en Oekraïne, ondertekend op 1 december 2005,

–   gezien de mededeling van de Commissie "De ontwikkeling van een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met Oekraïne" (COM(2005)0451),

–   gezien de mededeling van de Commissie "Europees Nabuurschapsbeleid – Strategiedocument" (COM(2004)0373),

–   gezien het "Werkdocument voor Commissiepersoneel bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de versterking van het Europees Nabuurschapsbeleid: ENP Voortgangsverslag, Oekraïne (COM(2006)0726)" SEC(2006)1505,

–   gelet op de "Overeenkomst tussen Oekraïne en de Europese Gemeenschap over handel in textielproducten", ondertekend op 5 mei 1993 en uitgebreid en gewijzigd op 9 maart 2005,

–   gelet op de "Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds"(2), ondertekend op 14 juni 1994 en uitgebreid en gewijzigd op 30 maart 2004 en op 27 maart 2007,

–   gelet op de "Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Oekraïne over handel in bepaalde staalproducten"(3), ondertekend op 22 november 2004,

–   gelet op de "Samenwerkingsovereenkomst betreffende een civiel satellietnavigatiesysteem tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds" en de "Overeenkomst tussen Oekraïne en de Europese Unie inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten", beide ondertekend op 1 december 2005,

–   gezien de resultaten van recente topconferenties tussen de EU en Oekraïne, waaronder die in Helsinki op 27 oktober 2006 en in Kiev op 14 september 2007,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 19 januari 2006 betreffende het Europees Nabuurschapsbeleid(4),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 22 mei 2007 over "Europa als wereldspeler – externe aspecten van het concurrentievermogen"(5),

–   onder verwijzing naar zijn aanbeveling van 12 juli 2007 aan de Raad inzake een onderhandelingsmandaat voor een nieuwe, verbeterde overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en Oekraïne anderzijds(6),

–   gelet op de activiteiten van de delegatie van het Europees Parlement in de Parlementaire Samenwerkingscommissie EU-Oekraïne,

–   gezien de conclusies van de Raad van 22 januari 2007 inzake de onderhandelingen over een nieuwe verbeterde overeenkomst,

–   gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie internationale handel (A6-0396/2007),

A.   overwegende dat Oekraïne een buurland is dat van strategisch belang is voor de EU en een natuurlijke "brug" vormt die de EU met Rusland en Centraal-Azië verbindt; overwegende dat Oekraïne door zijn grootte, zijn natuurlijke en menselijke hulpbronnen en zijn geografische ligging een onderscheidende positie inneemt in Europa en een bepalende regionale actor is,

B.   overwegende dat de EU na de uitbreiding in 2004 de grootste handelspartner van Oekraïne is geworden; overwegende dat de toetreding tot de EU van aan Oekraïne grenzende landen de commerciële banden van dit land met de EU heeft versterkt en nieuwe mogelijkheden heeft geschapen voor regionale handel, industriële samenwerking en economische groei,

C.   overwegende dat het verbeteren en stimuleren van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENP), dat zich richt op het ondersteunen van de ontwikkeling van democratie en markteconomie in de buurlanden van de EU en het versterken van de politieke en economische betrekkingen van deze landen met de EU en haar lidstaten, een van de voornaamste doelstellingen van het Europees Parlement op het gebied van buitenlands beleid is,

D.   overwegende dat voor de ontwikkeling van een effectief nabuurschapsbeleid prioriteit moet worden gegeven aan multilateralisme en dat derhalve de toekomstige vrijhandelsovereenkomst een kernelement zal vormen van de nieuwe verbeterde overeenkomst, waarvoor de onderhandelingen op 5 maart 2007 zijn begonnen,

E.   overwegende dat het, indien Oekraïne met de EU wil onderhandelen over een vrijhandelszone in het kader van de nieuwe verbeterde overeenkomst, met als doel Oekraïne zo dicht mogelijk bij de economie van de EU te brengen en in het algemeen de commerciële en economische positie van Oekraïne te verbeteren, een noodzakelijke voorwaarde is dat het land toetreedt tot de Wereldhandelsorganisatie (WHO) en dat de toetredingsovereenkomst door het Oekraïense parlement wordt geratificeerd,

