Resolutie van het Europees Parlement van 17 januari 2008 over de arrestatie van de Chinese dissident Hu Jia
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de mensenrechtensituatie in China,
– gezien de jongste twee rondes in de dialoog tussen de EU en China over de mensenrechten, die op 17 oktober 2007 in Peking en op 15 en 16 mei 2007 in Berlijn zijn gehouden,
– gezien de openbare hoorzitting over de mensenrechten in China in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2008 in Peking, die op 26 november 2007 door zijn Subcommissie mensenrechten is gehouden,
– gezien het Olympisch Bestand waartoe de Algemene Vergadering van de VN op 31 oktober 2007 opriep, toen zij er bij de VN-lidstaten op aandrong om tijdens de Olympische Spelen van 2008 vrede in acht te nemen en te bevorderen,
– gelet op artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de mensenrechtenactivist Hu Jia op 27 december 2007 door de politie uit zijn huis in Peking is gehaald op beschuldiging van aanzetten tot subversieve actie,
B. overwegende dat Hu Jia en zijn vrouw, Zeng Jinyan, in de afgelopen jaren schendingen van de mensenrechten in China aan de kaak hebben gesteld en zeer vaak onder huisarrest zijn geplaatst vanwege hun activisme,
C. overwegende dat Hu Jia in slechte gezondheid verkeert en lijdt aan een leveraandoening waarvoor hij medicijnen moet gebruiken,
D. overwegende dat Zeng Jinyan in 2006 in Time Magazine werd genoemd als een van de honderd "helden en pioniers" van de wereld en samen met Hu Jia in 2007 de speciale "China-prijs" heeft ontvangen van Journalisten zonder grenzen en werd genomineerd voor de Sacharov-prijs,
E. overwegende dat mensenrechtenorganisaties de arrestatie een verdere stap hebben genoemd van de Chinese autoriteiten om critici vóór de Olympische Spelen van 2008 het zwijgen op te leggen,
F. overwegende dat 57 Chinese intellectuelen onverwijld een open brief hebben gepubliceerd waarin wordt opgeroepen tot onmiddellijke vrijlating van Hu Jia,
G. overwegende dat de Voorzitter van het Europees Parlement, op 31 december 2007 een verklaring heeft doen uitgaan waarin de Chinese autoriteiten worden vermaand in verband met de detentie van Hu Jia en ertoe worden aangespoord de Olympische Spelen van 2008 te benutten als een "kans voor China om te laten zien dat een land dat gastheer is van het belangrijkste sportevenement ter wereld zich gebonden acht aan internationaal erkende mensenrechten, met inbegrip van vrije meningsuiting",
1. spreekt zijn scherpe veroordeling uit over de gevangenneming van Hu Jia en eist onmiddellijke vrijlating van hem en alle dissidenten die zijn gearresteerd en gedetineerd vanwege hun opvattingen;
2. dringt er bij de Chinese autoriteiten op aan de fysieke en psychologische integriteit van Hu Jia, zijn familie en zijn advocaten onder alle omstandigheden te waarborgen;
3. roept China ertoe op zijn verbintenissen op het gebied van de mensenrechten en de rechtsstaat te eerbiedigen, in het bijzonder de bepalingen van de op 9 december 1998 door de Algemene Vergadering van de VN aangenomen Verklaring inzake mensenrechtenverdedigers, door een einde te maken aan de intimidatie van Chinese mensenrechtenverdedigers en aldus blijk te geven van zijn inzet voor de mensenrechten in dit Olympische jaar;
4. dringt er bij China op aan de Olympische Spelen van 2008 niet te gebruiken als voorwendsel voor het arresteren, illegaal vasthouden en detineren van dissidenten, journalisten en mensenrechtenactivisten die berichten over of demonstreren tegen schendingen van de mensenrechten;
5. herhaalt zijn opvatting dat mensenrechtenkwesties veel meer aandacht dienen te krijgen in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2008 en wijst op de noodzaak van "eerbiediging van universele fundamentele ethische principes" en de bevordering van een vreedzame samenleving die zorgt voor "behoud van de menselijke waardigheid", zoals verankerd in de artikelen 1 en 2 van het Olympisch Handvest;
6. dringt er bij China op aan zijn strafrecht te hervormen teneinde grotere vrijheid van meningsuiting toe te staan aan journalisten, schrijvers, free-lancers, verslaggevers, enz., die aan de wereld verslag zullen uitbrengen van een zo belangrijk evenement als de Olympische Spelen van 2008; is van mening dat een dergelijke hervorming het tevens mogelijk zal maken de exacte werkingssfeer vast te stellen van enkele onduidelijke wettelijke bepalingen (bijv. art. 105 van de het Chinese Wetboek van Strafrecht) en de wereld een positief signaal te geven dat het 17e Nationaal Congres van de Chinese Communistische Partij de weg heeft vrijgemaakt voor meer respect voor verschillende meningen;
7. roept de Chinese autoriteiten ertoe op toe te staan dat Hu Jia en alle andere gearresteerde dissidenten indien nodig medische hulp ontvangen en te bedenken dat detentie onder slechte omstandigheden schadelijk kan zijn voor hun gezondheid;
8. dringt er bij de Chinese autoriteiten op aan de zogeheten "zwarte gevangenissen", detentielokaties bedoeld om "onruststokers" gevangen te houden in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2008, te sluiten;
9. roept de Raad van de Europese Unie ertoe op stappen te ondernemen bij de Chinese autoriteiten in verband met de arrestatie van Hu Jia en de verdwijning op 22 september 2007 van Gao Zhisheng, een bekende mensenrechtenadvocaat en vriend van Hu Jia, die symbool is komen te staan voor de vele duizenden mensenrechtenverdedigers die momenteel gevangen zitten in China;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten, de president en de premier van de Volksrepubliek China, en het Internationaal Olympisch Comité.