F.   overwegende dat de EU en Oekraïne op het gebied van handel gezamenlijke belangen hebben en beide zouden kunnen profiteren van verdere integratie van hun respectieve markten; overwegende in dit verband dat de geleidelijke aanneming van het acquis van de Gemeenschap door Oekraïne een belangrijke stap zou vormen in de richting van de doelstelling van Oekraïne van geleidelijke economische integratie en intensivering van de politieke samenwerking met de EU,

G.   overwegende dat de voorgestelde VHO tussen Oekraïne en de Europese Gemeenschap in de aanvangsfase negatieve effecten kan hebben, waarvan met name de bevolkingsgroepen die in economische en sociaal opzicht het meest kwetsbaar zijn de gevolgen zouden ondervinden; overwegende dat het noodzakelijk is om overgangsmechanismen te creëren door bepaalde bevolkingsgroepen economisch extra te ondersteunen, waardoor een geleidelijke en evenwichtige integratie mogelijk is, wat weer bijdraagt aan de duurzame ontwikkeling van het land,

H.   overwegende dat de EU haar inspanningen niet alleen moet richten op de economische integratie van Oekraïne, maar ook de basis moet leggen voor sociale maatregelen, bijvoorbeeld door het mogelijk te maken dat de toegang tot ouderdomspensioenen meer op beginselen van rechtvaardigheid en gelijkheid wordt gebaseerd en dat de armsten, grote gezinnen en de plattelandsbevolking subsidies ontvangen, en door financieringsmechanismen- en andere faciliteiten te creëren voor de integratie van minderheden; overwegende dat deze maatregelen de maatschappelijke en politieke stabiliteit zullen bevorderen die voor een succesvolle economische integratie van Oekraïne in de WTO en voor nauwere samenwerking met de EU noodzakelijk zijn,

I.   overwegende dat de EU en Oekraïne vastbesloten zijn snel vooruitgang te boeken bij het creëren van een gezamenlijke vrijhandelszone, zoals is bevestigd tijdens de recente vergaderingen op hoog niveau en topconferenties, zodra Oekraïne het proces van toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie heeft afgerond en de toetredingsovereenkomst door het Oekraïense parlement is geratificeerd,

J.   overwegende dat het land de ruimte en tijd moet hebben om het vermogen te ontwikkelen om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van mondialisering; overwegende dat de Oekraïense markt geleidelijk moet worden opengesteld – met ruimte voor een zekere flexibiliteit, teneinde te voorkomen dat een economische visie wordt opgelegd – waarbij rekening wordt gehouden met de sterke en zwakke punten van de economie van het land alsook met de binnenlandse kenmerken en regionale bijzonderheden ervan.

K.   overwegende dat de EU en Oekraïne op het gebied van handel en economisch beleid te maken hebben met gezamenlijke uitdagingen met betrekking tot globalisering en de opkomst van nieuwe en sterke economische actoren; overwegende dat intensievere economische samenwerking met de EU de noodzakelijke hervormingen zou kunnen stimuleren en, samen met een verbeterd investeringsklimaat, buitenlandse rechtstreekse investeringen aantrekt door zowel internationale financiële instellingen (IFI) als de particuliere sector, ten gunste van de nationale economie van Oekraïne,

L.   overwegende dat de sterkere economische samenwerking met Oekraïne ook een positief effect zal hebben op de economische groei van de lidstaten en de verdere integratie van de nationale economieën in de interne markt van de EU zal bevorderen,

M.   overwegende dat de nieuwe politieke, economische en sociale problemen die in Oost-Europa spelen, gemeenschappelijke uitdagingen vormen, die vragen om een gecoördineerde aanpak op mondiaal niveau,

Toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie

1.   is voorstander van de succesvolle afronding van de onderhandelingen over toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie; roept Oekraïne op tot het wegnemen van alle resterende obstakels, zowel op wettelijk als op technisch gebied, die bijdragen aan de problemen die rond de toelating tot de Wereldhandelsorganisatie bestaan;

2.   verzoekt de Commissie en de lidstaten verdere politieke en diplomatieke steun te geven aan de toetreding van Oekraïne tot de Wereldhandelsorganisatie en Oekraïne te blijven helpen aan de noodzakelijke eisen te voldoen; verzoekt de Commissie Oekraïne te helpen optimaal gebruik te maken van de overgangsperioden die het land zijn verleend om te voldoen aan de hoge eisen van het WTO-lidmaatschap;

3.   verwelkomt de besluiten van de EU om Oekraïne de status van markteconomie te verlenen, waarmee wordt erkend dat de Oekraïense regering grote inspanningen heeft geleverd om in het land een goed functionerende markteconomie te creëren; verzoekt de regering van Oekraïne deze resultaten te bestendigen door ervoor te zorgen dat ernstige verstoringen van de markt adequaat worden aangepakt;

Totstandbrenging van een vrijhandelszone tussen EU en Oekraïne

4.   verwelkomt het feit dat de lopende duurzaamheidseffectbeoordeling voor handel, die wordt uitgevoerd onder auspiciën van de Commissie, voltooid zal zijn als de officiële onderhandelingen voor de vrijhandelsovereenkomst beginnen, zodra Oekraïne het proces van toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie heeft voltooid en het Oekraïense parlement het resultaat heeft geratificeerd; verzoekt de Commissie en de regering van Oekraïne zorgvuldig rekening te houden met de resultaten van de duurzaamheidseffectbeoordeling (DEB) bij het bepalen van de definitieve inhoud van de vrijhandelsovereenkomst;

5.   verzoekt de partijen in de overeenkomst zorgvuldig na te denken over de totstandbrenging van een solide en efficiënt institutioneel raamwerk dat de oprichting mogelijk maakt van en toedeling van bevoegheden aan toezichthoudende Gemengde Comités die bevoegd zijn om aanbevelingen te doen waardoor wederzijdse handels- en economische betrekkingen verder verbeteren en de ontwikkeling van een functionerend mechanisme voor het oplossen van geschillen wordt gestimuleerd;

6.   roept de Commissie en de Oekraïense regering op om nog vóór de afronding van de onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst een forum voor duurzame ontwikkeling op te richten, dat openstaat voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en waarin veel aandacht wordt besteed aan klimaatverandering;

7.   merkt op dat een vrijhandelszone met Oekraïne op de lange termijn zeker positieve effecten zal hebben, maar dat voor de korte en middellange termijn voor de oostelijke EU-lidstaten ook negatieve repercussies mogelijk zijn, die aangepakt moeten worden;

8.   verzoekt Oekraïne om door te gaan met het opstellen en invoeren van douanewetgeving die beantwoordt aan internationale en EU-normen, en de douane beter te doen functioneren door vereenvoudiging en modernisering van de douaneprocedures, zowel aan de grenzen als in het binnenland; verzoekt de Commissie de inspanningen van Oekraïne op dit terrein te ondersteunen met aanvullende technische bijstand en speciale financiële steun;

9.   merkt op dat het stelsel van algemene preferenties (SAP) van de EU voor Oekraïense producenten die hun producten op de markten van de Gemeenschap willen verhandelen van buitengewoon groot nut is geweest, ofschoon de meest concurrerende producten die uit Oekraïne worden geïmporteerd niet onder deze regeling vallen; verzoekt de Commissie en de lidstaten om ten aanzien van Oekraïne verdere liberalisering te overwegen door het land in aanmerking te laten komen voor speciale preferentiële regelingen ingevolge de zogeheten "arbeidsrechtenclausule" (toekennen van preferentiële behandeling aan landen zoals Oekraïne die de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) inzake elementaire arbeidsrechten toepassen);

Industrieel beleid

10.   verzoekt Oekraïne met klem aanvullende binnenlandse hervormingen door te voeren die de duurzame integratie in de wereldwijde markten en waardeketens van de wereld mogelijk maken; wijst erop dat exportdiversificatie allereerst moet bijdragen aan het versterken van de binnenlandse markt om ervoor te zorgen dat export een betrouwbare bron van toekomstige economische groei wordt in Oekraïne;

11.   verzoekt Oekraïne de doelmatige werking van openbare diensten te bevorderen en ervoor te zorgen dat deze diensten voor alle burgers goed toegankelijk zijn en meer aandacht te besteden aan marktliberalisering door het waarborgen van het succesvol uitvoeren van het privatiseringsproces, het ontmantelen van monopolies en de onafhankelijkheid van de nationale bank van Oekraïne;

12.   acht het van belang dat onderscheid wordt gemaakt tussen commerciële en openbare diensten, waarbij laatstgenoemde niet aan liberalisering mogen worden onderworpen, zodat de bevolking de zekerheid heeft dat haar basisbehoeften worden vervuld en ze goede toegang heeft tot essentiële collectieve voorzieningen zoals gezondheidszorg, onderwijs, drinkwater en energie;

13.   verzoekt Oekraïne om als tegenwicht tegen de versterkte rechtspositie van aandeelhouders en investeerders die voortvloeit uit het WTO-lidmaatschap, de toegankelijkheid van bedrijfsinformatie voor alle burgers te verbeteren, te verzekeren dat sociale, economische en mensenrechten strikt worden toegepast, en toe te werken naar de internationale standaarden op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, bedrijfsboekhouding en accountantscontrole; benadrukt dat het noodzakelijk is dat de civiele en handelsrechtbanken van Oekraïne een grotere rol gaan spelen in het voorkomen van discriminatie en misbruik;

14.   verzoekt Oekraïne met klem een samenhangend en effectief belastingstelsel te ontwikkelen dat overeenkomt met de wetten en gewoonten in de EU; herinnert eraan dat solide en effectieve financiële diensten een noodzakelijke voorwaarde zijn voor verdere economische groei in Oekraïne; benadrukt dat het noodzakelijk is de regels tegen witwassen en belastingontduiking te actualiseren en uit te breiden; verzoekt Oekraïne met klem discriminerende belastingpraktijken tegen buitenlandse ondernemers onmiddellijk te beëindigen;

15.   merkt met bezorgdheid op dat corruptie, ondanks de inspanningen van de Oekraïense regering, nog altijd wijd verbreid is in het land en belangrijke rol speelt doordat zij de economische groei en de toegang tot buitenlands kapitaal belemmert; verzoekt de regering van Oekraïne met klem gepaste initiatieven te ontwikkelen voor de bestrijding van corruptie, met name door de onderliggende oorzaken ervan aan te pakken;

16.   merkt op dat de gietijzer- en staalsector het overgrote deel van de industriële exporten van Oekraïne vertegenwoordigt en de grootste bron van handelsinkomsten van het land vormt; verwelkomt het sluiten van de en marge van de Samenwerkingsraad EU-Oekraïne van 18 juni 2007 ondertekende staalovereenkomst, die een aanzienlijke verhoging mogelijk maakte van de quota van staalproducten uit Oekraïne die worden toegelaten in de Gemeenschap en een effectievere, zij het geleidelijke, liberalisering van de handel in goederen tussen Oekraïne en de EU mogelijk maakte; is van mening dat deze overeenkomst significant zal bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) en de weg zal vrijmaken naar beter geïntegreerde markten overeenkomstig de bepalingen van de Wereldhandelsorganisatie als de kwantitatieve beperkingen worden opgeheven;

17.   verzoekt Oekraïne verstoringen van de concurrentie, die de oorzaak zijn van oneerlijke handel, weg te nemen en zo te helpen harmonieuze handelsbetrekkingen op te bouwen; verzoekt op dezelfde manier de Commissie ervoor te zorgen dat handelsbeschermende instrumenten alleen worden toegepast wanneer handelsverstoringen hebben geleid tot schadelijke dumping of subsidiëring;

18.   verzoekt de Oekraïense regering niet in strijd met de regels van de Wereldhandelsorganisatie illegale subsidies te verlenen aan de exportbedrijven van Oekraïne en marktverstoringen te vermijden;

19.   merkt op dat de huidige omvang van de handel van Oekraïne, die aanzienlijk is toegenomen en nog steeds een stijgende lijn vertoont, op de langere termijn wel eens onhoudbaar zou kunnen zijn, omdat de handel in sterke mate afhankelijk is van tijdelijke en cyclische factoren, zoals de spectaculaire stijging van het staalverbruik in de wereld en van de mondiale prijzen van dit product;

20.   stimuleert de harmonisatie en convergentie van normen in de landbouw-, industrie- en dienstensector, en verzoekt de Commissie de noodzakelijke financiële en technische bijstand te verlenen om te verzekeren dat deze normen conform de Gemeenschapsnormen zijn;

21.   toont zich bezorgd over de arbeidsomstandigheden en lage lonen van mijnwerkers en over het stijgende aantal mijnongevallen in Oekraïne; dringt er bij de Oekraïense regering op aan te garanderen dat de fundamentele rechten van werknemers ten aanzien van veiligheid en minimumloon naar behoren worden toegepast;

Zaken met betrekking tot energie en doorvoer

22.   roept op tot de versterking van de dialoog op hoog niveau tussen Oekraïne en de EU in de energiesector teneinde de gemeenschappelijke intentieverklaring met betrekking tot samenwerking op het gebied van energie tussen de Eu en Oekraïne volledig ten uitvoer te leggen;

23.   is van mening dat gezien de noodzaak van duurzamere handelspatronen om klimaatverandering tegen te gaan, de toegang tot energiebronnen op multilateraal niveau moet worden geregeld en dat deze multilaterale regels niet ondermijnd mogen worden door bilaterale handelsovereenkomsten waarin het erom gaat de gunstigste toegangsvoorwaarden te bedingen;

24.   verzoekt Oekraïne een consistente aanpak op het gebied van energie te ontwikkelen, die gericht is op het garanderen van de diversificatie en betrouwbaarheid van de energieaanvoer over Oekraïens grondgebied, de veiligheid van kerncentrales, een hervorming van de binnenlandse energiemarkt, de ontwikkeling en modernisering van infrastructuren voor de energiesector (zoals pijpleidingen), een efficiënte benutting van energie en een betere exploitatie van vernieuwbare energiebronnen;

25.   benadrukt het belang van het garanderen van een veilig, transparant en betrouwbaar doorvoersysteem voor energie tussen Oekraïne en de EU;

26.   is een groot voorstander van de geleidelijke opname van Oekraïne in de trans-Europese transportnetwerken; beschouwt dit als een bepalende factor voor het succesvol functioneren van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Oekraïne;

Intellectuele-eigendomsrechten

27.   dringt er bij de Oekraïense autoriteiten op aan om in het kader van de toetreding tot de WTO en de relevante bilaterale overeenkomsten met de EU, de wetgeving inzake intellectueel eigendom en de wetshandhaving in overeenstemming te brengen met de Gemeenschapswetgeving, de WTO-regels, in het bijzonder die welke betrekking hebben op handelsgerelateerde aspecten van intellectuele eigendom (TRIPS), en andere relevante internationale normen, en ervoor te zorgen dat deze volledig, consistent en onafgebroken ten uitvoer worden gelegd, zodat vervalsing en piraterij effectief kunnen worden bestreden; dringt er bij de Oekraïense wetgever op aan om al in een vroeg stadium van het wetgevingsproces en voordat eventuele herzieningen van de auteurswet zijn aangenomen, in overleg te treden met de EU en de relevante belanghebbenden, in het bijzonder de vertegenwoordigers van rechthebbenden, zeker wanneer het gaat om de invoering of wijziging van digitale rechten, regelgeving inzake het collectief beheer van rechten en handhavingsbepalingen;

28.   moedigt de Oekraïense autoriteiten aan om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om illegale activiteiten effectief aan de bron te kunnen aanpakken – zoals maatregelen tegen fabrieken waar optische schijven worden gemaakt waarvan de inhoud auteursrechtelijk is beschermd en tegen websites op het Internet die auteursrechtelijk beschermd materiaal bevatten – en om markten als de Petrovka-markt in Kiev te kunnen zuiveren van illegaal gereproduceerde producten; merkt op dat ook herhaalde en onaangekondigde controles in samenwerking met de rechthebbenden deel moeten uitmaken van dergelijke maatregelen;

29.   benadrukt de noodzaak van aanpassing van het huidige gerechtelijk apparaat om intellectuele-eigendomsrechten doeltreffend te kunnen beschermen en te verzekeren dat iedereen die bij illegale handel is betrokken, d.w.z. zowel fabrikanten als verkopers, sneller wordt berecht en veroordeeld; merkt op dat de Oekraïense rechterlijke macht moet worden opgedragen om producten waarvan evident is dat ze illegaal zijn gereproduceerd of dat het gaat om namaak, als regel in beslag te nemen en te vernietigen;

30.   dringt er bij de Oekraïense autoriteiten op aan om het hologramsysteem voor auteursrechtelijk beschermde producten in nauw overleg met de rechthebbenden te herzien;

31.   dringt er bij de Oekraïense douaneautoriteiten op aan om hun maatregelen tegen de import van illegaal in Rusland geproduceerde compact discs aanzienlijk te intensiveren en de samenwerking met de particuliere sector te verbeteren;

Samenwerking op wetenschappelijk en onderwijsgebied

32.   dringt er bij Oekraïne op aan meer prioriteit te geven aan de ontwikkeling van een economisch model dat is gebaseerd op de kenniseconomie en om een beduidend groter deel van het BBP te besteden aan wetenschappelijk onderzoek en de uitwisseling tussen universiteiten; verzoekt de Commissie financiële en technische steun te verlenen;

33.   benadrukt dat samenwerking op het gebied van wetenschap, onderzoek en technologie van cruciaal belang is voor de ontwikkeling van de nationale economie en voor het creëren van een gunstig investerings- en innovatieklimaat; is van mening dat om die reden zowel de bilaterale betrekkingen van de EU-lidstaten met Oekraïne als het gemeenschappelijk beleid van de EU-lidstaten ten aanzien van dit land verder moeten worden ontwikkeld;

34.   verzoekt de Commissie en de Oekraïense regering om de samenwerking op het gebied van wetenschap, technologie, onderwijs en opleiding te vergroten, en ook bij programma's voor educatief en wetenschappelijk leren, zoals Erasmus Mundus en het Jean Monnet-programma, meer samen te werken; ondersteunt het creëren van hechtere grensoverschrijdende culturele contacten en samenwerking tussen universiteiten en onderzoekscentra;

35.   benadrukt dat de EU het Oekraïense onderwijsstelsel moet ondersteunen door het opzetten van hulpprogramma's en financiële stimuleringsmaatregelen voor de ontwikkeling van wetenschappelijk en technologisch onderzoek, hetgeen zal bijdragen aan een grotere en meer duurzame economische groei en aan de culturele en wetenschappelijke ontwikkeling van het land;

Landbouw- en milieuzaken

36.   verwelkomt de ondertekening in oktober 2006 van een gemeenschappelijke intentieverklaring met betrekking tot een gestructureerde dialoog over landbouwzaken; benadrukt dat de landbouwsector belangrijke functies vervult met betrekking tot milieubehoud, voedselsoevereiniteit en het maatschappelijk evenwicht met betrekking tot de verschillen in ontwikkeling op het platteland en in de stad, wat kan rechtvaardigen dat voor landbouwproducten hogere tarieven gelden dan voor niet-landbouwproducten;

37.   dringt erop aan de boeren- en plattelandsbevolking te ondersteunen door het verbeteren van hun economische en gezondheidssituatie en het ontwikkelen van plattelandsgebieden; benadrukt dat deze hulp moet worden gegeven in de vorm van financiële steun en steun voor infrastructuur, waarbij het voor kleine producenten gemakkelijker moet worden gemaakt om een lening op te nemen, een wegingssysteem voor steun moet worden ingevoerd dat in het voordeel is van kleine en jonge ondernemers, en programma's voor beroepsopleiding moeten worden ontwikkeld; benadrukt tevens de noodzaak van het creëren van regionale netwerken voor de verbinding van stad en platteland en van het verbeteren van de toegang tot informatie in plattelandsgebieden;

38.   verzoekt de Commissie besprekingen te starten om toe te werken naar een samenwerking op het gebied van regelgeving met betrekking tot SPS (sanitaire en fytosanitaire normen); verzoekt de Commissie onderhandelingen aan te gaan met Oekraïne over de bescherming van geografische aanduidingen en de resultaten van deze onderhandelingen te verwerken in de toekomstige vrijhandelsovereenkomst;

39.   dringt er bij Oekraïne op aan om onmiddellijk de beperkende exportquota voor tarwe op te heffen die in oktober 2006 zijn ingesteld en die niet alleen de eigen landbouwsector ernstige schade hebben toegebracht, maar ook mogelijkheden bieden voor corruptie, omdat gebruik wordt gemaakt van een ondoorzichtig systeem dat op vergunningen is gebaseerd;

40.   benadrukt dat het belangrijk is dat Oekraïne als follow-up op de aanneming van de nationale milieustrategie (1998-2008) en de ratificatie van het Protocol van Kyoto, milieuprogramma's ontwikkelt betreffende onder meer kernenergie, drinkwaterdistributie en maatregelen tegen de verslechtering van de Zwarte Zee, teneinde de milieuveiligheid van de regio te garanderen;

41.   benadrukt de noodzaak om naast de integratie van Oekraïne in het vrijemarktgebied van de EU ook regels voor de certificering van importeurs en exporteurs en vervoersregels vast te stellen en de sanitaire en fytosanitaire regels aan te scherpen, teneinde deze regels met de relevante vigerende EU-regels in overeenstemming te brengen;

Economische betrekkingen met naburige partnerlanden (met inbegrip van Rusland)

42.   neemt kennis van de voorwaardelijke aansluiting van Oekraïne bij de "gemeenschappelijke economische ruimte" met Rusland en andere voormalige sovjetrepublieken; brengt in herinnering dat sommige bepalingen in de overeenkomst van voormalige sovjetrepublieken – wanneer ze volledig worden toegepast – mogelijk onverenigbaar zijn met de totstandkoming van een functionerende vrijhandelszone met de EU; verzoekt Oekraïne zijn economische betrekkingen met de Russische Federatie dusdanig vorm te geven dat deze geen belemmering vormen voor de geleidelijke en steeds verdergaande integratie van het land in de communautaire markt;

43.   verzoekt de Commissie om zich in te zetten voor een tripartiet overleg tussen Oekraïne, Rusland en de EU dat is gericht op het bevorderen van een klimaat van veiligheid en vrede in de regio en dat Oekraïne in staat zou moeten stellen om zijn onafhankelijkheid te versterken zonder in een isolement te geraken; benadrukt dat de landen moeten worden aangemoedigd om met elkaar in gesprek te gaan over gemeenschappelijke belangen, waartoe in het bijzonder veiligheid en defensie, energie en de ontwikkeling van een in kwantitatief en kwalitatief opzicht meer geschikt transportnetwerk behoort, alsook andere thema's die op de internationale agenda staan;

Slotoverwegingen (waaronder ENP)

44.   heeft met instemming kennis genomen van de verklaring die het Oekraïense parlement op 27 februari 2007 heeft aangenomen betreffende de start van de onderhandelingen over een nieuwe PSO met de EU;

45.   verwelkomt de participatie van Oekraïne in de stabilisatie van de regio en moedigt het land aan een grotere rol te spelen bij de totstandkoming van overeenkomsten inzake economische samenwerking, in het bijzonder met de buurlanden aan de Zwarte Zee;

46.   benadrukt het belang van de snelle inwerkingtreding en toepassing van de visumversoepelings- en overnameovereenkomst met Oekraïne;

47.   ondersteunt internationale samenwerking op economische en andere gebieden, vooral wanneer deze een grensoverschrijdend en interregionaal karakter heeft, zoals de organisatie van "Europees kampioenschap voetbal 2012" met Polen;

48.   verzoekt Oekraïne om een gunstig klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (KMO) te creëren en de ondernemingsgeest te bevorderen en het nemen van persoonlijke verantwoordelijkheid aan te moedigen;

49.   verzoekt de Commissie en de Oekraïense regering om door te gaan met het monitoren van de invloed van de recente uitbreiding van de EU op de handel tussen de EU en Oekraïne (de monitoring moet gebeuren op basis van de resultaten van een behoorlijke evaluatie); benadrukt het belang van een dialoog over de invloed die de uitbreiding van 2007 op de ontwikkeling van de economische en handelsbetrekkingen heeft gehad, waarbij passende maatregelen kunnen worden geformuleerd voor het verminderen van eventuele economische schade;

50.   benadrukt het strategische belang van Oekraïne en verzoekt de Commissie en de lidstaten met klem de toekomstige bilaterale betrekkingen een nieuwe en meer samenhangende dimensie te geven, op basis van grootschalige samenwerking en solidariteit, met respect voor het bijzondere karakter van de banden die door nabuurschap en geschiedenis zijn ontstaan, in het bijzonder met Rusland;

51.   maakt zich zorgen over het ontbreken van heldere definities en perspectieven van het ENP en van een strategische langetermijnvisie voor ontwikkeling en stabilisatie in Oost-Europa; benadrukt dat het noodzakelijk is het integratieproces van Oekraïne tot een werkelijke politieke prioriteit te maken op de agenda van de EU;

52.   verlangt eens te meer van de Raad dat in de betrekkingen met alle deelnemers aan het ENP stelselmatig de clausule over de mensenrechten en de democratie wordt toegepast; verzoekt de Raad uit te leggen hoe hij genoemde clausule denkt toe te passen bij de onderhandelingen over een NVO met Oekraïne;

o
o   o

53.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regering en het parlement van Oekraïne.

(1) PB L 310 van 9.11.2006, blz.1.
(2) PB L 49 van 19.2.1998, blz. 3.
(3) PB L 384 van 28.12.2004, blz. 23
(4) PB C 287 E van 24.11.2006, blz. 312.
(5) Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0196.
(6) Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0355.

Juridische mededeling - Privacybeleid